Toon items op tag: Mensenrechten
Nieuwe rechtszaak over anoniem parkeren met contant geld
Privacy First vecht kentekenparkeren aan bij rechtbank Amsterdam
Kentekenparkeren zonder contante betaling is dubbele privacyschending
Begin dit jaar oordeelde de Hoge Raad dat de Belastingdienst jarenlang op onrechtmatige wijze de locatiedata van alle automobilisten in Nederland heeft verzameld. De Belastingdienst deed dit middels een groot netwerk van ANPR-camera’s (nummerplaatregistratie) langs de Nederlandse snelwegen. Volgens de Hoge Raad bestond hiervoor echter geen wettelijke basis. Daarmee vormde deze praktijk van de Belastingdienst een massale privacyschending.
Ook op lokaal niveau wordt het reisgedrag van automobilisten al jarenlang op onrechtmatige wijze geregistreerd: middels kentekenparkeren heeft de gemeentelijke belastingdienst volledig zicht op wie waar en wanneer parkeert. Maar ook hier ontbreekt een specifieke wettelijke basis zoals door de Nederlandse Grondwet en art. 8 EVRM (het recht op privacy) worden vereist. Voor verplicht kentekenparkeren bestaat bovendien geen enkele maatschappelijke noodzaak. Verder ontbreekt bij kentekenparkeren de mogelijkheid om contant of anderszins anoniem te kunnen betalen. Daarmee vormt kentekenparkeren een meervoudige privacyschending.
Invoering kenteken niet verplicht
Begin 2015 won Privacy First haar eerste rechtszaak tegen kentekenparkeren: sindsdien zijn automobilisten niet meer verplicht om bij het parkeren hun kenteken in te voeren. Begin 2016 werd dit oordeel bevestigd door de Hoge Raad. Wie geen kenteken invoert, ontvangt echter nog steeds een parkeerboete die pas na bezwaar (met betalingsbewijs) wordt vernietigd. “Zo wordt je als goedwillende burger dus nog steeds gestraft als je anoniem wilt kunnen parkeren. Het is Kafka”, aldus Privacy First voorzitter Bas Filippini. “De Hoge Raad is duidelijk: verplichte invoering van kentekens mag niet. Kentekenparkeren dient dus te worden afgeschaft”, aldus onze advocaat Benito Boer. Daartoe diende onlangs een kort geding van Privacy First om anoniem parkeren mogelijk te maken zónder invoering van het kenteken en mét anonieme betaalmogelijkheid. Het Hof Amsterdam verklaarde deze zaak echter niet-ontvankelijk wegens de complexiteit ervan. Daarmee stuurde het Hof aan op een nieuwe bodemprocedure waarin alle openstaande rechtsvragen alsnog behandeld kunnen worden. Een dergelijke procedure zal aanstaande donderdag plaatsvinden bij de rechtbank Amsterdam. Naast de vraag of kentekenparkeren rechtmatig is, zal in deze zaak met name het gebrek aan contante of anonieme betalingsmogelijkheden centraal staan. In april 2016 organiseerde Privacy First een publieksdebat over deze thematiek.
Rechtszitting bij rechtbank Amsterdam
Privacy First nodigt u hierbij van harte uit om bij de openbare rechtszitting aanwezig te zijn. Deze zal plaatsvinden op donderdagochtend 29 juni as. om 9.00u bij de rechtbank Amsterdam: zaak L.T.C. Filippini vs. gemeente Amsterdam, zaaknr. AMS 16/1758 PARKBL. Adres: Fred. Roeskestraat 73, gebouw G (Parnas). NB: dit is de nieuwe tijdelijke locatie van de rechtbank. Klik HIER voor een routebeschrijving.
Wilt u ons graag steunen bij het voeren van deze rechtszaak? Maak dan een donatie aan Privacy First over o.v.v. “privacyparkeren” t.n.v. Stichting Privacy First te Amsterdam, IBAN: NL95ABNA0495527521.
Update 29 juni 2017: de rechtszitting vanochtend was relatief lang en grondig. De uitspraak van de rechtbank staat vooralsnog gepland op 10 augustus as.
Update 30 juni 2017: naar aanleiding van de rechtszaak verscheen vandaag een lezenswaardig artikel op de website van Trouw.
Update 10 augustus 2017: het vonnis van de rechtbank is 6 weken uitgesteld.
Update 21 september 2017: het vonnis van de rechtbank is opnieuw 6 weken uitgesteld.
Update 27 oktober 2017: de rechtbank heeft de zaak helaas afgewezen. Lees HIER het commentaar van Privacy First voorzitter Bas Filippini. Privacy First gaat nu in hoger beroep bij het Hof Amsterdam.
Update 11 februari 2019: ook het Hof Amsterdam heeft de zaak helaas afgewezen. Lees HIER ons commentaar. Privacy First bezint zich op juridische vervolgstappen.
Hoorzitting Eerste Kamer over wetsvoorstel ANPR
Op dinsdag 20 juni as. houdt de Eerste Kamer een hoorzitting ("deskundigenbijeenkomst") over twee controversiële wetsvoorstellen: het wetsvoorstel over Automatische Nummerplaatregistratie (ANPR) en het wetsvoorstel Computercriminaliteit III ("politie-hackwet"). Op verzoek van de Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie diende Privacy First daartoe vorige week een beknopte position paper in over het wetsvoorstel ANPR. Hieronder staat de volledige tekst, klik HIER voor de originele versie in pdf. De hoorzitting is openbaar en zal op internet live te volgen zijn. Klik HIER voor meer informatie, het volledige programma en alle sprekers.
Geachte Kamerleden,
Dank voor uw uitnodiging om deel te nemen aan de deskundigenbijeenkomst inzake het wetsvoorstel ANPR (automatische nummerplaatregistratie).[1] Onder dit wetsvoorstel zal de politie de bevoegdheid krijgen om alle kentekens op de openbare weg 4 weken te bewaren voor opsporing en vervolging. In de optiek van Privacy First vormt dit een massale privacyschending. Hieronder zullen wij dit kort toelichten.
