Toon items op tag: Gezondheid

Een noodsituatie vergt noodmaatregelen. Daar zijn we ons terdege van bewust. Maar ook noodmaatregelen moeten proportioneel, transparant en toetsbaar zijn. En daar lijkt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) nu toch een belangrijke steek te hebben laten vallen. Omdat die haar goedkeuring heeft gegeven aan een problematische noodmaatregel, de zogenaamde ‘corona opt-in’, waarmee het medisch beroepsgeheim systematisch buitenspel wordt gezet. De medische privacy van alle Nederlandse burgers komt hiermee in gevaar.

Waar gaat het om? Ruim de helft van alle Nederlanders heeft nog geen toestemming gegeven om hun medische gegevens via het Landelijk Schakelpunt (LSP) te laten uitwisselen door zorgverleners. Daardoor is er een groot niemandsland van potentiële corona-patiënten waarvan huisartsenposten en ziekenhuizen niet weten wat hun medische achtergrond is. Terwijl ze daar wel behoefte aan hebben, als de nood aan de man komt. Vandaar dat ze aan het ministerie van VWS gevraagd hebben om daar iets voor te regelen.

Het ministerie van VWS heeft hiervoor de zogenaamde ‘corona opt-in’ bedacht. Een verwarrende term, omdat er door die maatregel juist géén expliciete toestemming (opt-in) meer vereist is; er wordt uitgegaan van een soort stilzwijgende toestemming dat je gegevens gedeeld mogen worden via het LSP. Tenzij je alsnog bezwaar maakt. De nieuwe praktijk wordt daarmee: wie zwijgt, stemt toe (opt-out). Wat wettelijk gezien gewoon niet mag.

De Autoriteit Persoonsgegevens vindt deze ‘corona opt-in’ niet bezwaarlijk, met dien verstande dat de patiënt nog wel even ter plekke toestemming moet geven. In haar reactie op het voorstel stelt de AP:
“Artsen op de huisartsenpost of spoedeisende hulp mogen alleen met toestemming van coronapatiënten het medisch dossier bij hun huisarts inzien via een elektronisch uitwisselingssysteem. Wie nog geen toestemming heeft gegeven, kan dat ter plekke doen. Dat mag in dit geval ook mondeling. Alleen als een patiënt niet in staat is om toestemming te geven, is inzage zonder toestemming toegestaan.”

Medisch beroepsgeheim massaal omzeild

Klinkt logisch en redelijk. Vooral ook vanwege de extra voorwaarden die de AP heeft toegevoegd, zoals: dat deze maatregel tijdelijk is, en dat de gegevens alleen ingezien mogen worden door de huisartsenpost of de spoedeisende hulp. Maar toch kleven er aan deze oplossing belangrijke bezwaren. We noemen er vier (maar er zijn er nog meer).

Ten eerste is er een technisch probleem. Je kunt als patiënt wel zéggen dat je toestemming geeft, maar dan kan de arts nog steeds niet in je dossier. Degene die je dossier moet ontsluiten is namelijk de huisarts die je medische gegevens heeft vastgelegd in zijn patiëntdossier. Deze noodmaatregel is nou juist bedoeld om het beroepsgeheim dat daarop rust te omzeilen. Hoe dit logistiek moet worden gerealiseerd, wordt niet helder uit de brief van de AP. Maar wie is ingewijd in de technische kant van het LSP, weet dat dit alleen maar kan door álle dossiers waarvoor nog geen toestemming voor uitwisseling is gegeven, alsnog te ontsluiten (via een update van huisarts-systemen). Een volkomen disproportionele maatregel. En ook nog bloedlink, getuige het tweede probleem.

Het tweede probleem is ook technisch van aard: de raadpleging van je dossier zou beperkt moeten blijven tot de zorgverleners die direct bij je behandeling zijn betrokken. Maar dat is in het LSP technisch niet mogelijk. Dit informatiesysteem biedt geen mogelijkheid tot gericht opvragen: het is alles of niets. In dit geval dus alles, oftewel iedere zorgverlener aangesloten op het LSP. Dat zijn tienduizenden potentiële ingangen voor hackers. De Eerste Kamer, die het LSP in 2011 unaniem verwierp, noemde het systeem daarom destijds “een dossier met duizend deuren aan de achterkant.”

Schijnzeggenschap

De ‘corona opt-in’ biedt daarmee slechts een schijnzeggenschap aan de patiënt – het derde bezwaar. Ongeacht of de patiënt toestemming geeft, zal diens dossier namelijk technisch al open staan voor raadpleging vanuit tienduizenden toegangspunten. De toestemming die patiënten volgens de AP moeten geven, is daarmee niets meer dan een holle formaliteit. Door in haar brief aan het Ministerie van Volksgezondheid ten onrechte te stellen dat deze toestemming een harde eis is om het dossier raadpleegbaar te maken, gaat de AP voorbij aan de verstrekkende technische implicaties van deze maatregel – en daarmee ook de juridische.

Daarmee komen we aan bij het vierde en overkoepelende bezwaar. De AP houdt officieel toezicht op de naleving van privacywetten, maar nergens in haar brief valt te lezen op welke wettelijke basis de ‘corona opt-in’ is gebaseerd. Evenmin wordt duidelijk waarom de AP van mening is dat de voorgestelde ‘corona opt-in’ een noodzakelijke en proportionele maatregel en dat dit probleem niet op een minder ingrijpende manier kan worden opgelost. Van een privacytoezichthouder in crisistijd mogen we een transparant en grondiger onderbouwd oordeel verwachten, waarbij bovenstaande gevolgen van de ‘corona opt-in’ expliciet worden meegewogen.

