Toon items op tag: AVG

Op 28 januari as. (de Europese Dag van de Privacy) worden tijdens de Nationale Privacy Conferentie van ECP en Privacy First de jaarlijkse Nederlandse Privacy Awards uitgereikt. Deze Awards bieden een podium aan bedrijven en overheden die privacy zien als een kans om zich positief te onderscheiden en privacyvriendelijk ondernemen en innoveren tot norm te maken.


Genomineerden

Dit jaar heeft opnieuw een groot aantal organisaties zich met hoogwaardige inzendingen aangemeld voor deelname aan de Nederlandse Privacy Awards. Na een eerste selectie en diverse gesprekken heeft de onafhankelijke vakjury de volgende genomineerden bepaald, in willekeurige volgorde:

Scoor voor je Club

Scoor voor je Club wil graag bijdragen aan de verbinding tussen consumenten, ondernemers, maatschappelijke organisaties, (sport-)verenigingen en goede doelen tot één samenwerkende en elkaar versterkende gemeenschap. Daarbij wordt de privacy van alle deelnemers gerespecteerd. Zo hoeven deelnemers geen account aan te maken en voeren ze zelf de regie over hun gegevens. Motto van Scoor voor je Club is: ‘Koop lokaal, steun je favoriete club en spaar voor jezelf’.

De missie van Scoor voor je Club is het faciliteren van maatschappelijke organisaties, zoals sportverenigingen, culturele instellingen en goede doelen met een digitaal ecosysteem op basis waarvan AVG-proof communicatie en structurele financiering mogelijk wordt. Op die manier wordt het voor iedereen mogelijk bij te dragen aan financieel gezonde clubs en een gezonder en gelukkiger Nederland.

Summitto

Summitto ontwikkelt software voor belastingdiensten om BTW-fraude tegen te gaan. Waar bestaande oplossingen massaal data verzamelen op een gecentraliseerde wijze die vaak in plain text wordt opgeslagen, zorgt deze oplossing ervoor dat BTW-fraude kan worden bestreden zonder daadwerkelijk data op te slaan. Summito maakt daarbij gebruik van moderne cryptografie om de facturatie optimaal te beschermen. 

Privacy Rating 

Hoe weet je of een website of webshop zorgvuldig met jouw data omgaat? En niet jouw gegevens aan derde partijen verkoopt zonder jou als gebruiker te informeren? Privacy Rating geeft daar een antwoord op. Zie het als een Privacy keurmerk, zoals een Energie keurmerk, maar dan als doel om jou te informeren hoe de website of webshop met jouw persoonsgegevens omgaat. Zo kan jij als burger bewust een keuze maken welke website of webshop je gaat gebruiken. Privacy Rating maakt transparant hoeveel aandacht online websites/services besteden aan de privacybescherming. Het initiatief komt voort uit het NWO project ‘Security Requirements for Serious Apps (SERIOUS). Daarin wordt samengewerkt tussen verschillende onderzoeksgroepen van de Universiteit Twente en maatschappelijke partners.

PiM, de Persoonlijke Identiteitsmanager van KPN 

Met de PiM app (powered by KPN) kun je je bij verschillende bedrijven aanmelden, inloggen of identificeren. Zo heb je minder apps op je telefoon en minder pasjes in je portemonnee. Je zet gegevens in de app, deze worden gevalideerd vanuit betrouwbare bronnen waar alleen jij toegang toe hebt. Gegevens van bijvoorbeeld rijbewijs worden pas verstrekt na toestemming in de app. PiM belooft in de algemene voorwaarden geen gebruik te maken van deze gegevens en valt als Nederlands bedrijf onder de AVG. Door met PiM in te loggen op een website krijgt phishing geen kans, wordt ook fraude met wachtwoorden tegengegaan en is de gebruiker verlost van het onthouden van vele wachtwoorden, uiteraard voor zover de bezochte websites en toepassingen erop zijn aangesloten. 

‘Privacy Project’ van Street Art Museum Amsterdam (SAMA) 

Afgelopen jaar realiseerde Street Art Museum Amsterdam (SAMA) met steun van de gemeente Amsterdam drie muurschilderingen over online privacy binnen hun ‘Privacy Project’. De kunstwerken werpen elk op hun eigen manier licht op het thema privacy. Met het Privacy Project wil SAMA thema’s als privacy, digitale rechten, anonimiteit op het internet en de impact van technologie op de samenleving onder de aandacht te brengen. Na een oproep in maart 2021 dienden meer dan 80 kunstenaars een ontwerp in voor één van de drie muren. Uit 3.000 stemmen van buurtbewoners werd per muur een top 3 gemaakt waaruit vervolgens de drie beste ontwerpen gekozen werden door de jury, het zogeheten Privacy Panel. Een belangrijk criterium hierbij was dat het kunstwerk mensen aan het denken zet over het thema privacy.

De jury heeft dit project genomineerd omdat het laat zien dat je via Street Art samen met bewoners bewustwording kunt creëren en het gesprek op gang kunt brengen over het onderwerp privacy.

Quodari

Quodari is een privacyvriendelijk social media platform dat gebruikers zelf de controle geeft over hun data en content. Dat doet Quodari door het mogelijk te maken dat gebruikers verzamelingen van data online kunnen delen met vrienden maar ook openbaar kunnen maken. Quodari wil echt een privacy vriendelijk alternatief vormen voor bestaande social media platforms, werkend vanuit Europese waarden. Het business model van Quodari is gebaseerd op de waarde voor gebruikers, zoals extra opslagruimte en extra functionaliteiten voor zakelijk of persoonlijk gebruik. Quodari maakt geen gebruik van advertenties of exploitatie van persoonlijke data. Op deze wijze worden privacyrisico's gereduceerd en een financieel belangenconflict vermeden. Quodari is een Nederlands initiatief dat in 2021 gelanceerd is. Het bedrijf verwacht dit jaar een Europese rollout en start van een marketingcampagne.

Shuttercam

Het Shuttercam-project onderzoekt het effect van shutters, zogenaamde afschermkappen die over camera’s geplaatst zijn. De onderzoekers hebben zich hierbij afgevraagd wat voor effect het sorteert, als je als voorbijganger duidelijk kunt zien of en wanneer een camera aan of uit staat? En wat als je zo’n camera zelf kunt uitzetten, net zoals bij een webcam? Met behulp van shutters staan camera’s niet onnodig aan en kunnen Amsterdammers zich veilig voelen, maar minder bespied. Het Shuttercam initiatief maakt het bij wijze van pilot voor jou als burger mogelijk om op bepaalde plekken zelf invloed uit te oefenen over hoeveel data er binnen het publieke domein van je wordt opgenomen. Het initiatief komt voort uit het Responsible Sensing Lab: een samenwerking tussen AMS Institute en de gemeente Amsterdam.

