Toon items op tag: Contant geld

donderdag, 23 juni 2022 09:41

Onderbelicht: financiële privacy

Discussies over databescherming en privacy hebben vaak de praktijken van advertentiebedrijven zoals Google en Facebook als aanleiding. Ook zijn de activiteiten van geheime diensten en gelijksoortige instellingen (zoals NCTV) aanleiding voor aandacht en kritiek.

Grotendeels onder de radar is een ontwikkeling gaande naar algehele financiële surveillance, waarbij een aantal grote ondernemingen op basis van betaalgegevens burgers en organisaties in detail kan volgen. Het is een ontwikkeling die wordt aangemoedigd door de overheid en die zich door allerlei oorzaken verspreidt door de gehele samenleving, met grote databeschermingsrisico’s voor burgers.

Privacy First noemt dit financiële privacy en wil in de komende tijd meer aandacht aan dit onderwerp besteden, als wij daar de gelegenheid voor hebben. 

Wat is financiële privacy? 

Bij financiële privacy kan aan het volgende worden gedacht:

A. Betalingsverkeer

  • Gedetailleerde financiële persoonsgegevens aanwezig bij banken en andere grote partijen. Het betalingsverkeer vindt grotendeels digitaal plaats, contante betaling verdwijnt. Daardoor beschikken degenen die bij dat betalingsverkeer betrokken zijn (banken, betaaldienstverleners en rekeninginformatiedienstverleners) over gedetailleerde informatie over al hun klanten, zowel consumenten als bedrijven en organisaties. Dit betekent dat banken c.s. zeer veel weten over hun klanten. De financiële gegevens worden door allerlei oorzaken steeds gedetailleerder en steeds meer bedrijven kunnen er over beschikken. Zo zal iDEAL 2.0 naar verwachting zorgen voor verdere verspreiding van financiële persoonsgegevens. In het verleden hebben banken geprobeerd de financiële gegevens van klanten te gelde te maken, op de manier waarop de Amerikaanse advertentiebedrijven dat doen, denk aan de ING-affaire. Daar is destijds een stokje voor gestoken, maar dit kan terugkomen. 
  • Nieuwe PSD2-diensten. De Europese PSD2-regelgeving moest mogelijk maken dat er nieuwe diensten worden ontwikkeld rondom de financiële gegevens van klanten van betaalinstellingen, onder andere rekeninginformatiediensten. Aan databescherming is onvoldoende gedacht, zodat burgers risico lopen. Privacy First is al langer bezig met de campagne PSD2meniet.
  • Contante betaling verdwijnt, waardoor de laatste mogelijkheid om niet van uur tot uur gevolgd te worden door banken verdwijnt. Het digitale geld dat door Europa wordt voorbereid, zal waarschijnlijk niet volledig anoniem zijn om misdaadbestrijding mogelijk te maken.