Toezicht op naleving van de privacywetgeving en de principes van het privacyrecht zijn de kerntaken van de AP, juist in crisistijd. Als iemand nu het hoofd koel moet houden en niet mee moet gaan in overhaaste crisismaatregelen met onoverzienbare gevolgen, is het de nationale toezichthouder op de privacy.


Platform Bescherming Burgerrechten
Privacy First
Humanistisch Verbond
Stichting KDVP


Dit gezamenlijke standpunt is eerder tevens gepubliceerd op https://platformburgerrechten.nl/2020/04/10/ap-sta-ons-bij/ en https://specifieketoestemming.nl/ap-sta-ons-bij/.

Gepubliceerd in Wetgeving
vrijdag, 08 december 2017 14:27

Hoge Raad stuurt aan op privacy by design

Sinds 2013 voerde de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen een fundamentele rechtszaak tegen de private opvolger van het Elektronisch Patiëntendossier: het Landelijk Schakelpunt (LSP). Eind vorige week besloot de Hoge Raad dat het LSP vooralsnog niet in strijd is met het huidige privacyrecht. In het oordeel van de Hoge Raad ligt echter de opdracht besloten dat het LSP snel zal moeten gaan voldoen aan het wettelijke vereiste van 'privacy by design'. Dit vormt een belangrijk precedent en legt de lat voor de toekomst hoog.

Private doorstart EPD: Landelijk Schakelpunt

In april 2011 werd het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) door de Eerste Kamer unaniem verworpen, voornamelijk wegens privacybezwaren. Door diverse marktpartijen (waaronder zorgverzekeraars) werd vervolgens echter vrijwel ditzelfde EPD in private vorm doorgestart als Landelijk Schakelpunt (LSP) voor grootschalige, centrale uitwisseling van medische gegevens. Het LSP is sindsdien nationaal ‘uitgerold’: veel huisartsen zijn inmiddels (onder druk van zorgverzekeraars) op het LSP aangesloten. Ook hebben miljoenen Nederlanders inmiddels ‘toestemming’ gegeven voor uitwisseling van hun medische gegevens via het LSP. Probleem met deze ‘toestemming’ is echter dat deze dusdanig breed en algemeen is, dat deze vrijwel onmogelijk rechtmatig geacht kan worden. Dit was dan ook één van de principiële bezwaren waarop de rechtszaak van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VP Huisartsen) tegen het LSP betrekking had. Andere bezwaren tegen het LSP hebben o.a. betrekking op het feit dat de architectuur van het LSP inherent onveilig en privacyschendend is: via het LSP is ieder aangesloten medisch dossier voor duizenden zorgverleners inzichtelijk. Dit is in strijd met het recht op privacy van de patiënt en het medisch beroepsgeheim van behandelend artsen. Bovendien is hierbij geen sprake van privacy by design, bijvoorbeeld middels end-to-end encryptie. In wezen is het LSP hierdoor zo lek als een mandje, ideaal voor function creep (doelverschuiving) en mogelijk misbruik door kwaadwillenden.

Campagne SpecifiekeToestemming.nl

Privacy First heeft hierover de laatste jaren talloze malen alarm geslagen richting politiek en media. Zelfs op VN-niveau heeft Privacy First het Nederlandse LSP actief aangekaart. Op initiatief van Privacy First en het Platform Bescherming Burgerrechten is sinds april 2014 bovendien een grootschalige internetcampagne gelanceerd ter behoud en bevordering van het recht op medische privacy: www.SpecifiekeToestemming.nl. Deze campagne wordt sindsdien gesteund door tal van maatschappelijke organisaties, zorgverleners en academici. Kern van de campagne is dat specifieke toestemming (weer) het leidende principe moet worden bij de uitwisseling van medische gegevens. Bij specifieke toestemming kunnen patiënten voorafgaand aan het delen van hun medische gegevens bepalen of, en zo ja welke, gegevens mogen worden gedeeld met welke zorgverleners voor welke doeleinden. Dat beperkt de risico's en maakt het mogelijk voor patiënten om controle te houden over de uitwisseling van hun medische data. Dit in tegenstelling tot de generieke toestemming die geldt bij het LSP. Bij generieke toestemming is niet te voorzien door wie iemands medische gegevens kunnen worden ingezien, gebruikt, uitgewisseld etc. Generieke toestemming is daarmee per definitie in strijd met twee klassieke uitgangspunten in het privacyrecht: het beginsel van doelbinding en het recht op vrije, voorafgaande en volledig geïnformeerde toestemming bij de verwerking van persoonsgegevens.

Privacy by design

Mede onder druk van onze campagne SpecifiekeToestemming.nl werd het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg (wetsvoorstel 33509) door de Tweede Kamer in 2014 aangescherpt en werden door de Eerste Kamer in 2016 twee cruciale moties aangenomen: de motie-Bredenoord (D66) c.s. over de verdere uitwerking van dataprotectie-by-design als het uitgangspunt voor de elektronische verwerking van medische gegevens en de motie-Teunissen (PvdD) c.s. inzake het decentraal (i.p.v. centraal) toegankelijk houden van medische dossiers. Onder deze nieuwe wet wordt specifieke (“gespecificeerde”) toestemming verplicht; dit dient nu geïmplementeerd te worden in alle bestaande en toekomstige systemen voor de uitwisseling van medische gegevens, waaronder het huidige LSP. Bovendien wordt onder de nieuwe Europese privacywetgeving privacy by design een harde juridische plicht: reeds vanaf het allereerste ontwerp dienen privacy en dataprotectie in alle relevante hardware en software te worden ingebouwd. In dit verband zijn er de laatste jaren reeds diverse marktontwikkelingen gaande die er op duiden dat bij nieuwe systemen specifieke toestemming de norm wordt en dat privacy by design de nieuwe standaard wordt. Een goed voorbeeld hiervan in de medische context is Whitebox Systems dat al in 2015 een Nationale Privacy Innovatie Award won.

