Toon items op tag: Geheime diensten
Platform Burgerrechten: “Kamer moet omstreden NCTV-wet controversieel verklaren”
Het plan van het demissionaire kabinet om de NCTV ingrijpende surveillancebevoegdheden te geven, zou volgens het Platform Bescherming Burgerrechten in de ijskast moeten worden gezet zolang er nog geen nieuw kabinet is gevormd. “Het optuigen van een nieuwe inlichtingendienst is een stap die louter door een nieuwe regering zou kunnen worden genomen”, aldus het Platform in een brief aan de Tweede Kamer.
In april 2021 onthulde NRC dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zonder wettelijke bevoegdheid jarenlang burgers heeft gevolgd, dossiers over hen heeft aangelegd en deze met andere partijen heeft gedeeld. In reactie hierop heeft het demissionaire kabinet op stoom en kokend water ingezet op het legitimeren van deze praktijken middels een wetsvoorstel waarin de bevoegdheden van de NCTV worden verruimd.
Over dit voorstel, dat na een ongekend korte consultatieperiode nu bij de Raad van State ligt, schrijft het Platform Burgerrechten in een brief aan de Tweede Kamer dat het een demissionair kabinet ten principale niet aangaat om een voorstel in te dienen dat zo’n grote impact heeft op de grondrechten van burgers. Het voorstel zou dan ook controversieel moeten worden verklaard door de Kamer en pas weer moeten worden behandeld nadat een nieuwe regering is geïnstalleerd.
Het toch in behandeling nemen van dit voorstel zou bovendien een miskenning zijn van de zwaarwegende redenen voor het aftreden van het huidige kabinet. Een regering die is afgetreden omdat in de Toeslagenaffaire met onwettige surveillancemethoden de rechtsbescherming van duizenden gezinnen werd uitgehold, past het niet om een nieuw voorstel te doen dat zulke verregaande inbreuken op de grondrechten mogelijk maakt.
“Uit dit voorstel blijkt dat de laconieke houding inzake de privacy van burgers die kon leiden tot de Toeslagenaffaire, met het aftreden van dit kabinet niet is begraven. Het Platform acht het de verantwoordelijkheid van uw Kamer om de regering hierin een halt toe te roepen en deze niet toe te staan over haar graf heen te regeren. Het aftreden van het kabinet met alle zwaarwegende redenen die daaraan ten grondslag lagen, verliest betekenis als een dergelijk voorstel van datzelfde kabinet nu zou worden behandeld als ware het business as usual”, aldus Platform-secretaris Ronald Huissen.
Lees HIER de brief die het Platform Burgerrechten aan de Tweede Kamer verstuurde (pdf).
Bron: https://bijvoorbaatverdacht.nl/wetsvoorstel-nctv-controversieel/, 30 juli 2021.
Over het Platform Bescherming Burgerrechten
Het Platform Bescherming Burgerrechten is in 2009 opgericht op initiatief van het Humanistisch Verbond. Het Platform vormt sindsdien een netwerk en coalitie van organisaties (waaronder Privacy First) die elkaar vinden in het streven naar een betere waarborging en versterking van de burgerrechten in Nederland, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit, digitale autonomie en controle over persoonsgegevens. Vanuit het Platform zijn sinds 2009 diverse succesvolle acties, rechtszaken en campagnes geïnitieerd en ontwikkeld, waaronder acties en rechtszaken tegen de verplichte afname en opslag van vingerafdrukken onder de Paspoortwet, de campagne SpecifiekeToestemming.nl over medische privacy, de rechtszaak tegen het Systeem Risico Indicatie (SyRI) en de bijbehorende Platform-campagne Bijvoorbaatverdacht.nl.
Nederlandse privacyschendingen op agenda bij VN Mensenrechtencomité
Op 1 en 2 juli as. wordt Nederland in Genève kritisch onder de loep genomen door het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties. Dit comité is het VN-orgaan dat toezicht houdt op de naleving van één van de oudste en belangrijkste mensenrechtenverdragen ter wereld: het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR of BUPO-verdrag). Periodiek wordt ieder land dat partij is bij dit verdrag door het VN Mensenrechtencomité beoordeeld. Begin volgende week zal de Nederlandse regering zich bij het Comité moeten verantwoorden over diverse actuele privacykwesties die mede door Privacy First zijn geagendeerd.
De laatste Nederlandse sessie bij het VN Mensenrechtencomité dateert uit juli 2009, toen minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin zich in Genève moest verantwoorden voor de destijds geplande centrale opslag van ieders vingerafdrukken onder de nieuwe Paspoortwet. Dit kwam de Nederlandse regering destijds op de nodige kritiek van het Comité te staan. Nu, 10 jaar later, is Nederland opnieuw 'aan de beurt'. In dit verband had Privacy First reeds eind 2016 een kritische rapportage (pdf) over Nederland bij het Comité ingediend en dit onlangs met een nieuwe rapportage (pdf) aangevuld. Kort samengevat heeft Privacy First bij het Comité onder meer de volgende actuele kwesties aangekaart:
- beperkte ontvankelijkheid van belangenorganisaties bij collectieve rechtszaken
- grondwettelijk toetsingsverbod
- profiling
- Automatische Nummerplaat Herkenning (ANPR)
- grenscontrole-camerasysteem @MIGO-BORAS
- OV-chipkaart
- digitale zorgcommunicatie (EPD)
- mogelijke herinvoering van telecom-bewaarplicht
- nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten ('Sleepwet')
- PSD2
- Passenger Name Records (PNR)
- afschaffing raadgevend referendum
- verbod op oorlogspropaganda.
De Nederlandse sessie bij het Comité zal op maandagmiddag 1 juli en dinsdagochtend 2 juli as. live te volgen zijn via UN Web TV. Naast diverse privacykwesties hebben meerdere Nederlandse organisaties ook talloze andere mensenrechtenkwesties bij het Comité geagendeerd; klik HIER voor een overzicht, inclusief de door het Comité reeds eerder vastgestelde List of Issues (waaronder de nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, mogelijke herinvoering van een telecom-bewaarplicht, camerasysteem @MIGO-BORAS en medische privacy bij zorgverzekeraars). De uiteindelijke conclusies ('Concluding Observations') van het Comité volgen waarschijnlijk over enkele weken. Privacy First ziet een kritisch oordeel met vertrouwen tegemoet.
Update 26 juli 2019: gistermiddag heeft het Comité haar oordeel (“Concluding Observations”) over de Nederlandse mensenrechtensituatie gepubliceerd, waaronder de volgende kritische adviezen met betrekking tot twee Nederlandse privacy-kwesties die mede door Privacy First bij het Comité waren aangekaart:
The Intelligence and Security Services Act
The Committee is concerned about the Intelligence and Security Act 2017, which provides intelligence and security services with broad surveillance and interception powers, including bulk data collection. It is particularly concerned that the Act does not seem to provide for a clear definition of bulk data collection for investigation related purpose; clear grounds for extending retention periods for information collected; and effective independent safeguards against bulk data hacking. It is also concerned by the limited practical possibilities for complaining, in the absence of a comprehensive notification regime to the Dutch Oversight Board for the Intelligence and Security Services (CTIVD) (art. 17).
The State party should review the Act with a view to bringing its definitions and the powers and limits on their exercise in line with the Covenant and strengthen the independence and effectiveness of CTIVD and Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) that has been established by the Act.
The Market Healthcare Act
The Committee is concerned that the Act to amend the Market Regulation (Healthcare) Act allows health insurance company medical consultants access to individual records in the electronic patient registration without obtaining a prior, informed and specific consent of the insured and that such practice has been carried out by health insurance companies for many years (art. 17).