B. Privatisering van misdaadbestrijding en dienstverlening aan de overheid

  • Misdaadbestrijdingstaken van banken en andere financiële instellingen (‘witwasbestrijding’): deze taken leiden er toe dat extra persoonsgegevens van burgers worden verzameld, dat betreft niet alleen het identificeren van natuurlijke personen, maar ook het verzamelen van gegevens over en van natuurlijke personen betrokken bij organisaties. Dit kan gaan over bestuurders en vertegenwoordigers van rechtspersonen en de ‘uiteindelijk belanghebbenden’. Er moeten vertrouwelijke gegevens door klanten met de financiële instellingen worden uitgewisseld, dit gebeurt vaak op een onveilige manier.
    Let op: het gaat hier niet alleen om misdaad die de klant of de financiële instelling kan benadelen. De instelling moet actief nagaan of de eigen klant misdaadgeld onder zich heeft en moet vermoedens van misdaad (‘ongebruikelijke transacties’) melden bij een onderdeel van de politie: FIU-Nederland.
    Europa is bezig met een pakket aan regelgeving, ook wel het ‘AML package’ genoemd, wat de misdaadbestrijdingstaken van bedrijven ingrijpend zal wijzigen. Als gevolg van nieuwe regelgeving zullen steeds meer financiële gegevens door ondernemingen met de overheid worden uitgewisseld.
  • Identificatie, inclusief biometrische gegevens. Banken en andere financiële instellingen moeten hun klanten identificeren, allereerst om (privaatrechtelijk) te weten met wie zij een overeenkomst aangaan, ten tweede omdat de witwasbestrijdingsregels dit voorschrijven. Rondom de identificatie is het nodige te doen, onder andere omdat banken bestaande cliënten willen ‘heridentificeren’ en soms ook biometrische gegevens verlangen.
  • UBO-register. Onderdeel van de misdaadbestrijdingstaken van banken en andere aangewezen ondernemingen, is dat zij de uiteindelijk belanghebbenden van hun klanten moeten vaststellen en de juistheid van de registratie van hun klanten bij het UBO-register moeten verifiëren. Privacy First heeft over het UBO-register geprocedeerd en is nu in afwachting van de uitkomst van gelijksoortige zaken die in behandeling zijn bij het Europese Hof van Justitie.
  • Zwarte lijsten. In de financiële sector worden in het kader van de misdaadbestrijdingstaken en ter bescherming van de eigen financiële belangen zwarte lijsten aangelegd van ‘verdachte’ en veroordeelde klanten. Deze lijsten staan bekend onder de namen ‘IVR’ (intern verwijzingsregister) en ‘EVR’ (extern verwijzingsregister). De regels voor deze registers staat in ‘PIFI’, het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen.
    Verzekeraars hebben een compleet overzicht van alle claims die verzekerden bij hen hebben ingediend. In toenemende mate willen ook andere ondernemingen met misdaadbestrijdingstaken zwarte lijsten aanleggen.
  • Gegevensleveringen aan de overheid (renseignering). Financiële instellingen, werkgevers en in de toekomst ook platforms zijn verplicht om gegevens te leveren aan de overheid. Dit wordt ook wel ‘renseignering’ genoemd. In het kader van de renseigneringsplicht worden vele vertrouwelijke gegevens verzameld bij de klanten. Een bijzonder voorbeeld is de verplichting van financiële instellingen om gegevens van klanten te verzamelen ten behoeve van de belastingheffing door andere landen. Zeer bekend is FATCA, de Amerikaanse wet op grond waarvan financiële instellingen in de hele wereld gratis diensten moeten verlenen aan de Amerikaanse belastingdienst, wat niet alleen fiscale inwoners van de VS en personen met bezittingen in of opbrengsten uit de VS omvat, maar ook iedereen die de Amerikaanse nationaliteit heeft (ook al ontbreken verdere banden met het land, zogeheten "accidental Americans"). Nederland heeft met de VS een FATCA-verdrag gesloten en neemt verder deel aan de ‘Common Reporting Standard’ (CRS), waarover verdragen met de EU-landen en andere landen zijn afgesloten. [1]

C. Overig

  • Handelaren in financiële (persoons)gegevens: ten behoeve van financiële instellingen zijn een aantal zeer grote partijen actief, die bij het publiek minder bekend zijn. Zij verzamelen financiële en andere gegevens over zowel consumenten als over organisaties en de bij organisaties betrokken natuurlijke personen. Die gegevens worden verkocht aan onder andere financiële instellingen, als kredietinformatie en als witwasbestrijdingsinformatie. Hoewel deze handelaren zich aan de AVG moeten houden, doen zij dat meestal niet, zodat de mensen van wie gegevens verkocht worden niet op de hoogte zijn van de aanwezigheid van hun gegevens bij die handelaren en ook niet kunnen controleren of de gegevens rechtmatig zijn verkregen en juist zijn. Hun AVG-rechten kunnen zij niet uitoefenen. Dergelijke handelaren zouden volgens Privacy First vergunningplichtig moeten zijn, zoals financiële instellingen dat zijn, met een krachtige toezichthouder en strenge toetsing van de leidinggevenden.
  • Bureau Kredietregistratie (BKR): dit is een door de overheid erkende en door de financiële sector opgerichte stichting die ten behoeve van die sector gegevens registreert.

Wat gaat Privacy First doen?

Financiële privacy is een breed en ingewikkeld terrein, wat het lastig maakt om er iets mee te doen. Privacy First is de afgelopen jaren al op een aantal deelonderwerpen actief geweest:

  • PSD2
  • UBO-register
  • behoud van contant geld en anonieme betaalmiddelen.

We willen meer gaan doen. Wilt u meedoen of heeft u ideeën: laat het ons weten!

[1] Zie o.a. https://ellentimmer.com/2015/12/23/gegevensuitwisseling/.

Gepubliceerd in Financiële privacy & PSD2

Momenteel wordt de wereld hard getroffen door het Corona-virus. Deze pandemie vormt niet alleen een aanslag op de gezondheid, maar kan ook leiden tot een crisis voor de mensenrechten, waaronder het recht op privacy.

Onder het recht op privacy vallen de bescherming van ieders persoonlijke levenssfeer, persoonsgegevens, vertrouwelijke communicatie, het huisrecht en het recht op lichamelijke integriteit. Privacy First is opgericht om deze rechten te beschermen en te bevorderen. Niet alleen in tijden van vrede en voorspoed, maar ook in tijden van crisis.

