Toon items op tag: Beleid

De Nederlandse rechter heeft in hoger beroep geoordeeld in het kort geding dat Privacy First aanhangig maakte over het UBO-register. Net als de voorzieningenrechter heeft het gerechtshof Den Haag helaas de vorderingen van Privacy First afgewezen.
 
De voorzieningenrechter bevestigde eerder dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. De rechter oordeelde dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, tot de conclusie zal komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. De uitspraak van het Hof van Justitie van de EU wordt medio 2022 verwacht.
 
Bestaande rechtspersonen hoeven tot 27 maart 2022 geen UBO’s te registreren. Voor nieuwe rechtspersonen ligt dat anders: die moeten wel direct hun UBO’s registreren. Het gerechtshof Den Haag vindt het niet aannemelijk dat deze UBO’s op korte termijn ernstige schade zullen lijden. Het gerechtshof wijst er op dat een UBO, die vreest dat hij door de openbaarmaking van persoonsgegevens risico’s loopt, meteen deze gegevens voor het algemene publiek kan afschermen. De Nederlandse wetgeving voorziet in deze mogelijkheid. Het gerechtshof Den Haag noemt dit ‘een eenvoudige manier om te voorkomen dat UBO-gegevens openbaar worden of blijven’. De UBO kan bij het Handelsregister een verzoek doen om afscherming. Zolang de procedure daarover loopt worden de UBO-gegevens daadwerkelijk afgeschermd. Nu het gerechtshof Den Haag zo nadrukkelijk op deze mogelijkheid wijst is de verwachting dat vele UBO’s deze route zullen volgen.
 
De advocaat van Privacy First, Otto Volgenant van Boekx Advocaten: ‘De oplossing moet komen van de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU. Die zal hier medio 2022 over oordelen. Ik verwacht dat die een streep door de openbaarheid van het UBO-register zal zetten. Het Nederlandse UBO-register is nog nauwelijks gevuld en ik raad iedereen aan zolang mogelijk te wachten. De Nederlandse overheid heeft willekeurig een datum gekozen waarop UBO’s hun gegevens moeten aanleveren, namelijk 27 maart 2022. Het zou verstandig zijn om die einddatum een paar maanden op te schuiven tot na het moment dat het Hof van Justitie van de EU duidelijkheid heeft gegeven. Dat voorkomt een hoop ellende en onnodige kosten.’
 
Het vonnis van de kort geding-rechter staat hier:
en het arrest van het Gerechtshof Den Haag staat hier: 
 
Update 14 april 2022: nadere juridische actie van Privacy First tegen het UBO-register volgt wellicht medio 2022, afhankelijk van de uitkomst van vergelijkbare Luxemburgse rechtszaken bij het EU Hof. Recent heeft de Tweede Kamer bij motie bepaald dat er tot de uitspraak van het EU Hof geen boetes mogen worden opgelegd bij organisaties die hun UBO’s nog niet hebben ingeschreven. Tevens lijkt de UBO-registratieplicht van stichtingen en verenigingen vooralsnog niet te worden gehandhaafd. Privacy First volgt deze ontwikkelingen op de voet en probeert e.e.a. zoveel mogelijk positief te beïnvloeden. 
 
Update 22 november 2022: het EU Hof heeft vandaag een dikke streep gezet door de openbare toegankelijkheid van het UBO-register. De toegang van het grote publiek tot informatie over uiteindelijk begunstigden is een ernstige aantasting van de privacy. Het doel van deze regeling, de bestrijding van witwassen, rechtvaardigt deze inbreuk op de privacy niet. Aldus de hoogste Europese rechter.
 
Voor Nederland betekent dit dat het UBO-register per direct niet meer openbaar toegankelijk mag zijn. Privacy First roept de Minister van Financiën op dat zo spoedig mogelijk in orde te maken. De Kamer van Koophandel moet hier met één druk op de knop voor kunnen zorgen.
 
Update 26 november 2022: lees hier het nader commentaar van Privacy First. 
Gepubliceerd in Rechtszaken

Recent heeft het Forum Standaardisatie een advies uitgebracht om openbare wifi-netwerken voor gastgebruik altijd veilig aan te bieden. Het onafhankelijke adviesorgaan beveelt aan om de veiligheid van wifi te verbeteren door gebruik van de standaard WPA2-Enterprise. Het advies geldt voor alle publieke en semi-publieke instellingen in Nederland en heeft daarmee impact op duizenden wifi-netwerken.

Het Forum Standaardisatie is hét adviesorgaan voor de publieke sector wat betreft gebruik van open standaarden. Alle standaarden die het Forum adviseert zijn grondig getoetst, verlagen het risico van internetfraude en gegevensmisbruik en verlagen de kosten, aldus de organisatie op haar eigen website. Aanleiding voor het advies was een aanvraag van Stichting Privacy First en de wifi-roaming aanbieder Publicroam, ruim een jaar geleden. Zij verzochten het Forum om WPA2-Enterprise als standaard te verplichten voor toegang tot gastwifi. Het Forum Standaardisatie besloot daarop om nader onderzoek te doen, met het huidige advies als resultaat.

Stoppen met onveilige gastwifi 

Paul Korremans, voorzitter van Privacy First, is zeer verheugd met het advies. Hij zegt hierover: “Het heeft even geduurd maar nu ligt er een duidelijk advies. Het Forum Standaardisatie roept op tot het veilig aanbieden van gastwifi, bij voorkeur met gebruik van de standaard WPA2-Enterprise. Dit advies schept duidelijkheid voor alle partijen die betrokken zijn bij het inrichten en beheren van openbare wifi-netwerken bij de overheid. Bovendien heeft het een bredere werking: het Forum zegt in onze ogen dat we moeten stoppen met onveilige gastwifi.”

Nederland voorloper 

Forum Standaardisatie nam haar besluit afgelopen zomer na meerdere expertrondes en een publieke consultatie. Het advies werd begin september toegevoegd aan de bestaande verplichting rond WPA2-Enterprise. Nederland is één van de eerste landen die een dergelijke verplichting kent.

WPA2-Enterprise 

Experts beschouwen de standaard WPA2-Enterprise (en de opvolger WPA3-Enterprise) als de meest geschikte methode om veilige toegang tot wifi te realiseren. De standaard is verplicht voor wifi-toegang voor overheidsmedewerkers en wordt breed toegepast in andere sectoren zoals het bedrijfsleven en in het onderwijs. Doordat het een al lang bestaande open standaard is, is deze breed beschikbaar en eenvoudig te implementeren.