 

Jury Nederlandse Privacy Awards

De Awards-jury bestaat uit onafhankelijke privacy-experts uit diverse sectoren, op persoonlijke titel: 
- Wilmar Hendriks, founder Control Privacy, bestuursvoorzitter CUIC en bestuurslid Privacy First (jury-voorzitter) 
- Paul Korremans, voorzitter Privacy First 
- Melanie Rieback, CEO en co-founder Radically Open Security 
- Nico Mookhoek, privacyjurist en oprichter DePrivacyGuru 
- Rion Rijker, privacy- en informatiebeveiliging expert en IT-jurist, partner Fresa Consulting 
- Magdalena Magala, Functionaris Gegevensbescherming gemeente Zaanstad 
- Mathieu Paapst, universitair docent IT-recht Rijksuniversiteit Groningen en projectlead cookiedatabase.org 
- Jaap van der Wel, IT-deskundige en privacyjurist, managing partner Comfort Information Architects 
- Erik Bruinsma, jurist; directeur Strategie en bestuursadvisering, Centraal Bureau voor de Statistiek. 

Uitreiking Awards

Tijdens de Nationale Privacy Conferentie op 28 januari as. worden alle genomineerde projecten door de inzenders aan het publiek gepresenteerd. De Nederlandse Privacy Awards zullen vervolgens worden uitgereikt in vier categorieën: 1) Consumentenoplossingen, 2) Bedrijfsoplossingen, 3) Overheidsdiensten en 4) Aanmoedigingsprijs.

Privacy First organiseert de Nederlandse Privacy Awards met steun van Stichting Democratie & Media en The Privacy Factory, in samenwerking met ECP. Wilt u graag ook (media)partner of sponsor van de Nederlandse Privacy Awards worden? Neem dan contact op met Privacy First!

FG7A4979m

Gepubliceerd in Nederlandse Privacy Awards
De Nederlandse rechter heeft in hoger beroep geoordeeld in het kort geding dat Privacy First aanhangig maakte over het UBO-register. Net als de voorzieningenrechter heeft het gerechtshof Den Haag helaas de vorderingen van Privacy First afgewezen.
 
De voorzieningenrechter bevestigde eerder dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. De rechter oordeelde dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, tot de conclusie zal komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. De uitspraak van het Hof van Justitie van de EU wordt medio 2022 verwacht.
 
Bestaande rechtspersonen hoeven tot 27 maart 2022 geen UBO’s te registreren. Voor nieuwe rechtspersonen ligt dat anders: die moeten wel direct hun UBO’s registreren. Het gerechtshof Den Haag vindt het niet aannemelijk dat deze UBO’s op korte termijn ernstige schade zullen lijden. Het gerechtshof wijst er op dat een UBO, die vreest dat hij door de openbaarmaking van persoonsgegevens risico’s loopt, meteen deze gegevens voor het algemene publiek kan afschermen. De Nederlandse wetgeving voorziet in deze mogelijkheid. Het gerechtshof Den Haag noemt dit ‘een eenvoudige manier om te voorkomen dat UBO-gegevens openbaar worden of blijven’. De UBO kan bij het Handelsregister een verzoek doen om afscherming. Zolang de procedure daarover loopt worden de UBO-gegevens daadwerkelijk afgeschermd. Nu het gerechtshof Den Haag zo nadrukkelijk op deze mogelijkheid wijst is de verwachting dat vele UBO’s deze route zullen volgen.
 
De advocaat van Privacy First, Otto Volgenant van Boekx Advocaten: ‘De oplossing moet komen van de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU. Die zal hier medio 2022 over oordelen. Ik verwacht dat die een streep door de openbaarheid van het UBO-register zal zetten. Het Nederlandse UBO-register is nog nauwelijks gevuld en ik raad iedereen aan zolang mogelijk te wachten. De Nederlandse overheid heeft willekeurig een datum gekozen waarop UBO’s hun gegevens moeten aanleveren, namelijk 27 maart 2022. Het zou verstandig zijn om die einddatum een paar maanden op te schuiven tot na het moment dat het Hof van Justitie van de EU duidelijkheid heeft gegeven. Dat voorkomt een hoop ellende en onnodige kosten.’
 
Het vonnis van de kort geding-rechter staat hier:
en het arrest van het Gerechtshof Den Haag staat hier: 
 
Update 14 april 2022: nadere juridische actie van Privacy First tegen het UBO-register volgt wellicht medio 2022, afhankelijk van de uitkomst van vergelijkbare Luxemburgse rechtszaken bij het EU Hof. Recent heeft de Tweede Kamer bij motie bepaald dat er tot de uitspraak van het EU Hof geen boetes mogen worden opgelegd bij organisaties die hun UBO’s nog niet hebben ingeschreven. Tevens lijkt de UBO-registratieplicht van stichtingen en verenigingen vooralsnog niet te worden gehandhaafd. Privacy First volgt deze ontwikkelingen op de voet en probeert e.e.a. zoveel mogelijk positief te beïnvloeden. 
 
Update 22 november 2022: het EU Hof heeft vandaag een dikke streep gezet door de openbare toegankelijkheid van het UBO-register. De toegang van het grote publiek tot informatie over uiteindelijk begunstigden is een ernstige aantasting van de privacy. Het doel van deze regeling, de bestrijding van witwassen, rechtvaardigt deze inbreuk op de privacy niet. Aldus de hoogste Europese rechter.
 
Voor Nederland betekent dit dat het UBO-register per direct niet meer openbaar toegankelijk mag zijn. Privacy First roept de Minister van Financiën op dat zo spoedig mogelijk in orde te maken. De Kamer van Koophandel moet hier met één druk op de knop voor kunnen zorgen.
 
Update 26 november 2022: lees hier het nader commentaar van Privacy First. 
Gepubliceerd in Rechtszaken
donderdag, 23 september 2021 10:57

Hoger beroep Privacy First tegen UBO-register

Op maandag 27 september 2021 is de zitting bij het Gerechtshof Den Haag in de procedure van Privacy First tegen het UBO-register.

Stichting Privacy First is in hoger beroep gegaan van het vonnis van de kort geding-rechter van 18 maart 2021. De kort geding-rechter bevestigde dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. De rechter volgt op dit punt het zeer kritische advies van de Europese privacy-toezichthouder EDPS (European Data Protection Supervisor). De Nederlandse kort geding-rechter oordeelde dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, tot de conclusie zal komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. Deze vraag ligt al bij het Hof van Justitie, omdat daarover door een Luxemburgse rechter vragen zijn gesteld. Nu deze kwestie al op het bord van de hoogste Europese rechter ligt, vond de Nederlandse kort geding-rechter het niet nodig hierover zelf ook nog vragen te stellen.

Privacy First heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag. De appèldagvaarding vindt u hier (pdf). Privacy First verzoekt het Gerechtshof Den Haag om alsnog zelf prejudiciële vragen over het UBO-register te stellen aan het Europees Hof van Justitie en het UBO-register buiten werking te stellen totdat die vragen beantwoord zijn. Verder vraagt Privacy First de rechter om de openbaarheid van het UBO-register tijdelijk op te schorten, in ieder geval totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie hierover heeft geoordeeld. De uitspraak van het Gerechtshof wordt een paar weken na de zitting van 27 september 2021 verwacht.