Juist in deze tijd komt het er op aan om onze maatschappelijke vrijheid en persoonlijke levenssfeer te blijven bewaken. Angst mag daarbij geen rol spelen. In diverse landen zien we echter draconische wetgeving, maatregelen en infrastructuren doorgevoerd worden. Daarbij staat veel op het spel, namelijk het behoud van ieders vrijheid, autonomie en menselijke waardigheid.

Privacy First monitort de ontwikkelingen en reageert proactief zodra overheden maatregelen dreigen te treffen die niet strikt noodzakelijk en proportioneel zijn. In dit verband acht Privacy First de volgende maatregelen in principe onrechtmatig:
- Massa surveillance
- Gedwongen controle achter de voordeur
- Afschaffing van anonieme of contante betaalmogelijkheden
- Heimelijke inzet van cameratoezicht en biometrie
- Elke vorm van inbreuk op het medisch beroepsgeheim.

Privacy First zal er op toezien dat gerechtvaardigde maatregelen slechts tijdelijk zullen gelden en opgeheven worden zodra de Corona-crisis voorbij is. Van nieuwe structurele, permanente noodwetgeving mag geen sprake zijn. Gedurende de maatregelen moeten effectieve rechtsmiddelen beschikbaar zijn en dienen privacy-toezichthouders kritisch te blijven.

Ter effectieve bestrijding van het Corona-virus kan bovendien vooral een beroep worden gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Veel is mogelijk op basis van vrijwilligheid en met individuele, volledig geïnformeerde en specifieke toestemming vooraf.

Zoals altijd is Privacy First bereid te assisteren bij de ontwikkeling van privacyvriendelijk beleid en privacy by design, zoveel mogelijk in samenwerking met relevante organisaties en experts. Juist in deze tijd kan Nederland (en de Europese Unie) immers een internationaal voorbeeld zijn voor de bestrijding van een pandemie mét behoud van privacyrechten en democratische waarden. Alleen op deze manier zal de Corona-crisis onze wereld niet duurzaam kunnen verzwakken, maar komen we er samen sterker uit.

Gepubliceerd in Wetgeving

Autoriteit Persoonsgegevens weigert te onderzoeken of te handhaven

Op 6 maart jl. heeft OV-reiziger Michiel Jonker hoger beroep ingediend bij de Raad van State inzake de afwijzing van twee handhavingsverzoeken door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). In juli 2018 verzocht Jonker in twee handhavingsverzoeken de AP om onderzoek en handhaving inzake:

  1. Het weigeren van de terugbetaling van resterend saldo op anonieme OV-chipkaarten als de houder zijn NAW-gegevens niet aan Nederlandse Spoorwegen (NS) verstrekt;
  2. Het weigeren van internationale treintickets door NS-medewerkers aan stationsbalies als kopers hun NAW-gegevens niet aan NS verstrekken;
  3. Het in rekening brengen, sinds 2 juli 2018, van extra “servicekosten” als houders van anonieme OV-chipkaarten contant betalen voor het opwaarderen van het saldo op deze kaarten.
  4. De weigering door vervoerbedrijf Connexxion van privacyvriendelijke, contante betaling voor eenmalige buskaartjes in de bus.

De AP weigerde deze inbreuken op de privacy serieus te onderzoeken, omdat volgens de AP een "globaal (bureau)onderzoek" reeds uitwees dat er geen sprake was van enige overtreding. Jonker bestrijdt dat, omdat er ofwel zonder aangetoonde noodzaak persoonsgegevens worden verwerkt (1, 2, 4), ofwel zonder aangetoonde noodzaak reizigers die hun privacy willen behouden, worden gediscrimineerd ten opzichte van reizigers die hun persoonsgegevens afstaan (3).

Met betrekking tot de verkoop van internationale treintickets (2) heeft Jonker in februari 2020 geconstateerd dat NS ter zitting van de rechtbank (op 16 december 2019) heeft gezwegen over het feit dat er bij veel internationale tickets die NS aan klanten verkoopt, sinds november 2019 wel degelijk van klanten geëist wordt dat zij hun naam en soms ook hun geboortedatum door NS laten verwerken in een digitaal systeem. Het eerdere "ATB-systeem" waarmee voorheen anoniem tickets konden worden verstrekt is toen uitgeschakeld, en nu moeten klanten verplicht met het zogeheten "Atlantis"-systeem een "Homeprint" aanschaffen.