Gepubliceerd in Online Privacy

Ondanks een dringende oproep van Stichting Privacy First aan de Tweede Kamer om het coronatoegangsbewijs te blokkeren, lijkt de Nederlandse invoering van de "coronapas" per 25 september 2021 helaas een feit. Privacy First verwacht dat dit zal leiden tot een tweedeling in de samenleving, discriminatie, uitsluiting van kwetsbare groepen en schending van ieders recht op privacy. De coronapas leidt bovendien tot vaccinatiedwang, wat in strijd is met ieders recht om geheel vrij te beschikken over zijn/haar eigen lichaam. Dit is onverenigbaar met het recht op lichamelijke integriteit en zelfbeschikking en voedt de ondermijning van ons vertrouwen in de democratische rechtsstaat, waarin deze fundamentele rechten verankerd zijn. 

Nu massale aantasting en schending van mensenrechten dreigt, is het aan de rechter om in te grijpen en de overheid te corrigeren. In lijn met onze statutaire doelstelling in het algemeen belang heeft de actuele rechtszaak van Bart Maes c.s. ter stopzetting van de coronapas daarom onze volledige steun. Privacy First hecht eraan daarbij te benadrukken dat hiermee geen statement wordt gemaakt tegen het vaccineren (integendeel), maar dat het van cruciaal belang is om juist in deze tijd ieders mensenrechten volledig te respecteren en te beschermen. Kritische geluiden, op welke grond dan ook, dienen serieus genomen te worden en niet op emotionele gronden terzijde geschoven te worden. Zowel op korte als lange termijn vormt dit de beste waarborg voor een open, vrije en gezonde samenleving.

Gepubliceerd in Wetgeving
donderdag, 23 september 2021 10:57

Hoger beroep Privacy First tegen UBO-register

Op maandag 27 september 2021 is de zitting bij het Gerechtshof Den Haag in de procedure van Privacy First tegen het UBO-register.

Stichting Privacy First is in hoger beroep gegaan van het vonnis van de kort geding-rechter van 18 maart 2021. De kort geding-rechter bevestigde dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. De rechter volgt op dit punt het zeer kritische advies van de Europese privacy-toezichthouder EDPS (European Data Protection Supervisor). De Nederlandse kort geding-rechter oordeelde dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, tot de conclusie zal komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. Deze vraag ligt al bij het Hof van Justitie, omdat daarover door een Luxemburgse rechter vragen zijn gesteld. Nu deze kwestie al op het bord van de hoogste Europese rechter ligt, vond de Nederlandse kort geding-rechter het niet nodig hierover zelf ook nog vragen te stellen.

Privacy First heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag. De appèldagvaarding vindt u hier (pdf). Privacy First verzoekt het Gerechtshof Den Haag om alsnog zelf prejudiciële vragen over het UBO-register te stellen aan het Europees Hof van Justitie en het UBO-register buiten werking te stellen totdat die vragen beantwoord zijn. Verder vraagt Privacy First de rechter om de openbaarheid van het UBO-register tijdelijk op te schorten, in ieder geval totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie hierover heeft geoordeeld. De uitspraak van het Gerechtshof wordt een paar weken na de zitting van 27 september 2021 verwacht.

De advocaat van Privacy First, Otto Volgenant van Boekx Advocaten: ‘Door het UBO-register komen privacygevoelige gegevens van miljoenen mensen op straat te liggen. Van alle kanten wordt betwijfeld of dat wel een effectief middel is in de strijd tegen witwassen en terrorisme. Het is met een kanon op een mug schieten. De hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, zal hier uiteindelijk over oordelen. Ik verwacht dat die een streep door het UBO-register zet. In ieder geval door de openbaarheid. Tot dat moment adviseer ik UBO’s om geen gegevens aan te leveren aan het UBO-register. Gegevens die eenmaal openbaar zijn, kun je niet terugnemen.’

Achtergrond van de rechtszaak tegen het UBO-register

Privacy First voert een principiële procedure tegen de Staat over het in 2020 ingevoerde UBO-register. In kort geding wordt de ongeldigheid ingeroepen van de regelgeving waarop het UBO-register is gebaseerd. De gevolgen van deze nieuwe wetgeving zijn ingrijpend. Het gaat immers om zeer privacygevoelige informatie. Gegevens over de financiële situatie van natuurlijke personen komen op straat te liggen. Alle ruim 1,5 miljoen juridische entiteiten die in het Handelsregister zijn ingeschreven moeten informatie over hun UBO’s (‘ultimate beneficial owners’ ofwel ‘uiteindelijk belanghebbenden’) openbaar maken. Het UBO-register is voor iedereen toegankelijk, voor € 2,50 per opvraging. Die openbaarheid is niet proportioneel.

Op 24 juni 2020 is de ‘Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten’ in werking getreden. Op basis van deze nieuwe wet komt in een nieuw UBO-register, gekoppeld aan het Handelsregister van de KvK, informatie te staan over alle uiteindelijk belanghebbenden (‘ultimate beneficial owners’, kortweg ‘UBO’s’) van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten. Daarbij moet worden aangegeven welk belang de UBO heeft, te weten van 25-50%, 50-75% of meer dan 75%. Van de UBO worden in ieder geval de naam, de geboortemaand en het geboortejaar en de nationaliteit openbaar voor iedereen raadpleegbaar, met alle privacyrisico’s van dien.

Sinds 27 september 2020 moeten nieuw opgerichte entiteiten hun UBO registreren in het UBO-register. Bestaande juridische entiteiten hebben nog tot 27 maart 2022 om hun UBO’s te registreren. De wet geeft maar zeer beperkte mogelijkheden voor afscherming van informatie. Dit is alleen mogelijk voor personen die door de politie worden beveiligd, voor minderjarigen en voor wie onder curatele is gesteld. Het gevolg zal zijn dat van vrijwel alle UBO’s openbaar bekend zal worden welk belang ze hebben. 