De advocaat van Privacy First, Otto Volgenant van Boekx Advocaten: ‘Door het UBO-register komen privacygevoelige gegevens van miljoenen mensen op straat te liggen. Van alle kanten wordt betwijfeld of dat wel een effectief middel is in de strijd tegen witwassen en terrorisme. Het is met een kanon op een mug schieten. De hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, zal hier uiteindelijk over oordelen. Ik verwacht dat die een streep door het UBO-register zet. In ieder geval door de openbaarheid. Tot dat moment adviseer ik UBO’s om geen gegevens aan te leveren aan het UBO-register. Gegevens die eenmaal openbaar zijn, kun je niet terugnemen.’

Achtergrond van de rechtszaak tegen het UBO-register

Privacy First voert een principiële procedure tegen de Staat over het in 2020 ingevoerde UBO-register. In kort geding wordt de ongeldigheid ingeroepen van de regelgeving waarop het UBO-register is gebaseerd. De gevolgen van deze nieuwe wetgeving zijn ingrijpend. Het gaat immers om zeer privacygevoelige informatie. Gegevens over de financiële situatie van natuurlijke personen komen op straat te liggen. Alle ruim 1,5 miljoen juridische entiteiten die in het Handelsregister zijn ingeschreven moeten informatie over hun UBO’s (‘ultimate beneficial owners’ ofwel ‘uiteindelijk belanghebbenden’) openbaar maken. Het UBO-register is voor iedereen toegankelijk, voor € 2,50 per opvraging. Die openbaarheid is niet proportioneel.

Op 24 juni 2020 is de ‘Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten’ in werking getreden. Op basis van deze nieuwe wet komt in een nieuw UBO-register, gekoppeld aan het Handelsregister van de KvK, informatie te staan over alle uiteindelijk belanghebbenden (‘ultimate beneficial owners’, kortweg ‘UBO’s’) van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten. Daarbij moet worden aangegeven welk belang de UBO heeft, te weten van 25-50%, 50-75% of meer dan 75%. Van de UBO worden in ieder geval de naam, de geboortemaand en het geboortejaar en de nationaliteit openbaar voor iedereen raadpleegbaar, met alle privacyrisico’s van dien.

Sinds 27 september 2020 moeten nieuw opgerichte entiteiten hun UBO registreren in het UBO-register. Bestaande juridische entiteiten hebben nog tot 27 maart 2022 om hun UBO’s te registreren. De wet geeft maar zeer beperkte mogelijkheden voor afscherming van informatie. Dit is alleen mogelijk voor personen die door de politie worden beveiligd, voor minderjarigen en voor wie onder curatele is gesteld. Het gevolg zal zijn dat van vrijwel alle UBO’s openbaar bekend zal worden welk belang ze hebben. 

Europese anti-witwasrichtlijn

Deze nieuwe wet vloeit voort uit de Europese vijfde anti-witwasrichtlijn, die lidstaten verplicht persoonsgegevens van UBO’s te registreren en voor het publiek openbaar te maken. Het doel hiervan is het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. Het registreren en vervolgens voor iedereen inzichtelijk maken van persoonsgegevens van UBO’s, inclusief het belang dat de UBO in de onderneming heeft, draagt volgens de Europese wetgever bij aan dat doel. De openbaarheid zou een afschrikkende werking hebben op personen die geld willen witwassen of terrorisme willen financieren. Maar de effectiviteit van een UBO-register in de strijd tegen witwassen en terrorisme is nooit onderbouwd.

Massale privacyschending en fundamentele kritiek

De vraag is of het middel het doel niet voorbijschiet. Het registreren en voor iedereen toegankelijk maken van de persoonsgegevens van alle UBO’s aan eenieder is een ‘blanket measure’ van preventieve aard. 99,99% van de UBO’s heeft niets met witwassen of financiering van terrorisme te maken. Als het wel proportioneel zou zijn om informatie over UBO’s te verzamelen, dan zou het voldoende moeten zijn als die informatie beschikbaar is voor die overheidsdiensten die zich bezighouden met de bestrijding van witwassen en terrorisme. Het gaat te ver om die informatie volledig openbaar te maken. De European Data Protection Supervisor oordeelde al dat deze privacyschending niet proportioneel is. Maar dat oordeel heeft niet geleid tot aanpassing van de Europese richtlijn.

Tijdens de Nederlandse parlementaire behandeling van deze wet kwam er uit verschillende hoeken fundamentele kritiek. Het bedrijfsleven roerde zich omdat men lastenverzwaring vreest – en inmiddels ervaart – en privacyrisico’s ziet. UBO’s van familiebedrijven die tot nu toe buiten de openbaarheid bleven lopen grote privacy- en veiligheidsrisico’s. Ook was er veel aandacht voor de positie van partijen die groot belang hechten aan bescherming van betrokkenen, zoals kerkgenootschappen en maatschappelijke organisaties. En voor verenigingen en stichtingen die geen eigenaren kennen leidt het tot lasten: zij moeten dezelfde gegevens die toch al in het Handelsregister staan ook nog in een ander register zetten. Helaas heeft dit niet tot aanpassing van de regelgeving geleid.

Follow the Money zocht uit wat de maatschappelijke kosten van het Nederlandse UBO-register zijn. Follow the Money schrijft: Het UBO-register brengt voor miljoenen ondernemers en bestuurders kosten, rompslomp en soms licht absurde bureaucratie met zich mee. Het ministerie van Financiën becijfert op vragen van Follow the Money de totale kosten van het register voor het bedrijfsleven op 99 miljoen euro. Daar komt nog 9 miljoen aan eenmalige invoeringskosten bij de overheid bij. Als advocaat Volgenant dat bedrag ziet, reageert hij verbijsterd: ‘De totale kosten zijn nog veel hoger dan ik zelf dacht! Als je dat voor de hele EU extrapoleert zijn de kosten astronomisch.’

Rechtszaak is kansrijk

Privacy First is een rechtszaak gestart tegen het UBO-register wegens schending van het grondrecht op privacy en bescherming van persoonsgegevens. Privacy First verzoekt de Nederlandse rechter om het UBO-register op korte termijn buiten werking te stellen en hierover vragen van uitleg te stellen aan de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de Europese Unie. Privacyschendende regelgeving wordt vaker door de rechter buiten werking gesteld. Privacy First heeft daar eerder met succes over geprocedeerd.

De Nederlandse wet en ook de achterliggende Europese richtlijn zijn in strijd met het Europese Handvest voor de Grondrechten en met de AVG. De wetgever heeft deze regelgeving in het leven geroepen, maar het is aan de rechter om daar een grondige toetsing op te doen. Uiteindelijk heeft de rechter het laatste woord. Wanneer de (Europese) wetgever onvoldoende oog heeft voor de bescherming van grondrechten, dan kan de (Europese) rechter de regelgeving buiten werking stellen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft eerder regelgeving ongeldig verklaard wegens privacyschendingen, bijvoorbeeld de Telecom-dataretentierichtlijn en het Privacy Shield. Ook de Nederlandse rechter stelt regelmatig privacyschendende regelgeving buiten werking. Privacy First heeft eerder met succes de geldigheid van wetgeving aan de orde gesteld, bijvoorbeeld in de procedure over de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie en in de procedure over SyRI. Bezien tegen deze achtergrond wordt de rechtszaak tegen het UBO-register zeer kansrijk geacht. 