Huidige regels
Onder de huidige wetgeving dienen de ANPR-gegevens van onschuldige burgers binnen 24 uur te worden gewist. Alle kentekens die niet verdacht zijn (zogeheten “no-hits”) dienen zelfs direct uit de databases te worden verwijderd, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens.[2] In een democratische rechtsstaat dienen onschuldige burgers immers zoveel mogelijk met rust te worden gelaten: het klassieke rechtsbeginsel is dat de overheid pas inbreuk mag maken op de privacy van een burger bij een redelijke verdenking van een concreet strafbaar feit. De huidige ANPR-praktijk is hiermee in lijn in die zin dat de “hits” kunnen worden gebruikt en de “no-hits” worden gewist. Deze praktijk vindt echter al jaren plaats op basis van een algemene vangnetbepaling: artikel 3 Politiewet. Daarbij is sprake van profiling. Dit voldoet geenszins aan de moderne eisen die het Europese privacyrecht aan het gebruik van ANPR stelt. Privacy First adviseert allereerst dan ook om de huidige ANPR-praktijk in te perken en alsnog van een specifieke wettelijke basis met strikte privacywaarborgen te voorzien.
Gebrek aan noodzaak en proportionaliteit
In plaats van de actuele ANPR-praktijk alsnog op privacyvriendelijke wijze te reguleren, vormt het huidige ANPR-wetsvoorstel een verregaande schending van het recht op privacy van vrijwel iedere automobilist. Onder dit wetsvoorstel zullen immers alle kentekens op openbare wegen (oftewel ieders reisbewegingen, locatiedata) 4 weken in een nationale ANPR-databank worden opgeslagen. Bovendien zullen deze ANPR-data onder meer worden gedeeld met de AIVD (onder de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zelfs middels directe toegang tot de ANPR-databank). Iedere automobilist wordt hierdoor een potentiële verdachte. Uit het ANPR-wetgevingstraject blijkt tot op heden echter geen enkele maatschappelijke noodzaak hiertoe: de laatste jaren lijkt ANPR slechts bij een handjevol misdrijven te hebben bijgedragen aan succesvolle opsporing en vervolging. Naar objectieve maatstaven weegt dit niet op tegen het opofferen van de privacy, bewegingsvrijheid en onschuldpresumptie van miljoenen automobilisten. Ter vergelijking: toen na 9/11 door het CDA werd voorgesteld om van de gehele bevolking vingerafdrukken af te nemen voor opsporingsdoeleinden, werd dit door minister van Justitie Korthals (VVD) direct verworpen. Korthals achtte dit voorstel disproportioneel, omdat op jaarbasis sprake was van circa 10.000 sporenzaken (met vingerafdrukken).[3] De Tweede Kamer was dit destijds met de minister eens. Massale opslag van ieders vingerafdrukken en telecommunicatiedata zijn inmiddels verboden. Derhalve valt niet in te zien waarom de opslag van ieders ANPR-data wel toegestaan zou moeten worden.
Van ‘mass surveillance’ naar ‘targeted surveillance’
Het huidige wetsvoorstel legt een fundamentele bouwsteen voor Nederland als toekomstige “surveillance society”. Nederland overschrijdt hiermee een principiële grens. Zowel binnen de Nederlandse maatschappij als in het buitenland maakt men zich hier grote zorgen over, zo bleek onlangs uit gesprekken tussen Privacy First en diverse ambassades in Den Haag. Op Europees niveau is immers juist sprake van een ontwikkeling in omgekeerde richting: van ineffectieve, inefficiënte en onrechtmatige “mass surveillance” naar effectieve, efficiënte en legitieme “targeted surveillance”, zo blijkt uit diverse baanbrekende uitspraken van de hoogste Europese rechters en groeiende communis opinio onder experts. Door dit wetsvoorstel aan te nemen slaat Nederland dus niet alleen een juridische en beleidsmatige flater, maar creëert het ook een gevaarlijk internationaal precedent.
Mogelijke rechtszaak
Het huidige wetsvoorstel dateert reeds van begin 2013 en heeft sindsdien – terecht – een moeizame geschiedenis achter de rug.[4] Reeds een jaar nadat het wetsvoorstel door voormalig minister Opstelten bij de Tweede Kamer was ingediend bleek het juridisch onhoudbaar, toen het Europees Hof van Justitie de massale opslag van ieders telecommunicatiedata (waaronder locatiedata) onrechtmatig verklaarde.[5] Wegens privacyzorgen lag de verdere behandeling van het wetsvoorstel vervolgens twee jaar stil, totdat dit door voormalig minister Van der Steur in september 2016 opnieuw werd geactiveerd. Drie maanden later volgde echter de genadeklap: in een nieuw, scherper verwoord arrest verklaarde het Europees Hof van Justitie de ongerichte, massale opslag van data van onschuldige burgers voor opsporingsdoeleinden (dataretentie) definitief onrechtmatig. Dit zou slechts rechtmatig kunnen zijn middels strikte gerichtheid in tijd, locatie, strafrechtelijk relevante personen en doelen.[6] Bij het gebruik van dergelijke data is bovendien voorafgaande rechterlijke toestemming geboden. Het huidige wetsvoorstel ANPR voldoet aan geen van deze eisen. Het wetvoorstel is daarmee onrechtmatig en dient door uw Kamer te worden verworpen. Bij gebreke hiervan zal Privacy First (in brede coalitie) de Nederlandse Staat dagvaarden en het wetsvoorstel onverbindend laten verklaren wegens schending van het recht op privacy (art. 8 EVRM).
Voor nadere informatie of vragen met betrekking tot bovenstaande is Privacy First te allen tijde bereikbaar op telefoonnummer 020-8100279 of per email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Hoogachtend,
Stichting Privacy First
[1] Wetsvoorstel Vastleggen en bewaren kentekengegevens door politie, Kamerstukken 33542.
[2] Zie College bescherming persoonsgegevens, Politiekorpsen handelen in strijd met de wet bij toepassing ANPR (28 januari 2010), https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/nieuws/politiekorpsen-handelen-strijd-met-de-wet-bij-toepassing-anpr.
[3] Zie Brief van de minister van Justitie d.d. 10 december 2001, Kamerstukken II, 2001-2002, 19637, nr. 635, p. 7.
[4] Voorheen was ook minister van Justitie Hirsch Ballin al in 2010 van plan om een vergelijkbaar voorstel in te dienen met een bewaartermijn van 10 dagen. Vervolgens verklaarde de Tweede Kamer dit voorstel echter controversieel.
[5] Hof van Justitie van de Europese Unie 8 april 2014, gevoegde zaken C-293/12 & C594/12 (Digital Rights).
[6] Hof van Justitie van de Europese Unie 21 december 2016, gevoegde zaken C-203/15 & C-698/15 (Tele2).