Jonker: "NS vindt van zichzelf dat NS daar niet verantwoordelijk voor is, omdat dit in opdracht zou gebeuren van buitenlandse vervoerbedrijven. Maar NS is als verwerker wel mede-verantwoordelijk en moet zich aan de AVG houden. De AP heeft zichzelf eerst ten onrechte onbevoegd verklaard op dit punt. Toen ik dat had ontzenuwd, vond de AP opeens dat mijn handhavingsverzoek hier niet over ging. En de rechtbank zei vervolgens dat mijn handhavingsverzoek "te onbepaald" was, hoewel ik aan de AP specifiek materiaal had aangeleverd waaruit bleek dat het anonieme systeem zou worden uitgeschakeld. Ze draaien zich in duizend bochten om redenen te vinden om mijn handhavingsverzoek af te wijzen."

Om het risico te verminderen dat het ATB-systeem niet technisch ontmanteld wordt voordat de AP alsnog onderzoek heeft gedaan, heeft Jonker bij de Raad van State tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend (een soort kort geding). Hij wil dat de rechter de AP opdraagt om de privacyvriendelijke infrastructuur van het ATB-systeem te beschermen zolang er nog geen onderzoek is gedaan. Het verzoek zal vooralsnog op 30 april 2020 door de Raad van State worden behandeld.

Bij Connexxion is volgens Jonker ten eerste niet aangetoond dat de "sociale veiligheid" op buslijnen in zijn regio gevaar loopt, en ten tweede is er volgens hem ook niet aangetoond dat het weigeren van contante betaling, als één maatregel in een pakket van 23 maatregelen, op die lijnen effect heeft op de veiligheid. Jonker: "Ze roepen het woord 'veiligheid' en vinden dat ze dan voor alle buslijnen in heel Nederland iets hebben aangetoond. Maar dan kan ik net zo goed gaan roepen dat alle CV-ketels gevaarlijk zijn en daarom moeten worden afgeschaft. Deze quasi-paranoia van een club van overheden en vervoerbedrijven die al onze persoonlijke OV-data in handen wil krijgen, wordt door de AP en de Rechtbank Gelderland klakkeloos geaccepteerd. Dat is in strijd met artikel 5 AVG, waarin staat dat er een noodzaak en een welbepaald doel moeten worden aangetoond."

Het volledige hoger-beroepschrift van Jonker staat HIER online (getiteld "Lof der individualiteit - privacy, connectiviteit en autoritair denken", 191 pp).

Jonker wordt in beide zaken gesteund door Privacy First en Maatschappij Voor Beter OV (www.voorbeterov.nl).

(door omstandigheden is dit bericht met vertraging gepubliceerd)

Update 26 juni 2020: de voorzieningenrechter bij de Raad van State heeft op 12 juni jl. uitspraak gedaan en Jonkers verzoek afgewezen. Voor de uitspraak, zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2020:1379. Jonker: "Het is jammer, maar in ieder geval heeft mijn verzoek om voorlopige voorziening ertoe geleid dat de voorzieningenrechter vragen aan NS heeft gesteld die de AP nooit wilde stellen. Uit het antwoord van NS blijkt dat er al in 2018 door NS en andere vervoerbedrijven een besluit is genomen om het privacyvriendelijke ATB-systeem voor ticketverkoop te gaan afschaffen. Vanwege het door mij betaalde griffierecht is het wel erg duur om als burger op die manier aan waarheidsvinding te moeten doen, omdat de AP haar taak op dat punt niet wil vervullen. Maar nu dit feit bekend is, kan ik dat meenemen in de bodemprocedure."

In de bodemprocedure heeft Jonker naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter op 22 juni jl. een nadere motivering ingediend, waarin de reikwijdte van zijn handhavingsverzoek centraal staat. Voor de tekst van die motivering, klik HIER (pdf).

Update 26 november 2020: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft aangekondigd drie hoger beroepen van Jonker inzake privacy in het openbaar vervoer ter zitting te zullen behandelen op maandag 8 februari 2021. Het betreft de volgende zaken:

- Contante betaling in de bus; AP en Connexxion (zaaknr. 2020-01625)
aanvang: 9:30u.

- Aanschaf internationale treintickets, restsaldo OV-chipkaart, servicekosten OV-chipkaart; AP, NS en mogelijk anderen (zaaknr. 2020-01629)
aanvang: 10:30u.

- Privacy-discriminatie bij OV-chipkaart; de-anonimisering van "anonieme" OV-chipkaart (zaaknr. 2019-07478)
aanvang: 11:30u.