The State party should require insurance companies to refrain from consulting individual medical records without a consent of the insured and ensure that the Bill requires health insurance companies to obtain a prior and informed consent of the insured to consult their records in the electronic patient registration and provide for an opt-out option for patients that oppose access to their records.
Het Comité uit haar zorgen over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv of 'Sleepwet') en stelt dat deze wet dient te worden herzien. Het Comité is met name bezorgd over de nieuwe mogelijkheden voor grootschalige interceptie en hacking, de verlenging van bewaartermijnen en de gebrekkige mogelijkheden om klachten in te dienen. Tevens dienen de onafhankelijkheid en effectiviteit van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de nieuwe Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) te worden versterkt.
Met betrekking tot het (formeel reeds ingetrokken, maar in praktijk gecontinueerde) Wetsvoorstel inzage medische dossiers door zorgverzekeraars oordeelt het Comité dat dergelijke inzage slechts toegestaan is na toestemming van de patiënt. Tevens dient de wetgeving te voorzien in een opt-out voor patiënten die dergelijke inzage niet wensen. De huidige praktijk van inzage van medische dossiers door verzekeraars dient dan ook per direct te worden beëindigd.
Tijdens de sessie in Genève kwamen tevens de Nederlandse afschaffing van het referendum en het camerasysteem @MIGO-BORAS kritisch ter sprake. Privacy First betreurt het dat het Comité deze (evenals diverse andere actuele) onderwerpen in haar eindoordeel onbenoemd laat. Niettemin toont de rapportage van het Comité vandaag aan dat het thema privacy ook bij de Verenigde Naties steeds hoger en kritischer op de agenda staat. Privacy First juicht deze ontwikkeling toe en zal dit de komende jaren blijven aansporen. Tevens zal Privacy First erop toezien dat Nederland de diverse aanbevelingen van het Comité zal implementeren.
De volledige Nederlandse sessie bij het VN-Comité staat online bij UN Web TV (1 juli en 2 juli). Zie ook de uitgebreide VN-verslagen, deel 1 en deel 2 (pdf).
- Privacy
- Mensenrechten
- Verenigde Naties
- Wetgeving
- Politiek
- Nederland
- Rechtspraak
- Grondrechten
- Profiling
- ANPR
- @migoBoras
- Dataretentie
- Wiv
- Geheime diensten
- Sleepwet
- Hacking
- EPD
- Medisch dossier
- OVchipkaart
- Mass surveillance
- Datamining
- PSD2
- PNR
- Referendum
- Protest
- Actie
- Big Brother
- Cameratoezicht
- Grondwet
- CTIVD
- Privacy First
PNR: iedere vliegtuigpassagier als potentiële verdachte
Vanmiddag vindt in de Tweede Kamer een belangrijk debat plaats over de invoering van Passenger Name Records (PNR): massale, jarenlange opslag van allerlei gegevens van vliegtuigpassagiers ter veronderstelde bestrijding van misdaad en terrorisme. Privacy First heeft hier grote bezwaren tegen en stuurde eind vorige week onderstaande brief naar de Tweede Kamer. Het Kamerdebat vanmiddag stond eerder geagendeerd op 14 mei 2018, maar werd toen (na een vergelijkbare brief van Privacy First) tot nader order geannuleerd. Na een nieuwe schriftelijke vragenronde vindt het debat nu alsnog plaats. Hieronder volgt de volledige tekst van onze actuele brief:
Geachte Kamerleden,
Maandagmiddag 11 maart as. debatteert u met minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) over de Nederlandse implementatie van de Europese richtlijn inzake Passenger Name Records (PNR). Zowel de Europese PNR-richtlijn als de beoogde Nederlandse implementatiewet zijn in de optiek van Privacy First juridisch onhoudbaar. Hieronder zetten wij dit kort voor u uiteen.
Vakantieregister
In het PNR-wetsvoorstel van de minister zullen talloze gegevens van alle vliegtuigpassagiers met vertrek of aankomst in Nederland 5 jaar lang in een centrale overheidsdatabank bij de nieuwe Passenger Information Unit worden bewaard en gebruikt ter voorkoming, opsporing, onderzoek en vervolging van misdrijven en terrorisme. Gevoelige persoonsgegevens (waaronder naam- en adresgegevens, telefoonnummers, emailadressen, geboortedata, reisdata, ID-documentnummers, bestemmingen, medepassagiers en betaalgegevens) van vele miljoenen passagiers zullen daardoor jarenlang beschikbaar zijn t.b.v. datamining en profiling. In wezen wordt iedere vliegtuigpassagier hierdoor behandeld als potentiële crimineel of terrorist. In 99,99% van de gevallen betreft het echter volstrekt onschuldige burgers, voornamelijk vakantiegangers en zakenreizigers. Dit vormt een flagrante schending van hun recht op privacy en vrijheid van beweging. Vorig jaar heeft Privacy First dit reeds betoogd in de Volkskrant en bij BNR Nieuwsradio. Wegens privacybezwaren bestond er de laatste jaren veel politieke weerstand tegen dergelijke massale PNR-opslag en werd dit sinds 2010 diverse malen verworpen door zowel de Nederlandse Tweede Kamer als het Europees Parlement. In 2015 waren ook de Nederlandse regeringspartijen VVD en PvdA nog mordicus tegen. VVD en PvdA spraken destijds van een "vakantieregister" en dreigden zélf naar het Europees Hof van Justitie te stappen als de Europese PNR-richtlijn zou worden aangenomen. Na de aanslagen in Parijs en Brussel leken veel politieke bezwaren echter als sneeuw voor de zon verdwenen en werd de PNR-richtlijn in 2016 alsnog een feit. Tot op heden is de juridisch vereiste maatschappelijke noodzaak en proportionaliteit van deze richtlijn echter nog steeds niet aangetoond.
Europees Hof
In de zomer van 2017 deed het Europees Hof van Justitie een belangrijke uitspraak over het vergelijkbare PNR-verdrag tussen de EU en Canada. Het Hof verklaarde dit verdrag ongeldig wegens strijd met het recht op privacy. Het Hof stelde hierbij onder meer dat “gegevens van een luchtreiziger na diens vertrek slechts mogen worden bewaard indien op grond van objectieve criteria kan worden aangenomen dat deze luchtreiziger een risico kan vormen in het kader van de strijd tegen terrorisme en ernstige grensoverschrijdende criminaliteit.” (Zie Advies 1/15 (26 juli 2017), par. 207.) Door deze uitspraak staat sindsdien de Europese PNR-richtlijn juridisch op losse schroeven. De Nederlandse regering heeft daarom terechte “zorgen over de toekomstbestendigheid van de PNR-richtlijn” (zie Nota naar aanleiding van verslag, p. 23). Privacy First verwacht dat de huidige PNR-richtlijn binnenkort ter toetsing aan het Europees Hof van Justitie zal worden voorgelegd en onrechtmatig zal worden verklaard. Daarna zal dezelfde situatie ontstaan als enkele jaren geleden bij de Europese telecom-bewaarplicht: zodra deze Europese richtlijn ongeldig is verklaard, zal de Nederlandse implementatiewetgeving in kort geding buiten werking worden gesteld.