Update 20 juni 2017: de hoorzitting in de Eerste Kamer vanochtend was zeer divers en bijzonder kritisch; klik HIER voor de hele video en HIER voor de inbreng van Privacy First (vanaf 19m42s en 39m23s). Hieronder de volledige tekst van onze inleiding. Een formeel verslag van de bijeenkomst verschijnt binnenkort op de website van de Eerste Kamer.
Wetsvoorstel ANPR
Geachte Kamerleden,
Dank voor uw uitnodiging voor deze bijeenkomst. Zowel in onze position paper als tijdens deze bijeenkomst zal Privacy First voornamelijk ingaan op het wetsvoorstel ANPR. Dit wetsvoorstel vormt immers de voornaamste reden waarom u ons heeft uitgenodigd.
Reeds sinds de indiening van het oorspronkelijke voorstel van minister Hirsch Ballin in 2010 om ieders kentekendata, oftewel locatiedata, op te slaan voor opsporing en vervolging, heeft Privacy First het standpunt ingenomen dat een dergelijk voorstel volstrekt onrechtmatig is wegens gebrek aan noodzaak en proportionaliteit. Dit standpunt wordt inmiddels bevestigd door vaste Europese rechtspraak. Mocht dit wetsvoorstel desondanks tot wet verheven worden, dan zal Privacy First dit onverbindend laten verklaren wegens strijd met art. 8 EVRM.
Privacy First heeft dit de laatste jaren reeds diverse malen kenbaar gemaakt aan zowel de Tweede Kamer als aan minister Opstelten en minister Van der Steur persoonlijk. Bij onze meeting met minister Opstelten in juli 2013 waren tevens het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) en de Vereniging Privacy Recht kritisch aanwezig. Op het vooruitzicht van een rechtszaak tegen het wetsvoorstel ANPR reageerde minister Opstelten destijds als volgt, en ik citeer: “De rechter voert de wetgeving uit.” Alsof de rechterlijke macht slechts een verlengstuk van de uitvoerende macht zou zijn. Privacy First antwoordde daarop dat “de rechter tevens nationale wetgeving toetst aan internationale verdragen”. Daarna viel een pijnlijke stilte bij Opstelten en diens topambtenaren. Bij latere meetings met deze ambtenaren heeft Privacy First zich overigens nooit aan de indruk kunnen onttrekken dat hun verdediging van het wetsvoorstel enigszins “contre coeur” was. Dit was de laatste jaren ook het geval met wetten die op vergelijkbare wijze massale privacyschendingen teweeg zouden brengen, waaronder de opslag van ieders vingerafdrukken onder de Paspoortwet. Eind 2010 was er in heel Nederland geen ambtenaar meer te vinden die dat nog publiekelijk durfde te verdedigen. De maatschappelijke weerstand tegen dergelijke opslag was en is groot.
Zowel de opslag van ieders vingerafdrukken als de opslag van ieders telecommunicatiedata zijn inmiddels door diverse hoogste Europese rechters onrechtmatig verklaard. Privacy First hoopt dat het met dit wetsvoorstel ANPR niet zo ver zal hoeven komen. Hierbij verzoeken wij uw Kamer dan ook om dit wetsvoorstel te verwerpen.
Wetsvoorstel Computercriminaliteit III
Dan nog kort enkele opmerkingen over het wetsvoorstel Computercriminaliteit III: evenals bij het wetsvoorstel ANPR is bij dit wetsvoorstel nooit sprake geweest van een grondige en onafhankelijke Privacy Impact Assessment. Beide wetsvoorstellen lijken vooral gedreven door technologisch determinisme: alles wat technisch kán, wordt wettelijk mogelijk gemaakt. Evenals bij het wetsvoorstel ANPR zijn de vereiste maatschappelijke noodzaak en proportionaliteit tot op heden echter nooit hard aangetoond. Van enige inperking in technologische zin is bewust geen sprake: de werking van het wetsvoorstel zal zich uitstrekken tot alles wat met het internet in verbinding staat, in de toekomst dus vrijwel de gehele maatschappij, waaronder het Internet of Things, vitale infrastructuur en medische systemen. In politiekringen wil men zelfs rijdende auto’s kunnen hacken en stilzetten, met alle gevaren van dien voor de verkeersveiligheid. Het gebruik en misbruik van onbekende ICT-kwetsbaarheden wordt bovendien nauwelijks ingedamd, en de misdrijven waarbij dit wetsvoorstel kan worden ingezet kunnen voortdurend worden uitgebreid bij algemene maatregel van bestuur. Dat is geen privacy by design. Dat is function creep by design. Privacy First verzoekt uw Kamer dan ook om dit wetsvoorstel eveneens te verwerpen.
Update 19 juli 2017: klik HIER voor het volledige verslag van de hoorzitting zoals gepubliceerd door de Eerste Kamer (redactioneel gecorrigeerde herdruk).
Privacy Platform: Targeted Surveillance - Can security and privacy be reconciled?
Targeted surveillance in plaats van mass surveillance is de juiste way forward. Op 31 mei 2017 vond hierover een buitengewoon informatief en overtuigend paneldebat plaats in het Europees Parlement. Aan het debat namen de volgende experts deel: Sophie in 't Veld (lid Europees Parlement), Julian King (buitenlands en veiligheidsbeleid Europese Commissie), Bill Binney (voormalig technisch directeur NSA), Jan van Oort (chief engineer Kivu Technologies) en Federico Fabbrini (hoogleraar rechtsgeleerdheid, Stadsuniversiteit Dublin). Bekijk hieronder de hele video en trek zelf uw eigen conclusies:
Hof Amsterdam stuurt aan op bodemprocedure tegen kentekenparkeren
Vandaag heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding (spoedappèl) van Privacy First voorzitter Bas Filippini tegen kentekenparkeren. Filippini acht verplichte invoering van een kenteken bij parkeren onrechtmatig wegens strijd met het recht op privacy. Tevens werd in deze zaak het gebrek aan contante of anonieme betaalmogelijkheid bij parkeren aangevochten. Op beide rechtsvragen weigert het Hof Amsterdam echter in te gaan.