Europese anti-witwasrichtlijn

Deze nieuwe wet vloeit voort uit de Europese vijfde anti-witwasrichtlijn, die lidstaten verplicht persoonsgegevens van UBO’s te registreren en voor het publiek openbaar te maken. Het doel hiervan is het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. Het registreren en vervolgens voor iedereen inzichtelijk maken van persoonsgegevens van UBO’s, inclusief het belang dat de UBO in de onderneming heeft, draagt volgens de Europese wetgever bij aan dat doel. De openbaarheid zou een afschrikkende werking hebben op personen die geld willen witwassen of terrorisme willen financieren. Maar de effectiviteit van een UBO-register in de strijd tegen witwassen en terrorisme is nooit onderbouwd.

Massale privacyschending en fundamentele kritiek

De vraag is of het middel het doel niet voorbijschiet. Het registreren en voor iedereen toegankelijk maken van de persoonsgegevens van alle UBO’s aan eenieder is een ‘blanket measure’ van preventieve aard. 99,99% van de UBO’s heeft niets met witwassen of financiering van terrorisme te maken. Als het wel proportioneel zou zijn om informatie over UBO’s te verzamelen, dan zou het voldoende moeten zijn als die informatie beschikbaar is voor die overheidsdiensten die zich bezighouden met de bestrijding van witwassen en terrorisme. Het gaat te ver om die informatie volledig openbaar te maken. De European Data Protection Supervisor oordeelde al dat deze privacyschending niet proportioneel is. Maar dat oordeel heeft niet geleid tot aanpassing van de Europese richtlijn.

Tijdens de Nederlandse parlementaire behandeling van deze wet kwam er uit verschillende hoeken fundamentele kritiek. Het bedrijfsleven roerde zich omdat men lastenverzwaring vreest – en inmiddels ervaart – en privacyrisico’s ziet. UBO’s van familiebedrijven die tot nu toe buiten de openbaarheid bleven lopen grote privacy- en veiligheidsrisico’s. Ook was er veel aandacht voor de positie van partijen die groot belang hechten aan bescherming van betrokkenen, zoals kerkgenootschappen en maatschappelijke organisaties. En voor verenigingen en stichtingen die geen eigenaren kennen leidt het tot lasten: zij moeten dezelfde gegevens die toch al in het Handelsregister staan ook nog in een ander register zetten. Helaas heeft dit niet tot aanpassing van de regelgeving geleid.

Follow the Money zocht uit wat de maatschappelijke kosten van het Nederlandse UBO-register zijn. Follow the Money schrijft: Het UBO-register brengt voor miljoenen ondernemers en bestuurders kosten, rompslomp en soms licht absurde bureaucratie met zich mee. Het ministerie van Financiën becijfert op vragen van Follow the Money de totale kosten van het register voor het bedrijfsleven op 99 miljoen euro. Daar komt nog 9 miljoen aan eenmalige invoeringskosten bij de overheid bij. Als advocaat Volgenant dat bedrag ziet, reageert hij verbijsterd: ‘De totale kosten zijn nog veel hoger dan ik zelf dacht! Als je dat voor de hele EU extrapoleert zijn de kosten astronomisch.’

Rechtszaak is kansrijk

Privacy First is een rechtszaak gestart tegen het UBO-register wegens schending van het grondrecht op privacy en bescherming van persoonsgegevens. Privacy First verzoekt de Nederlandse rechter om het UBO-register op korte termijn buiten werking te stellen en hierover vragen van uitleg te stellen aan de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de Europese Unie. Privacyschendende regelgeving wordt vaker door de rechter buiten werking gesteld. Privacy First heeft daar eerder met succes over geprocedeerd.

De Nederlandse wet en ook de achterliggende Europese richtlijn zijn in strijd met het Europese Handvest voor de Grondrechten en met de AVG. De wetgever heeft deze regelgeving in het leven geroepen, maar het is aan de rechter om daar een grondige toetsing op te doen. Uiteindelijk heeft de rechter het laatste woord. Wanneer de (Europese) wetgever onvoldoende oog heeft voor de bescherming van grondrechten, dan kan de (Europese) rechter de regelgeving buiten werking stellen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft eerder regelgeving ongeldig verklaard wegens privacyschendingen, bijvoorbeeld de Telecom-dataretentierichtlijn en het Privacy Shield. Ook de Nederlandse rechter stelt regelmatig privacyschendende regelgeving buiten werking. Privacy First heeft eerder met succes de geldigheid van wetgeving aan de orde gesteld, bijvoorbeeld in de procedure over de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie en in de procedure over SyRI. Bezien tegen deze achtergrond wordt de rechtszaak tegen het UBO-register zeer kansrijk geacht. 

Update 27 september 2021: vanmiddag vond in het Gerechtshof Den Haag de rechtszitting plaats; klik HIER voor de pleitnota van onze advocaat (pdf). De uitspraak van het Hof staat vooralsnog gepland op dinsdag 16 november as. 


Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op, of met onze advocaat Otto Volgenant van Boekx Advocaten. Privacy First kan uw hulp goed gebruiken en stelt het zeer op prijs als u donateur wordt.

Gepubliceerd in Rechtszaken

Onderstaande oproep verzond Privacy First vandaag aan de Tweede Kamer: 


Geachte Kamerleden, 

Met grote afkeuring heeft Stichting Privacy First kennisgenomen van de geplande invoering van coronatoegangsbewijzen voor de horeca, evenementen en culturele instellingen. Dit zal leiden tot een tweedeling in de samenleving, uitsluiting van kwetsbare groepen en massale schending van ieders recht op privacy. Hieronder zal Privacy First dit kort toelichten.

Zware inbreuk op grondrechten

Het coronatoegangsbewijs (“coronapas”) vormt een zware inbreuk op talloze grondrechten en mensenrechten, waaronder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, fysieke zelfbeschikking, lichamelijke integriteit en de vrijheid van beweging in combinatie met andere klassieke mensenrechten zoals het recht op deelname aan het culturele leven en diverse kinderrechten zoals het recht op recreatie. Iedere inperking van deze rechten dient strikt noodzakelijk, proportioneel en effectief te zijn. Bij de coronapas is dit tot op heden echter niet aangetoond en wordt de vereiste noodzakelijkheid in het algemeen belang simpelweg verondersteld. Privacyvriendelijker alternatieven om de maatschappij weer te kunnen openen en normaliseren lijken nooit serieus te zijn overwogen. Reeds om deze redenen kan de coronapas de mensenrechtelijke toets niet doorstaan en dient daarom te worden ingetrokken. In dit verband herinnert Privacy First u tevens graag aan landen zoals Engeland, België en Denemarken waar een vergelijkbare pas bewust niet is ingevoerd of inmiddels weer is afgeschaft. In Nederland is de laatste dagen een groot gebrek aan maatschappelijk draagvlak voor de coronapas gebleken en hebben vele duizenden ondernemers reeds laten weten hier niet aan te zullen meewerken. Privacy First verwacht dan ook dat invoering van de coronapas zal leiden tot massale burgerlijke ongehoorzaamheid en kansrijke rechtszaken tegen de Staat.

