"Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) kan een wetsvoorstel over de bewaarplicht voor telecommunicatiegegevens van telefoon- als internetverkeer beter niet indienen. Dat vindt het College bescherming persoonsgegevens (CBP).
In het voorstel is de noodzaak om alle telefoon- en internetgegevens in Nederland te bewaren onvoldoende onderbouwd, aldus de privacywaakhond.
Het Europees Hof van Justitie bepaalde vorig jaar dat een algemene bewaarplicht in strijd is met het fundamentele recht op de bescherming van persoonsgegevens. Het gaat daarbij om informatie als wie belt met wie en wanneer.
Volgens privacywaakhond CBP houdt het kabinet in het voorstel voor de wetswijziging gewoon vast aan de algemene bewaarplicht. Opstelten vindt de opslag belangrijk in de strijd tegen zware misdaad, zodat de opsporingsdiensten onder meer kunnen achterhalen wie wanneer contact met elkaar had.
Maar volgens het CBP is de onderbouwing daarvoor onvoldoende. ,,De opsporingsautoriteiten hebben ruim vierenhalf jaar ervaring opgedaan, maar het is kennelijk niet mogelijk gebleken een systematische onderbouwing te leveren van de noodzaak van deze bewaarplicht.''
Opstelten (Veiligheid en Justitie) moet in de Senaat ook al komen uitleggen hoe hij omgaat met die uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Het kabinet is nu wel bezig de plannen aan te passen, maar er zou onvoldoende tegemoet worden gekomen aan de bezwaren van het Europese Hof.
Woensdag dient in Den Haag een rechtszaak over de bewaarplicht. Onder meer de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten en privacyvoorvechter Privacy First eisen dat de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie buiten werking wordt gesteld."
Bron: ANP, 17 februari 2015.