Rechtszaak VP Huisartsen

Sinds maart 2013 voerde VP Huisartsen een grootschalige civiele rechtszaak tegen de private beheerder van het LSP: de Vereniging van zorgaanbieders voor zorgcommunicatie (VZVZ). Na teleurstellende uitspraken door de rechtbank Utrecht en het Hof Arnhem stelde VP Huisartsen eind 2016 cassatie in bij de Hoge Raad. In cassatie kreeg deze zaak (via Pro Bono Connect, op advies van Privacy First) ondersteuning door advocatenkantoor Houthoff Buruma. Bij de Hoge Raad diende Privacy First vervolgens samen met het Platform Bescherming Burgerrechten een amicus curiae-brief (PDF) in ter ondersteuning van de standpunten van VP Huisartsen, in lijn met onze gezamenlijke campagne SpecifiekeToestemming.nl. In het advies (“conclusie”) van de Advocaat-generaal bij de Hoge Raad werd vervolgens uitgebreid aan deze amicus curiae-brief gerefereerd. Op 1 december jl. heeft de Hoge Raad uiteindelijk uitspraak gedaan. In deze uitspraak sluit de Hoge Raad zich helaas grotendeels aan bij de eerdere argumentatie van het Hof Arnhem. Privacy First kan zich daarbij echter niet aan de indruk onttrekken dat het LSP (zelfs voor de Hoge Raad) blijkbaar “too big to fail” is: dit gebrekkige systeem is inmiddels dusdanig groot dat men het wellicht niet onrechtmatig durft te verklaren. Toch is er ook een belangrijk lichtpunt, en wel in de slotoverweging van de Hoge Raad:

“[Het hof heeft] onderkend dat de zorginfrastructuur ook kan worden ingericht op een wijze waarbij meer onderscheid tussen (soorten) gegevens en (categorieën) zorgaanbieders kan worden gemaakt, en waarbij in het bijzonder gegevensuitwisseling op basis van toestemming bij voorbaat desgewenst kan worden beperkt tot spoedeisende gevallen. In zijn oordeel ligt besloten dat deze inrichting meer en beter in overeenstemming is met de beginselen die aan de Privacyrichtlijn en de Wbp ten grondslag liggen, maar ten tijde van het wijzen van het bestreden arrest nog niet van VZVZ kon worden geëist. Van VZVZ mag volgens het hof wel worden verwacht dat zij, zodra dit voor haar technisch mogelijk en uitvoerbaar is, het systeem aanpast door daarin meer keuzevrijheid te bieden.

Deze overwegingen zijn niet onbegrijpelijk. Daarbij verdient nog opmerking dat gelet op de (...) ambities van VZVZ met het systeem en op de veranderingen in de regelgeving (...), waarbij ‘privacy by design’ en ‘privacy by default’ uitdrukkelijk tot uitgangspunt zijn genomen (art. 25 leden 1 en 2 Algemene verordening gegevensbescherming), eens te meer in de rede ligt wat het hof van VZVZ verwacht.” (5.4.4)

Evenals het Hof Arnhem stuurt de Hoge Raad hiermee duidelijk aan op implementatie van specifieke toestemming en privacy by design in het LSP. De Hoge Raad creëert hiermee een positief precedent dat ook in bredere zin (voor andere systemen) de toon voor de toekomst zet. Privacy First zal de ontwikkelingen hieromtrent actief blijven volgen en e.e.a. indien nodig opnieuw bij de rechter (laten) aankaarten.

 

Lees HIER het hele arrest van de Hoge Raad en HIER de eerdere conclusie van de Advocaat-generaal.
De amicus curiae brief van Privacy First en het Platform Bescherming Burgerrechten vindt u HIER in pdf.

Commentaar VP Huisartsen: http://www.vphuisartsen.nl/nieuws/cassatieberoep-vphuisartsen-verloren-toch-winst/

Commentaar SpecifiekeToestemming.nl: http://specifieketoestemming.nl/werk-aan-de-winkel-na-teleurstellend-vonnis-over-lsp/ .

Gepubliceerd in Medische privacy

De campagne Specifieke Toestemming van Privacy First en het Platform Bescherming Burgerrechten maakt na drie jaar actie de balans op.

Na bijna drie jaar actie te hebben gevoerd tegen de nieuwe EPD-wet van minister Schippers, mag onze campagne Specifieke Toestemming een bescheiden maar belangrijk succes vieren. De wet waartegen we hebben gelobbyd, is tot onze spijt aangenomen. Er zijn echter een aantal belangrijke lichtpunten, en nog meer redenen om de komende tijd deze wet en haar gevolgen zeer kritisch te blijven volgen. We beginnen met de lichtpunten:

Onze campagnemissie kreeg brede steun van maatschappelijke organisaties en academici

Een groot aantal maatschappelijke organisaties en academici op het gebied van privacy, ICT en gezondheidszorg onderschrijft de missie van onze campagne al sinds haar lancering. Die brede steun laat zien dat vele organisaties en personen met deskundigheid en statuur onze zorgen delen. Ons standpunt is dan ook verre van controversieel: we strijden om de rechten die patiënten al sinds vanouds hebben in de zorg ook te waarborgen bij het digitaal uitwisselen van medische gegevens. We zijn desalniettemin trots dat we al die tijd namens een grote en relevante groep onze boodschap onder de aandacht hebben kunnen brengen.

