Toon items op tag: Pers
De Gelderlander, 21 november 2014: 'Wat als je lijkt op een crimineel?'
"De afspraak tussen bouwmarkten en politie in de Vallei over de uitwisseling van beelden waarop te zien is dat klanten bepaalde gereedschappen kopen, zorgt voor veel, veelal negatieve reacties. Vier visies op een rij:
Stafrechtadvocaat Willem Jan Ausma, Utrecht:
"Ik vind de maatregel heel ver gaan. De aversie tegen de politie wordt er een stuk groter van. Je wordt gestigmatiseerd en als bekende van de politie kun je dus niet meer normaal een stuk gereedschap kopen zonder dat je lastiggevallen wordt.
En wat nu als je op een crimineel lijkt? Bovendien is het een nepmaatregel. We kunnen rustig gaan slapen, lijkt de politie te zeggen. Maar de maatregel is makkelijk te omzeilen."
Peter Veldman, fractievoorzitter D66 Wageningen:
"Wij zijn hier niet blij mee. We vinden dat als je in een winkel bent om boodschappen te doen, de politie niet mee hoeft te kijken. De privacy staat voorop. Natuurlijk hangen er nu ook camera's, maar die worden alleen bekeken als er iets gebeurt. Binnenkort zijn we met raadsleden op bezoek bij de politie in Wageningen. Dan gaan we hier wel vragen over stellen."
Vincent Böhre, stichting Privacy First:
"Wij hebben hier moeite mee. Natuurlijk, we snappen dat de politie inbraken tegen wil gaan. Want juist ook misdrijven zoals inbraken zijn een grote inbreuk op de privacy. Maar wij denken niet dat de private sector een verlengstuk van de politie moet worden. De vraag is of dit geen precedent schept voor allerlei andere winkels waar klanten in de gaten gehouden worden. En waar vroeger je alleen een crimineel was als je ook echt iets gedaan had, lijkt nu iedere klant behandeld te worden als potentiële crimineel."
René de Leeuw, assistent-bedrijfsleider Praxis Ede.
"Wij hadden die negatieve reacties niet verwacht. Ik vind het ook een beetje overtrokken.
Mensen die niets te verbergen hebben, hoeven echt niet bang te zijn. En overal hangen toch camera's? Als we dit van tevoren hadden geweten hadden we alsnog meegedaan. Alles wat we kunnen doen tegen inbraken is meegenomen. De impact van een inbraak is vaak enorm. Mensen moeten soms compleet nieuw hang- en sluitwerk kopen. Zoiets heeft écht impact.""
Bron: De Gelderlander, 21 november 2014.
Trouw, 11 november 2014: 'Is kentekenparkeren een aantasting van de privacy?'
"Auto parkeren? In sommige Nederlandse gemeentes moeten automobilisten hun kenteken invoeren bij de parkeermeter. Tot ongenoegen van Bas Filippini (48), voorzitter van de stichting Privacy First. Hij eist vandaag voor de rechter dat de gemeente Amsterdam het zogeheten kentekenparkeren afschaft.
Volgens Filippini is het een aantasting van onze privacy. "Er is een directe koppeling tussen mij en mijn kenteken. Ik wil anoniem kunnen reizen." Als de rechter hem gelijk geeft en Amsterdam zijn parkeerbeleid moet aanpassen, volgen naar zijn verwachting ook de andere gemeentes.
De directe aanleiding van de rechtszaak is een parkeerboete die Filippini ontving omdat hij zijn kenteken niet invoerde bij een parkeerautomaat. De boete bedroeg 59,60 euro. "Dat is toch belachelijk?", zegt Filippini. "Als ik niet mee wil doen aan het verzamelen van kentekens, moet dat kunnen."
De overheid faalt in het handhaven van privacy, vindt Filippini. Hij is bang voor misbruik van de opgeslagen kentekens. "De overheid is bezig een kentekendatabase op te bouwen. Die informatie kunnen ze vast voor andere dingen gebruiken."
Een goed alternatief vindt hij het nummeren van parkeervakken, zodat automobilisten dát nummer kunnen invoeren bij de parkeermeter. "Dat is anoniem, en de software van de automaten kan gemakkelijk aangepast worden."
Privacy First heeft ook gestreden voor de anonieme ov-chipkaart en het belang van het medisch geheim. In februari kregen ze gelijk in een zaak over de centrale opslag van vingerafdrukken. Dat mag niet, luidde het vonnis."