Alle drie de zaken worden behandeld in het gebouw van de Afdeling bestuursrechtspraak aan de Kneuterdijk 22 in Den Haag.

Update 26 januari 2021: op 15 januari jl. heeft Jonker de motivering van zijn hoger beroepen aangevuld vanwege recente ontwikkelingen. In zijn aanvulling, getiteld "Bewegingscontrole en bewegingsbeperking", brengt Jonker naar voren dat een combinatie van attitudes bij vervoerbedrijven, de Nederlandse staat en sommige Nederlandse rechters het grondrecht van Nederlandse burgers dreigt uit te schakelen op bewegingsvrijheid met behoud van privacy, ook in situaties waar het niet nodig is dat grondrecht aan te tasten. Hij pleit voor een onafhankelijke rechterlijke toetsing waarbij de bedoeling van geldende wetten en verdragen wordt gerespecteerd.

Als gevolg van persoonlijke omstandigheden die verband houden met Covid-19, is Jonker verhinderd voor de geplande zittingen op 8 februari 2021. Hij heeft zich bereid verklaard om vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak schriftelijk te beantwoorden.

Jonker: "Het is vervelend, maar het is niet anders. Ik hoop dat de Afdeling zelf naar wegen zoekt om het proces toch op een faire manier te laten plaatsvinden, mede met het oog op het maatschappelijke belang ervan."

Update 15 februari 2021: vanwege een falende video-verbinding op 8 februari jl. heeft de Raad van State de behandeling van Jonkers hoger beroepen tot nader orde uitgesteld.

Jonker: "Het is voor alle betrokkenen heel frustrerend. Ik begrijp het belang van een zitting waarin live van gedachten kan worden gewisseld. Als dat technisch niet lukt, ben ik persoonlijk bereid om, gezien de uitzonderlijke omstandigheden, schriftelijk te reageren op eventuele vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, en op inbreng van andere partijen ter zitting, zoals die in de zittingsaantekeningen is vastgelegd. Het is in het belang van alle OV-reizigers dat de zaak niet voor onbepaalde tijd wordt aangehouden. Het is aan de Afdeling bestuursrechtspraak om te bepalen hoeveel uitstel de zaak kan verdragen, met andere woorden: op welk moment de rechtszekerheid van OV-reizigers vereist dat de behandeling op enige wijze wordt voortgezet. Zoals het gezegde luidt: justice delayed is justice denied..."

Update 8 juli 2021: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 5 juli jl. de drie hoger beroepen van Jonker over privacy in het OV behandeld in drie opeenvolgende zittingen. In elke zitting ging het over de weigering van de AP om (voldoende) onderzoek te doen en de weigering van de AP om handhavend op te treden:

Zitting 1: de weigering van contante betaling in de bus door Connexxion.

Zitting 2: drie inbreuken op de privacy door NS:
a) verwerking persoonsgegevens bij teruggave van restsaldo op "anonieme" OV-chipkaarten aan de eigenaar;
b) NS eist persoonsgegevens van reizigers die aan de balie een internationaal treinkaartje binnen de EU willen aanschaffen;
c) NS brengt extra service-kosten in rekening aan reizigers die aan de balie privacy-vriendelijk (en dus contant) willen betalen voor het opladen van hun "anonieme" OV-chipkaart.

Zitting 3: drie inbreuken op de privacy door NS:
a) ontbrekende anonimiteit van de tot voor kort als "privacy-vriendelijk" verkochte "anonieme" OV-chipkaart, en het bedrog van NS daarover totdat het uitkwam;
b) privacy-discriminatie van houders van een voordeelurenabonnement (VDU): zij krijgen geen voordeelurenkorting als zij reizen met een "anonieme" OV-chipkaart;
c) privacy-discriminatie bij de uitvoering van de regeling Geld Terug Bij Vertraging (GTBV): houders van "anonieme" OV-chipkaarten krijgen alleen hun geld terug als zij hun OV-chipkaart feitelijk de-anonimiseren, waardoor niet alleen de vertraagde reis, maar ook alle andere reizen door NS en/of TLS geregistreerd kunnen worden.

Jonker: "De zeven inbreuken op de privacy die in deze drie zittingen werden behandeld, geven een beeld hoe Nederlandse vervoerbedrijven gezamenlijk aan alle kanten proberen om de reisgegevens (plaatsen en tijden van de privé-reizen van mensen) buit te maken, en om het reizigers die hun privacy proberen te behouden, zo moeilijk mogelijk te maken. Dit wordt gestimuleerd door verschillende ministeries, andere overheidsinstanties (bijvoorbeeld het CBS) en allerlei en gremia uit het zogenoemde "maatschappelijke middenveld" (de polder). De Autoriteit Persoonsgegevens weigert ertegen op te treden. De data-roof is in volle gang. Het lijkt of ook rechters die niet willen stoppen. Mijn analyse van oktober 2019 dat er in Nederland sprake is van een conglomeraat van overheden en bedrijven dat reële privacy in het openbaar vervoer wil afschaffen, wordt op deze manier opnieuw bevestigd.