We hebben de politieke discussie over patiëntprivacy en toestemming op scherp gesteld

Vanaf haar lancering heeft Specifieke Toestemming een zeer duidelijk onderscheid gemaakt tussen specifieke, rechtmatige toestemming zoals die is vastgelegd in privacywetgeving en mensenrechtenverdragen, en de brede, generieke toestemming die minister Schippers mogelijk wilde maken met dit wetsvoorstel. Daarmee hebben we een belangrijke invloed gehad op hoe er over deze wet is gediscussieerd. Regelmatig werd onze input aangehaald in debatten die Eerste en Tweede Kamerleden met de minister voerden. Ook waren we deel van het expertpanel waarmee de Eerste Kamer in april dit jaar een hoorzitting organiseerde over de privacy-aspecten van de nieuwe EPD-wet.

Voor het eerst sinds de verwerping van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) werd weer een stevig inhoudelijk debat over patiëntprivacy gevoerd. We hopen dat onze campagne een basis heeft gelegd voor een duurzame discussie over hoe vertrouwelijkheid in de zorg in het digitale tijdperk dient te worden gewaarborgd.

Dankzij een cruciale motie blijven privacyvriendelijke alternatieve systemen mogelijk

Met de aanname van de motie-Teunissen, waarvoor we in de laatste dagen van het wetgevingstraject hard hebben gelobbyd, kunnen alternatieve systemen naast het Landelijk Schakelpunt (LSP) blijven bestaan. De regering wordt in de motie verzocht “ervoor zorg te dragen dat toegang tot het medisch dossier niet alleen gecentraliseerd, maar ook decentraal mogelijk zal blijven.”

Er zitten grote risico’s aan een centraal toegangssysteem zoals het LSP, zo waarschuwden hoogleraren tijdens de expertmeetings in de Eerste Kamer. Met de motie-Teunissen blijft het mogelijk om bij elke zorgverlener apart te kunnen aangeven welke gegevens deze met welke andere zorgverleners mag delen – zonder dat dit aan een centraal systeem zoals het LSP is verbonden. Zo voorkom je als patiënt dat je toestemmingen (en dus ook informatie over welke zorgverleners je bezoekt) in een landelijk register worden opgeslagen en blijven ze alleen bij de zorgverlener bewaard.

Er zal uiteraard krachtig op moeten worden toegezien dat de motie ook echt vorm krijgt en uitgevoerd wordt.

Helaas zijn er weinig echte lichtpunten te melden:

In zijn algemeenheid is deze wet een privacydraak die de patiëntprivacy en het medisch beroepsgeheim ondermijnt. Hieronder lichten we toe waarom, en waarop we de komende tijd strak moeten gaan letten.

De “gespecificeerde toestemming” die patiënten straks moeten geven is onbegrijpelijk

Deze wet introduceert een problematische vorm van toestemming: gespecificeerde toestemming. Anders dan de naam doet vermoeden, is deze vorm van toestemming weinig specifiek. Het kan alles betekenen van een ongerichte toestemming om tienduizenden zorgverleners in Nederland inzage in je dossier te geven, tot het beschikbaar stellen van een doktersrecept voor de apotheker om de hoek.

Gespecificeerde toestemming creëert de mogelijkheid om patiënten een vage toestemmingsvraag te stellen met onoverzichtelijke gevolgen. Een voorbeeld daarvan kan nu al worden gevonden in de folders die VZVZ verspreidt voor deelname aan het LSP. Mensen worden geregeld een opt-in formulier onder de neus geschoven met het verzoek te tekenen omdat anders de medicatieveiligheid niet gegarandeerd zou kunnen worden. Vergelijkbare risico’s voorzien we voor het nog te introduceren online patiëntenportaal, waarmee patiënten straks zelf de regie zouden moeten voeren over wie hun medische gegevens kunnen inzien. Hoe geïnformeerd is de toestemming die patiënten geven? Hoe wordt voorkomen dat men uit onwetendheid of “voor de zekerheid” maar een brede, ongerichte toestemming geeft? De praktijk van “gespecificeerde toestemming” zal scherp in de gaten gehouden moeten worden.

Overigens staat nog niet eens vast of de patiënt in de praktijk echt zo’n specifieke keus zal kunnen maken. De minister heeft het er zelf vooral over dat toestemming gegeven moet kunnen worden voor categorieën van zorgverleners. De huidige systemen (lees: het LSP) zijn niet uitgerust om iets anders dan generieke toestemming te geven en ICT-partijen en zorgkoepels moeten de komende drie jaar “gespecificeerde toestemming” vormgeven en implementeren – tot nog toe lijken deze partijen de toestemming steeds zo ruim mogelijk te willen maken. We bevelen de Tweede Kamer daarom met klem aan om dit traject kritisch te volgen. Om te voldoen aan de motie-Bredenoord (D66) zouden zowel de juridische uitwerking van “gespecificeerde toestemming” als de implementatie ervan onderwerp moeten zijn van Privacy Impact Assessments en de eisen zoals geformuleerd in de motie-Franken (2011).

De komende drie jaar wordt het uit de wet geschrapte Generieke Toestemming gedoogd

In de drie jaar dat “gespecificeerde toestemming” moet worden uitgewerkt en geïmplementeerd, wil de minister dat patiënten generieke toestemming kunnen geven: de toestemmingsvorm die de Tweede Kamer juist uit het wetsvoorstel schrapte. Dit plan diende minister Schippers zelf nog in tijdens de behandeling in de Senaat. Een kwalijke zaak waartegen Specifieke Toestemming fel heeft geageerd.