Bron: Trouw, 11 november 2014, p. 9.
Telegraaf, 11 november 2014: 'Privacykwestie voor rechtbank; weigeraar kentekenparkeren laat zaak voorkomen'
"Na maanden vertraging dient vandaag eindelijk de mogelijk baanbrekende rechtszaak met als hamvraag: wordt de privacy in de stad geschonden door het kentekenparkeren?
Het verhaal begint op 14 oktober 2013, toen Bas Filippini op de Gustav Mahlerlaan een parkeerkaartje kocht. In juli van dat jaar werd in Amsterdam het kentekenparkeren ingevoerd: wie een parkeerbonnetje wil hebben, moet eerst het kenteken van de auto invoeren.
"Dat heb ik niet gedaan, expres niet. Ik ben er namelijk pertinent op tegen dat ik mijn privégegevens in moet tikken om van de overheid gebruik te kunnen maken", zegt Filippini die tevens voorzitter is van de stichting Privacy First. "Sterker nog, ik moet er gebruik van maken, want parkeerbeheerder Cition heeft ook nog eens een monopoliepositie."
Enkele weken later viel er een boete van EUR 59,90 in de bus. Filippini weigerde deze te betalen, hij had weliswaar geen kenteken ingevoerd, maar wel gewoon zijn parkeerkaartje betaalt. Over en weer volgden brieven met bezwaarschriften en afwijzingen. Bijkomend probleem volgens Filippini is dat de ingevoerde kentekens ook nog eens dertien weken worden bewaard in een databank, de termijn die staat voor eventuele beroep- en bezwaarperiode.
Volgens Filippini's advocaat Benito Boer maakt hij een grote kans de zaak te winnen."Onder bepaalde omstandigheden mag de overheid afstappen van het Europees recht op privacy, maar het doel moet dan wel de middelen heiligen. Daar is in dit geval geen sprake van."
De uitspraak, die waarschijnlijk nog weken op zich laat wachten, kan grote gevolgen hebben voor de rest van Nederland. Een aantal gemeenten heeft net als Amsterdam het kentekenparkeren al ingevoerd. "Als blijkt dat het strijdig is met de wet, kan dat niet meer worden toegepast."
Filippini heeft met zijn stichting al een oplossing bedacht: een anonieme registratie aan de hand van parkeervaknummer in plaats van een systeem van verplicht kentekenparkeren. Zolang de zaak onder de rechter is, wil de gemeente Amsterdam inhoudelijk niet reageren. Uit stukken in bezit van deze krant blijkt dat Cition vindt dat het keurig volgens de regels handelt en dat door het nieuwe systeem de handhaving veel efficiënter, meer kostenbesparend en minder fraudegevoelig is geworden."
Bron: Telegraaf, 11 november 2014, p. 16.
Regionale dagbladen, 11 november 2014: 'Belastingdienst kijkt mee in kilometerstand'
De kilometerstanden die de RDW sinds dit jaar van alle auto's bijhoudt, zijn onbedoeld een nieuwe bron van informatie voor de Belastingdienst. De dienst heeft al in 'enkele tientallen' gevallen kilometerstanden opgevraagd bij de RDW. Dat gebeurt vooral om het privégebruik van lease- en zakenwagens te controleren, aldus een woordvoerder van de Belastingdienst. "Maar we kunnen in principe voor alle autogerelateerde belastingen de gegevens opvragen bij de RDW." Zo zou de dienst bij twijfel ook belastingvrij gedeclareerde kilometers kunnen controleren.
Het doorgeven van kilometerstanden is sinds 1 januari verplicht bij alle reparaties boven de 150 euro. Het systeem is bedoeld om fraude met tellerstanden te voorkomen. Vorig jaar leidde het opvragen van parkeergegevens door de Belastingdienst tot ophef, omdat de privacy van automobilisten in het geding zou komen. Ook werd bekend dat de Belastingdienst via een convenant alle beelden van KLPD-camera's krijgt. Volgende week dient een rechtszaak over die kwestie. De dienst vroeg bij KLPD en parkeerbedrijven alle gegevens op, om er vervolgens de bruikbare zaken uit te selecteren.