Massa surveillance
Het huidige Nederlandse PNR-wetsvoorstel lijkt bij voorbaat onrechtmatig wegens gebrek aan aantoonbare noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. Het wetsvoorstel komt neer op massa-surveillance van grotendeels onschuldige burgers; reeds in de Tele2-zaak (2016) verklaarde het Europees Hof dit type wetgeving illegaal. Bij de VN Mensenrechtenraad deed Nederland vervolgens de algemene toezegging “to ensure that the collection and maintenance of data for criminal [investigation] purposes does not entail massive surveillance of innocent persons.” Nederland lijkt die belofte nu te verbreken. Bij iedere passagier worden immers talloze volstrekt overbodige data opgeslagen die jarenlang door allerlei Nederlandse, Europese en zelfs niet-Europese overheidsinstanties kunnen worden gebruikt. Bovendien is de effectiviteit van PNR tot op heden nooit aangetoond, aldus ook de minister zelf: “statistische onderbouwing is niet voorhanden” (zie Nota naar aanleiding van verslag, p. 8). Het risico op onterechte verdenkingen en discriminatie (door feilbare algoritmes bij profiling) is bij het voorgestelde PNR-systeem levensgroot, wat tevens de kans op vertragingen en gemiste vluchten bij onschuldige passagiers verhoogt. Tegelijkertijd zullen gezochte personen vaak onder de radar blijven en alternatieve reisroutes kiezen. Verder wordt in het wetsvoorstel met geen woord gerept over de rol en mogelijkheden van geheime diensten, terwijl die onder de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten directe, afgeschermde toegang tot de centrale PNR-databank zullen krijgen. Meest kwalijke aspect aan het Nederlandse PNR-wetsvoorstel is echter dat dit twee stappen verder gaat dan de PNR-richtlijn zelf: Nederland kiest er immers zélf voor om ook de data van passagiers op alle intra-EU vluchten op te slaan. Onder de PNR-richtlijn is dit niet verplicht, en had Nederland dit bovendien kunnen beperken tot louter vooraf geselecteerde (risico)vluchten. Dit zou in lijn geweest zijn met het advies van de meeste experts op dit terrein: targeted i.p.v. mass surveillance, zo gericht mogelijk, oftewel louter gericht op die personen waarop een redelijke verdenking rust, conform de principes van onze democratische rechtsstaat.
Advies Privacy First
Privacy First adviseert u hierbij met klem om het huidige wetsvoorstel te verwerpen en dit desgewenst te vervangen door een privacyvriendelijke versie. Mocht dit ertoe leiden dat Nederland door de Europese Commissie voor het EU Hof van Justitie zal worden gedaagd wegens gebrek aan implementatie van de huidige Europese PNR-richtlijn, dan verwacht Privacy First dat Nederland deze zaak glansrijk zal winnen. Van EU-lidstaten mag immers niet worden verwacht dat zij privacyschendende EU-regels implementeren. Dit geldt eveneens voor de nationale implementatie van relevante resoluties van de VN Veiligheidsraad (in casu UNSC Res. 2396 (2017)) die op gespannen voet staan met internationale mensenrechten. Privacy First heeft in dit verband reeds gewaarschuwd voor misbruik van het Nederlandse (ook voor PNR gebruikte) TRIP-systeem door andere VN-lidstaten. Nederland heeft hierin een eigen grondwettelijke en internationaalrechtelijke verantwoordelijkheid.
Voor nadere informatie of vragen met betrekking tot bovenstaande is Privacy First te allen tijde bereikbaar op telefoonnummer 020-8100279 of per email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Hoogachtend,
Stichting Privacy First
Update 19 maart 2019: vandaag heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel helaas vrijwel ongewijzigd aangenomen; slechts GroenLinks, SP, PvdD en Denk stemden tegen. Een principiële motie van GroenLinks en SP om een rechtszaak van de Europese Commissie tegen de Nederlandse regering over de Europese PNR-richtlijn uit te lokken werd helaas verworpen. Enig lichtpuntje is de breed aangenomen motie ter juridische herbeoordeling en mogelijke herziening van de PNR-richtlijn op Europees politiek niveau. (Slechts PVV en FvD stemden tegen deze motie.) Volgende halte: Eerste Kamer.
Update 4 juni 2019: ondanks recente herhaling van bovenstaande brief en overige kritische input van Privacy First heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel vandaag helaas aangenomen. Slechts GroenLinks, Partij voor de Dieren en SP stemden tegen. Dit ook ondanks de onlangs in Duitsland (bij het vergelijkbare Duitse PNR-systeem) gebleken enorme foutenpercentages (“false positives”) van maar liefst 99,7%, zie https://www.sueddeutsche.de/digital/fluggastdaten-bka-falschtreffer-1.4419760. In Duitsland en Oostenrijk zijn inmiddels grootschalige rechtszaken gestart om de Europese PNR-richtlijn door het Europees Hof van Justitie onrechtmatig te laten verklaren wegens strijd met het recht op privacy, zie de Duits-Engelse campagnewebsite https://nopnr.eu en https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/15/burgers-in-verzet-tegen-opslaan-passagiersgegevens-a3960431. Zodra het Europees Hof de PNR-richtlijn in deze zaken onrechtmatig verklaart, zal Privacy First de Nederlandse PNR-wet in kort geding buiten werking laten stellen. Tevens heeft Privacy First gisteren Nederlandse PNR-wet geagendeerd bij het VN Mensenrechtencomité in Genève. Op 1-2 juli as. zal de algehele Nederlandse mensenrechtensituatie (inclusief Nederlandse schendingen van het recht op privacy) door dit Comité kritisch onder de loep genomen worden.
Interview met directeur Privacy First in Café Weltschmerz
Privacy First verschijnt regelmatig in de media, maar meestal zijn dit slechts korte fragmenten, soundbites of oneliners uit langere interviews. Café Weltschmerz vormt hierop een interessante uitzondering: hier neemt men nog de tijd om belangrijke (soms controversiële) onderwerpen uitgebreid te bespreken. Onlangs sprak Rico Brouwer (Piratenpartij) met Vincent Böhre (directeur Privacy First) over het referendum tegen de 'Sleepwet' en de lobby en rechtszaken van Privacy First. Bekijk hieronder het hele interview:
PNR: iedere vliegtuigpassagier als potentiële verdachte
Vanmiddag vindt in de Tweede Kamer een belangrijk debat plaats over de invoering van Passenger Name Records (PNR): massale, jarenlange opslag van allerlei gegevens van vliegtuigpassagiers ter bestrijding van misdaad en terrorisme. Privacy First heeft hier grote bezwaren tegen en stuurde dit weekend onderstaande brief naar de Tweede Kamer. Beluister tevens het interview hierover met Privacy First vanochtend op BNR Nieuwsradio:
Update 14 mei 2018, 10.15u: zojuist is het Kamerdebat geannuleerd en "tot nader order uitgesteld".
Geachte Kamerleden,
Deze maandagmiddag debatteert u met minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) over de Nederlandse implementatie van de Europese richtlijn inzake Passenger Name Records (PNR). Zowel de Europese PNR-richtlijn als de beoogde Nederlandse implementatiewet zijn in de optiek van Privacy First juridisch onhoudbaar. Hieronder zetten wij dit kort voor u uiteen.
Vakantieregister
In het PNR-wetsvoorstel van de minister zullen talloze gegevens van alle vliegtuigpassagiers met vertrek of aankomst in Nederland 5 jaar lang in een centrale overheidsdatabank bij de nieuwe Passenger Information Unit worden bewaard en gebruikt ter voorkoming, opsporing, onderzoek en vervolging van misdrijven en terrorisme. Gevoelige persoonsgegevens (waaronder naam- en adresgegevens, telefoonnummers, emailadressen, geboortedata, reisdata, ID-documentnummers, bestemmingen, medepassagiers en betaalgegevens) van vele miljoenen passagiers zullen daardoor jarenlang beschikbaar zijn t.b.v. datamining en profiling. In wezen wordt iedere vliegtuigpassagier hierdoor behandeld als potentiële crimineel of terrorist. In 99,99% van de gevallen betreft het echter volstrekt onschuldige burgers, voornamelijk vakantiegangers en zakenreizigers. Dit vormt een flagrante schending van hun recht op privacy en vrijheid van beweging. Onlangs heeft Privacy First dit ook in de Volkskrant betoogd. Wegens privacybezwaren bestond er de laatste jaren veel politieke weerstand tegen dergelijke massale PNR-opslag en werd dit sinds 2010 diverse malen verworpen door zowel de Nederlandse Tweede Kamer als het Europees Parlement. In 2015 waren ook de Nederlandse regeringspartijen VVD en PvdA nog mordicus tegen. VVD en PvdA spraken destijds van een "vakantieregister" en dreigden zélf naar het Europees Hof van Justitie te stappen als de Europese PNR-richtlijn zou worden aangenomen. Na de recente aanslagen in Parijs en Brussel leken veel politieke bezwaren echter als sneeuw voor de zon verdwenen en werd de PNR-richtlijn in 2016 alsnog een feit. Tot op heden is de juridisch vereiste maatschappelijke noodzaak en proportionaliteit van deze richtlijn echter nog steeds niet aangetoond.