Sociale uitsluiting

De invoering van de coronapas is bovendien in strijd met het algemene verbod van discriminatie, aangezien hierdoor een breed maatschappelijk onderscheid wordt geïntroduceerd op basis van medische status. Dit zet het sociale leven onder druk en kan leiden tot grootschalige ongelijkheid, stigmatisering, maatschappelijke segregatie en zelfs mogelijke spanningen, aangezien grote groepen in de samenleving zich (om uiteenlopende redenen) niet (of niet stelselmatig) zullen willen of kunnen laten testen of vaccineren, of een digitaal test- of vaccinatiebewijs zullen kunnen bemachtigen. Reeds tijdens onze Nationale Privacy Conferentie begin 2021 nam Privacy First het standpunt in dat de invoering van een verplicht “coronapaspoort” een maatschappelijk ontwrichtende werking zou hebben.[1] Bij die gelegenheid nam o.a. de Autoriteit Persoonsgegevens nadrukkelijk stelling tegen de invoering van een coronapas. De genoemde maatschappelijke risico’s gelden des te sterker voor de vaccinatiedwang die het coronatoegangsbewijs impliceert. In dit verband herinnert Privacy First u graag aan het feit dat zowel uw Kamer als de Parlementaire Assemblée van de Raad van Europa zich tegen een directe of indirecte vaccinatieplicht hebben uitgesproken.[2] Daarnaast zal de coronapas precedentwerking kunnen krijgen voor andere medische aandoeningen en andere maatschappelijke sectoren, waardoor een veel breder scala aan sociaal-economische mensenrechten onder druk zal komen te staan. Om deze redenen roept Privacy First u op om de invoering van de coronapas te blokkeren.

Meervoudige privacyschending

Vanuit het perspectief van het recht op privacy gelden tevens een aantal specifieke bezwaren en vragen. Allereerst introduceert de coronapas een verplicht “gezondheidsbewijs” voor deelname aan een groot deel van het maatschappelijk leven, in flagrante strijd met het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens. Middels het verplicht tonen van een ID-bewijs naast de coronapas wordt een geheel nieuwe identificatieplicht in openbare gelegenheden gecreëerd. De bestaande anonimiteit in de openbare ruimte wordt daardoor opgeheven, met alle gevaren en risico’s van dien. Bovendien roept deze nieuwe identificatieplicht vragen op over de bevoegdheid van een ondernemer om de identiteit van een persoon vast te stellen en de gezondheidstoestand door middel van de coronapas te beoordelen.

De onderliggende wetgeving resulteert daarnaast in inconsequente toepassing van bestaande wetgeving op dezelfde handeling, namelijk het testen, met verregaande gevolgen enerzijds voor een belangrijk goed als het medisch beroepsgeheim en het vertrouwen van de burger in dat beroepsgeheim, en anderzijds voor de praktische uitvoering van bewaartermijnen terwijl de verwerking niet verandert. Niet het resultaat van de test moet immers bepalend zijn of de registratie van het testen onder de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) valt (met daarop een medisch beroepsgeheim en een bewaartermijn van 20 jaar) of juist onder de Wet publieke gezondheid (met een bewaartermijn van 5 jaar), maar de handeling van het testen zelf. Bovendien is het de vraag waarom er juist aansluiting is gezocht bij Wpg en/of Wgbo nu het gaat om het verkrijgen van een bewijs voor deelname aan de maatschappij en het niet een medische behandeling (Wgbo) noch publieke gezondheidstaak voor dat doel betreft. Hier zou de enige mogelijkheid voor verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van het verkrijgen van een coronabewijs en voor doorbreking van het medisch beroepsgeheim de grondslag toestemming moeten zijn. In dit geval kan er echter geen sprake zijn van de wettelijk vereiste vrijelijk gegeven toestemming, nu het testen en vaccineren een dwingende voorwaarde zal zijn voor deelname aan de maatschappij.

Privacy vereist duidelijkheid

Veel andere zaken zijn en blijven voortdurend onduidelijk: welke gegevens zullen worden opgeslagen, waar, door wie en in welke systemen, in hoeverre vindt internationale en Europese uitwisseling van gegevens plaats, welke partijen met welke doelen hebben toegang of kopiëren gegevens of zetten die in enorme nieuwe, nationale databases met onze gezondheidsgegevens? In hoeverre zal er sprake kunnen zijn van persoonlijke localisering en identificatie, of slechts van incidentele verificatie en authenticatie? Waarom kunnen testuitslagen onnodig lang worden bewaard? Hoe groot zijn de risico’s op hacking, datalekken, fraude en vervalsing? In hoeverre is er überhaupt met enige serieuze aandacht nagedacht over decentrale, privacyvriendelijke technologieën en privacy by design, open source software, dataminimalisatie en anonimisering? Hoe lang zullen testbewijzen kosteloos blijven? Wordt er reeds gewerkt aan de introductie van een “alternatieve digitale drager” naast de CoronaCheck app, namelijk een chip(kaart), met alle bezwaren en risico’s van dien? Waarom is er geen sprake geweest van een onafhankelijke Privacy Impact Assessment (PIA)? Hoe vaak moet het land nog accepteren dat nood- en spoedwetten lekkende privacygaten dichten, als onze overbelaste en onderbezette Autoriteit Persoonsgegevens al opmerkt dat er geen wettelijke grondslag voor verwerking is? Hoe zullen onvoorzien gebruik en misbruik, doelverschuiving (function creep) en profilering worden voorkomen en hoe is het privacy-toezicht geregeld? Zullen er altijd niet-digitale, papieren alternatieven beschikbaar blijven? Waarom wordt het “gele boekje” niet geaccepteerd als privacyvriendelijk alternatief, zoals dat in andere landen wel gebeurt? Wat gebeurt er op de diverse testlocaties met het afgenomen testmateriaal, oftewel ieders DNA? En wanneer zal de coronapas weer worden afgeschaft? Met andere woorden: in hoeverre is dit daadwerkelijk "tijdelijk”?