Update 27 september 2021: vanmiddag vond in het Gerechtshof Den Haag de rechtszitting plaats; klik HIER voor de pleitnota van onze advocaat (pdf). De uitspraak van het Hof staat vooralsnog gepland op dinsdag 16 november as. 


Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op, of met onze advocaat Otto Volgenant van Boekx Advocaten. Privacy First kan uw hulp goed gebruiken en stelt het zeer op prijs als u donateur wordt.

Gepubliceerd in Rechtszaken
woensdag, 15 september 2021 10:11

Inschrijving Nederlandse Privacy Awards 2022 geopend!

Op 28 januari 2022 (Europese Dag van de Privacy) worden door Stichting Privacy First weer de jaarlijkse Nederlandse Privacy Awards uitgereikt.

Er zijn 4 categorieën waarvoor inschrijvingen genomineerd kunnen worden:

  1. categorie Consumentenoplossingen (van bedrijven voor consumenten)

  2. categorie Bedrijfsoplossingen (binnen een bedrijf of business-to-business)

  3. categorie Overheidsdiensten (van de overheid voor burgers)

  4. Aanmoedigingsprijs voor een baanbrekende technologie, initiatief of persoon.


“Privacy komt steeds vaker in het nieuws. Dat heeft verschillende oorzaken. De belangrijkste is dat mensen er echt meer aandacht voor krijgen en begrijpen hoe hun vrijheid wordt beperkt, als anderen hun privacy niet respecteren. Maar ook de wereld verandert, mede door Corona. Dat leidt onder meer tot nuttige, spannende en innovatieve mogelijkheden. Maar ook tot nieuwe datalekken, onnodige en onhandige verwerkingen van persoonsgegevens en nieuwe inzichten. En toenemende onveiligheid door slimme criminelen en anderen die het op onze gegevens voorzien hebben. Gelukkig zijn er nog steeds de Nederlandse Privacy Awards, die de mooiste ontwikkelingen op het gebied van privacy laten zien, hoe het beter kan en hoe het innovatie kan helpen”
, aldus Wilmar Hendriks, voorzitter van de jury.

De voorwaarden voor deelname vindt u hier.


Bepalen van de genomineerden

Alle inzenders kunnen zich t/m 15 november 2021 aanmelden voor de Awards door een email met korte toelichting over het betreffende Privacy Project en antwoord op de criteria te sturen naar Privacy First via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Medio december 2021 hoort u of u wel of niet tot de genomineerden behoort. Indien u genomineerd wordt ontvangt u van Privacy First een uitnodiging om een korte pitch tijdens de Awards-uitreiking voor te bereiden.


Voorschriften pitch

● Maximaal 3 minuten

● U gebruikt een Powerpoint presentatie (maximaal 3 sheets)

● De presentatie bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

   o Organisatienaam

   o Privacy project omschrijving

   o Doel en behaalde resultaten.


Jury Nederlandse Privacy Awards

De jury van de Awards bestaat uit onafhankelijke privacy-experts uit diverse sectoren:

> Wilmar Hendriks, founder Control Privacy en bestuurslid Privacy First (jury-voorzitter)
> Paul Korremans, voorzitter Privacy First 
> Melanie Rieback, CEO en co-founder Radically Open Security
> Nico Mookhoek, privacyjurist en oprichter DePrivacyGuru
> Rion Rijker, privacy- en informatiebeveiliging expert en IT-jurist, partner Fresa Consulting
> Magdalena Magala, Functionaris Gegevensbescherming, gemeente Zaanstad
> Mathieu Paapst, universitair docent IT-recht Rijksuniversiteit Groningen en projectlead cookiedatabase.org
> Jaap van der Wel, IT-deskundige en privacyjurist, managing partner Comfort Information Architects 
> Erik Bruinsma, jurist; directeur Strategie en bestuursadvisering, Centraal Bureau voor de Statistiek. 


Om te garanderen dat de verkiezing van de Awards objectief verloopt wordt uitgesloten dat een jurylid een deelname beoordeelt van de eigen organisatie of een organisatie waar een jurylid een belang bij heeft.

Privacy First organiseert de Nederlandse Privacy Awards met steun van Stichting Democratie & Media en The Privacy Factory, in samenwerking met ECP.

Wilt u graag (media)partner of sponsor van de Nederlandse Privacy Awards worden? Neem dan contact op met Privacy First!

 

FG7A4979m

Gepubliceerd in Nederlandse Privacy Awards

Als NGO die zich inzet voor burgerrechten en privacybescherming houdt Privacy First zich al jaren bezig met financiële privacy. Sinds 2017 volgen we de ontwikkelingen rondom PSD2 op de voet, waarbij we wijzen op de gevaren voor de privacy van consumenten. In het bijzonder richten wij ons op privacyvraagstukken die zich voordoen rond ‘account information service providers’ (AISP’s) en de mogelijkheden die PSD2 biedt om persoonsgegevens verder te verwerken.

Ons PSD2-project begon in 2017. Toen dachten we dat het verstrekken van meer adequate informatie en meer transparantie aan consumenten voldoende zou zijn. De risico’s van PSD2 bleken echter groter en fundamenteler. Daarom heeft Privacy First een tweetalige (Nederlandse & Engelse) website gelanceerd genaamd PSD2meniet.nl om zowel onze zorgen als onze oplossingen ten aanzien van PSD2 te schetsen.

Centraal in ons project staat het filteren van bijzondere persoonsgegevens door het PSD2-me-niet register. Dit idee is op 7 januari 2019 door ons gelanceerd in het televisieprogramma Radar en in dit persbericht. Het PSD2-me-niet-register moet gebruikers daadwerkelijk een instrument geven waarmee zij hun eigen persoonsgegevens kunnen beschermen. Op termijn moet verdergaande filtering en beperking mogelijk worden. Met dit project draagt Privacy First bij aan positieve verbeteringen van PSD2 en de implementatie ervan, om zo een betere bescherming van persoonsgegevens te bereiken. Hierbij zijn we gesteund door het SIDN Fonds.

Bescherming van bijzondere persoonsgegevens

Privacy First heeft zich in dit project vooral gericht op ‘bijzondere persoonsgegevens’. Betalingen aan vakbonden, politieke partijen, religieuze organisaties of LHBT-belangenorganisaties, of betalingen aan medische dienstverleners. Maar ook betalingen aan het CJIB: ze onthullen delen van ons leven die extra beschermd moeten worden. Deze gegevens zijn direct te relateren aan fundamentele mensenrechten. Wanneer een consument een rekeninginformatiedienst gebruikt kunnen deze gegevens breder gedeeld worden. Door PSD2 kunnen gegevens, die nu beschermd zijn, via een omweg toch breed bekend worden, bijvoorbeeld doordat ze opgenomen worden in een profiel. Of omdat ze gebruikt worden als zwarte lijst.