Bij de RDW gebeurt dat vooralsnog niet. Daar zijn alleen van individuele automobilisten de gegevens opgevraagd. Ook verzekeraars kunnen de kilometerstanden inzien, maar dat mag alleen bij de schade-afhandeling na ongelukken, verzekert de RDW.
Sinds 1 oktober krijgen autobezitters een brief thuisgestuurd als de tellerstand van hun auto rare sprongen maakt. Dat is tot vorige week 7.247 keer gebeurd, meldt een woordvoerster van de RDW. Zeventig mensen vroegen vervolgens meteen om een correctie van de gegevens. Dat aantal lijkt de laatste dagen toe te nemen, meldt de RDW.
Vandaag dient in Amsterdam een rechtszaak van belangenorganisatie Privacy First tegen het verplicht invoeren van kentekens in parkeerautomaten in Amsterdam. Ook in andere gemeenten is of wordt kentekenparkeren verplicht, omdat controle zo snel met camerawagens uitgevoerd kan worden. Ingevoerde kentekens kunnen echter ook door de Belastingdienst opgeëist worden. (...)"
Bron: BN/DeStem, Brabants Dagblad, De Stentor, Deventer Dagblad, Dagblad Flevoland, Gelders Dagblad, Nieuw Kamper Dagblad, Sallands Dagblad, Zutphens Dagblad, Zwolse Courant, Twentsche Courant Tubantia, Eindhovens Dagblad, Leidsch Dagblad, Provinciale Zeeuwse Courant, 11 november 2014.
Massaal gebruik van ANPR-data door Belastingdienst stuit op weerstand
Vorig jaar werd bekend dat de Belastingdienst massaal politiedata van ANPR-camera's (Automatic Number Plate Recognition) boven snelwegen gebruikt om belastingfraudeurs te kunnen detecteren. De Belastingdienst had daartoe een geheim convenant (overeenkomst) met de politie gesloten. Dit convenant blijkt inmiddels te zijn vernieuwd en uitgebreid. Iedere automobilist komt hierdoor automatisch in het vizier bij de Belastingdienst.
Onder de huidige wetgeving mogen door de politie alleen verdachte kentekens ("hits") worden bewaard. Alle niet-verdachte kentekens ("no-hits", oftewel het gros van alle automobilisten) dienen meteen te worden gewist. Onder het geheime convenant liet de politie echter wekelijks per koerier een harde schijf met àlle ANPR-data (hits en no-hits) bij de Belastingdienst bezorgen. De Belastingdienst heeft sindsdien inzage in het dagelijkse reisgedrag van miljoenen automobilisten. Nadat het convenant door een Wob-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) boven water was gekomen besteedde o.a. NRC Handelsblad er vorig jaar aandacht aan. Vervolgens bleef het echter stil... totdat recentelijk een nieuwe versie van het convenant opdook. Niet door actieve openbaarmaking vanuit de overheid, maar pas nadat dit opnieuw door een burger middels een Wob-verzoek was opgevraagd.
In het nieuwe convenant worden de ANPR-data niet langer wekelijks in pakketjes bij de Belastingdienst bezorgd, maar gaan alle data rechtstreeks, continu naar de Belastingdienst. De Belastingdienst krijgt daardoor real-time zicht op het reisgedrag van alle automobilisten die door honderden (in de toekomst duizenden) ANPR-camera's boven Nederlandse snelwegen worden gefilmd.
Dit is precies het doemscenario waar Privacy First al jaren voor waarschuwt: totale controle van ieders reisgedrag middels real-time monitoring en profiling. Massale opslag van ieders gegevens voor latere opsporing en vervolging is echter onrechtmatig, zo oordeelde het Europees Hof van Justitie eerder dit jaar in een baanbrekende uitspraak over dataretentie (bewaarplicht telecomgegevens). Dit vormt immers een omkering van het klassieke principe in een democratische rechtsstaat: de overheid mag pas inbreuk maken op iemands privacy bij een redelijke verdenking van een concreet strafbaar feit. Door het convenant tussen de politie en de Belastingdienst wordt dit principe omgedraaid en wordt iedere automobilist een potentiële verdachte. De bevoegdheden van de Belastingdienst worden hierdoor enorm opgerekt: waar de Belastingdienst voorheen individuele ANPR-data bij de politie kon opvragen gebeurt dat nu continu massaal, zónder voorafgaande verdenking. De ANPR-data kunnen vervolgens jarenlang door de Belastingdienst worden gebruikt.