Hof acht zaak tegen kentekenparkeren te fundamenteel voor kort geding
Het Hof Amsterdam acht onze zaak blijkbaar te fundamenteel en te belangrijk om in kort geding te behandelen. Daarmee stuurt het Hof in feite aan op een bodemprocedure bij de rechtbank Amsterdam. In de optiek van het Hof Amsterdam leent onze zaak zich niet goed voor een kort geding wegens een verondersteld gebrek aan spoedeisend belang en de complexiteit van de zaak. "De privacywetgeving roept vele vragen op en die zijn in het kader van een spoedprocedure niet direct te beantwoorden", aldus het Hof. Van grote spoedeisendheid is echter onmiskenbaar sprake, aangezien menige parkeerder die anoniem wenst te kunnen parkeren (zowel in Amsterdam als in talloze andere gemeenten) onterecht wordt gestraft met een parkeerboete. Dankzij een eerder oordeel van de Hoge Raad dienen dergelijke boetes weliswaar te worden vernietigd, maar intussen is het parkeersysteem als zodanig nog steeds van kracht. Van complexe rechtsvragen is in de optiek van Privacy First geen sprake. Bovendien kan een slepende bodemprocedure vele jaren duren; het meeste kwaad is dan allang geschied.
Geen inhoudelijk oordeel over kentekenparkeren
In het arrest heeft het Hof Amsterdam vandaag geen inhoudelijk oordeel over kentekenparkeren gegeven. In tegenstelling tot berichtgeving vanochtend door enkele media (zonder voorafgaande hoor en wederhoor) heeft het Hof het systeem van kentekenparkeren vandaag dan ook niet rechtmatig geacht. Zou het Hof onze stellingen niet serieus hebben genomen, dan zou het Hof de zaak meteen hebben afgewezen. Dat is echter niet gebeurd. Het Hof acht de zaak dus dermate serieus (en potentieel verstrekkend) dat men een kritisch inhoudelijk oordeel graag overlaat aan de rechtbank Amsterdam, later eventueel opnieuw gevolgd door hoger beroep bij ditzelfde Hof. De zaak zal dan opnieuw in alle breedte en diepte kunnen worden behandeld. Privacy First verwacht een dergelijke nieuwe procedure spoedig aanhangig te zullen maken.
Privacy First overweegt rechtstreeks beroep in Straatsburg
Naast het feit dat het Hof Amsterdam aanstuurt op een bodemprocedure bij de rechtbank, snijdt het Hof de weg naar de Hoge Raad vandaag af. Op basis van de huidige, niet-inhoudelijke uitspraak van het Hof kan immers geen effectieve cassatie bij de Hoge Raad worden ingesteld. Privacy First overweegt hierover een rechtstreekse klacht in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg wegens schending van het recht op privacy (art. 8 EVRM) in combinatie met het recht op een effectief rechtsmiddel (art. 6 en 13 EVRM).
Huidige stand van zaken
Met het huidige oordeel van het Hof Amsterdam blijft de actuele stand van zaken intact: parkeerders mogen niet worden verplicht om bij het parkeren hun kenteken in te voeren. Dit is en blijft immers het oordeel van de Hoge Raad. Onder druk van het recente hoger beroep van Privacy First heeft de gemeente Amsterdam begin dit jaar reeds de teksten op alle parkeerautomaten gewijzigd van “verplichte” naar “gewenste” invoering van kentekens. Privacy First blijft echter aansturen op algehele afschaffing van (verplicht) kentekenparkeren en controle van een anoniem parkeerkaartje achter de voorruit, zoals dat bijvoorbeeld al staande praktijk is in de gemeente Utrecht. Een ander privacyvriendelijk alternatief is nummervakparkeren, zoals dat op talloze plekken in het buitenland plaatsvindt.
Nieuwe zaak over recht op contante, anonieme betaling
Voor privacyvriendelijk parkeren is echter méér nodig: betaling voor een parkeerplek dient contant of anderszins anoniem te kunnen plaatsvinden. Een nieuwe rechtszaak (bestuursrechtelijke bodemprocedure) van onze voorzitter over deze kwestie staat inmiddels gepland op 29 juni as. bij de rechtbank Amsterdam. In deze zaak zal het recht op contante en anonieme betaling centraal staan. Een deel van de rechtsvragen die het Hof Amsterdam vandaag heeft laten liggen, zal dan alsnog door de rechtbank worden behandeld.
Lees HIER de volledige uitspraak van het Hof Amsterdam.
Nederland onder de loep bij Verenigde Naties
Morgen zal Nederland in Genève onder de loep worden genomen door het hoogste mensenrechtenorgaan ter wereld: de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN). Sinds 2008 wordt de mensenrechtensituatie in elk land periodiek door de VN Mensenrechtenraad beoordeeld. Deze procedure vindt voor iedere VN-lidstaat elke vijf jaar plaats en heet "Universal Periodic Review" (UPR).
Schaduwrapportage Privacy First
Bij de vorige UPR-sessies in 2008 en 2012 kreeg Nederland relatief veel kritiek. Momenteel zijn de Nederlandse privacy-vooruitzichten slechter dan ooit. Reden voor Privacy First om een aantal zaken actief bij de VN aan te kaarten. Dit deed Privacy First in september 2016 (een week voor de VN-deadline) middels een zogeheten schaduwrapportage: een rapportage waarin een maatschappelijke organisatie haar zorgen over een bepaald thema kenbaar maakt. (Voor dergelijke rapportages gelden bij de Mensenrechtenraad overigens strikte eisen, waaronder een strikte woordenlimiet.) Zonder schaduwrapportages kunnen VN-diplomaten hun werk immers niet goed doen. Men zou dan namelijk afhankelijk blijven van eenzijdige, veelal rooskleurige staatsrapportages. Dus diende Privacy First een eigen rapportage over Nederland in met daarin onder meer de volgende aanbevelingen:
-
Verbetering van Nederlandse mogelijkheden voor maatschappelijke organisaties om collectieve rechtszaken te kunnen voeren.
-
Invoering van Grondwettelijke toetsing door de Nederlandse rechterlijke macht.
-
Betere wetgeving rondom profiling en datamining.
-
Géén invoering van automatische nummerplaatregistratie (ANPR) zoals momenteel beoogd.
-
Opschorting van het ongereguleerde grenscontrolesysteem @MIGO-BORAS.
-
Geen herinvoering van brede dataretentie (algemene telecom-bewaarplicht).
-
Geen mass surveillance onder de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) en scherper rechterlijk toezicht op geheime diensten.
-
Intrekking van de ‘politie-hackwet’ (wetsvoorstel Computercriminaliteit III).
-
Een vrijwillig, regionaal i.p.v. landelijk EPD met 'privacy by design'.