Als de Raad van State gaat oordelen dat deze willekeur van vervoerbedrijven bij het verwerken van persoonsgegevens is toegestaan, en die willekeur daarmee gaat legaliseren, dan is het duidelijk dat privacy in Nederland in rechte niet meer wordt beschermd en daarmee in de praktijk wordt afgeschaft. Het grondrecht op privacy is er dan niet meer. In plaats daarvan is privacy dan alleen nog een gunst die in sommige gevallen aan sommige mensen wordt verleend, met willekeur en op instrumentele gronden, bijvoorbeeld politieke of relationele gronden - maar aan andere mensen niet. De overheid en grote bedrijven mogen dan, zonder onze toestemming, ongehinderd tot diep in ons privé-leven doordringen en ons via die weg aansturen, belonen en straffen."

Een interview met Jonker, video-samenvattingen van de drie zittingen en de integrale video-opnamen van de zittingen zijn te vinden op de site van Potkaars: https://potkaars.nl/blog/2021/7/7/de-veronderstelling-dat-je-het-recht-hebt-anoniem-door-het-leven-te-gaan-ter-discussie-gesteld-door-de-ns

Media:
Volkskrant verslaggeverscolumn 6 juli 2021: Privacy bestaat niet meer, en dat lieten we zelf gebeuren 

Update 22 november 2021: op 10 november 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de drie hoger beroepen die Jonker had ingesteld tegen de weigeringen van de AP om handhavend op te treden tegen de aantasting van privacy in het openbaar vervoer:

- zaak OV-chipkaart: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:2509 

- zaak-Connexxion (contante betaling): http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:2511 

- zaak-NS 3e tranche (o.a. internationale treintickets): http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:2514.

De Raad van State verklaarde alle hoger beroepen op alle onderdelen ongegrond. Jonker geeft aan de uitspraken nog nader te zullen bestuderen wanneer hij "weer energie heeft verzameld", voordat hij definitieve conclusies trekt. Wel wil hij al het volgende kwijt:

Jonker: "Met deze uitspraken heeft de Raad van State het recht op privacy in het openbaar vervoer afgeschaft. Iedere individuele reiziger mag overal gevolgd en geregistreerd worden, zonder dat daarvoor een specifieke noodzaak hoeft te worden aangetoond. Het is bijvoorbeeld voldoende dat een vervoerbedrijf het zelf 'efficiënt' vindt om dat te doen. Volgens de interpretaties van de Raad van State biedt de AVG daar geen bescherming tegen. Artikelen 5 en 6 AVG zijn door de RvS op deze manier betekenisloos gemaakt. Nadat vervoerbedrijven zoals NS en Connexxion de privacy feitelijk al hadden afgeschaft, heeft de Raad van State dat nu achteraf voorzien van juridische goedkeuring en het daarmee gelegaliseerd. Ik heb in 2019 al een analyse aangeleverd aan de Tweede Kamer en de Raad van State over wat er met privacy in het OV aan het gebeuren is. Daar heeft de Tweede Kamer niets mee gedaan. Nu blijkt ook de Raad van State die analyse en mijn andere argumenten nagenoeg volledig te hebben genegeerd."

Gevraagd of dit voor hem persoonlijk een klap is, antwoordt Jonker: "Ja, althans in zoverre dat ik dit al enige tijd zag aankomen, zoals ik afgelopen zomer ook in een interview heb aangegeven. Het is goed dat de rechtszittingen op 5 juli van dit jaar integraal op video zijn opgenomen en gepubliceerd bij dat interview. Zo kan iedereen zelf zien tot welk bedroevend niveau de heren rechters zich op sommige momenten verlaagden. Het is me nu definitief duidelijk dat Nederland op wezenlijke punten, waaronder het grondrecht op privacy, geen rechtsstaat meer is. Vorige week was er in het nieuws dat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak met veel bombarie 'oprechte excuses' aanbood voor het feit dat de Raad van State in de Toeslagenaffaire allerlei zaken had genegeerd. Zulke excuses vind ik volstrekt ongeloofwaardig en opportunistisch. Die worden alleen gegeven omdat de hoge rechters in die zaak betrapt zijn en het daar niet meer onder het vloerkleed kunnen vegen. Zoals de uitspraken in mijn hoger beroepen laten zien, denderen die rechters ondertussen gewoon door als uitvoerders van het machtsapparaat waar ze deel van uitmaken. Ik zie ze niet langer als rechters, maar als prelaten, bekleed met de arrogantie van de macht. Onze machthebbers willen dat wij geen reële privacy meer hebben, maar alleen nog genadebrood eten voor zover zij ons dat met hun gedigitaliseerde systemen toestaan, in de vorm van tijdelijke gunsten. Zo van: je moet erop vertrouwen dat wij jou nu eventjes niet zullen volgen, ook al hebben wij al onze beloften op dat punt in het verleden gebroken..."