De politie zou dit convenant niet gesloten hebben als dat niet ook in haar eigen belang zou zijn: hierdoor wordt immers een enorme berg aan ANPR-data gecreëerd waar de politie (en OM, AIVD etc.) jarenlang uit kan putten middels informatieverzoeken aan de Belastingdienst. Met dit convenant creëert de politie dus een U-bochtconstructie om haar eigen bevoegdheden en bewaartermijnen te kunnen omzeilen. Het huidige controversiële wetsvoorstel van minister Opstelten om de ANPR-bewaartermijn voor de politie (hits én no-hits) naar 4 weken op te rekken is daarbij vergeleken peanuts.
Het convenant is bovendien ronduit ondemocratisch: hier had op zijn minst parlementair debat aan vooraf moeten gaan. Dat het convenant pas bekend werd na een individueel Wob-verzoek vormt een klap in het gezicht van de Tweede Kamer.
Hoog tijd dus voor een principiële discussie en inperking van dit soort praktijken. Vast beleid van Privacy First is om collectieve privacyschendingen aan de rechter voor te leggen. Zolang het College bescherming persoonsgegevens (CBP) en de Tweede Kamer niet ingrijpen behoudt Privacy First zich dat recht ook in dit geval voor.
Gisteravond besteedde EenVandaag uitgebreid aandacht aan het convenant. Bekijk hieronder de hele reportage, inclusief een interview met Privacy First:
AD/Rotterdams Dagblad, 20 aug. 2014: 'Stop met bewaren van gegevens parkeerders'
"Rotterdamse politici en de Stichting Privacy First vinden dat Rotterdam snel moet stoppen met het langdurig bewaren van kentekengegevens van parkeerders, vooral nu het kentekenparkeren ook in het centrum is ingevoerd. De stichting roept burgers op naar de rechter te stappen.
Burgers opgeroepen naar de rechter te stappen
Met de nieuwe kentekenautomaten kan Rotterdam precies zien wie waar parkeert en wanneer. De gemeente kiest ervoor - in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amsterdam - om die gegevens 7 jaar te bewaren. Dat zou nodig zijn vanwege een convenant met de Belastingdienst, die de mogelijkheid wil hebben om de gegevens op te kunnen vragen. Zo kan die bekijken of mensen meer privékilometers maken met hun leaseauto dan ze opgeven.
Maar volgens de Stichting Privacy First, die ook in Amsterdam strijdt tegen het kentekenparkeren, hoeft Rotterdam dit helemaal niet te doen. ,,Daar is geen landelijke wetgeving voor en die is ook niet in voorbereiding. Het is gemeentelijk beleid. Dat het wettelijk verplicht zou zijn, is onzin,'' zegt woordvoerder Vincent Böhre.
Verbazingwekkend
Hij vindt het dan ook 'verbazingwekkend' dat Rotterdam weigert het voorbeeld van Amsterdam te volgen. Die gemeente vernietigt de gegevens van betalende parkeerders al na een dag. Van de automobilisten die worden beboet, blijven de gegevens maximaal dertien weken bewaard in verband met bezwaarschriften.
Privacy First heeft het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) nu gevraagd te onderzoeken of Rotterdam hiermee in strijd handelt met de privacywet. Ook roept de organisatie burgers op naar de rechter te stappen. ,,Wij zijn bereid ze daarbij te ondersteunen.''
Ook binnen de Rotterdamse raad is onbegrip over de langdurige bewaartermijn. ,,Zeven jaar is natuurlijk volstrekte onzin,'' zegt SP-fractievoorzitter Leo de Kleijn, die binnenkort met een motie komt. ,,Ik vind dat je privacy voorop moet stellen, vooral bij zoiets als parkeren. Het gaat hier niet om zware criminaliteit.'' Ook andere partijen, zoals D66 en de VVD, willen dat Rotterdam ermee stopt.
Volgens verkeerswethouder Pex Langenberg voert hij nu een discussie met de Belastingdienst over het langdurig bewaren van de transactiegegevens. (...)"
Bron: AD/Rotterdams Dagblad, 20 augustus 2014, sectie Regio/Rotterdam, p. 1.
Diverse regionale dagbladen, 15 aug. 2014: 'Wet vliegt de drone achterna'
"Burgers mogen meer met een drone dan bedrijven. Er is behoefte aan nieuwe regels. Soepeler of strenger?
