Schokkend nieuws vandaag: de politie wil op straat vingerafdrukken gaan controleren. Dit najaar zou daartoe een proef met speciale vingerscan-apparatuur moeten beginnen.
De proef zou in eerste instantie bedoeld zijn ter opsporing van illegale vreemdelingen en verdachten van strafbare feiten. Daarna zijn ongetwijfeld alle andere burgers aan de beurt.
Onlangs werd besloten om de opslag van vingerafdrukken bij de aanvraag van paspoorten en identiteitskaarten stop te zetten wegens privacybezwaren en het enorme foutenpercentage (21-25%) in de biometrische techniek. Door dergelijke fouten zouden onschuldige burgers massaal in het verdachtenbankje terecht kunnen komen. Dat risico neemt de politie nu blijkbaar op de koop toe. Ongetwijfeld een miljoenenkoop: biometrie is big business. Met vergelijkbare, hevig bekritiseerde projecten in Groot-Brittannië waren miljoenen ICT-ponden gemoeid.
Volgens het ministerie van Veiligheid en Justitie is er echter niets aan de hand:
"In plaats van op het bureau neem je ter plekke de vingerafdruk. Daardoor dring je de bureaucratie terug, zorg je voor meer blauw op straat en verbeter je het opsporingswerk." (Bron)
Privacy First verzet zich tegen deze criminalisering van de openbare ruimte. Vingerafdrukken afnemen doe je bij verdachten op het politiebureau. Niet bij de gewone burger op straat. Naast schending van de privacy werkt dit immers willekeur, discriminatie en ethnic profiling in de hand.
In de optiek van Privacy First is de geplande proef in strijd met de huidige privacywetgeving. Tijdens de recente hoorzitting in de Tweede Kamer over paspoortbiometrie werd dit nota bene bevestigd door de Chief Information Officer van de Politie Nederland zelf:
"Het is ook niet zo dat de politie op straat als de identiteit van iemand moet worden vastgesteld of het paspoort wordt overhandigd, dan onmiddellijk even kijkt, waar dan ook... Het mag niet eens, maar het is ook technisch niet beschikbaar."
(A. Meijboom (CIO Politie Nederland), Rondetafelgesprek biometrische data in paspoorten, vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Tweede Kamer, 20 april 2011)
Een ieder concludere hieruit het zijne.