Europees Hof
In de zomer van 2017 deed het Europees Hof van Justitie een belangrijke uitspraak over het vergelijkbare PNR-verdrag tussen de EU en Canada. Het Hof verklaarde dit verdrag ongeldig wegens strijd met het recht op privacy. Het Hof stelde hierbij onder meer dat “gegevens van een luchtreiziger na diens vertrek slechts mogen worden bewaard indien op grond van objectieve criteria kan worden aangenomen dat deze luchtreiziger een risico kan vormen in het kader van de strijd tegen terrorisme en ernstige grensoverschrijdende criminaliteit.” (Zie Advies 1/15 (26 juli 2017), par. 207.) Door deze uitspraak staat sindsdien de Europese PNR-richtlijn juridisch op losse schroeven. De Nederlandse regering heeft daarom terechte “zorgen over de toekomstbestendigheid van de PNR-richtlijn” (zie recente Nota naar aanleiding van verslag, p. 23). Privacy First verwacht dat de huidige PNR-richtlijn binnenkort ter toetsing aan het Europees Hof van Justitie zal worden voorgelegd en onrechtmatig zal worden verklaard. Daarna zal dezelfde situatie ontstaan als enkele jaren geleden bij de Europese telecom-bewaarplicht: zodra deze Europese richtlijn ongeldig is verklaard, zal de Nederlandse implementatiewetgeving in kort geding buiten werking worden gesteld.
Massa surveillance
Het huidige Nederlandse PNR-wetsvoorstel lijkt bij voorbaat onrechtmatig wegens gebrek aan aantoonbare noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. Het wetsvoorstel komt neer op massa-surveillance van grotendeels onschuldige burgers; reeds in de Tele2-zaak (2016) verklaarde het Europees Hof dit type wetgeving illegaal. Bij de VN Mensenrechtenraad deed Nederland in dit verband vorig jaar de algemene toezegging “to ensure that the collection and maintenance of data for criminal [investigation] purposes does not entail massive surveillance of innocent persons.” Nederland lijkt die belofte nu te verbreken. Bij iedere passagier worden immers talloze volstrekt overbodige data opgeslagen die jarenlang door allerlei Nederlandse, Europese en zelfs niet-Europese overheidsinstanties kunnen worden gebruikt. Bovendien is de effectiviteit van PNR tot op heden nooit aangetoond, aldus ook de minister zelf: “statistische onderbouwing is niet voorhanden” (zie Nota naar aanleiding van verslag, p. 8). Het risico op onterechte verdenkingen en discriminatie (door feilbare algoritmes bij profiling) is bij het voorgestelde PNR-systeem levensgroot, wat tevens de kans op vertragingen en gemiste vluchten bij onschuldige passagiers verhoogt. Tegelijkertijd zullen gezochte personen vaak onder de radar blijven en alternatieve reisroutes kiezen. Verder wordt in het wetsvoorstel met geen woord gerept over de rol en mogelijkheden van geheime diensten, terwijl die onder de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten directe, afgeschermde toegang tot de centrale PNR-databank zullen kunnen krijgen. Meest kwalijke aspect aan het Nederlandse PNR-wetsvoorstel is echter dat dit nog twee stappen verder gaat dan de PNR-richtlijn zelf: Nederland kiest er immers zélf voor om ook de data van passagiers op alle intra-EU vluchten op te slaan. Onder de PNR-richtlijn is dit echter niet verplicht, en had Nederland dit bovendien kunnen beperken tot louter vooraf geselecteerde (risico)vluchten. Dit zou in lijn geweest zijn met het advies van de meeste experts op dit terrein: targeted i.p.v. mass surveillance, zo gericht mogelijk, oftewel louter gericht op die personen waarop een redelijke verdenking rust, conform de principes van onze democratische rechtsstaat.
Advies Privacy First
Privacy First adviseert u hierbij met klem om het huidige wetsvoorstel te verwerpen en dit desgewenst te vervangen door een privacyvriendelijke versie. Mocht dit ertoe leiden dat Nederland door de Europese Commissie voor het EU Hof van Justitie zal worden gedaagd wegens gebrek aan implementatie van de huidige Europese PNR-richtlijn, dan verwacht Privacy First dat Nederland deze zaak glansrijk zal winnen. Van EU-lidstaten mag immers niet worden verwacht dat zij privacyschendende EU-regels implementeren. Nederland heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.
Voor nadere informatie of vragen met betrekking tot bovenstaande is Privacy First te allen tijde bereikbaar op telefoonnummer 020-8100279 of per email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Hoogachtend,
Stichting Privacy First
Kort geding tegen Sleepwet
Kabinet en parlement sturen aan op snelle inwerkingtreding van privacyschendende Sleepwet. Privacy-coalitie begint kort geding om dit te voorkomen.
Ongewijzigde inwerkingtreding Sleepwet dreigt
De afgelopen maanden heeft een grondig maatschappelijk debat plaatsgevonden over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de zogeheten Sleepwet. In het referendum op 21 maart jl. heeft een meerderheid van de Nederlandse bevolking zich vervolgens TEGEN deze wet uitgesproken. In reactie hierop heeft het kabinet slechts enkele summiere, oppervlakkige beleidswijzigingen en enkele niet-fundamentele wetswijzigingen in het vooruitzicht gesteld. Zowel kabinet als Tweede Kamer hebben onverminderd aangestuurd op snelle inwerkingtreding van de huidige Sleepwet – in ongewijzigde vorm – per 1 mei as. De beoogde wetswijzigingen zullen pas na de zomer door het kabinet worden ingediend. Een parlementaire motie om inwerkingtreding van de Sleepwet uit te stellen totdat deze wetswijzigingen behandeld zijn, werd gisteren helaas door de Tweede Kamer verworpen. Daarmee lijkt het parlement voorlopig uitgepraat en is de maatschappij nu opnieuw aan zet.
Kort geding
Vast beleid van Privacy First is om massale privacyschendingen te voorkomen. De inwerkingtreding van de huidige Sleepwet vormt onmiskenbaar een massale privacyschending: het internet-verkeer van onschuldige burgers zal hierdoor op grote schaal worden afgetapt en bovendien zullen data van onschuldige burgers ongeëvalueerd worden uitgewisseld met buitenlandse geheime diensten. Dit vormt een flagrante schending van het recht op privacy. Mogelijke wetswijzigingen om dit achteraf te ‘repareren’ kunnen dan ook niet worden afgewacht; de privacyschendingen zijn dan immers al geschied. Vandaag verzoekt een coalitie van Privacy First en diverse andere maatschappelijke organisaties en bedrijven het kabinet daarom met spoed om de invoering van (de meest privacyschendende onderdelen van) de Sleepwet uit te stellen totdat alle wetswijzigingen in het parlement behandeld zijn. Als het kabinet dit verzoek weigert, is onze coalitie genoodzaakt om een kort geding te voeren om uitstel van inwerkingtreding van de Sleepwet af te dwingen.