Gevraagd wat hij nu verder gaat doen, antwoordt Jonker: "Ten eerste ga ik nu onderzoeken hoe ik me als individuele onderdaan - niet langer burger - het beste kan verhouden tot het feit dat we niet meer in een rechtsstaat leven. Zonder privacy is er geen werkelijke vrijheid, en wordt het moeilijker om onze vrijheid te verdedigen of te herstellen. Voor mij is dit een groot verlies. Ik zal waarschijnlijk ook steun zoeken bij geestverwanten, om te kijken of er mogelijkheden zijn voor het leggen van een basis voor een terugkeer van de rechtsstaat. Ik begrijp dat veel mensen zich hier niet erg druk om maken zolang er maar brood op de plank is en er van tijd tot tijd feest kan worden gevierd. Ik sta daar anders in, vooral ook met het oog op de langere termijn.

Ten tweede zal ik, wanneer ik mijn energie weer verzameld heb, kijken of het zinvol is om over deze drie uitspraken een verzoekschrift in te dienen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Er is mij al geadviseerd dat dat niet kansrijk is, omdat het EHRM tegenwoordig in veel gevallen dezelfde anti-rechtsstatelijke houding aanneemt als de Nederlandse Raad van State. 90% van de verzoekschriften wordt niet eens in behandeling genomen, en ik heb begrepen dat men in de burelen van het EHRM privacy-zaken soms ridiculiseert. Ze maken zich boos over wat er in Polen met het constitutionele hof aldaar gebeurt, niet omdat dat anti-rechtsstatelijk is - we hebben in Nederland niet eens een constitutioneel hof - maar omdat het niet in lijn is met de wensen van centrale machthebbers in de EU. Bij Polen of bij de Brexit en Noord-Ierland wordt er door de EU gezwaaid met het belang van 'the rule of law', maar voor de EU en het EHRM zijn de rechtsstaat en privacy in de praktijk vooral economische en politieke instrumenten, geen zelfstandige of intrinsieke doelen.

Ik zal proberen te kijken of het indienen van een verzoekschrift in die omstandigheden toch zinvol kan zijn, als signaal of ter documentatie voor later. Bijvoorbeeld om de verantwoordelijkheid voor de afschaffing van reële privacy-bescherming in het openbaar vervoer op alle juridische niveaus zichtbaar en aantoonbaar te maken."

Privacy First steunt Jonker indien hij besluit een verzoekschrift bij het EHRM in te dienen. 

Media:
Security.nl, 23 november 2021: Privacyactivist verliest hoger beroep over anonieme OV-chipkaart 
Tweakers, 23 november 2021: Autoriteit Persoonsgegevens hoeft van Raad van State niet op te treden tegen NS 
TechnologIE, privacy en recht, 10 december 2021: Privacy activist loses appeal over anonymous OV chip card! 

Update 2 maart 2022: op 25 februari jl. heeft Jonker een verzoekschrift verzonden naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM, ECtHR), waarin hij naar voren brengt dat de drie uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 10 november 2021 niet in overeenstemming zijn met artikel 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM, ECHR).

Het Engelstalige verzoekschrift (een zogeheten "application") heeft als titel: "Public Transport - a Railroad to Surveillance?". In het verzoekschrift stelt Jonker het belang van materieel recht ("substantive justice") centraal. Als het Europese mensenrechtenverdrag alleen formeel en procedureel wordt geïnterpreteerd, wordt het recht op privacy niet adequaat beschermd. Jonker: "Het was een hele klus om het volgens de regels van het Europese Hof te doen. Uiteindelijk ging het om een pakket van 993 pagina's: het aanvraagformulier van 13 pagina's, een annex van 19 pagina's en de overige bijlagen: 961 pagina's - allemaal enkelzijdig afgedrukt en handmatig doorgenummerd. Ik hoop dat ik aan alle regels heb voldaan. Als het Europese Hof mijn verzoekschrift desondanks niet-ontvankelijk zou verklaren, dan zou dat duidelijk maken dat individuele Europese burgers in de praktijk geen toegang hebben tot het hof dat hun mensenrechten dient te beschermen. Ik hoop natuurlijk dat het hof ziet dat dit om een serieuze zaak gaat: de mogelijkheid voor Nederlandse en Europese burgers om met het openbaar vervoer te reizen zonder continu gemonitord te worden. Als wij geen China 2.0 willen worden, dan is openbaar vervoer met behoud van privacy van cruciaal belang."