-
Invoering van een anonieme OV-chipkaart die écht anoniem is.
Onze hele rapportage treft u HIER aan (pdf). De rapportages van andere organisaties vindt u HIER.
Ambassades
Naast de Mensenrechtenraad verzond Privacy First haar rapportage begin dit jaar tevens aan alle buitenlandse ambassades in Den Haag. Naar aanleiding daarvan vonden de laatste maanden uitgebreide (vertrouwelijke) meetings plaats tussen Privacy First en de ambassades van Bulgarije, Argentinië, Australië, Griekenland, Duitsland, Chili en Tanzania, waarbij de rang van onze gesprekspartners varieerde van senior diplomaten tot ambassadeurs. Tevens ontving Privacy First positieve reacties op onze rapportage vanuit de ambassades van Zweden, Mexico en het Verenigd Koninkrijk. Bovendien werden enkele passages uit onze rapportage overgenomen in de VN-samenvatting over de algehele mensenrechtensituatie in Nederland; klik HIER ('Summary of stakeholders' information', par. 47-50).
Hopelijk zal e.e.a. morgen effectief blijken. Dit is echter niet te garanderen, aangezien het hier een interstatelijk, diplomatiek proces betreft en veel onderwerpen in onze rapportage (en recente gesprekken) evengoed gevoelige kwesties zijn in talloze andere VN-lidstaten.
VN Mensenrechtencomité
Een vergelijkbare rapportage werd door Privacy First in december 2016 ingediend bij het VN Mensenrechtencomité in Genève. Dit Comité houdt periodiek toezicht op de Nederlandse naleving van het VN Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR). Mede naar aanleiding van deze rapportage heeft het Mensenrechtencomité vorige week o.a. de Wiv, camerasysteem @MIGO-BORAS en de bewaarplicht telecomgegevens (dataretentie) geagendeerd voor de komende Nederlandse sessie in 2018 (zie par. 11, 27).
Wij hopen dat onze input door zowel de VN Mensenrechtenraad als het VN Mensenrechtencomité benut zal worden en tot opbouwende kritiek en internationale uitwisseling van 'best practices' zal leiden. Privacy First zal u hier graag van op de hoogte houden.
De Nederlandse UPR-sessie vindt morgen plaats van 9.00-12.30u en zal live te volgen zijn op internet.
Update 10 mei 2017: de Nederlandse regeringsdelegatie (geleid door minister Plasterk) ontving tijdens de UPR-sessie in Genève vandaag kritische aanbevelingen over mensenrechten en privacy in relatie tot contraterrorisme door Canada, Duitsland, Hongarije, Mexico en Rusland. Klik HIER voor de video van de hele UPR-sessie. Publicatie van alle aanbevelingen door de VN Mensenrechtenraad volgt op 12 mei as.
Update 12 mei 2017: vandaag om 18u zijn alle aanbevelingen aan Nederland door de VN Mensenrechtenraad gepubliceerd, klik HIER (pdf). Nuttige adviezen aan Nederland inzake het recht op privacy zijn afkomstig van Duitsland, Canada, Spanje, Hongarije, Mexico en Rusland, zie par. 5.29, 5.30, 5.113, 5.121, 5.128 & 5.129. Hieronder de betreffende aanbevelingen. Nader commentaar door Privacy First volgt.
Extend the National Action Plan on Human Rights to cover all relevant human rights issues, including counter-terrorism, government surveillance, migration and human rights education (Germany);
Extend the National Action Plan on Human Rights, published in 2013 to cover all relevant human rights issues, including respect for human rights while countering terrorism, and ensure independent monitoring and evaluation of the Action Plan (Hungary);
Review any adopted or proposed counter-terrorism legislation, policies, or programs to provide adequate safeguards against human rights violations and minimize any possible stigmatizing effect such measures might have on certain segments of the population (Canada);
Take necessary measures to ensure that the collection and maintenance of data for criminal [investigation] purposes does not entail massive surveillance of innocent persons (Spain);
Adopt and implement specific legislation on collection, use and accumulation of meta-data and individual profiles, including in security and anti-terrorist activities, guaranteeing the right to privacy, transparency, accountability, and the right to decide on the use, correction and deletion of personal data (Mexico);
Ensure the protection of private life and prevent cases of unwarranted access of special agencies in personal information of citizens in the Internet that have no connection with any illegal actions (Russian Federation). [sic]
Update 26 mei 2017: inmiddels is een vollediger VN-verslag van de UPR-sessie (inclusief weergave van de 'interactive dialogue' tussen VN-lidstaten en Nederland) gepubliceerd; klik HIER (pdf). In september wordt bekend welke aanbevelingen de Nederlandse regering zal accepteren en implementeren.
Update 22 september 2017: de Nederlandse regering heeft inmiddels bekendgemaakt (pdf) dat het van bovenstaande aanbevelingen slechts de Spaanse uitdrukkelijk accepteert:
Take necessary measures to ensure that the collection and maintenance of data for criminal purposes does not entail massive surveillance of innocent persons.
Privacy First beschouwt dit als een bindende internationale toezegging en zal de Nederlandse regering daar aan houden, bijvoorbeeld bij actuele wetsvoorstellen die hiermee in strijd zijn.
De overige VN-aanbevelingen (door Duitsland, Canada, Mexico, Hongarije en Rusland) neemt Nederland vooralsnog slechts voor kennisgeving aan (deze zijn "noted", in diplomatenjargon). Nederland doet daarbij slechts de volgende toezegging:
"The current Action Plan will not be amended, but the recommendations [made by Germany and Hungary] will be considered during the development of a new one."
Dit biedt enig perspectief. Te zijner tijd zal Privacy First hierover met de verantwoordelijke ministeries in overleg treden.
Concept-dagvaarding tegen Sleepwet
Coalitie waarschuwt Eerste Kamer voor nieuwe Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
Op initiatief van Privacy First heeft een coalitie van maatschappelijke organisaties vandaag de Eerste Kamer gewaarschuwd: als de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv of 'Sleepwet') ongewijzigd wordt aangenomen, betekent dit een massale schending van het recht op privacy en andere fundamentele burgerrechten. Mocht de Senaat het huidige wetsvoorstel desondanks goedkeuren, dan volgt een rechtszaak tegen de Nederlandse Staat. Onder leiding van Boekx Advocaten heeft de coalitie daartoe vandaag een concept-dagvaarding (pdf) bij de Eerste Kamer ingediend. Naast Privacy First bestaat de kopgroep van NGO's vooralsnog uit de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en het Platform Bescherming Burgerrechten.