Brede coalitie
Naast Privacy First bestaat de coalitie voor dit kort geding uit het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), Bits of Freedom, Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA), Platform Bescherming Burgerrechten, Free Press Unlimited, BIT, Voys, Speakup, Greenpeace International, Waag Society en Mijndomein Hosting. De zaak wordt behandeld door Boekx Advocaten en wordt gecoördineerd door het Public Interest Litigation Project (PILP) van het NJCM. Naast dit kort geding wordt door Privacy First c.s. sinds maart 2017 tevens een bredere rechtszaak (met meer organisaties) voorbereid om de Sleepwet op meerdere onderdelen onrechtmatig te laten verklaren wegens strijd met internationaal en Europees privacyrecht.
Vandaag versturen onze advocaten namens de coalitie een brief aan het kabinet (ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie) met een verzoek om uitstel van inwerkingtreding van de Sleepwet. Het kabinet heeft tot vrijdag as. de tijd om hierop te reageren.
Update 20 april 2018: het kabinet heeft het verzoek van de coalitie afgewezen. De coalitie zet nu de voorbereiding van het kort geding voort.
Update 14 mei 2018: de openbare rechtszitting in het kort geding zal plaatsvinden bij de rechtbank Den Haag op donderdag 7 juni as. om 10.00-12.00u, zo heeft de rechtbank vandaag bepaald.
Zaaknummer: C/09/553023 KG ZA 18-476. Klik HIER voor een routebeschrijving.
Update 17 mei 2018: vandaag is de coalitie-dagvaarding aan de landsadvocaat betekend; klik HIER voor de volledige versie (pdf).
Update 7 juni 2018: vanochtend vond in de rechtbank Den Haag de rechtszitting plaats; klik HIER voor de pleitnota van onze advocaten (pdf). De uitspraak van de rechter staat gepland op dinsdag 26 juni as.
Update 26 juni 2018: vandaag heeft de rechtbank Den Haag de zaak helaas afgewezen, klik HIER voor de volledige uitspraak. Privacy First vindt het een zeer teleurstellend vonnis. Weliswaar lag de juridische lat in deze zaak hoog: om dit kort geding te kunnen winnen diende de rechter de Sleepwet "onmiskenbaar onverbindend" te verklaren wegens overduidelijke (onmiskenbare) strijdigheid met internationaal of Europees recht. Het vonnis van de rechter leest echter vooral als een doelredenatie in het voordeel van de Staat, waarbij diverse bezwaren van onze coalitie in het vonnis onbenoemd zijn gebleven. Tevens dient te worden benadrukt (zoals de rechtbank zelf ook doet) dat dit vonnis slechts een voorlopig oordeel inhoudt en dat in deze zaak geen sprake was van een grondige, "volle" toetsing.
De coalitie van organisaties die het kort geding heeft gevoerd betreurt het vonnis. De coalitie vindt dat de regering, mede gezien de uitslag van het referendum, had moeten wachten met het invoeren van de aangevochten onderdelen uit de Sleepwet totdat het parlementaire wetgevingsproces naar aanleiding van het referendum is afgerond. Ongewijzigde invoering van de Sleepwet per 1 mei jl. en pas later (na de zomer) een wetswijziging voorleggen is en blijft dan ook onjuist.
De coalitie zal op korte termijn de mogelijke juridische vervolgstappen bespreken.
Succesvol referendum versterkt rechtszaak tegen Sleepwet
Nederlandse bevolking verwerpt nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Deze wet dient nu te worden aangepast. Zo niet, dan volgt een rechtszaak.
Historische streep in het zand
Woensdag 21 maart 2018 is een historische dag: voor het eerst in de geschiedenis heeft een nationale bevolking zich bij referendum tegen een wet op de geheime diensten uitgesproken. Bij dit referendum mocht de Nederlandse bevolking stemmen over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de zogeheten Sleepwet. Inmiddels is bekend dat een overduidelijke meerderheid TEGEN deze wet is. Privacy First beschouwt dit als een historische overwinning en hoopt dat dit tot een sneeuwbal-effect in andere landen zal gaan leiden, tégen de ontwikkeling richting controle-maatschappijen, tégen massa surveillance en vóór betere wetgeving die de vrijheid van onschuldige burgers wél respecteert.
Bezwaren tegen de Sleepwet
De voornaamste bezwaren van Privacy First tegen de Sleepwet richten zich tegen de nieuwe mogelijkheden die de wet biedt om het internetverkeer en de communicatie van onschuldige burgers massaal te kunnen aftappen, deze data jarenlang te kunnen opslaan en zelfs ongezien te kunnen uitwisselen met buitenlandse geheime diensten. Deze en andere bezwaren van Privacy First staan HIER alfabetisch gerangschikt. De vrijheidsbeperkende Sleepwet staat bovendien niet op zichzelf maar is onderdeel van een bredere negatieve tendens, zo is te lezen in deze recente column van Privacy First voorzitter Bas Filippini.
Succesvol referendum
Vanaf het allereerste moment heeft Privacy First de totstandkoming van het referendum tegen de Sleepwet gesteund. Naast Privacy First waren de afgelopen maanden ook talloze andere maatschappelijke organisaties volop actief om de bevolking kritisch over de Sleepwet te informeren. Het meeste werk is echter verricht door de initiatiefnemers achter het referendum zelf: de UvA-studenten die eind 2017 voldoende handtekeningen verzamelden om dit referendum mogelijk te maken. Voor deze unieke prestatie reikte Privacy First begin dit jaar een Nederlandse Privacy Award aan hen uit. Ook heeft Privacy First recentelijk alle lokale politieke partijen in heel Nederland opgeroepen om stelling tegen de Sleepwet te nemen. Wij zijn daarnaast zoveel mogelijk actief geweest om kritische massa te genereren middels interviews op de radio, televisie, kranten, deelname aan publieksdebatten, eigen advertenties en social media. Tevens organiseerde Privacy First in Amsterdam een kritisch publieksdebat over de Sleepwet met diverse prominente sprekers, waaronder onze advocaat Otto Volgenant en Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Dick Schoof. Dit debat is meerdere malen uitgezonden door NPO Politiek en staat ook online op onze website en YouTube. Zelfs volgens voorstanders van de Sleepwet werd dit referendum gekenmerkt door goede inhoudelijke discussies en een scherp geïnformeerd, kritisch publiek. Ook in die zin is dit referendum een groot succes, een feest voor de democratie en voor het Nederlandse privacybewustzijn. Van afschaffing van het referendum mag na vandaag dan ook geen sprake meer zijn.
Wet dient te worden verbeterd. Zo niet: rechtszaak.
De consequentie van het referendum over de Sleepwet is helder: deze wet dient direct te worden aangepast en verbeterd. Zo niet, dan volgt een grootschalige rechtszaak van Privacy First en diverse mede-eisers (organisaties) om de wet op meerdere onderdelen onrechtmatig te laten verklaren en door de rechter buiten werking te laten stellen. Privacy First en coalitiegenoten deden dit eerder met succes bij de buitenwerkingstelling van de Wet telecom-bewaarplicht in 2015. Een vergelijkbare rechtszaak tegen de Sleepwet heeft Privacy First de laatste jaren herhaaldelijk bij zowel het kabinet als de Eerste en Tweede Kamer in het vooruitzicht gesteld. De uitslag van het huidige referendum vormt daarbij een enorme steun in de rug. De dagvaarding tegen de Sleepwet is inmiddels klaar en onze advocaten staan in de startblokken. De keuze is nu dus aan het kabinet: koers wijzigen of bakzeil halen!