Hierdoor krijgt het LSP, dat zo ongeveer alles waartegen Specifieke Toestemming campagne voert in de praktijk brengt, ruim baan. Ook zullen de generieke toestemmingen die in de komende drie jaar worden gegeven naderhand geldig blijven. In de praktijk zal dit plan er dan ook op neerkomen dat VZVZ deze periode kan gebruiken om zoveel mogelijk patiënten met een brede generieke toestemming te laten deelnemen aan het LSP. De monopoliepositie van dit systeem zal dan binnen niet al te lange tijd een voldongen feit zijn.

Specifieke toestemming blijft echter een fundamenteel recht, vastgelegd in artikel 8 van het EVRM. Daar verandert de invoering van bredere toestemmingsvormen niets aan. Daarom is het ook zo kwalijk dat het LSP, een systeem dat enkel met generieke toestemming werkt, nu vrij doorgang krijgt. Er moet op worden toegezien dat ook na de invoering van dit wetsvoorstel het mogelijk blijft om specifiek toestemming te verlenen. Om dat recht op te eisen, is het nog steeds mogelijk om vanaf de website van Specifieke Toestemming een zeggenschapsbrief naar uw zorgverlener te sturen.

Het digitaal inzage- en afschriftrecht verklaart de patiëntprivacy vogelvrij

Tot slot hebben we grote bedenkingen bij het nieuwe recht van de patiënt om online een kopie van het medisch dossier te downloaden of dit in één keer te uploaden naar de cloud. Zonder de dossierhoudend arts (die een beroepsgeheim heeft) als tussenpersoon lopen patiënten een groot risico om hun medische gegevens zonder veel nadenken, met een druk op de knop af te staan aan partijen die niet gebonden zijn aan het beroepsgeheim. Zowel de LHV als de KNMG hebben reeds aangegeven grote risico’s te zien in een dergelijke achterdeur naar het medisch dossier.

De Tweede Kamer zou de implementatie van het online patiëntenportaal, dat ook toegang gaat geven tot de digitale kopie van het medisch dossier, daarom ook zeer kritisch moeten volgen.

Andere zaken om de komende tijd in de gaten te houden:

VP Huisartsen voert een rechtszaak tegen de landelijke uitrol van het LSP. De bodemprocedure startte in 2014 en momenteel loopt de cassatiezaak bij de Hoge Raad. In deze zaak speelt ook de toestemming die patiënten in het LSP kunnen geven een belangrijke rol.

Wetsvoorstel 33980 geeft zorgverzekeraars de bevoegdheid om bij een vermoeden van fraude het medisch dossier bij zorgverleners op te eisen. Dit alles zonder voorafgaande toestemming van de patiënt. Een onnodige en disproportionele inbreuk op de patiëntprivacy. PrivacyBarometer heeft een brievenactie waaraan iedereen zou moeten meedoen.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet intensiever toezien op de uitwisseling van medische gegevens, zo stelt een motie van de Eerste Kamer. We maken ons echter grote zorgen over hoe de toezichthouder deze taak inhoudelijk zal opvatten. In de afgelopen jaren heeft de AP juist het LSP gefaciliteerd, door goedkeuring te verlenen aan de private uitrol van het systeem.

Gepubliceerd in Medische privacy

"De Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen) is deze week bij de Hoge Raad in cassatie gegaan tegen de invoering van het Landelijk Schakelpunt (LSP), de infrastructuur voor het uitwisselen van vertrouwelijke medische patiëntgegevens.

Volgens VPHuisartsen is er een gigantisch groot en duur systeem opgezet zonder van te voren adequaat onderzoek te doen. Niet naar het doel ervan, niet welke vragen het eigenlijk oplost en niet naar de risico’s die deze landelijke infrastructuur met zich meebrengt. De organisatie maakt zich vooral zorgen over de privacy-impact. Door het LSP zou de vertrouwelijkheid en de privacy in de spreekkamer namelijk eindigen.

"Het zijn niet meer de dokter en de patiënt die samen bepalen wie welke gegevens in mag zien. Eenmaal ja gezegd tegen het LSP betekent dat een derde partij kan bepalen, zonder toestemming van de huisarts en patiënt, met wie nog meer het patiëntendossier van de huisarts gedeeld mag worden. Je digitale dossierkast staat open, je weet niet wie er informatie uithaalt, je weet niet welke informatie er gezien wordt en je weet niet wat er met die informatie gebeurt", zo liet een aangesloten huisarts eerder tegenover de rechter weten.

Rechtsgang

Bij de rechtbank Midden-Nederland en in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden trok VPHuisartsen aan het kortste eind. Daarmee leek voor de Vereniging van Praktijkhouders de kous af, ondanks het feit dat er een aantal principiële rechtsvragen onbeantwoord bleven. "Maar de bescherming van het beroepsgeheim, de privacy van patiënten en daarmee de vraag naar de rechtmatigheid van het LSP blijft voor VPHuisartsen vanuit principiële en professionele redenen de drijfveer voor de gang naar de Hoge Raad", zo laat de organisatie op de eigen website weten.