Fundamentele bezwaren
In onze uitgebreide concept-dagvaarding wordt uiteengezet welke fundamentele bezwaren de aangesloten organisaties hebben tegen de bevoegdheden die de diensten zullen krijgen met het nieuwe wetsvoorstel. Als de Wiv ongewijzigd door de Eerste Kamer wordt aangenomen, zal die wet een schending inhouden van het recht op privacy, het recht op vrijheid van meningsuiting en als onderdeel daarvan het recht op vertrouwelijke communicatie, het recht op een eerlijk proces en het recht op effectieve rechtsbescherming. De Grondwet schrijft voor dat de Wiv buiten toepassing moet blijven wanneer deze wet in strijd is met internationale verdragen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het EU Handvest van de Grondrechten. Tenminste zeven onderdelen van het wetsvoorstel voor de Wiv schenden die verdragen:
1) de bevoegdheid tot bulkinterceptie ("sleepnet");
2) de regeling van bronbescherming;
3) de bevoegdheid tot het hacken van derden;
4) de bevoegdheid om derden te dwingen om aan ontsleuteling mee te werken;
5) de regeling van de notificatieplicht;
6) de regeling over samenwerking met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten; en
7) de inrichting van het toezicht.
Dovemansoren
De bezwaren van de coalitie tegen het wetsvoorstel zijn eerder uitvoerig ter kennis van het kabinet en de Tweede Kamer gebracht. Vergelijkbare kritiek is eveneens geuit door o.a. de Raad van State, de Raad voor de Rechtspraak, het College voor de Rechten van de Mens, de Autoriteit Persoonsgegevens, de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en 29 vooraanstaande wetenschappers. Tot nu toe echter tevergeefs. De brede maatschappelijke bezwaren lijken aan dovemansoren gericht. De coalitie heeft daarom besloten om de kritiek op het wetsvoorstel te verwoorden in een dagvaarding, om daarmee zo helder mogelijk te laten zien welke juridische bezwaren er zijn tegen de nieuwe bevoegdheden die de inlichtingen- en veiligheidsdiensten krijgen. De kritiek is gebaseerd op rechtspraak van de hoogste Europese rechters, die de afgelopen jaren meerdere strenge vonnissen hebben uitgevaardigd over wetgeving met betrekking tot geheime diensten.
De coalitie hoopt dat de Eerste Kamer het huidige wetsvoorstel zal verwerpen en dat het niet nodig zal zijn de aangenomen wet aan de rechter voor te leggen.
Oproep
De huidige concept-dagvaarding kan nog worden aangevuld. Privacy First roept alle maatschappelijke organisaties en relevante bedrijven op om zich bij de coalitie aan te sluiten. Daartoe kan contact worden opgenomen met het Public Interest Litigation Project (PILP, t.a.v. Jelle Klaas) in Amsterdam.
Klik HIER voor de gehele concept-dagvaarding (pdf, 51 pp).
Lees ook Netkwesties.nl, 15 februari 2017: 'Rechtszaak dreigt tegen breed aangenomen WIV'.
Villamedia, 31 maart 2017: 'Mogelijke rechtsgang om sleepnetwet Wiv'.
Lees HIER het eerdere commentaar van Privacy First bij het huidige wetsvoorstel.
Teleurstellende uitspraak Hof Den Haag in zaak Burgers tegen Plasterk
Persbericht bureau Brandeis
Uit de Snowden-onthullingen blijkt niet dat de Amerikaanse en Britse veiligheidsdiensten, de NSA en GCHQ, op ongeoorloofde wijze inlichtingen verkrijgen. Dat heeft het Hof Den Haag geoordeeld in de zaak Burgers tegen Plasterk. Omdat dit volgens het Hof niet is vast komen te staan, worden de vorderingen van de coalitie van burgers en belangenorganisaties afgewezen. De coalitie wil dat de Nederlandse diensten de rechtmatige herkomst van gegevens verifiëren.Volgens de coalitie geven de vele onthullingen, vorige week nog vanuit WikiLeaks, aanleiding om de Nederlandse diensten te verplichten na te gaan hoe gegevens zijn verkregen die zij van buitenlandse diensten ontvangen. Op dit moment wordt geen navraag gedaan. De modus operandi van de diensten is geheim.
Die geheime werkwijze lijkt nu ook de redding te zijn van de Nederlandse Staat. Juist omdat de werkwijze geheim is, is de coalitie er volgens het Hof niet in geslaagd concrete schendingen van grondrechten aan te tonen in de samenwerking tussen de buitenlandse en Nederlandse diensten.
Het Hof onderzoekt niet of de Nederlandse wet, de Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten (Wiv), de diensten voldoende mandaat geven tot hun handelwijze. Die principiële vraag is ook een heet hangijzer in het wetsvoorstel voor een nieuwe Wiv, dat de Tweede Kamer onlangs heeft aangenomen, en blijft nu onbeantwoord. De toezichthouder, CTIVD, vroeg eerder ook aandacht voor het ontbreken van wettelijk mandaat voor het huidige beleid van de diensten.
Christiaan Alberdingk Thijm, een van de advocaten van de coalitie: “Dat uit alle onthullingen niet blijkt dat de buitenlandse diensten in strijd met de wet handelen, is gewoon niet juist. Iedere burger voelt op zijn water aan dat wat de diensten doen niet mag.”
Het arrest bevat ook een aantal goede overwegingen:
- Het Hof bevestigt dat Nederlandse diensten zich moeten onthouden van het gebruik van gegevens waarvan bekend is of vermoed wordt dat zij door een buitenlandse dienst zijn verworven met een methode die inbreuk maakt op een grondrecht;
- Het Hof geeft aan dat Nederlandse diensten geen gebruik mogen maken van de zogenaamde “U-bocht” constructie. Zij mogen buitenlandse diensten niet verzoeken activiteiten uit te voeren die zij zelf niet mogen uitvoeren;
- Indien de Nederlandse diensten systematisch of willens en wetens gegevens van buitenlandse diensten ontvangen die zij zelf niet hadden mogen of kunnen verzamelen, levert dat volgens het Hof strijd op met de wet.
Cassatie
Het arrest betekent een vrijbrief voor de Nederlandse diensten om zonder rechtsbescherming grote hoeveelheden gegevens van haar burgers te verzamelen via buitenlandse inlichtingendiensten. De coalitie Burgers tegen Plasterk is het daar niet mee eens en gaat in cassatie bij de Hoge Raad.