De beste bescherming is voorkómen dat bijzondere persoonsgegevens worden verwerkt. We hebben daarom een PSD2-me-niet register opgezet en daaromheen een API, een privacyfilter. Met dit filter kan een AISP rekeningnummers detecteren en filteren en zo voorkomen dat bijzondere persoonsgegevens onnodig verwerkt of verstrekt worden. Bovendien wordt een consument geïnformeerd en krijgt deze een echte keuze om gegevens te delen of dat niet te doen.

Hoe nu verder?

Een groot deel van onze resultaten hebben we vervat in een Whitepaper. Deze is verstuurd aan stakeholders zoals de Europese Commissie, de European Data Protection Board (EDPB) en de Autoriteit Persoonsgegevens. En natuurlijk zoveel mogelijk AISP’s, want als zij de maatregelen overnemen beschermen zij privacy ‘by design’.  Onze Whitepaper bevat daarnaast een aantal andere voorbeelden hoe privacy beter te beschermen. Zoals de ‘good practices’ om betere transparantie over rekeninginformatiediensten te krijgen. We hopen dat AISP’s de adviezen in onze Whitepaper ter harte zullen nemen.

Onze API is opgenomen in een dienstverlener, Gatekeeper for Open Banking. We steunen hun doorontwikkeling en denken mee hoe het privacyfilter opgenomen kan worden in hun ontwerp en dienstverlening. Wanneer AISP’s de Gatekeeper gebruiken krijgen consumenten de regie over hun data die zij verdienen.

Met de Whitepaper en de API hebben we de instrumenten ontwikkeld en verspreid die gebruikt kunnen worden door AISP’s. De Europese Commissie evalueert de PSD2 pas vanaf 2022. Daarom zijn we blij dat we op deze manier onze gedachten hebben kunnen overdragen.

Privacy First blijft dit dossier monitoren. Onze website PSD2meniet.nl blijft in de lucht en zal een basis blijven voor dit onderwerp.

Heb je suggesties of wil je weten hoe het verder gaat? Laat het ons weten via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.!

Gepubliceerd in Financiële privacy & PSD2
dinsdag, 18 mei 2021 10:22

Burgernet: privacy in het geding

Politie doet aan 24/7 tracking van burgers

Stichting Privacy First heeft de bescherming van de privacy bij Burgernet beoordeeld en maakt zich grote zorgen. Privacy First roept de Tweede Kamer op om te onderzoeken of het systeem van 24/7 tracking van burgers door de Politie wel in overeenstemming is met de beginselen van onze rechtsstaat.

Burgernet is een samenwerkingsverband tussen politie, gemeenten en burgers met als doel meer en sneller criminele zaken op te lossen. Bij inbraak, beroving, of een vermist persoon krijgen app-gebruikers in de omgeving van het incident een bericht van de politie om relevante informatie terug te koppelen.

Deze manier van werken betekent dat Burgernet 24/7 de locatiegegevens van alle deelnemers registreert. Daar dient uiteraard zeer zorgvuldig mee om te worden gegaan vanuit de AVG en de grondrechten van burgers. Privacy First heeft bekeken of er binnen Burgernet wel sprake is van die benodigde zorgvuldigheid, maar constateert verschillende problemen.

Van wie is Burgernet eigenlijk?

De wet schrijft voor dat altijd helder moet zijn welke (rechts)persoon de persoonsgegevens verwerkt. Dat is bij Burgernet niet het geval. Burgernet zat o.a. in een BV, In-Pact BV, maar die is inmiddels, volgens de Kamer van Koophandel, opgeheven. Maar waarom staat deze niet-bestaande BV bij de Burgernet app in de Apple store dan nog altijd vermeld als provider?

De website https://www.burgernet.nl vermeldt uitsluitend dat het een samenwerking is van burgers, gemeenten en politie. Contactgegevens ontbreken en het privacy statement van Burgernet vermeldt hier evenmin iets over. Burgernet lijkt inmiddels van de Politie te zijn, getuige onder meer een recente brief[1] en antwoorden[2] van demissionair minister Grapperhaus op Kamervragen, maar dit wordt binnen de app of de website van Burgernet nergens vermeld.

Geen (afdoende) toestemming voor 24/7 tracking

Voor het registreren en verwerken van locatiegegevens moet toestemming worden gevraagd. De app van Burgernet vraagt inderdaad toestemming om berichten te kunnen sturen die relevant zijn voor de buurt waarin de deelnemer zich bevindt. Volgens de AVG is gegeven toestemming echter pas geldig als het gaat om een specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige wilsuiting waarmee de betreffende verwerking van persoonsgegevens wordt aanvaard. Privacy First meent dat eenieder die zich aanmeldt bij Burgernet moet worden verteld dat zijn/haar locatie door de Politie kan worden vastgesteld. Pas dan is er sprake van rechtsgeldige toestemming. Dat gebeurt nu echter nog niet.

Risico’s op ander gebruik van locatiegegevens

Het privacy statement van Burgernet vermeldt niet wat het doel is van de verwerking van persoonsgegevens, hoewel de AVG dat wel voorschrijft. Daarom is het niet duidelijk of Burgernet echt uitsluitend gegevens verzamelt en verwerkt ten behoeve van het versturen van alerteringen, of dat er meer mee gedaan wordt. De vraag rijst dan of de politie de locatiegegevens mogelijk ook voor andere doelen gebruikt. In dat verband valt op dat het privacy statement verwijst naar de Wet politiegegevens (Wpg). Dit doet vermoeden dat de persoonsgegevens mogelijk ook gebruikt worden voor andere politietaken. De politie kan in de verleiding komen om de locatiegegevens van de deelnemers van de Burgernet-app veel breder te gebruiken, zoals bijvoorbeeld bij voetbalrellen. Kan die goedbedoelende deelnemer aan Burgernet die daar toevallig in de buurt is, dan door gebruik van de app verdachte worden? En als dat zo is, volstaat dan een korte verwijzing naar de Wpg in het privacy statement? Privacy First meent van niet.

Niet voldaan aan het voorschrift van minimale gegevensverwerking

Burgernet geeft zelf aan dat er locatiegegevens verzameld worden met als doel om alleen relevante berichten te kunnen versturen. Het is onnavolgbaar waarom de app ook vraagt naar postcode en huisnummer; voor verzending van een alertering is iemands huidige verblijfplaats relevant, maar iemands privéadres in het geheel niet. Daarmee handelt Burgernet in strijd met het beginsel van dataminimalisatie. Daarnaast lijkt er binnen Burgernet geen Functionaris Gegevensbescherming te zijn, die hierop en op bovengenoemde zaken toezicht houdt.

Is het effect van dit alles behoorlijk beoordeeld?

De AVG schrijft ook voor dat bij gegevensverwerking waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt, welke een hoog risico kunnen inhouden voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, altijd een behoorlijke analyse moet worden verricht van de mogelijke effecten. Nu de Politie via de Burgernet-app grootschalig gevoelige persoonsgegevens verzamelt en verwerkt met 24/7 tracking van Burgernet-leden, is een behoorlijke risicoanalyse volgens Europees recht verplicht. Privacy First heeft niet kunnen terugvinden dat een dergelijke grondige risicoanalyse ten aanzien van deze app ooit heeft plaatsgevonden. Privacy First vermoedt dat, als dat wel was gedaan, de app er heel anders uit zou hebben gezien.