Mede op aandringen van VPH-leden en enkele maatschappelijke organisaties zoals Privacy First heeft de projectgroep Pro Bono Connect van het Nederlands Juristen Comité van de Mensenrechten, de mogelijkheid van cassatie onderzocht. Pro Bono Connect is een organisatie van advocaten die vrijwillig en onbetaald hun expertise inzetten bij mensenrechtenvraagstukken, ten dienste van maatschappelijke organisaties. Mocht de Hoge Raad de zaak behandelen dan kan het nog anderhalf jaar duren voordat er een uitspraak komt. Eind maart werd bekend dat 10 miljoen Nederlanders inmiddels toestemming hebben gegeven om hun medische gegevens via het LSP uit te laten wisselen."

Bron: https://www.security.nl/posting/473981/Huisartsen+in+cassatie+tegen+invoering+van+LSP, 10 juni 2016.

Gepubliceerd in Medische privacy

Minister Schippers van Volksgezondheid wil generieke toestemming voorlopig de standaard maken in haar nieuwe EPD-wet, waardoor met een eenmalige toestemming patiëntendossiers toegankelijk worden voor alle op het systeem aangesloten zorgverleners. Ze gaat daarmee voorbij aan de wens van de Tweede Kamer, die deze toestemmingsvorm wegens privacybezwaren schrapte uit het oorspronkelijke wetsvoorstel. Dat mag de Eerste Kamer niet laten gebeuren, schrijft onze campagne Specifieke Toestemming in een brief aan de Senaat, die zich binnenkort over het wetsvoorstel buigt.

Het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische gegevensverwerking (33509) is de opvolger van de Wet-EPD, die in 2011 wegens privacybezwaren unaniem werd verworpen door de Eerste Kamer. Dossiers werden toegankelijk voor tienduizenden zorgverleners en hun medewerkers, zonder voorafgaande check van de dossierhoudende arts.

In de nieuwe EPD-wet die Schippers in 2014 presenteerde, moesten patiënten weliswaar vooraf toestemming geven om hun gegevens beschikbaar te stellen, maar was deze toestemming zo breed dat zowel arts als patiënt geen zicht hadden op wie welke gegevens met welk doel kon raadplegen. De Tweede Kamer vond dat onaanvaardbaar. Generieke toestemming, oftewel met een eenmalige toestemming alle op een systeem aangesloten zorgverleners toegang verschaffen, werd in juli 2014 uit het wetsvoorstel geschrapt.

In reactie hierop presenteerde de minister een nieuwe toestemmingsvorm: gespecificeerde toestemming. Anders dan deze term doet vermoeden, komt ook deze vorm van toestemming neer op een carte blanche, zo beargumenteerde Specifieke Toestemming al eerder uitgebreid naar de Eerste Kamer. In de expertmeetings en behandelingen in de Senaat bleek vervolgens dat ook Eerste Kamerleden nog veel vraagtekens hadden bij Schippers’ gespecificeerde toestemming.

Die bezwaren lijken echter voorbarig, nu deze vorm van toestemming überhaupt niet realiseerbaar blijkt. Huidige systemen om medische gegevens mee uit te wisselen, waarvan het Landelijk Schakelpunt (LSP, het voormalige EPD) het bekendst is, zijn namelijk in hun ontwerp niet ingericht om patiënten specifiek gegevens te laten delen (ook niet met gespecificeerde toestemming), zo informeerde de minister de Tweede Kamer in december jl. Voor er een manier is om gerichter gegevens beschikbaar te stellen, wil de minister dat patiënten in ieder geval drie jaar lang alsnog een brede, generieke toestemming kunnen geven, die, eenmaal gegeven, ook daarna geldig blijft.

Fundamentele bezwaren Eerste en Tweede Kamer genegeerd

De campagne Specifieke Toestemming volgt het wetsvoorstel al sinds haar introductie op de voet, en wees de Eerste Kamer begin deze week in een brief met klem op de fundamentele bezwaren die er kleven aan generieke toestemming.

“Specifieke Toestemming vindt dat de huidige wetgeving – Wgbo en Wbp – een goede basis is voor het vragen van toestemming in de zorg, en vindt generieke toestemming – ook ‘tijdelijk’ voor drie jaar – onacceptabel. Generieke toestemming kan door onoverzichtelijkheid voor zowel patiënt als dossierhoudend arts niet voldoen aan de eisen die wet en verdrag stellen aan het delen van medische gegevens”, zo stelde de campagne al eerder.

Onze campagne stelt aan Senaatsleden voor dat ofwel alle artikelen over toestemming uit het wetsvoorstel worden geschrapt zodat er op basis van al bestaande wetgeving medische gegevens kunnen worden gedeeld, óf dat de behandeling van het wetsvoorstel wordt uitgesteld totdat duidelijk is welke gevolgen de gespecificeerde toestemming van de minister heeft voor de privacy van patiënten.

De Eerste Kamer hield gisteren een zogeheten nadere procedure over het wetsvoorstel, en besloot daarin de verdere behandeling te laten afhangen van de termijn en de wijze waarop de Eerste Kamer zich kan laten informeren over nog bij de Kamer levende vragen. De campagne Specifieke Toestemming zal de Eerste Kamer te zijner tijd van nadere inbreng voorzien.

Download HIER de brief die Specifieke Toestemming begin deze week naar de Eerste Kamer stuurde (pdf) en klik HIER voor bovenstaand bericht zoals gisteren gepubliceerd op de campagne-website.

Gepubliceerd in Medische privacy

"Stel het elektronisch patiëntendossier uit, want het is nog niet haalbaar. Dat zegt artsenverbond KNMG dinsdag, op de dag dat de Eerste Kamer over de plannen praat.

In het voorstel staat dat patiënten moeten kunnen aangeven wie welke informatie over hen mag zien. ''Die vereisten zijn op dit moment niet uitvoerbaar'', aldus de KNMG.