Waar ging het ook alweer over?
Eind 2013 dagvaardt de coalitie “Burgers tegen Plasterk” de Nederlandse Staat, vertegenwoordigd door minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Aanleiding vormen de onthullingen van Edward Snowden over de praktijken van (buitenlandse) inlichtingendiensten. De coalitie eist dat de Staat stopt met het gebruiken van gegevens die niet in overeenstemming met de Nederlandse wet zijn verkregen. In 2014 struikelde minister Plasterk bijna over de zaak omdat hij de Tweede Kamer verkeerd had geïnformeerd over de werkwijze van de buitenlandse diensten in Nederland.
De coalitie is er in deze zaak niet op uit om de samenwerking met buitenlandse diensten als zodanig uit te bannen. Zij vindt wel dat er bij het samenwerken en bij het ontvangen van gegevens, waarborgen in acht moeten worden genomen. Gebeurt dat niet, dan komen gegevens die door de NSA en andere diensten in strijd met de Nederlandse wet zijn verkregen in handen van de Nederlandse inlichtingendiensten. Dit komt volgens de coalitie neer op het witwassen van data.
Coalitie Burgers tegen Plasterk
De advocaten van bureau Brandeis voeren het proces voor de coalitie van burgers en organisaties. Zij doen dat op basis van hun pro deo fonds voor maatschappelijke zaken. De deelnemende burgers zijn: Rop Gonggrijp, Jeroen van Beek, Bart Nooitgedagt, Brenno de Winter en Mathieu Paapst. De aangesloten organisaties zijn: Stichting Privacy First, de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging voor Journalisten en Internet Society Nederland.
Bron: persbericht bureau Brandeis 14 maart 2017, https://www.bureaubrandeis.com/buitenlandse-diensten-handelen-niet-illegaal-vergaren-gegevens-burgers/.
Zie voor meer informatie en processtukken ook Hoger beroep en Europese interventie in zaak Burgers tegen Plasterk.
Update 7 september 2018: Vandaag heeft de Hoge Raad de cassatie helaas verworpen. De Hoge Raad bevestigt het arrest van het Hof en acht dit arrest niet onbegrijpelijk. Na het Hof Den Haag biedt ook de Hoge Raad daarmee een vrijbrief voor de Nederlandse diensten om zonder rechtsbescherming grote hoeveelheden gegevens van Nederlandse burgers te verzamelen via buitenlandse inlichtingendiensten. Lees hier de hele uitspraak van de Hoge Raad op rechtspraak.nl. De coalitie zal zich nu gaan beraden op juridische vervolgstappen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.
Privacy First vecht kentekenparkeren aan bij Hof Amsterdam
Hoge Raad maakt weg vrij voor afschaffing kentekenparkeren
Onlangs bepaalde de Hoge Raad dat de Belastingdienst al jaren op onrechtmatige wijze de locatiedata van alle automobilisten in Nederland verzamelt. De Belastingdienst doet dit middels een groot netwerk van ANPR-camera’s (Automatische NummerPlaat Registratie) langs de Nederlandse snelwegen. Volgens de Hoge Raad bestaat hiervoor echter geen wettelijke basis. Daarmee vormt deze praktijk van de Belastingdienst een massale, continue privacyschending.
Ook op lokaal niveau wordt het reisgedrag van automobilisten al jarenlang op onrechtmatige wijze gemonitord: middels kentekenparkeren heeft de gemeentelijke belastingdienst volledig zicht op wie waar en wanneer parkeert. Maar ook hier ontbreekt een specifieke wettelijke basis zoals door de Nederlandse Grondwet en art. 8 EVRM (het recht op privacy) wordt vereist. Daarmee vormt ook kentekenparkeren een massale privacyschending.
Invoering kenteken niet verplicht
Begin 2015 won Privacy First haar eerste rechtszaak tegen kentekenparkeren: sindsdien zijn automobilisten niet langer verplicht om bij het parkeren hun kenteken in te voeren. Begin 2016 werd dit oordeel bevestigd door de Hoge Raad. Kentekenparkeren kwam daardoor definitief op losse schroeven te staan. “De Hoge Raad is duidelijk: verplichte invoering van kentekens mag niet. Kentekenparkeren dient dus te worden afgeschaft”, aldus onze advocaat Benito Boer. In september 2016 diende daartoe een kort geding van Privacy First om anoniem parkeren mogelijk te maken zonder invoering van het kenteken en met anonieme betaalmogelijkheid. In een onbegrijpelijk vonnis wees de rechter deze zaak echter af, waarna Privacy First versneld hoger beroep (spoedappèl) instelde bij het Hof Amsterdam.
Gewijzigde teksten op parkeerautomaten
Onder druk van ons hoger beroep wijzigde de gemeente Amsterdam onlangs de teksten op alle parkeerautomaten: invoering van het kenteken is inmiddels niet meer “verplicht”, maar nog slechts “gewenst”. Wie geen kenteken invoert, ontvangt echter nog steeds een parkeerboete die pas na bezwaar (met betalingsbewijs) wordt vernietigd. “Zo word je als goedwillende burger dus nog steeds gestraft als je anoniem wilt kunnen parkeren. Het is Kafka”, aldus Privacy First voorzitter Bas Filippini.
Rechtszitting bij Hof Amsterdam
Privacy First nodigt u hierbij van harte uit om bij de openbare rechtszitting aanwezig te zijn. Deze zal plaatsvinden op donderdagochtend 16 maart as. om 9.30u bij het Gerechtshof Amsterdam: zaak L.T.C. Filippini vs. gemeente Amsterdam, zaaknr. 200.200.643/01. Adres: Paleis van Justitie, IJdok 20, Amsterdam. Klik HIER voor een routebeschrijving.
Prijsvraag
Bij het parkeren in de omgeving van het gerechtshof staat het u vrij om een creatieve tekst in plaats van uw kenteken in te voeren en een foto daarvan met ons te delen (bijvoorbeeld via Twitter). De leukste inzending krijgt van ons een cadeau!
Update 16 maart 2017: de rechtszitting vanochtend verliep voorspoedig. Klik HIER voor de pleitnota van onze advocaat Benito Boer (pdf). De uitspraak van het Hof staat vooralsnog gepland op 2 mei as.