ABC tegen de Sleepwet
Hieronder treft u de voornaamste bezwaren van Privacy First aan tegen de nieuwe Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten (Wiv2017 of 'Sleepwet'), in alfabetische volgorde:
A. Aftappen
Door de bevoegdheid van 'onderzoeksopdrachtgerichte interceptie' - in de volksmond ook wel sleepnet genoemd - wordt het mogelijk voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (geheime diensten) om het internetverkeer van grote groepen mensen tegelijk af te tappen. Zo kan er een tap worden geplaatst op een bepaalde gemeente, een wijk, buurt of straat, indien daar een ‘target’ van de geheime dienst woont. Daarbij wordt de communicatie van onschuldige burgers verzameld door middel van een digitaal sleepnet. Privacy First is van mening dat de gegevens van onschuldige burgers niet thuis horen bij de inlichtingendiensten. Bovendien neemt de effectiviteit van de inlichtingendiensten af door de te grote hoeveelheid aan vergaarde data.
B. Buitenland
Gegevens die vergaard zijn met het sleepnet mogen onder de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Sleepwet) ongeëvalueerd met het buitenland gedeeld worden. Dit betekent dat de Nederlandse inlichtingendiensten ongeziene en ongeselecteerde gegevens (van onschuldige burgers) met buitenlandse geheime diensten kunnen delen. Op het gebruik van deze gegevens is vervolgens geen toezicht meer te houden door de Nederlandse diensten.
Bewaartermijnen
Ongeëvalueerde gegevens die door middel van het sleepnet zijn verzameld, mogen drie jaar worden bewaard. Deze ongeëvalueerde gegevens mogen ook ongezien met het buitenland worden gedeeld. Gegevens die de inlichtingen- en veiligheidsdiensten relevant hebben bevonden, mogen bewaard worden zolang deze nog relevant zijn.
C. CTIVD
Het oordeel van de onafhankelijke toezichthouder CTIVD (Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten) die achteraf toetst of de bevoegdheden rechtmatig zijn ingezet, is niet bindend. De minister kan de bevindingen en aanbevelingen naast zich neer leggen en eventueel doorgaan met het onrechtmatig inzetten van bevoegdheden.
Chilling effect
De nieuwe wet kan er voor zorgen dat mensen zich (onbewust) anders gaan gedragen dan ze zich zouden gedragen in een vrije omgeving. Dit kan een negatief effect hebben op de uitoefening van andere grondrechten dan het recht op privacy, zoals de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van vereniging, vergadering en demonstratie.
D. Databanken
De nieuwe wet maakt directe, automatische toegang tot databanken in de gehele private én publieke sector mogelijk. Hiermee kunnen de inlichtingendiensten rechtstreeks toegang krijgen tot allerlei gevoelige databanken bij bedrijven, overheidsinstanties en andere organisaties, hetzij middels informanten of agenten (infiltranten) bij die organisaties, hetzij middels geheime overeenkomsten.
Decryptiebevel
Door de nieuwe wet dienen versleutelde data bij bedrijven, overheden of particulieren (bijvoorbeeld communicatiedata) op verzoek van de geheime dienst ontsleuteld te worden. Weigering om aan een decryptiebevel te voldoen wordt bestraft met 2 jaar hechtenis.
DNA-databank
Met de invoering van de wet krijgen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten een eigen DNA-databank. Ze mogen het DNA verzamelen van zogenoemde ‘targets’ (doelwitten) en ‘non-targets’ (onschuldige burgers). Om dit DNA te verzamelen mag de inlichtingen- en veiligheidsdienst zich o.a. toegang verschaffen tot een besloten plaats, bijvoorbeeld een kantoor of woning. De Groene Amsterdammer heeft een zeer uitgebreid stuk geschreven over de “DNA Verzameldienst”, dit is hier te lezen.
E. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Het recht op privacy is een mensenrecht: dit recht wordt beschermd door artikel 8 van het EVRM. Privacy First is van mening dat de nieuwe Sleepwet het recht op privacy schendt. Privacy First heeft dan ook een (concept)dagvaarding klaarliggen om de Staat voor de rechter te slepen zodra de Sleepwet in werking treedt. De rechter kan de Sleepwet dan toetsen en (deels) buiten werking stellen wegens schending van art. 8 EVRM.
F. Fake news door Nederlandse overheid
Volgens onze minister van Binnenlandse Zaken Ollongren is het niet noodzakelijk dat de overheid op haar website rijksoverheid.nl neutrale informatie plaatst over het Sleepwet-referendum. Hierdoor wordt er door de overheid geen objectieve informatie verstrekt aan de kiezers.
G. Geautomatiseerde werken
Zoals onder ‘hackbevoegdheid’ en “Internet of Things’ uitgelegd, zullen door de Sleepwet alle apparaten gehackt mogen worden door de geheime diensten.
H. Hackbevoegdheid
Onder de nieuwe wet krijgen de inlichtingendiensten de mogelijkheid om een target te hacken via onschuldige derden. Dit houdt in dat de inlichtingendienst door het hacken van een derde (tante, zus, vriend, vriendin, echtgenoot, opa, collega, buurman, werk, overheid, bedrijf etc.) toegang krijgt tot informatie over het doelwit van de dienst. Dit betekent dat de apparaten van onschuldige burgers gehackt kunnen worden door de diensten. Deze burgers zullen hiervan nooit op de hoogte raken (er geldt hiervoor geen notificatieplicht).
I. Ik heb niks te verbergen
Iedereen heeft recht op een privéleven. De gegevens van onschuldige burgers horen daarom niet thuis bij de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Deze gegevens met onder andere medische informatie, persoonlijke gesprekken, privé emails, zakelijke emails, nieuwsberichten, hobbies, interesses en internet-zoekresultaten dienen daarom goed te worden beschermd. Daarnaast heeft u misschien ‘niets’ te verbergen, maar andere burgers zoals medische professionals, advocaten, activisten, klokkenluiders en journalisten wel.
Internet of Things
Steeds meer apparaten zijn op het internet aangesloten. Al deze apparaten kunnen onder de Sleepwet afgeluisterd of gehackt worden. Te denken valt aan een auto, camera, microfoon, printer maar eventueel ook zelfs een pacemaker. De Sleepwet sluit deze mogelijkheid immers niet uit.
J. Journalisten
De communicatie van journalisten kan met de nieuwe wet worden onderschept, door onder andere de inzet van het sleepnet. De geheime diensten kunnen dan van deze informatie kennis nemen. Dit vormt een bedreiging voor de persvrijheid en het journalistieke brongeheim. Pas achteraf zullen de diensten de informatie die niet noodzakelijk is voor het onderzoek zo snel mogelijk verwijderen.
K. Kabelgebonden interceptie
Onterecht wordt er gespeculeerd dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten momenteel niet op de kabel mogen aftappen en enkel via de ether. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten mogen onder de huidige wet een tap plaatsen op de kabel, wanneer dit gericht is op bijvoorbeeld één individu. Met de nieuwe wet krijgen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de bevoegdheid om ongericht en grootschalig de kabel af te tappen (sleepnet).
L. Lubach
Arjen Lubach heeft in zijn uitzendingen van Zondag met Lubach drie items gemaakt over de Sleepwet en waarom het goed is om hier kritisch op te zijn. De filmpjes zijn hier te bekijken: Sleepwet 1, Sleepwet 2 en Sleepwet 3.
M. Mensenrechten
Privacy is een mensenrecht. Dit recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer geldt voor iedereen en wordt door talloze internationale en Europese verdragen gewaarborgd. Door de Sleepwet wordt dit recht massaal geschonden, aangezien de data van grote groepen onschuldige burgers door deze wet zullen worden verzameld, opgeslagen en internationaal uitgewisseld.