De huisartsenvereniging (LHV) had vorige week ook voor uitstel gepleit. De beide organisaties willen dat er eerst onderzoek komt of het bepalen wie wat mag zien gevolgen heeft voor de 'zorgpraktijk'.

In de loop van 2017 moet dat duidelijk worden. Pas dan zou de Eerste Kamer het voorstel moeten behandelen, vinden artsen en huisartsen.

Privacy First

Ook de groepering Privacy First ziet niets in de plannen. Tot de tijd dat gerichte toestemming kan, wil de minister namelijk dat mensen algemene toestemming geven, dus dat elke zorgverlener toegang krijgt tot alle medische gegevens.

Onacceptabel, vindt Privacy First. Daarom zou de Eerste Kamer de wet moeten aanpassen of uitstellen.

 

Bron: http://www.nu.nl/binnenland/4200100/artsen-pleiten-uitstel-elektronisch-patientendossier.html, 19 januari 2016 (via ANP). Tevens gepubliceerd op http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4228235/2016/01/19/Artsen-Patientendossier-is-nog-niet-haalbaar.dhtml, http://www.gelderlander.nl/algemeen/specials/gezond-en-wetenschap/artsen-pati%C3%ABntendossier-is-nog-niet-haalbaar-1.5641229, http://www.bndestem.nl/algemeen/specials/gezond-en-wetenschap/artsen-pati%C3%ABntendossier-is-nog-niet-haalbaar-1.5641229, http://www.ed.nl/algemeen/specials/gezond-en-wetenschap/artsen-patiëntendossier-is-nog-niet-haalbaar-1.5641229, http://www.automatiseringgids.nl/nieuws/2016/03/artsen-patientendossier-is-nog-niet-haalbaar, http://www.skipr.nl/actueel/id25179-artsen-patientendossier-is-nog-niet-haalbaar.html, http://www.radartv.nl/nieuws/archief/detail/article/artsen-patientendossier-is-nog-niet-haalbaar/, etc.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Patiënten willen hun medische gegevens inzien. Ze vinden het belangrijk om zelf hun toestand in de gaten te houden.

In een oogopslag kunnen zien wat dokters over je zeggen of wat er uit een bloedtest komt. Direct aan de bel kunnen trekken als de behandeling problemen oplevert. Steeds meer mensen snakken naar een digitaal, persoonlijk gezondheidsdossier (PGD). Dat meldt patiëntenfederatie NPCF op basis van onderzoek onder ruim 11.000 leden.

Hoewel de meeste ondervraagden nog niet bekend zijn met dit digitale dossier, ziet de overgrote meerderheid reden om het in de toekomst te gebruiken. Zo denken ze dat een PGD handig is als ze chronisch ziek worden, of als ze merken dat zorgverleners niet alles van elkaar weten. 16 procent van de respondenten ziet het PGD níet zitten.

"Een digitaal dossier kan voorkomen dat een patiënt steeds maar weer zijn verhaal moet doen. Denk aan een Parkinsonpatiënt die bij verschillende ziekenhuizen loopt, en daarnaast contact heeft met een huisarts en een fysiotherapeut", zegt NPCF-voorzitter Wilna Wind. Nog belangrijker vindt Wind dat de patiënt zelf zijn toestand kan monitoren: pijnscores, insulinegehaltes, bijwerkingen. "Die kan hij meteen met hulpverleners delen en dat komt de behandeling ten goede."

Vooralsnog werkt slechts een aantal ziekenhuizen met een digitaal dossier, laat staan dat hun systemen aan elkaar zijn gekoppeld. De software verschilt per PGD en er zijn nog allerlei privacy-vraagstukken. De angst voor misbruik zorgde ervoor dat het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) in 2011 door de Eerste Kamer van tafel werd geveegd. Wind: "Het PGD is anders, want het wordt door de patiënt in plaats van de dokters beheerd."

Stichting Privacy First, fervent tegenstander van het EPD, ziet dat chronisch zieken baat kunnen hebben bij een persoonlijk digitaal dossier, maar betwijfelt of de gegevens veilig zijn. Er zou daarom een 'patiëntgeheim' moeten komen, omdat het medisch beroepsgeheim de patiënt niet voldoende beschermt tegen derden als verzekeraars en werkgevers. Dat stelde ook de Raad voor de Volksgezondheid vorig jaar.

In 2020 zou het PGD voor iedereen beschikbaar moeten zijn, vindt de NPCF. Minister Schippers (Zorg, VVD) juicht dat toe en wil regels die dat belemmeren wegnemen. Wind: "We zetten samen de schouders eronder. Ook artsen zien de voordelen.""

Bron: AD/Amersfoortse Courant, BN/DeStem, Brabants Dagblad, Dagblad van het Noorden, Dagblad de Limburger, De Gelderlander, Twentsche Courant Tubantia, Eindhovens Dagblad, Leeuwarder Courant, Limburgs Dagblad & Provinciale Zeeuwse Courant, 21 mei 2015.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Zieke wil zelf online gegevens inzien en aanvullen

Patiënten willen online hun medische gegevens inzien. Ze vinden het belangrijk om zelf hun toestand in de gaten te houden en dat maakt de behandeling beter.

In een oogopslag kunnen zien wat dokters over je zeggen, wat er uit een bloedtest komt en direct aan de bel kunnen trekken als de behandeling problemen oplevert. Steeds meer mensen snakken naar een Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD), meldt patiëntenfederatie NPCF op basis van onderzoek onder ruim 11.000 leden.