In de optiek van Privacy First zal invoering van de coronapas slechts tot onwerkbare belasting van ondernemers, talloze wantoestanden en grote maatschappelijke kapitaalvernietiging leiden. Privacy First verzoekt u daarom om invoering van de coronapas te blokkeren. Bij gebreke hieraan behoudt Privacy First zich het recht voor om de wetgeving ter invoering van de coronapas aan internationaal en Europees recht te laten toetsen en door de rechter buiten werking te laten stellen. De voorbereidingen voor een dergelijke rechtszaak worden door ons en vele anderen reeds getroffen. 


Hoogachtend, 

Stichting Privacy First 

 

[1] Zie Nationale Privacy Conferentie 28 januari 2021, https://youtu.be/asEX1jy4Tv0?t=9378, vanaf 2u 36 min 18 sec.
[2] Zie Council of Europe, Parliamentary Assembly, Resolution 2361 (2021): Covid-19 vaccines: ethical, legal and practical considerations, https://pace.coe.int/en/files/29004/html, par. 7.3.1-7.3.2: “Ensure that citizens are informed that the vaccination is NOT mandatory and that no one is politically, socially, or otherwise pressured to get themselves vaccinated, if they do not wish to do so themselves; ensure that no one is discriminated against for not having been vaccinated, due to possible health risks or not wanting to be vaccinated.” Zie tevens o.a. Tweede Kamer, Motie van het lid Azarkan over geen coronavaccinatieplicht (28 oktober 2020), Kamerstuk 25295-676, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25295-676.html: “De Kamer (...) spreekt uit dat er in de toekomst nooit sprake mag zijn van een directe of indirecte coronavaccinatieplicht”; Motie van het lid Azarkan over toegang tot publieke voorzieningen voor iedereen ongeacht vaccinatie- of teststatus (5 januari 2021), Kamerstuk 25295-864, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25295-864.html: “De Kamer (...) verzoekt de regering om toegang tot publieke voorzieningen voor iedereen mogelijk te maken ongeacht vaccinatie- of teststatus.”

Een eerdere, vergelijkbare versie van dit commentaar verscheen reeds in maart 2021: 
https://www.privacyfirst.nl/aandachtsvelden/wetgeving/item/1224-standpunt-privacy-first-inzake-concept-wetsvoorstel-testbewijzen-covid-19.html.

Gepubliceerd in Wetgeving

Het plan van het demissionaire kabinet om de NCTV ingrijpende surveillancebevoegdheden te geven, zou volgens het Platform Bescherming Burgerrechten in de ijskast moeten worden gezet zolang er nog geen nieuw kabinet is gevormd. “Het optuigen van een nieuwe inlichtingendienst is een stap die louter door een nieuwe regering zou kunnen worden genomen”, aldus het Platform in een brief aan de Tweede Kamer. 

In april 2021 onthulde NRC dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zonder wettelijke bevoegdheid jarenlang burgers heeft gevolgd, dossiers over hen heeft aangelegd en deze met andere partijen heeft gedeeld. In reactie hierop heeft het demissionaire kabinet op stoom en kokend water ingezet op het legitimeren van deze praktijken middels een wetsvoorstel waarin de bevoegdheden van de NCTV worden verruimd.

Over dit voorstel, dat na een ongekend korte consultatieperiode nu bij de Raad van State ligt, schrijft het Platform Burgerrechten in een brief aan de Tweede Kamer dat het een demissionair kabinet ten principale niet aangaat om een voorstel in te dienen dat zo’n grote impact heeft op de grondrechten van burgers. Het voorstel zou dan ook controversieel moeten worden verklaard door de Kamer en pas weer moeten worden behandeld nadat een nieuwe regering is geïnstalleerd.

Het toch in behandeling nemen van dit voorstel zou bovendien een miskenning zijn van de zwaarwegende redenen voor het aftreden van het huidige kabinet. Een regering die is afgetreden omdat in de Toeslagenaffaire met onwettige surveillancemethoden de rechtsbescherming van duizenden gezinnen werd uitgehold, past het niet om een nieuw voorstel te doen dat zulke verregaande inbreuken op de grondrechten mogelijk maakt.

“Uit dit voorstel blijkt dat de laconieke houding inzake de privacy van burgers die kon leiden tot de Toeslagenaffaire, met het aftreden van dit kabinet niet is begraven. Het Platform acht het de verantwoordelijkheid van uw Kamer om de regering hierin een halt toe te roepen en deze niet toe te staan over haar graf heen te regeren. Het aftreden van het kabinet met alle zwaarwegende redenen die daaraan ten grondslag lagen, verliest betekenis als een dergelijk voorstel van datzelfde kabinet nu zou worden behandeld als ware het business as usual”, aldus Platform-secretaris Ronald Huissen. 

Lees HIER de brief die het Platform Burgerrechten aan de Tweede Kamer verstuurde (pdf).


Bron: https://bijvoorbaatverdacht.nl/wetsvoorstel-nctv-controversieel/, 30 juli 2021. 

 

Over het Platform Bescherming Burgerrechten

Het Platform Bescherming Burgerrechten is in 2009 opgericht op initiatief van het Humanistisch Verbond. Het Platform vormt sindsdien een netwerk en coalitie van organisaties (waaronder Privacy First) die elkaar vinden in het streven naar een betere waarborging en versterking van de burgerrechten in Nederland, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit, digitale autonomie en controle over persoonsgegevens. Vanuit het Platform zijn sinds 2009 diverse succesvolle acties, rechtszaken en campagnes geïnitieerd en ontwikkeld, waaronder acties en rechtszaken tegen de verplichte afname en opslag van vingerafdrukken onder de Paspoortwet, de campagne SpecifiekeToestemming.nl over medische privacy, de rechtszaak tegen het Systeem Risico Indicatie (SyRI) en de bijbehorende Platform-campagne Bijvoorbaatverdacht.nl.

Gepubliceerd in Wetgeving

Als NGO die zich inzet voor burgerrechten en privacybescherming houdt Privacy First zich al jaren bezig met financiële privacy. Sinds 2017 volgen we de ontwikkelingen rondom PSD2 op de voet, waarbij we wijzen op de gevaren voor de privacy van consumenten. In het bijzonder richten wij ons op privacyvraagstukken die zich voordoen rond ‘account information service providers’ (AISP’s) en de mogelijkheden die PSD2 biedt om persoonsgegevens verder te verwerken.