Medisch beroepsgeheim
Door de nieuwe wet kan de medische privacy van patiënten en het medisch beroepsgeheim van artsen niet gegarandeerd worden: de geheime diensten mogen bij iedereen, ook bij artsen en ziekenhuizen, relevante gegevens opvragen en toegang tot hun data-systeem (Elektronisch Patiëntendossier) vragen of dergelijke systemen hacken. Dit kan bovendien leiden tot zorgmijdend gedrag bij patiënten en daarmee tot een bedreiging van de volksgezondheid.
N. Notificatieplicht
De notificatieplicht in de nieuwe wet schiet tekort. Vijf jaar na de inzet van een bevoegdheid onder de Sleepwet dient de betreffende persoon hierover in principe te worden geïnformeerd. Dit geldt echter slechts voor enkele van de nieuwe bevoegdheden. Privacy First is van mening dat de notificatieplicht moet gelden voor de inzet van álle bevoegdheden.
O. Onschuldpresumptie
Met de invoering van de nieuwe wet wordt het onschuldbeginsel omgedraaid. Door het sleepnet wordt potentieel elke burger 'verdacht', zonder concrete aanleiding om die burger te volgen. Daarnaast wordt de kans op false positives (onterechte verdenkingen) bij massale datavergaring erg groot.
P. Privacy
De privacy van onschuldige burgers wordt door de inzet van de Sleepwet geschonden. Zie hiervoor alle andere argumenten.
Q. Queeste naar data
Bij de overheid is een hongerlust naar data ontstaan. Waar landen om ons heen teruggaan naar een gerichte aanpak, gaat Nederland voor Big Data. Hierdoor wordt er steeds meer hooi verzameld en zal de speld steeds moeilijker te vinden zijn. Meer data zorgt niet meteen voor meer veiligheid.
R. Rechter
Een gerechtelijke toets vooraf aan de inzet van de bevoegdheden ontbreekt veelal. Zoals onder “TIB’ uitgelegd, mist de nieuwe toetsingscommissie de onderzoeksbevoegdheden voor effectief en onafhankelijk toezicht.
S. Sleepnet
Zie ‘Aftappen’
Strafbare feiten
Geheime agenten zijn zowel onder de huidige als de nieuwe wet bevoegd om strafbare feiten te plegen. De precieze reikwijdte van deze bevoegdheid is tot op heden echter onbekend. Onder de huidige wet kon deze bevoegdheid nader worden gereguleerd middels een (nooit ingevoerde) Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). De Commissie Dessens adviseerde enkele jaren geleden om die AMvB alsnog in te voeren. In de nieuwe Sleepwet is de grondslag voor deze AMvB echter geschrapt, waardoor sprake blijft van een juridisch vacuüm.
T. TIB
Onafhankelijk toezicht op alle fasen van de inzet van bevoegdheden door de diensten (voor, tijdens en achteraf) is onvoldoende gewaarborgd. Aangezien de inlichtingendiensten heimelijk opereren, kunnen burgers waartegen de bevoegdheden worden ingezet niet zelf bezwaar maken. Hiervoor dient de inzet van bevoegdheden onafhankelijk te worden getoetst. De nieuwe Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) toetst vooraf slechts of de minister terecht toestemming heeft gegeven voor de inzet van een relatief zware ('bijzondere') bevoegdheid onder de nieuwe wet. Deze toetsing is met minder waarborgen omkleed dan toetsing door de rechter. Daarnaast heeft de TIB geen eigen onderzoeksbevoegdheden en is compleet afhankelijk van de informatie die hen wordt gegeven. Verscheidene instanties, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens, hebben gewaarschuwd dat moet worden voorkomen dat de TIB een ‘stempelmachine’ zal zijn.
T. Terreurschwalbe
Door voorstanders van de Sleepwet zal vaak het argument aangehaald worden dat deze wet aanslagen zal voorkomen, Zondag met Lubach liet dat zien. In andere landen is echter al gebleken dat gericht werken veel effectiever is. De tegenstanders van de Sleepwet zijn het er over eens dat de huidige wet aan vernieuwing toe is, maar eisen ook dat de wet op cruciale punten wordt aangepast en verbeterd.
U. Uitwisseling van gegevens
Zoals onder ‘Buitenland’ omschreven, kunnen de gegevens van onschuldige burgers en journalisten die worden verzameld door de inzet van het sleepnet, ongezien gedeeld worden met buitenlandse geheime diensten.
V. Veiligheid
Onterecht worden privacy en veiligheid tegenover elkaar gezet. In een vrije democratische samenleving gaan privacy en veiligheid hand in hand. Er kan een goede Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden opgesteld met goede privacywaarborgen, waarbij de informatie van onschuldige burgers niet bij de inlichtingendiensten terecht komt.
W. Waarborgen
De wet geeft te grote bevoegdheden aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en te weinig privacywaarborgen voor burgers. Na het referendum dient de wet terug naar de tekentafel te gaan, van fatsoenlijke waarborgen te worden voorzien en op de inzet van bevoegdheden te worden herzien.
Z. Zero-days
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben de bevoegdheid om gebruik te maken van onbekende zwakke plekken (zogenaamde zero-days) in software. Voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn deze kwetsbaarheden dan bekend, maar voor de makers of fabrikanten van de software niet. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten hoeven deze kwetsbaarheid niet te melden aan de fabrikant van de software. Hierdoor kunnen eventuele kwaadwillenden (langdurig) misbruik maken van deze kwetsbaarheden. Ook ontstaat hierdoor een zwarte markt voor handel in dergelijke kwetsbaarheden en datalekken.
Deze lijst is niet limitatief en kan voortdurend worden aangevuld.
Zeg NEE tegen de Sleepwet!
Column
De laatste jaren wordt steeds meer wetgeving ingevoerd die onze vrijheid op korte, maar zeker ook op lange termijn ernstig bedreigt. Dit gebeurt telkens vanuit de angstkaart en door misbruik te maken van het vertrouwen van de burger in de rechtsstaat en de overheid. De politiek en overheid staan inmiddels ver verwijderd van de burger en zijn als de dood dat de burger echt gaat participeren in het democratisch bestel. Actueel voorbeeld hiervan is de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2017) en het aanstaande referendum over deze zogeheten Sleepwet.
Beroepspolitici
De groeiende kloof tussen burger en bestuur wordt in mijn ogen voornamelijk veroorzaakt door een teveel aan beroepspolitici. Het woord beroepspoliticus geeft het al aan: in de eerste plaats het verdedigen van de baan en het beroep en daarna pas opkomen voor de burger als politicus. De vertegenwoordiging van de burger wordt verder ondermijnd door het afschaffen van participatiemogelijkheden, met in de eerste plaats het referendum. In plaats van een gedegen onderzoek naar mogelijkheden van burgerparticipatie, referenda en toepassingen op de verschillende niveaus van besluitvorming, wordt er met een groot dedain over de “onwetende en domme” burger gesproken die niet in staat zou zijn om met “complexe” materie om te gaan en dat beter kan overlaten aan de zogenaamde “specialisten”. De en/en-mogelijkheid te onderzoeken wordt echter niet besproken en angstvallig vermeden.
Incidentgedreven politieke waan van de dag
Een andere oorzaak van de groeiende kloof is het niet goed of onvoldoende uitvoeren van reeds ingevoerde wetgeving c.q. beleid door politiek en overheid. Een trend die daaruit voortkomt is incidentgedreven, politieke waan-van-de-dag besluitvorming. Door falende uitvoering en ondersteuning komen incidenten uitvergroot in de publiciteit en moet er per direct een ‘oplossing’ komen. Feiten en aantallen tellen dan niet meer en de emotie overheerst. Ook worden incidenten gebruikt voor het versneld doorvoeren van – in onze ogen – onjuiste en ondoordachte wetgeving, in combinatie met de angstkaart.