(...) [W]ie in Nederland beroepsmatig met een drone wil fotograferen, moet volgens de Luchtvaartwet eerst een basistraining volgen. Die kost (...) 3.000 tot 4.000 euro en wordt alleen door een Engels opleidingsinstituut gegeven. "Verder ben je 2.000 euro kwijt aan de registratie van je toestel." Het grootste obstakel voor de profs: ze moeten een paar weken van tevoren een tijdelijke ontheffing aanvragen bij de provincie om ergens te mogen opstijgen en landen.
Dit werkt niet voor persfotografen die in vliegende vaart naar een brand of ongeval moeten.
Hoe gemakkelijk is daarmee vergeleken het leven van de hobbyist die bij de Mediamarkt voor pakweg 100 euro een speelgoeddrone kan kopen. Hij heeft geen opleiding, ontheffing, registratie of luchtvaartverzekering nodig. Hij kan zo met zijn drone de lucht in. De hobbyist mag zelfs hoger vliegen (300 meter) dan de professional (120 meter). (...)
Commercieel gebruik van drones is in Nederland vrijwel onmogelijk, klagen bedrijven die met de luchtopnames geld willen verdienen. Maar het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt aan eenvoudigere regels.
Waarschijnlijk treden die op 1 juli 2015 in werking. Vermoedelijk is het straks zo dat de vlieger die een brevet heeft gehaald en kan aantonen dat zijn toestel veilig is, een bedrijfserkenning krijgt. Hij hoeft dan niet per opname ontheffing te vragen.
Voor hobbyisten verandert er aan de regelgeving in Nederland voorlopig niets. Maar de Europese Commissie zit niet stil. Drones hebben steeds meer technische mogelijkheden, worden goedkoper en compacter. Ze zijn al in gebruik in de landbouw om gewassen preciezer te besproeien of om wegen, spoorbruggen en pijpleidingen te inspecteren. De politie gebruikt ze ook, bijvoorbeeld voor het volgen van toeschouwersstromen. Je kunt met drones zelfs pizza's of boeken bezorgen.
Maar hoe zit het met de privacy van mensen die ongemerkt met een drone in hun tuin of op hun dakterras worden gefilmd? Het kleine luchtverkeer kan ook gevaarlijk zijn. Deze week stortte een drone neer in een woonwijk in Culemborg. De politie heeft nog geen meldingen over gewonden of schade.
Vincent Böhre van Privacy First rekent erop dat Europa de teugels zal aantrekken. Hij vreest anders een 'jungle aan vliegende camera's van burgers en bedrijven boven steden en in wijken'.
"Nu hoor je alleen de kritiek van de drone-industrie. Maar die wil zijn eigen marktpositie verbeteren en denkt niet aan het belang van de burger. Er zijn al mini-drones die zo door je open raam naar binnen kunnen vliegen."
Controle door de politie is er volgens hem niet en wie zich wil verzetten wegens privacyschending, moet volgens Böhre 'juridisch expert' zijn. "De regels zijn nu veel te algemeen en er zijn wel vier verschillende wetten van toepassing. Daar kan de gemiddelde burger geen wijs uit."
Neem de regel dat je met een drone niet over aaneengesloten bebouwing mag vliegen, zegt hij. "Hoe interpreteer je dat? Mag het dan wel tussen huizenblokken door of boven een vrijstaand huis? Of boven een voetbalveld in een woonwijk? De drone komt uit het militaire domein en ligt nu in de speelgoedwinkel, het is te gek voor woorden.""
Bron: BN/DeStem, Brabants Dagblad, De Gelderlander, De Stentor, Apeldoornse Courant, Deventer Dagblad, Dagblad Flevoland, Gelders Dagblad, Nieuw Kamper Dagblad, Sallands Dagblad, Zutphens Dagblad, Veluws Dagblad, Zwolse Courant, Twentsche Courant Tubantia, Eindhovens Dagblad, Provinciale Zeeuwse Courant, 15 augustus 2014.