Ons PSD2-project begon in 2017. Toen dachten we dat het verstrekken van meer adequate informatie en meer transparantie aan consumenten voldoende zou zijn. De risico’s van PSD2 bleken echter groter en fundamenteler. Daarom heeft Privacy First een tweetalige (Nederlandse & Engelse) website gelanceerd genaamd PSD2meniet.nl om zowel onze zorgen als onze oplossingen ten aanzien van PSD2 te schetsen.

Centraal in ons project staat het filteren van bijzondere persoonsgegevens door het PSD2-me-niet register. Dit idee is op 7 januari 2019 door ons gelanceerd in het televisieprogramma Radar en in dit persbericht. Het PSD2-me-niet-register moet gebruikers daadwerkelijk een instrument geven waarmee zij hun eigen persoonsgegevens kunnen beschermen. Op termijn moet verdergaande filtering en beperking mogelijk worden. Met dit project draagt Privacy First bij aan positieve verbeteringen van PSD2 en de implementatie ervan, om zo een betere bescherming van persoonsgegevens te bereiken. Hierbij zijn we gesteund door het SIDN Fonds.

Bescherming van bijzondere persoonsgegevens

Privacy First heeft zich in dit project vooral gericht op ‘bijzondere persoonsgegevens’. Betalingen aan vakbonden, politieke partijen, religieuze organisaties of LHBT-belangenorganisaties, of betalingen aan medische dienstverleners. Maar ook betalingen aan het CJIB: ze onthullen delen van ons leven die extra beschermd moeten worden. Deze gegevens zijn direct te relateren aan fundamentele mensenrechten. Wanneer een consument een rekeninginformatiedienst gebruikt kunnen deze gegevens breder gedeeld worden. Door PSD2 kunnen gegevens, die nu beschermd zijn, via een omweg toch breed bekend worden, bijvoorbeeld doordat ze opgenomen worden in een profiel. Of omdat ze gebruikt worden als zwarte lijst.

De beste bescherming is voorkómen dat bijzondere persoonsgegevens worden verwerkt. We hebben daarom een PSD2-me-niet register opgezet en daaromheen een API, een privacyfilter. Met dit filter kan een AISP rekeningnummers detecteren en filteren en zo voorkomen dat bijzondere persoonsgegevens onnodig verwerkt of verstrekt worden. Bovendien wordt een consument geïnformeerd en krijgt deze een echte keuze om gegevens te delen of dat niet te doen.

Hoe nu verder?

Een groot deel van onze resultaten hebben we vervat in een Whitepaper. Deze is verstuurd aan stakeholders zoals de Europese Commissie, de European Data Protection Board (EDPB) en de Autoriteit Persoonsgegevens. En natuurlijk zoveel mogelijk AISP’s, want als zij de maatregelen overnemen beschermen zij privacy ‘by design’.  Onze Whitepaper bevat daarnaast een aantal andere voorbeelden hoe privacy beter te beschermen. Zoals de ‘good practices’ om betere transparantie over rekeninginformatiediensten te krijgen. We hopen dat AISP’s de adviezen in onze Whitepaper ter harte zullen nemen.

Onze API is opgenomen in een dienstverlener, Gatekeeper for Open Banking. We steunen hun doorontwikkeling en denken mee hoe het privacyfilter opgenomen kan worden in hun ontwerp en dienstverlening. Wanneer AISP’s de Gatekeeper gebruiken krijgen consumenten de regie over hun data die zij verdienen.

Met de Whitepaper en de API hebben we de instrumenten ontwikkeld en verspreid die gebruikt kunnen worden door AISP’s. De Europese Commissie evalueert de PSD2 pas vanaf 2022. Daarom zijn we blij dat we op deze manier onze gedachten hebben kunnen overdragen.

Privacy First blijft dit dossier monitoren. Onze website PSD2meniet.nl blijft in de lucht en zal een basis blijven voor dit onderwerp.

Heb je suggesties of wil je weten hoe het verder gaat? Laat het ons weten via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.!

Gepubliceerd in Financiële privacy & PSD2

Met grote zorg heeft Privacy First kennisgenomen van het concept-wetsvoorstel testbewijzen covid-19. Onder dit wetsvoorstel zal een negatief corona-testbewijs verplicht worden voor toegang tot openbare gelegenheden, waaronder horeca, evenementen, sport en jeugdactiviteiten, culturele instellingen en waarschijnlijk ook een deel van het (hoger) onderwijs, e.e.a. op straffe van hoge boetes. Dit zet ieders recht op privacy onder druk.

Zware inbreuk op grondrechten

Het concept-wetsvoorstel vormt een zware inbreuk op talloze grondrechten en mensenrechten, waaronder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de lichamelijke integriteit en de vrijheid van beweging in combinatie met andere relevante mensenrechten zoals het recht op deelname aan het culturele leven, het recht op onderwijs en diverse kinderrechten zoals het recht op recreatie. Iedere inperking van deze rechten dient strikt noodzakelijk, proportioneel en effectief te zijn. Bij het huidige concept-wetsvoorstel is dit echter niet aangetoond en wordt de vereiste noodzakelijkheid in het algemeen belang simpelweg verondersteld. Privacyvriendelijker alternatieven om de maatschappij weer te kunnen openen en normaliseren lijken niet te zijn overwogen. Reeds om deze redenen kan het voorstel de mensenrechtelijke toets niet doorstaan en dient daarom te worden ingetrokken.