Omkering van rechtsprincipes
Dit alles gebeurt met de omkering van basale rechtsprincipes: in plaats dat de uitzondering of het incident de regel bevestigt, lijkt het leidende adagium sinds enige tijd: ‘de regel bevestigt de uitzondering’. Of het nu gaat om vrijheid van meningsuiting op verschillende vlakken of het ontnemen van de burger van zijn/haar rechten, telkens is het beeld hetzelfde: het incident staat bovenaan, vervolgens komt er een debat voor te veranderen wetgeving en wordt nieuwe technologie als gouden kalf vanuit centralisatie en controle ingevoerd. De lucratieve contracten voor de lobby vanuit de IT-sector blijven daarbij meestal buiten beeld.
Staatsterrorisme
Als voorzitter van Privacy First heb ik het al vaker gemeld: de ‘straatterrorist’ is explosief en krijgt veel aandacht en bestrijdingsbudget, de bijbehorende ‘staatsterrorist’ is echter als een sluipwesp. Wetgeving veranderen ten koste van onze vrijheid en privacy is relatief gemakkelijk en stuit vanuit het aanwezige vertrouwen van de burger op relatief weinig weerstand. Via allerlei omwegen in Brussel, Den Haag en publiek-private samenwerkingen wordt gelobbyd voor meer en verdere controle op onze samenleving. Politici en ambtenaren die bewust en onbewust verkeerde wetgeving invoeren bij gebrek aan kennis en een strakke toetsing op onze Grondwet, zijn naar mijn mening staatsterroristen en dienen ontslagen te worden uit hun functie. De overheidsvertegenwoordiging is er immers voor de burgers en niet andersom. Dit opdat de burger morgen niet wakker wordt in een elektronische en democratisch ogende gevangenis.
Sleepwet
De nieuwe Wet op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten is naar onze mening een slechte wet. Deze wet gaat namelijk uit van:
1) Profiling op basis van een sleepnetwerking door middel van grootschalige verzameling en opslag van data van onschuldige burgers.
2) Hierdoor eigent de overheid zich een ongehoorde inbreuk toe op de privésfeer, privécommunicatie en privé-bewegingen van burgers, realtime.
3) Tot overmaat van ramp wordt de vergaarde informatie ook nog eens ongefilterd gedeeld met buitenlandse diensten.
Het lijkt alsof er een Korsakov-effect is opgetreden in de wetgevende macht en de historie van de afgelopen jaren volledig is uitgewist in de politiek. Echelon, Carnivore, Snowden, grootschalige datalekken: voorbeelden van welke nachtmerries zich in de toekomst gaan ontketenen met het verzamelen en delen van deze informatie. Met een burger die nu nog vrijheid geniet, maar steeds verder in het nauw gedreven wordt en in een verstikkend chilling effect terechtkomt. Waarbij een neutrale mening ineens gezien wordt als controversieel en de burger ondergronds gaat om nog gehoord te worden en dus radicaliseert; voorbeelden zijn de huidige polarisatie op internet en de ‘nepnieuws’-discussies. De ‘terroristen’ van morgen zullen in mijn ogen dan ook huidige normale burgers zijn die geen kant meer op kunnen met hun honderd procent gecontroleerde mening en bewegingsvrijheid.
ABC tegen de Sleepwet
Privacy First heeft naast de drie hoofdzaken, die ik hiervoor genoemd heb, vanuit onze standpunten op basis van het alfabet, nog aanvullende argumenten TEGEN deze wet. Wij zijn voor een goed functionerende overheid en veiligheidsdiensten, maar dan wel geborgd vanuit de basisprincipes van onze rechtsstaat, de Grondwet en het serieus nemen van de burger. De huidige wet zal dus op een groot aantal punten fundamenteel aangepast moeten worden, ook in de uitvoering die een aantal vage omschrijvingen en escapes biedt voor misbruik. De regel kan immers niet de uitzondering bevestigen, met alle burgers onder continue verdachtmaking. Privacy First adviseert dan ook een tegenstem bij het referendum over de huidige Sleepwet, gevolgd door grondige aanpassing van die wet. Bij gebreke hiervan zullen Privacy First en medestanders dit bij de rechter afdwingen, voor een duurzaam vrije en veilige toekomst van onszelf en onze kinderen!
Bas Filippini,
voorzitter Stichting Privacy First
Sleepwet referendum: Oproep Privacy First aan lokale politieke partijen
In het kader van het aanstaande referendum rond de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Sleepwet) verzond Privacy First vandaag onderstaande oproep (pdf-versie) aan alle lokale politieke partijen in heel Nederland:
Geachte lokale politicus,
Op 21 maart 2018 mogen wij naar de stembus, niet alleen om de volksvertegenwoordiging voor de komende vier jaar in de gemeente te kiezen, maar ook om te stemmen bij het referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Privacy First wil u hierbij graag op een aantal cruciale onderdelen van deze nieuwe wet wijzen die ook de inwoners van uw gemeente kunnen treffen.
Sleepnet
U heeft er wellicht al over gehoord: de bijnaam van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is de Sleepwet. Dit komt door de nieuwe bevoegdheid in de wet om het internetverkeer van grote groepen mensen tegelijk af te tappen. Zo kan er een tap worden geplaatst op een bepaalde gemeente, een wijk, buurt of straat, indien daar een ‘target’ van de geheime dienst woont. Daarbij wordt de communicatie van onschuldige burgers verzameld door middel van een digitaal sleepnet. Privacy First is van mening dat de gegevens van onschuldige burgers niet thuis horen bij de inlichtingendiensten. Bovendien neemt de effectiviteit van de inlichtingendiensten af door de te grote hoeveelheid vergaarde data.
Delen van gegevens met het buitenland
Gegevens die vergaard zijn met het sleepnet mogen onder de nieuwe wet ongeëvalueerd met het buitenland gedeeld worden. Dit betekent dat de Nederlandse inlichtingendiensten ongeziene en ongeselecteerde gegevens (van onschuldige burgers) met het buitenland kunnen delen. Op het gebruik van deze gegevens is vervolgens geen toezicht meer te houden door de Nederlandse diensten.
Toegang tot (gemeentelijke) databanken
De nieuwe wet maakt directe, automatische toegang tot databanken in de gehele private én publieke sector mogelijk. Hiermee kunnen de inlichtingendiensten realtime toegang krijgen tot de Basisregistratie Personen en andere gevoelige lokale databanken. Bovendien dienen versleutelde (communicatie)data op verzoek ontsleuteld te worden. Weigering om aan een decryptiebevel te voldoen wordt bestraft met 2 jaar hechtenis.
Hackbevoegdheid
Onder de nieuwe wet krijgen de inlichtingendiensten de mogelijkheid om een target te hacken via onschuldige derden. Dit houdt in dat de inlichtingendienst door het hacken van een derde (tante, zus, vriend, vriendin, opa, collega, buurman, werk, overheid, etc.) toegang krijgt tot informatie over het doelwit van de dienst. Dit betekent dat de apparaten van onschuldige burgers in uw gemeente gehackt kunnen worden door de diensten. Deze burgers zullen hiervan nooit op de hoogte raken (er geldt hiervoor geen notificatieplicht).
Oproep
Wij roepen u op om Privacy First te steunen in het waarborgen van de mensenrechten van alle inwoners van Nederlandse gemeenten en uw kiezers op te roepen om tegen de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten te stemmen tijdens het referendum op 21 maart. Hiermee moet de wet terug naar de tekentafel en van aanzienlijke mensenrechtenwaarborgen worden voorzien.
Bij voorbaat dank voor uw steun!
Met vriendelijke groet,
Stichting Privacy First