Oproep aan Tweede Kamer

Privacy First roept de Tweede Kamer op om zo snel mogelijk een onafhankelijk onderzoek in te laten stellen naar de vraag (van) wie Burgernet tegenwoordig is, welke gegevens verzameld worden en waarom. Hierbij moet worden onderzocht of er wel voldaan wordt aan de huidige wetgeving. Tot slot vraagt Privacy First zich af of de doelen van Burgernet binnen een rechtsstaat niet beter gerealiseerd kunnen worden door de persoonsgegevens weg te halen bij de Politie.


[1] Zie brief d.d. 1 april 2021, Stand van zaken functionaliteit Alertering Vermist Kind, Kamerstukken II 2020-2021, 29668-57, p. 2, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29668-57.html.

[2] Zie Antwoorden op vragen van de leden Kathmann en Van Nispen over het stopzetten van AMBER Alert, 4 mei 2021, Aanhangsel van de Handelingen II 2020-2021, nr. 2595, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-979655.

Gepubliceerd in Wetgeving
donderdag, 22 april 2021 14:13

Brief van Privacy First aan de informateur

Vandaag verstuurde Stichting Privacy First onderstaande brief (pdf) aan informateur Tjeenk Willink. Privacy First roept de informateur hierin op om bij de kabinetsformatie serieuze aandacht aan het onderwerp privacy te besteden: 

Geachte heer Tjeenk Willink,

Graag vragen wij hierbij uw aandacht voor privacy als noodzakelijk onderwerp binnen de gesprekken die door u en de partijen gevoerd worden.

De Coronacrisis waarin we momenteel leven heeft niet alleen veel geld gekost en de gezondheid van heel veel Nederlanders op het spel gezet, maar heeft ook het belang van goede bescherming van de persoonlijke levenssfeer van Nederlanders benadrukt. De CoronaMelder app en het datalek bij de GGD’en zijn pijnlijke voorbeelden van een gebrekkige bescherming van de persoonlijke levenssfeer en in deze gevallen meer specifiek de bescherming van persoonsgegevens. Andere voorbeelden zijn de talloze incidenten in de (semi)publieke en private sector, alsook de vaststelling[1] dat de meeste grote bedrijven in ons land zich bewust niet aan de (U)AVG houden.

Uit reacties in politiek en samenleving wordt de AVG onterecht en soms zelfs onrechtmatig gekarikaturiseerd als een stapel nieuwe, strenge maatregelen, die onhaalbare inspanningen van bedrijven (of overheid) vraagt en effectiviteit en efficiency bij overheid en ondernemers belemmert. Het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens is niet alleen een kwestie van normaal fatsoen: het is een fundamenteel recht, een mensenrecht.[2] De wettelijke voorwaarden waaraan organisaties moeten voldoen om dit recht te beschermen zijn bovendien voor bijna alle organisaties goed te realiseren. Zorgvuldige omgang met persoonsgegevens en respect voor het privéleven zal altijd uitgangspunt moeten zijn binnen organisaties en bij de ontplooiing van hun activiteiten. Dat kan doorgaans met redelijke inspanningen worden gerealiseerd, waardoor niet alleen aan de minimale eisen vanuit de wet wordt voldaan, maar bovendien wordt bijgedragen aan transparantie, vertrouwen en betere (klanten)binding met betrokkenen. Zeker wanneer privacy en gegevensbescherming worden gezien als onderdeel van een kwalitatieve dienstverlening. Sinds het van toepassing worden van de AVG, maar zeker ook in het afgelopen jaar waarin de gemiddelde Nederlandse burger zich steeds bewuster is geworden van het belang van de bescherming van de eigen persoonlijke levenssfeer, is het brede belang van privacy terechte aandacht gaan krijgen. Dit is een goed begin, maar er valt nog veel te leren en veel winst op verschillende vlakken te behalen; naast persoonlijk zeker ook economisch.

Het is daarom onze wens, aansluitend op de visie van onze stichting, dat het aankomende kabinet:

  1. zich voldoende bewust is van het belang van bescherming van dit grondrecht en dit ook expliciet onderkent en uitdraagt;
  2. hierbij zelf het goede voorbeeld geeft door haar eigen verantwoordelijkheden voldoende zorgvuldig in te richten;
  3. hierbij de positieve effecten onderkent en praktisch vertaalt, volgend uit zorgvuldige omgang met persoonsgegevens van Nederlanders, vergelijkbaar met zorgvuldige omgang met hun (belasting)geld;
  4. het bedrijfsleven en alle andere sectoren actief aanspoort en waar nodig en mogelijk dit ook te doen;
  5. de Autoriteit Persoonsgegevens alsnog snel de ruimte en middelen biedt die nodig zijn om haar taken volwaardig te kunnen uitoefenen;[3]
  6. de ambitie overweegt om op dit terrein van Nederland een internationaal voorbeeldland te maken door:
    1. als overheid heel transparant te zijn;
    2. open te staan voor leren van, investeren in en samenwerken met goede initiatieven;
    3. open te staan voor toetsing van wetgeving,
    4. waar nodig via rechtspraak en/of
    5. leidend tot aanpassing van nationale wetgeving of
    6. inzet tot aanpassing van Europese wet- en regelgeving.

Wij hopen dat u het belang van privacy en gegevensbescherming en de serieuze aandacht die hiervoor in ons land nodig is, deelt en in uw gesprekken in de informatiefase meeneemt. Voor concrete input per politieke partij verwijzen wij u naar het onafhankelijke rapport van de Datavakbond[4] waarin de standpunten uit de meeste partijprogramma’s op het gebied van privacy en informatieveiligheid zijn verzameld.

Hoogachtend,

Stichting Privacy First


[1] Zie o.m. https://fd.nl/economie-politiek/1379255/meerderheid-nederlandse-bedrijven-voldoet-na-drie-jaar-nog-niet-aan-privacywet, met als kanttekening dat wij stellen dat het bedrijfsleven in dit artikel de schuld te ver buiten de eigen verantwoordelijkheden legt, omdat zij dit voor veruit de meeste vraagstukken goed kunnen, maar vaak nog niet voldoende serieus oppakken.

[2] Het recht op de bescherming van privacy is o.a. vastgelegd in de Nederlandse Grondwet (art. 10), Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (art. 7 en 8), het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (art. 8) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (art. 17).

[3] https://www.trouw.nl/nieuws/autoriteit-persoonsgegevens-kampt-met-dramatische-achterstand-nog-10-000-klachten-op-de-plank~b808a335/.

[4] https://datavakbond.nl/?page_id=2725.

Gepubliceerd in Wetgeving
donderdag, 18 maart 2021 13:14

Rechter: twijfel over UBO-register is terecht

De Nederlandse rechter heeft vandaag vonnis gewezen in het kort geding dat Privacy First aanhangig maakte over het UBO-register. De rechter heeft bevestigd dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. De rechter volgt op dit punt het zeer kritische advies van de Europese privacy-toezichthouder EDPS (European Data Protection Supervisor). De Nederlandse kort geding-rechter oordeelt dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, tot de conclusie zal komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. Deze vraag ligt sinds kort al bij het Hof van Justitie, omdat daarover recent door een Luxemburgse rechter vragen zijn gesteld. Nu deze kwestie al op het bord van de hoogste Europese rechter ligt, vindt de Nederlandse rechter het niet nodig hierover zelf ook nog vragen te stellen.

