"De rechter heeft woensdag bepaald dat de uitwisseling van telecommunicatie tussen de AIVD/MIVD en de Amerikaanse NSA door de beugel kan. De eisers gaan in hoger beroep.
De Nederlandse inlichtingendiensten mogen telecommunicatie blijven uitwisselen met de Amerikaanse collega's van de NSA. Hierdoor krijgen de AIVD/MIVD informatie in handen die ze volgens Nederlandse wetgeving nooit hadden mogen onderscheppen. Het is voor de rechtbank in Den Haag echter geen reden om de internationale uitwisseling te stoppen. Het delen van informatie vinden de rechters belangrijk voor de nationale veiligheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse diensten verzamelde telecommunicatiegegevens uitwisselen met onder meer de NSA. Het gaat om gegevens die zowel metadata (gegevens over de communicatie, zoals wie belt en hoe lang, wanneer en waarvandaan wordt gebeld) als gegevens met betrekking tot de inhoud van de communicatie kunnen bevatten.
De rechtszaak was aangespannen door een aantal individuen en de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de vereniging Internet Society Nederland en de stichting Privacy First. Zij vinden dat de privacy van burgers te veel wordt aangetast en eisen dat de AIVD/MIVD stoppen met de ontvangst en het gebruik van illegaal verzamelde buitenlandse inlichtingen over Nederlandse burgers.
In een reactie laat Privacy First weten dat de Haagse rechtbank de plank finaal mis slaat, zoals bij het oordeel dat het wettelijke voorzienbaarheidsvereiste (inclusief privacywaarborgen) van art. 8 EVRM in mindere mate zou gelden bij de internationale uitwisseling van gegevens tussen geheime diensten. In Nederland wordt de rechtsbasis voor dergelijke uitwisseling gevormd door een relatief obscure wetsbepaling, namelijk art. 59 Wiv.
"Dit artikel voldoet bij lange na niet aan de moderne eisen die art. 8 EVRM aan een dergelijke bepaling stelt. In wezen vindt de huidige praktijk van uitwisseling tussen AIVD/MIVD en buitenlandse geheime diensten daardoor plaats in een juridisch vacuüm, een legal black hole", aldus Vincent Böhre van Privacy First. Het vonnis van de Haagse rechtbank komt in de optiek van Böhre neer op het juridisch witwassen van deze praktijk. Privacy First verwacht dat hogere rechters deze situatie in strijd met art. 8 EVRM zullen achten en ziet het hoger beroep bij het Hof Den Haag met vertrouwen tegemoet."
Bron: http://www.ravage-webzine.nl/2014/07/23/rechtbank-blundert-inzake-samenwerking-aivdnsa/.