Sociale uitsluiting

Het voorstel is daarnaast in strijd met het algemene verbod van discriminatie, aangezien hierdoor een breed maatschappelijk onderscheid wordt geïntroduceerd op basis van medische status. Dit zet het sociale leven onder druk en kan leiden tot grootschalige ongelijkheid, stigmatisering, maatschappelijke segregatie en zelfs mogelijke spanningen, aangezien grote groepen in de samenleving zich (om uiteenlopende redenen) niet (of niet stelselmatig) zullen willen of kunnen laten testen. Ook tijdens de recente Nationale Privacy Conferentie van Privacy First en ECP bleek dat de invoering van een verplicht “coronapaspoort” een maatschappelijk ontwrichtende werking kan hebben.[1] Bij die gelegenheid nam o.a. de Autoriteit Persoonsgegevens hier dan ook nadrukkelijk stelling tegen. Dergelijke maatschappelijke risico’s gelden des te sterker voor de indirecte vaccinatieplicht die in het verlengde van het corona-testbewijs ligt. In dit verband herinnert Privacy First graag aan het feit dat recentelijk zowel de Tweede Kamer als de Parlementaire Assemblée van de Raad van Europa zich tegen een directe of indirecte vaccinatieplicht hebben uitgesproken.[2] Daarnaast zal het onderhavige concept-wetsvoorstel precedentwerking kunnen hebben voor andere medische aandoeningen en andere maatschappelijke sectoren, waardoor een veel breder scala aan sociaal-economische mensenrechten onder druk zal komen te staan. Om al deze redenen adviseert Privacy First het kabinet met klem om dit concept-wetsvoorstel in te trekken.

Meervoudige privacyschending

Vanuit het perspectief van het recht op privacy gelden bovendien een aantal specifieke bezwaren en vragen. Allereerst introduceert het concept-wetsvoorstel een verplicht “gezondheidsbewijs” voor deelname aan een groot deel van het maatschappelijk leven, in flagrante strijd met het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens. Ook introduceert het concept-wetsvoorstel een identificatieplicht “aan de voordeur” bij openbare gelegenheden, in strijd met het recht op anonimiteit in de openbare ruimte. Het wetsvoorstel resulteert daarnaast in inconsequente toepassing van bestaande wetgeving op dezelfde handeling, namelijk het testen, met verregaande gevolgen enerzijds voor een belangrijk goed als het medisch beroepsgeheim en het vertrouwen van de burger in dat beroepsgeheim, en anderzijds voor de praktische uitvoering van bewaartermijnen terwijl de verwerking niet verandert. Niet het resultaat van de test moet immers bepalend zijn of het dossier onder de Wgbo valt (met daarop een medisch beroepsgeheim en een bewaartermijn van 20 jaar) of juist onder de Wet publieke gezondheid (met een bewaartermijn van 5 jaar), maar de handeling van het testen zelf. Bovendien is het de vraag waarom er in het huidige concept-wetsvoorstel aansluiting wordt gezocht bij Wpg en/of Wgbo als het hier enkel gaat om het verkrijgen van een testbewijs met als doel deelname aan de maatschappij (en dus geen medische behandeling noch publieke gezondheidstaak voor dat doel). Hier zou de enige mogelijkheid voor verwerking en voor doorbreking van het medisch beroepsgeheim de grondslag toestemming moeten zijn. In dit geval kan er echter geen sprake zijn van de wettelijk vereiste vrijelijk gegeven toestemming, nu het testen een dwingende voorwaarde zal zijn voor deelname aan de maatschappij.

Privacy vereist duidelijkheid

Veel andere zaken zijn nog onduidelijk: welke gegevens zullen worden opgeslagen, waar, door wie en wat zal er kunnen worden uitgewisseld? In hoeverre zal er sprake zijn van persoonlijke localisering en identificatie, of slechts van incidentele verificatie en authenticatie? Waarom kunnen testuitslagen onnodig lang (5 of zelfs 20 jaar) worden bewaard? Hoe groot zijn de risico’s op hacking, datalekken, fraude en vervalsing? In hoeverre zal er sprake zijn van decentrale, privacyvriendelijke technologie en privacy by design, open source software, dataminimalisatie en anonimisering? Zullen testbewijzen kosteloos blijven en in hoeverre zal er sprake kunnen zijn van privacyvriendelijke diversiteit en keuzevrijheid bij test-applicaties? Wordt er reeds gewerkt aan de introductie van een “alternatieve digitale drager” i.p.v. de CoronaCheck app, namelijk een chip, met alle risico’s van dien? Hoe zullen doelverschuiving (function creep) en profilering worden voorkomen en hoe is het privacy-toezicht geregeld? Zullen er altijd niet-digitale, papieren alternatieven beschikbaar blijven? Wat gebeurt er met het afgenomen testmateriaal, oftewel ieders DNA? En wanneer zullen de corona-testbewijzen weer worden afgeschaft?

Zolang dergelijke bezwaren en vragen onbeantwoord blijven, heeft indiening van dit wetsvoorstel überhaupt geen zin en zal het corona-testbewijs slechts tot maatschappelijke kapitaalvernietiging leiden. Privacy First verzoekt u daarom nogmaals om het huidige voorstel in te trekken en dit niet bij het parlement in te dienen. Bij gebreke hieraan zal Privacy First zich het recht voorbehouden om e.e.a. door de rechter te laten toetsen en onrechtmatig te laten verklaren.


[1] Zie Nationale Privacy Conferentie 28 januari 2021, https://youtu.be/asEX1jy4Tv0?t=9378, vanaf 2u 36 min 18 sec.
[2] Zie Council of Europe, Parliamentary Assembly, Resolution 2361 (2021): Covid-19 vaccines: ethical, legal and practical considerations, https://pace.coe.int/en/files/29004/html, par. 7.3.1-7.3.2: “Ensure that citizens are informed that the vaccination is NOT mandatory and that no one is politically, socially, or otherwise pressured to get themselves vaccinated, if they do not wish to do so themselves; ensure that no one is discriminated against for not having been vaccinated, due to possible health risks or not wanting to be vaccinated.” Zie tevens o.a. Tweede Kamer, Motie van het lid Azarkan over geen coronavaccinatieplicht (28 oktober 2020), Kamerstuk 25295-676, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25295-676.html: “De Kamer (...) spreekt uit dat er in de toekomst nooit sprake mag zijn van een directe of indirecte coronavaccinatieplicht”; Motie van het lid Azarkan over toegang tot publieke voorzieningen voor iedereen ongeacht vaccinatie- of teststatus (5 januari 2021), Kamerstuk 25295-864, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25295-864.html: “De Kamer (...) verzoekt de regering om toegang tot publieke voorzieningen voor iedereen mogelijk te maken ongeacht vaccinatie- of teststatus.”