Privacy First had ook om tijdelijke buitenwerkingstelling van het UBO-register gevraagd. Dat gaat de rechter een stap te ver. De rechter meent dat buitenwerkingstelling van het register niet mogelijk is zolang de onderliggende EU-richtlijn nog van kracht is. Dan zou de Nederlandse Staat in een positie worden gebracht dat er in strijd wordt gehandeld met een Europese richtlijn. Met deze vordering loopt Privacy First volgens de rechter op de muziek vooruit. Privacy First zal het vonnis op dit punt bestuderen, ook met het oog op een mogelijk hoger beroep.

De advocaat van Privacy First, Otto Volgenant van Boekx Advocaten: ‘Door het UBO-register komen privacygevoelige gegevens van miljoenen mensen op straat te liggen. Van alle kanten wordt betwijfeld of dat wel een effectief middel is in de strijd tegen witwassen en terrorisme. Het is met een kanon op een mug schieten. De hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, zal hier uiteindelijk over oordelen. Ik verwacht dat die een streep door het UBO-register zet.’

Achtergrond

Begin dit jaar maakte Stichting Privacy First een principiële rechtszaak tegen de Staat aanhangig over het nieuwe UBO-register bij de Kamer van Koophandel. Onder de wetgeving waarop het UBO-register is gebaseerd moeten alle 1,5 miljoen rechtspersonen die in het Handelsregister zijn ingeschreven allerlei privacygevoelige informatie over hun UBO’s (‘ultimate beneficial owners’ oftewel ‘uiteindelijk belanghebbenden’) openbaar maken. Dit betreft de persoonsgegevens van miljoenen bestuurders, aandeelhouders en hoge leidinggevenden van bedrijven (waaronder familiebedrijven), stichtingen, verenigingen, maatschappelijke organisaties en goede doelen, kerken etc. Privacy First acht dit een massale privacyschending die tevens persoonlijke veiligheidsrisico’s creëert. Privacy First heeft daarom de rechter verzocht om het UBO-register per direct onrechtmatig te verklaren. Veel informatie in het UBO-register zal openbaar toegankelijk zijn en door iedereen opgevraagd kunnen worden. Privacy First acht dit volstrekt disproportioneel en in strijd met Europees privacyrecht. Het Hof van Justitie van de EU zal toetsen of de Europese regelgeving waarop het UBO-register is gebaseerd in strijd is met het grondrecht op privacy.

Het vonnis van de kort geding rechter staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:2457.

Update 15 april 2021: gisteren heeft Privacy First spoedappèl tegen het gehele vonnis ingesteld bij het Hof Den Haag. De appèldagvaarding vindt u HIER (pdf). Privacy First verzoekt het Hof o.a. om alsnog zelf prejudiciële vragen over het UBO-register te stellen aan het Europees Hof van Justitie en het UBO-register buiten werking te stellen totdat die vragen beantwoord zijn. Gezien de grote belangen die op het spel staan hoopt Privacy First dat het Hof Den Haag deze zaak op de kortst mogelijke termijn zal behandelen.

Update 17 augustus 2021: de rechtszitting in het hoger beroep (spoedappèl) van Privacy First tegen het vonnis zal op maandag 27 september as. bij het Hof Den Haag plaatsvinden. 

Gepubliceerd in Rechtszaken

'Herstelzorg COVID alleen vergoed na verplichte deelname onderzoek, kan dit zomaar?'

"Zo'n 25.000 ex-COVID-19-patiënten hebben na hun besmetting nog ernstige beperkingen, zoals extreme vermoeidheid, concentratieproblemen, longklachten of verlies van spiermassa. Deze klachten kunnen verminderen door paramedische herstelzorg. Wie deze herstelzorg vergoed wil krijgen, moet verplicht meewerken aan een onderzoek. Wie weigert, moet de hulp uit eigen zak betalen. Daarnaast moeten ex-COVID-19-patiënten binnen vier maanden starten met hun behandeling, anders hebben ze ook geen recht op vergoede herstelzorg.

Mensen die langdurig ziek blijven na een COVID-besmetting hebben vaak behoefte aan paramedische herstelzorg (bijvoorbeeld: fysio-, oefen- of ergotherapie, maar ook diëtetiek). (...) Om deze kosten vanuit de basisverzekering te vergoeden, moet er wetenschappelijk bewijs aan een behandeling ten grondslag liggen. Daarom heeft het Zorginstituut Nederland, die de overheid adviseert welke zorg in de basisverzekering vergoed moet worden, de tijdelijke regeling paramedische herstelzorg na COVID-19 uit de grond gestampt. (...) Deze herstelzorg wordt vanaf 18 juli 2020 tot 1 augustus 2021 vanuit de basisverzekering vergoed, mits mensen verplicht meewerken aan een onderzoek. Er staat op de site van Zorginstituut Nederland: 'Een voorwaarde om paramedische herstelzorg vergoed te krijgen is dat patiënten bereid moeten zijn mee te werken aan onderzoek. Er moet toestemming gegeven worden om anoniem gemaakte behandelgegevens van deze herstelzorg te delen met de onderzoekers. Zonder deze toestemming wordt de zorg niet vergoed. Met het onderzoek worden de effecten en kosten van paramedische herstelzorg voor COVID-19 onderzocht.'

Verplicht meewerken aan een onderzoek

Het verplicht meewerken aan een onderzoek en je data delen in ruil voor het vergoeden van zorg is Ergotherapie Nederland (maar ook andere zorgverleners en patiënten) een doorn in het oog. 'Wij vinden het ethisch niet verantwoord dat cliënten noodzakelijke zorg wordt onthouden louter en alleen omdat zij niet mee willen doen aan het onderzoek.' Het is naar mening van de beroepsvereniging ook niet juist, omdat ergotherapie nu al gewoon basisverzekerde zorg is. 'Uiteraard vinden wij het van belang dat zoveel mogelijk cliënten meedoen aan het onderzoek maar van dwang mag geen sprake zijn; en dat is feitelijk nu wél zo', schrijven de ergotherapeuten afgelopen week in een brief aan de Vaste Kamercommissie VWS van de Tweede Kamer. (...)

Geen keuzevrijheid

Ergotherapeut Dominique van der Veen startte op 1 maart een petitie onder zorgverleners. Binnen drie dagen waren er al meer dan 500 handtekeningen. Franka Fels werkt al 27 jaar als ergotherapeut en in haar praktijk worden zo'n 50 ex-COVID-patiënten behandeld. Zij zegt: 'De mensen waar wij kenbaar maken dat het gaat om een onderzoek, die ageren daar allemaal tegen vanwege de keuzevrijheid die er niet is. Uiteindelijk zijn ze bereid om dan toch maar mee te doen aan het onderzoek, want ze zijn wanhopig. En ze overzien het niet, ze willen hulp, ze redden het niet. Dus ze hebben geen keus.'