Telegraaf, 8 juni 2014: 'Gevangen in 'datakluwen'; privacyvoorvechters pleiten op Big Brother Dag voor vrijheid'
"Op 8 juni 1949 publiceerde George Orwell zijn boek '1984' en introduceerde hij de term 'Big Brother is Watching You': de overheid die burgers continu in de gaten houdt, controleert en manipuleert. Vandaag, exact 65 jaar later, grijpen privacyvoorvechters deze datum aan om actie te voeren op de Big Brother Dag onder het motto '1984=nu'. We hebben nu nog de keuze: gaan we naar een controlestaat of kiezen we de vrijheid?
Vingerafdrukken in paspoorten, commerciële bedrijven die alles over klanten bewaren, kentekenregistratie, op elke hoek van de straat een camera, drones en databanken die als paddenstoelen uit de grond schieten: ontkomen aan toezicht en registratie is nagenoeg onmogelijk geworden.
Lange tijd stonden mensen er niet bij stil en lieten ze het gebeuren vanuit de gedachte 'ik heb toch niets te verbergen?' Maar het dringt volgens privacyvoorvechters steeds meer door bij mensen dat privacy een belangrijk onderdeel van vrijheid is. En dat de gevolgen heel groot kunnen zijn als er iets misgaat in de gekoppelde systemen met persoonsgegevens. (...)
Het College Bescherming Persoonsgegevens krijgt het steeds drukker, het aantal vragen en meldingen nam het afgelopen jaar met veertien procent toe en er werd een kwart meer onderzoek gedaan naar overtredingen van de privacywetgeving. Het thema is meer dan ooit onderwerp van gesprek, concludeert de privacywaakhond.
Wat Orwell schreef in 1949 was sciencefiction. Anno nu zijn er veel dingen werkelijkheid geworden, zegt Miek Wijnberg van burgerrechtenvereniging Vrijbit, die de Big Brother-actiedag organiseert. Overheden en bedrijven bespieden burgers en gebruiken hun gegevens, terwijl het mensen bijna onmogelijk wordt gemaakt daar iets tegen te doen.
Wijnberg spreekt van systeemdwang. De NS zorgt er bijvoorbeeld met de ov-chipkaart voor, dat ze van iedereen die in de trein stapt exact weet wie waar was op een bepaald tijdstip. En dan weet de NS ook wie er nog meer waren én waar die mensen naartoe zijn gegaan. De overheid maakt dankbaar gebruik van die gegevens. Het Openbaar Ministerie vraagt wekelijks data op van reizigers, die het systeem nodig hebben.
(...)
Volgens Bas Filippini, voorzitter van de stichting Privacy First, is de overheid bezig met de opbouw van een 'digitaal concentratiekamp'. Wat je ziet is dat er steeds systemen worden opgetuigd na incidenten. Is er een aanslag gepleegd? Dan gaan we niet alleen verdachten in de gaten houden, maar meteen iedereen. Hij pleit voor het houden van de menselijke maat. De techniek voor bijvoorbeeld digitale gezichtsherkenning is er, maar je moet je als samenleving eerst afvragen: wíllen we dat wel?
Privacy en persoonsgegevens worden beschermd in verschillende wetten. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, een belangrijk adviesorgaan van de regering, concludeerde eerder echter dat burgers ervan uit moeten gaan dat hun informatie in handen van de overheid onveilig is. Het Elektronisch Patiënten Dossier, de stemcomputer, de ov-chipkaart: allemaal bewijzen van falende ict-projecten. Vooral de opslag en het verwerken van medische gegevens baren zorgen. De WRR waarschuwt voor een 'datakluwen' waarin burgers verstrikt raken. (...)
Wat burgers zelf kunnen doen om hun privacy te beschermen? Deskundigen zijn het erover eens: wees kritisch en alert. Accepteer niet klakkeloos dat je wordt ingeschreven in een elektronisch patiëntendossier bijvoorbeeld. Weiger de slimme energiemeter in je huis , waarschuwt Vrijbit. (...)
Privacyvoorvechters schetsen een donker toekomstbeeld als er geen kentering in de samenleving ontstaat en mensen in het verweer komen tegen de massale controle en registratie. Nu ondervinden de meeste mensen er weinig hinder van, maar de overheid verandert. Je weet nooit wie straks de beschikking heeft over gevoelige gegevens die in een ander tijdperk met andere motieven zijn verzameld (...)."
Bron: Telegraaf op zondag 8 juni 2014, p. 10. Lees het volledige artikel online: http://www.telegraaf.nl/premium/reportage/22715721/__Gevangen_in__datakluwen___.html.