Gepubliceerd in Wetgeving
donderdag, 18 maart 2021 13:14

Rechter: twijfel over UBO-register is terecht

De Nederlandse rechter heeft vandaag vonnis gewezen in het kort geding dat Privacy First aanhangig maakte over het UBO-register. De rechter heeft bevestigd dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. De rechter volgt op dit punt het zeer kritische advies van de Europese privacy-toezichthouder EDPS (European Data Protection Supervisor). De Nederlandse kort geding-rechter oordeelt dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, tot de conclusie zal komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. Deze vraag ligt sinds kort al bij het Hof van Justitie, omdat daarover recent door een Luxemburgse rechter vragen zijn gesteld. Nu deze kwestie al op het bord van de hoogste Europese rechter ligt, vindt de Nederlandse rechter het niet nodig hierover zelf ook nog vragen te stellen.

Privacy First had ook om tijdelijke buitenwerkingstelling van het UBO-register gevraagd. Dat gaat de rechter een stap te ver. De rechter meent dat buitenwerkingstelling van het register niet mogelijk is zolang de onderliggende EU-richtlijn nog van kracht is. Dan zou de Nederlandse Staat in een positie worden gebracht dat er in strijd wordt gehandeld met een Europese richtlijn. Met deze vordering loopt Privacy First volgens de rechter op de muziek vooruit. Privacy First zal het vonnis op dit punt bestuderen, ook met het oog op een mogelijk hoger beroep.

De advocaat van Privacy First, Otto Volgenant van Boekx Advocaten: ‘Door het UBO-register komen privacygevoelige gegevens van miljoenen mensen op straat te liggen. Van alle kanten wordt betwijfeld of dat wel een effectief middel is in de strijd tegen witwassen en terrorisme. Het is met een kanon op een mug schieten. De hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, zal hier uiteindelijk over oordelen. Ik verwacht dat die een streep door het UBO-register zet.’

Achtergrond

Begin dit jaar maakte Stichting Privacy First een principiële rechtszaak tegen de Staat aanhangig over het nieuwe UBO-register bij de Kamer van Koophandel. Onder de wetgeving waarop het UBO-register is gebaseerd moeten alle 1,5 miljoen rechtspersonen die in het Handelsregister zijn ingeschreven allerlei privacygevoelige informatie over hun UBO’s (‘ultimate beneficial owners’ oftewel ‘uiteindelijk belanghebbenden’) openbaar maken. Dit betreft de persoonsgegevens van miljoenen bestuurders, aandeelhouders en hoge leidinggevenden van bedrijven (waaronder familiebedrijven), stichtingen, verenigingen, maatschappelijke organisaties en goede doelen, kerken etc. Privacy First acht dit een massale privacyschending die tevens persoonlijke veiligheidsrisico’s creëert. Privacy First heeft daarom de rechter verzocht om het UBO-register per direct onrechtmatig te verklaren. Veel informatie in het UBO-register zal openbaar toegankelijk zijn en door iedereen opgevraagd kunnen worden. Privacy First acht dit volstrekt disproportioneel en in strijd met Europees privacyrecht. Het Hof van Justitie van de EU zal toetsen of de Europese regelgeving waarop het UBO-register is gebaseerd in strijd is met het grondrecht op privacy.

Het vonnis van de kort geding rechter staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:2457.

Update 15 april 2021: gisteren heeft Privacy First spoedappèl tegen het gehele vonnis ingesteld bij het Hof Den Haag. De appèldagvaarding vindt u HIER (pdf). Privacy First verzoekt het Hof o.a. om alsnog zelf prejudiciële vragen over het UBO-register te stellen aan het Europees Hof van Justitie en het UBO-register buiten werking te stellen totdat die vragen beantwoord zijn. Gezien de grote belangen die op het spel staan hoopt Privacy First dat het Hof Den Haag deze zaak op de kortst mogelijke termijn zal behandelen.

Update 17 augustus 2021: de rechtszitting in het hoger beroep (spoedappèl) van Privacy First tegen het vonnis zal op maandag 27 september as. bij het Hof Den Haag plaatsvinden. 

Gepubliceerd in Rechtszaken

UvA Academy Masterclass: privacy bekeken vanuit juridisch, technologisch, economisch, psychologisch en ethisch perspectief

Vanaf 3 maart t/m 14 april 2021 vindt bij de UvA Academy een speciale Masterclass plaats over privacy, genaamd Privacy in Perspectief. Deze Masterclass is geschikt voor privacy professionals zoals privacy officers, functionarissen gegevensbescherming, cybersecurity specialisten, marketeers, advocaten, juristen, beleidsmedewerkers, managers en adviseurs die te maken hebben met juridische, economische, ethische, technische en organisatorische vraagstukken en verandertrajecten met betrekking tot privacy en de verwerking, opslag en gebruik van persoonsgegevens. Het geeft u vanuit verschillende invalshoeken een verfrissende kijk op privacy. Met nieuwe inzichten uit de wetenschap en praktijk kunt u betere oplossingen vinden voor concrete privacy issues en gericht werken aan het ontwerp en de realisatie van het privacybeleid voor uw organisatie.

In zeven modules worden talrijke privacyonderwerpen onderwezen door diverse vakdocenten. In week 7 zal Privacy First meedoen aan het Lagerhuisdebat.

De Masterclass zal onder andere ingaan op:

  • Privacy: historie en diepere betekenis (sociale, psychologische, fysieke en informationele privacy; een situatiegebonden grondrecht).
  • Wat zijn de achtergronden en veranderingen in wet- en regelgeving op het gebied van privacy en welke impact hebben deze op mensen, overheid en organisaties?
  • Hoe mensen met hun privacy omgaan: de privacy paradox. Het verschil tussen denken en doen.
  • De betekenis van privacy voor mensen. Inzichten vanuit de psychologie en sociologie.
  • Privacy in relatie tot de ontwikkelingen in (digitale) technologie: van drones, sensoren, biometrische gegevens, social media data, cookies, locatiedata tot en met satellietgegevens, cyberhacks en AI. Wat kan en wat mag wanneer?
  • Hoe organisaties ondernemen met data, de nieuwe olie om hun concurrentiepositie te verbeteren. Wat kan en wat mag wanneer?
  • Hoe een effectief en efficiënt privacybeleid te implementeren binnen uw organisatie.

Last but not least wordt er gewerkt aan praktijkcasussen en vraagstukken die spelen bij deelnemers en hun organisaties.

Klik HIER voor meer informatie en om u aan te melden.

Gepubliceerd in Evenementen
Pagina 2 van 5
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100