In 2011 werd het soortgelijke Elektronisch Patiëntendossier (EPD) nog afgeschoten door de Eerste Kamer uit angst voor misbruik. Het EPD was alleen bestemd voor artsen. De patiënt had daar niets over te zeggen. Bij het PGD bepaalt de patiënt met wie hij het deelt.

Hoewel de meeste ondervraagden nog niet bekend zijn met het PGD, ziet de overgrote meerderheid reden het in de toekomst te gebruiken. Zo denken ze dat een PGD handig is als ze chronisch ziek worden, of als ze merken dat zorgverleners niet alles van elkaar weten. 16 procent ziet het PGD niet zitten.

"Een digitaal dossier kan voorkomen dat een patiënt steeds weer zijn verhaal moet doen. Denk aan een parkinsonpatiënt die bij verschillende ziekenhuizen loopt, met daarnaast een huisarts en fysio," zegt NPCF-voorzitter Wilna Wind.

Nog belangrijker vindt Wind dat de patiënt zelf zijn toestand kan monitoren: pijnscores, insulinegehaltes, bijwerkingen. "Die kan hij meteen met hulpverleners delen en dat komt de behandeling ten goede."

Vooralsnog werkt slechts een aantal ziekenhuizen met een digitaal dossier, laat staan dat hun systemen aan elkaar zijn gekoppeld. Bovendien zijn er nog privacy-vraagstukken.

De Stichting Privacy First, fervent tegenstander van het EPD, ziet dat chronisch zieken baat kunnen hebben bij een digitaal dossier, maar betwijfelt of de patiëntgegevens veilig zijn.

In 2020 zou iedereen over een PGD moeten kunnen beschikken, vindt de NPCF. Minister Schippers (Zorg, VVD) juicht dat toe, en wil regels die dat belemmeren wegnemen.

De financiering moet van verzekeraars en de overheid komen, denkt de NPCF. Ook blijkt 33 procent van de patiënten bereid tot 20 euro per jaar te betalen."

Bron: Algemeen Dagblad 21 mei 2015, voorpagina. Tevens gepubliceerd op http://www.ad.nl/ad/nl/4560/Gezond/article/detail/4036591/2015/05/21/Patient-snakt-naar-elektronisch-dossier.dhtml.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

Onlangs wijdde KRO Reporter een televisie-reportage aan een concept-wetsvoorstel van minister Edith Schippers (Volksgezondheid) om politie en justitie toegang te geven tot lichaamsmateriaal bij ziekenhuizen en zogeheten biobanken. Het gaat dan om menselijk weefsel, bloed en DNA dat voor medisch onderzoek is opgeslagen en alsnog door politie en justitie zou kunnen worden gebruikt voor opsporingsdoeleinden. In juni 2012 besloot minister Schippers echter om het betreffende wetsvoorstel (Wet zeggenschap lichaamsmateriaal) niet bij de Tweede Kamer in te dienen, mede n.a.v. een kritische consultatieronde bij relevante maatschappelijke organisaties. Het was volgens Schippers aan het nieuwe kabinet om te bepalen "of er überhaupt een Wet zeggenschap lichaamsmateriaal nodig is". Op Radio Noord-Holland vond hier vanmiddag een discussie over plaats met als centrale vraag: moeten politie en justitie toegang krijgen tot medisch DNA? De hele uitzending (inclusief reacties van de landelijke artsenfederatie KNMG, Stichting Privacy First en kinderrechtenorganisatie Defence for Children) staat HIER online (16.00-17.00u). Klik HIER voor schriftelijke reacties van luisteraars en beluister hieronder het fragment met Vincent Böhre van Privacy First:

Gepubliceerd in Privacy First in de media
woensdag, 27 juni 2012 18:05

Geen naaktscanners op straat!

De Amsterdamse politie overweegt de invoering van mobiele bodyscanners met röntgenstraling op straat, zo meldt televisiezender AT5 vandaag. Mocht de politie inderdaad tot de invoering van 'naaktscanners' willen overgaan, dan zal Stichting Privacy First niet aarzelen om zowel het Amsterdamse politiekorps als de verantwoordelijke burgemeester Van der Laan persoonlijk voor de rechter te slepen wegens schending van 1) de menselijke waardigheid, 2) de onschuldpresumptie, 3) de privacy, 4) de bewegingsvrijheid, 5) de lichamelijke integriteit en 6) de gezondheid van alle Amsterdammers. De invoering van mobiele röntgenscanners brengt immers zowel de privacy als de gezondheid van onschuldige burgers actief in gevaar.

Privacy First doet hierbij een dringende oproep voor politieke maatregelen: deze donderdag staat het onderwerp preventief fouilleren op de agenda van de Amsterdamse gemeenteraad. Het is in eerste instantie aan de gemeenteraad om de Amsterdamse politie terug te fluiten en de invoering van naaktscanners te verbieden. Indien de gemeenteraad hierin faalt, behoudt Privacy First zich het recht voor om alle nodige maatregelen ter preventie van de invoering van naaktscanners te treffen.

Update 19.00u: luister HIER naar de reactie van Privacy First op FunX Radio.

Update 29 juni 2012: van invoering van mobiele bodyscanners is voorlopig geen sprake. Wel doet burgemeester Van der Laan nog onderzoek naar e.e.a. Naar verwachting komt dit onderwerp pas begin 2013 opnieuw op de agenda van de Amsterdamse gemeenteraad. Het debat over preventief fouilleren (en eventuele invoering van bodyscanners) dat gisteren plaatsvond in de Amsterdamse raadscommissie voor Algemene Zaken kunt u HIER terugzien (vanaf 233m40s).

Gepubliceerd in Cameratoezicht
Pagina 2 van 3
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100