Trouw, 14 mei 2014: 'Wirwar van camera's langs de snelweg'
"Langs de Nederlandse wegen hangen duizenden camera's die kentekens registreren. Als het aan minister Opstelten ligt, gaat de politie meer gebruikmaken van de apparatuur.
Kijk de volgende keer dat u over de snelweg rijdt eens of u camera's ziet hangen. Hoeveel zijn het er? En enig idee van wie die apparatuur is? De kans is groot dat u de tel snel kwijtraakt. Het zijn er veel. Maar hoeveel precies, daar heeft eigenlijk niemand zicht op. (...) Als het aan minister Ivo Opstelten van veiligheid en justitie ligt, gaat de politie meer gebruikmaken van de slimme apparatuur. Nu mag de politie niet veel met de ANPR-systemen langs de weg en op politie-auto's. Alleen zogenoemde 'hits' mogen in een politiedatabase opgeslagen worden voor enkele werkdagen. Dat zijn nummerplaten die geregistreerd staan met bijvoorbeeld een openstaande boete of als gestolen. Alle overige kentekens die door de camera's gezien worden, moeten in principe direct worden gewist. (...)
Maar dat is niet voldoende, vindt de politie. Om maar een voorbeeld te noemen: komt een misdaad pas meer dan een week na dato aan het licht, dan zou het handig zijn om in eigen systemen op te kunnen zoeken of de auto van een verdachte inderdaad op een bepaalde plek is geweest. Het is daarom een lang gekoesterde wens om alle kentekens die door de camera's worden gezien, op te slaan. Tot 2010 was het bij verschillende korpsen al de praktijk. Tot het College Bescherming Persoonsgegevens daar een stokje voor stak, omdat er geen wettelijke basis voor bleek te zijn.
Opstelten wil daar verandering in brengen. Binnenkort praat de Tweede Kamer verder over het plan om de politie toestemming te geven alle nummerplaten die door de apparatuur worden opgepikt voor vier weken te bewaren. (...)
Mocht de wet van Opstelten er komen, dan heeft Stichting Privacy First al aangekondigd naar de rechter te stappen. Ook een aantal juristen uitten eerder hun bedenkingen. Het pijnpunt: elke burger - ook als hij van niets verdacht wordt - komt in de database van de politie terecht. En de vraag is of dat van de privacyrichtlijn van de Europese Unie mag. (...)"
Bron: Trouw, 14 mei 2014, achtergrondkatern De Verdieping, p. 2.
NRC Handelsblad, 30 april 2014: 'Geef arts en patiënt eigen dossier terug'
Enkele citaten uit opiniestuk Bart de Koning:
"Patiënten moeten samen met hun arts bepalen wie toegang krijgt tot hun dossier (...).
Gelukkig hoeven we niet lijdzaam toe te zien hoe het Landelijk Schakelpunt het medisch beroepsgeheim ondermijnt: het kan beter en slimmer. Patiënten moeten samen met hun arts precies kunnen bepalen wie toegang krijgt tot hun dossier. Op initiatief van Stichting Bescherming Burgerrechten en Stichting Privacy First begon een groep bezorgde burgers vorige week een internetcampagne voor medische privacy. Huidige systemen waarmee zorgverleners medische gegevens uitwisselen zijn onveilig, omdat ze geen harde begrenzing stellen aan de toegang tot iemands medische dossier. De gegevens worden toegankelijk gemaakt voor duizenden zorgverleners, en welke dat zijn of om welke gegevens dat gaat is niet op voorhand helder.
Een beter alternatief is een systeem van specifieke toestemming. Daarin bepalen arts en patiënt samen wie er toegang heeft tot het dossier. Met specifieke toestemming is een doelmatige uitwisseling van gegevens tussen zorgverleners prima mogelijk. Een systeem van fijnmazige specifieke toestemming is technisch en praktisch haalbaar, en voorkomt dat vertrouwelijke gegevens door onzorgvuldigheid of kwade opzet onder ogen van onbevoegden komen. Maar dan moet de software ervoor wel beschikbaar zijn en moeten beleidsmakers, ICT-leveranciers en verzekeraars meewerken aan de invoering ervan.
De campagne wordt inmiddels door een flink aantal maatschappelijke organisaties, academici en zorgverleners onderschreven.(...)"
Bron: NRC Handelsblad, rubriek Opinie, 30 april 2014.