Onderzoek via app op je smartphone

Het COVID-paramedisch onderzoek wordt anoniem uitgevoerd door het Radboudumc. De deelnemers moeten toestemming geven dat hun gegevens uit hun digitale zorgdossier worden gehaald. Verder moeten de ex-COVID-patiënten op hun smartphone via de app YourResearch in maand drie, zes, negen en twaalf een vragenlijst van maximaal 74 vragen invullen. Ook als de therapie is gestopt, moet nogmaals een vragenlijst worden ingevuld. Niet alle COVID-patiënten hebben een smartphone. Ook is niet iedereen digitaal vaardig genoeg en sommige mensen kampen met zulke ernstige vermoeidheid en concentratieproblemen dat het invullen van een waslijst aan vragen wellicht teveel is gevraagd.
(...)

Medisch geheim

De 54-jarige ex-covid patiënt Annick Smit verzet zich tegen die verplichte koppeling: 'Ik verdom het toch echt verplicht te moeten meewerken aan een medisch onderzoek! Dat is een grove inbreuk op mijn privacy en het medisch geheim.' Bovendien valt ze ook buiten de boot vanwege die vier maanden eis, omdat ze corona kreeg in de eerste golf. Ze zakte op 1 februari 2020 in de rij voor de kassa door haar benen. Toen was COVID-19 in Nederland nog niet officieel vastgesteld. De toegesnelde ambulance constateerde 'een griepje' en ze moest thuis maar uitzieken. Annick heeft een maand doodziek op bed gelegen. Pas maanden later - toen er een test was - is corona vastgesteld. (...) Een jaar na haar besmetting heeft ze nog allerlei klachten zoals verschrikkelijke vermoeidheid, geen smaak en een enorm gebrek aan concentratie. 'Ik moet alles opschrijven anders gaat het mis', zegt ze. Annick zou eigenlijk fysiotherapie en cognitieve therapie moeten krijgen, maar er zitten meer dan vier maanden tussen het einde van het acute infectiestadium en haar eventuele doorverwijzing door de huisarts. En dan kom je niet in aanmerking voor vergoeding. De herstelzorg zelf betalen is geen optie, want ze leeft van een bijstandsuitkering en ze heeft geen aanvullende zorgverzekering.

Vrije toestemming

Vincent Böhre is directeur bij Privacy First, een onafhankelijke stichting met als doel het behoud en de bevordering van het recht op privacy. Böhre zegt dat zo'n verplichte deelname aan onderzoek niet door de beugel kan. 'Ik vind het een foute zaak. Privacy is een fundamenteel grondrecht en zeker als het over medische zaken gaat. Dan zijn er strenge regels waaraan voldaan moet worden om die data te kunnen gebruiken. Dat kan alleen met strikte, expliciete vrije toestemming vooraf. En in dit geval is er geen sprake van vrije toestemming, want er is sprake van afhankelijkheid. Van een soort van dwang, dat mensen alleen hun zorg vergoed kunnen krijgen als ze meedoen aan medisch onderzoek.'

'Recht op privacy betalen'

Hij vervolgt: 'Los van het recht op privacy en recht op goede zorg, is er wellicht een wettelijke basis, maar ethisch deugt het niet. Je mag dit als overheid niet afdwingen. Er ontstaat zo een tweedeling: mensen die wel en niet meewerken. Wie geld genoeg heeft, betaalt de zorg zelf en heeft recht op zijn privacy. Wie geen geld heeft, moet de zorg betalen met zijn data.' (...) Privacy First begrijpt die verplichting niet. Patiëntenfederatie Nederland onderzocht in november 2019 hoe mensen staan tegenover delen van gezondheidsgegevens voor onderzoek. Böhre zegt: 'Als je vriendelijk aan mensen vraagt: 'Zou u mee willen werken aan een medisch onderzoek?', dan stemt 80 procent probleemloos in. Bij zulke grote aantallen aan patiënten heb je dan nog steeds genoeg data voor een gedegen onderzoek. Dan is verplichting niet nodig.'
(...)

Of de tijdelijke regeling paramedische herstelzorg na COVID-19 ook na 1 augustus 2021 wordt voortgezet, kon het ministerie van VWS nog niet zeggen. 'Dat is aan een volgend kabinet na de verkiezingen, maar dat ligt wel in lijn van de verwachtingen', aldus de woordvoerder van Minister Van Ark."


Lees hier het volledige artikel bij AVROTROS Radar en bekijk hieronder de televisiereportage d.d. 8 maart 2021, inclusief interview met Privacy First. 

Gepubliceerd in Privacy First in de media

UvA Academy Masterclass: privacy bekeken vanuit juridisch, technologisch, economisch, psychologisch en ethisch perspectief

Vanaf 3 maart t/m 14 april 2021 vindt bij de UvA Academy een speciale Masterclass plaats over privacy, genaamd Privacy in Perspectief. Deze Masterclass is geschikt voor privacy professionals zoals privacy officers, functionarissen gegevensbescherming, cybersecurity specialisten, marketeers, advocaten, juristen, beleidsmedewerkers, managers en adviseurs die te maken hebben met juridische, economische, ethische, technische en organisatorische vraagstukken en verandertrajecten met betrekking tot privacy en de verwerking, opslag en gebruik van persoonsgegevens. Het geeft u vanuit verschillende invalshoeken een verfrissende kijk op privacy. Met nieuwe inzichten uit de wetenschap en praktijk kunt u betere oplossingen vinden voor concrete privacy issues en gericht werken aan het ontwerp en de realisatie van het privacybeleid voor uw organisatie.

In zeven modules worden talrijke privacyonderwerpen onderwezen door diverse vakdocenten. In week 7 zal Privacy First meedoen aan het Lagerhuisdebat.

De Masterclass zal onder andere ingaan op:

  • Privacy: historie en diepere betekenis (sociale, psychologische, fysieke en informationele privacy; een situatiegebonden grondrecht).
  • Wat zijn de achtergronden en veranderingen in wet- en regelgeving op het gebied van privacy en welke impact hebben deze op mensen, overheid en organisaties?
  • Hoe mensen met hun privacy omgaan: de privacy paradox. Het verschil tussen denken en doen.
  • De betekenis van privacy voor mensen. Inzichten vanuit de psychologie en sociologie.
  • Privacy in relatie tot de ontwikkelingen in (digitale) technologie: van drones, sensoren, biometrische gegevens, social media data, cookies, locatiedata tot en met satellietgegevens, cyberhacks en AI. Wat kan en wat mag wanneer?
  • Hoe organisaties ondernemen met data, de nieuwe olie om hun concurrentiepositie te verbeteren. Wat kan en wat mag wanneer?
  • Hoe een effectief en efficiënt privacybeleid te implementeren binnen uw organisatie.

Last but not least wordt er gewerkt aan praktijkcasussen en vraagstukken die spelen bij deelnemers en hun organisaties.

Klik HIER voor meer informatie en om u aan te melden.

Gepubliceerd in Evenementen
Pagina 2 van 6
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100