Wilt u ons graag steunen bij het voeren van deze rechtszaak? Maak dan een donatie aan Privacy First over o.v.v. “privacyparkeren” t.n.v. Stichting Privacy First te Amsterdam, IBAN: NL95ABNA0495527521.
Update 2 mei 2017: vanochtend heeft het Hof Amsterdam de uitspraak uitgesteld tot dinsdag 16 mei as.
NRC Handelsblad, 25 februari 2017: 'Fiscus mag geen kentekendata gebruiken'
"De Belastingdienst mag data over leaserijders, afkomstig van politiecamera's, niet langer gebruiken voor boetes, aldus de Hoge Raad.
Minimaal drie miljard kentekenfoto's ontvangt de Belastingdienst jaarlijks van voertuigen op de Nederlandse wegen, maar die zijn sinds vrijdag grotendeels waardeloos. De beelden worden rechtstreeks doorgestuurd vanuit honderden kentekencamera's van de politie. Een ideaal middel om de routes van een kwart miljoen automobilisten te volgen die bij de Belastingdienst hebben gemeld dat ze hun zakelijke auto niet privé gebruiken. Maar ook een grove inbreuk op de privacy, waarvoor geen toereikende wettelijke grondslag bestaat, zo oordeelde vrijdag de Hoge Raad.
U verklaart als leaserijder minder dan 500 kilometer per jaar privé te hebben gereden, maar de camera's signaleerden uw auto op plaatsen die niet overeenkomen met uw rittenadministratie? Dan was u tot nu toe mogelijk de klos, op basis van de kentekenfoto's. Deze praktijk moet nu stoppen, zo luidt het vonnis.
Drie leaserijders hadden bezwaar gemaakt tegen naheffingen die hun op basis van de kentekenbeelden waren opgelegd. Ze vinden de systematische controle van hun reisbewegingen een schending van hun privacy. Daarin geeft de Hoge Raad hen gelijk. „Het gaat hier namelijk niet om één of enkele waarnemingen in de openbare ruimte, maar om het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken en jarenlang bewaren van gegevens over de bewegingen van voertuigen op diverse plaatsen in Nederland", aldus de Raad in een persbericht.
In zo'n geval is volgens Europees recht een precieze wettelijke grondslag vereist en die ontbreekt in Nederland. Daarvoor zal een nieuwe wet moeten worden opgesteld waarin wordt beargumenteerd waarom de inbreuk op de privacy noodzakelijk is. Dat kan jaren duren, als zo'n wet er ooit komt.
Betekent dit nu dat al die leaserijders die op basis van kentekenbeelden een naheffing kregen opgelegd geld kunnen terugvorderen? „Nee", zegt fiscaal jurist Clemens Meerts, die twee van de drie leaserijders bijstaat die bezwaar aantekenden. „De naheffingen van mensen die geen bezwaar maakten, hebben formele rechtskracht gekregen. Daar valt niets meer aan te doen."
Dat wordt bevestigd door een woordvoerder van de Belastingdienst. Die laat weten dat de fiscus op zoek gaat naar andere manieren om automobilisten op grote schaal in de gaten te houden. Ook zegt de woordvoerder dat de fiscus meerdere mogelijkheden heeft om leaserijders te controleren. „Bijvoorbeeld met locatiegegevens op basis van boetes door het Centraal Justitieel Incassobureau."
De Belastingdienst gebruikt de miljarden kentekenbeelden ook om te kijken welke geschorste voertuigen toch nog rondrijden en om mensen met belastingschulden op te sporen. Het is zeer de vraag of de beelden daarvoor nog wel mogen worden gebruikt. Nieuwe rechtszaken zouden daar ook een einde aan kunnen maken.
De organisatie voor privacybescherming Privacy First is blij met de uitspraak van de Hoge Raad. Privacy First voert rechtszaken tegen trajectcontroles waarmee snelheidsovertredingen worden gemeten. „Bij trajectcontroles worden de reisbewegingen van alle automobilisten geregistreerd en bewaard in politiedatabanken. Hiervoor bestaat evenmin een specifieke wettelijke basis, zoals door de Hoge Raad vereist", stelt directeur Vincent Böhre. Hij hoopt met de uitspraak van vrijdag ook de trajectcontroles uit te bannen."
Bron: NRC Handelsblad, zaterdag 25 februari 2017, rubriek Economie, p. 10. Tevens online beschikbaar op https://www.nrc.nl/nieuws/2017/02/24/fiscus-mag-geen-kentekens-verzamelen-6971403-a1547618.
Volkskrant, 25 februari 2017: 'Belastingdienst fout met rittencontrole leaserijder'
"Hoge Raad verbiedt inzet snelwegcamera's
De Belastingdienst mag het autogebruik van leaserijders niet controleren met behulp van camera's langs de snelweg. Dat heeft de Hoge Raad vrijdag geoordeeld. Dit arrest maakt het de fiscus heel moeilijk leaserijders te betrappen op liegen over hun autogebruik.
(...)
De Hoge Raad vindt dat de Belastingdienst met de cameracontrole te veel inbreuk maakt op het privéleven van de betrokkenen. De Nederlandse wet kent geen grondslag om camerabeelden voor belastingdoeleinden te gebruiken. De Belastingdienst handelt hiermee volgens de Hoge Raad ook in strijd met het Europees verdrag voor de mensenrechten. Het gaat hier namelijk, aldus het arrest, 'niet om één of enkele waarnemingen in de openbare ruimte, maar om het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken en jarenlang bewaren van gegevens over de bewegingen van voertuigen op diverse plaatsen in Nederland'.
Vincent Böhre van Privacy First, een stichting die opkomt voor de privacy van burgers, reageert: 'De Belastingdienst schendt op flagrante wijze de wet. Wat ons betreft komt de Tweede Kamer direct terug van reces om het kabinet ter verantwoording te roepen.'
Böhre roept alle leaserijders die een naheffing hebben gekregen op bezwaar aan te tekenen. Het ministerie van Financiën laat weten dat alleen naheffingen die nog niet onherroepelijk zijn vastgesteld voor bezwaar in aanmerking komen. Hoeveel deze uitspraak de schatkist gaat kosten, is niet bekend. De Autoriteit Persoonsgegevens, die in 2014 al vraagtekens plaatste bij de opsporingsmethode van de Belastingdienst, noemt het arrest 'zowel helder als duidelijk'."
Bron: Volkskrant, zaterdag 25 februari 2017, p. 10.