Voor de tekst van Jonkers verzoekschrift, klik HIER (pdf). 

Media: 
TechnologIE, privacy en recht, 10 mei 2022: Dutch public transport - a railroad to surveillance?

Update 8 augustus 2022: na de uitspraak van de voorzieningenrechter op 12 juni 2020 (zie update 26 juni 2020 hierboven) diende Jonker op 20 juni 2020 voorzorgshalve een tweede handhavingsverzoek in met betrekking tot de door NS en buitenlandse vervoerbedrijven afgedwongen verwerking van persoonsgegevens bij de aanschaf van internationale treintickets binnen de EU en het Schengen-gebied. In april 2022 heeft de AP dit extra handhavingsverzoek in behandeling genomen en aan Jonker per brief o.a. gevraagd waarom die in deze zaak meent "betrokkene" te zijn in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Jonker heeft daarop geantwoord bij brief van 7 mei 2022, waarin hij als bijlage ook de volledig uitgeschreven tekst opnam van een gesprek aan de stationsbalie op 20 februari 2020 waarvan door hem heimelijk een geluidsopname was gemaakt in bijzijn van een getuige. Voor de tekst van deze documenten (geschoond van bepaalde persoonlijke gegevens), zie HIER (pdf).

Bij brief van 21 juli 2022 heeft de AP Jonker in de gelegenheid gesteld om met een "zienswijze" te reageren op antwoorden van NS op vragen van de AP. Jonker heeft op 6 augustus 2022 deze zienswijze aan de AP toegestuurd. Voor de tekst van de zienswijze, zie HIER (pdf). 

Jonker: "Op dit moment lijken twee zaken centraal te staan. Ten eerste de vraag wie de verwerkingsverantwoordelijken zijn bij de afgedwongen verwerking van persoonsgegevens bij de verkoop van internationale treintickets. Ik ben er vrijwel zeker van dat dit de buitenlandse vervoerbedrijven zijn die de treinreizen aanbieden en aan de klant verkopen. Die bepalen immers welke persoonsgegevens er verwerkt worden. Dat betekent dat de AP in deze zaak zou moeten samenwerken met buitenlandse toezichthouders. NS lijkt dat te willen verhinderen en noemt zichzelf daarom verwerkingsverantwoordelijke voor alle internationale tickets, ook wanneer NS helemaal niet bepaalt welke persoonsgegevens er worden verwerkt.

De tweede vraag is wat nu het doel, de noodzaak en de wettelijke grondslag zijn voor de afgedwongen verwerking van de persoonsgegevens. NS wil mij een digitaal Homeprint-ticket in de maag splitsen, maar ik wil alleen maar een anoniem ticket kunnen kopen, zoals tientallen jaren lang normaal was - dat waren die stevige, papieren ATB-tickets. Het enige inhoudelijke argument wat NS daartegen inbrengt, is dat NS mij op elk tijdstip overal ter wereld wil kunnen informeren over treingerelateerde zaken - dus niet alleen op stations en in treinen, maar bij wijze van spreken ook in mijn eigen slaapkamer. Daarom vindt NS het nodig om te beschikken over mijn persoonsgegevens zodat ze mij via apps op mijn smartphone steeds kunnen benaderen. Dat noemt NS dan een gerechtvaardigd belang van NS. Nou, mooi niet.

Ik wil thuis of in mijn vrije tijd niet gestoord worden door NS. Ik gebruik niet eens een smartphone en wil dat ook niet. Maar ik wil wel in Europa met de trein kunnen, om mijn familie te zien en voor vakantie. En zonder overbodig gegluur door vervoerbedrijven en de stiekeme data-winkels die ze hebben opgezet."  

Update 25 augustus 2022: naar aanleiding van de door Jonker ingediende zienswijze heeft de SP (Renske Leijten en Mahir Alkaya) op 24 augustus jl. schriftelijke Kamervragen gesteld aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat, zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-1045732.pdf

De Kamervragen zijn des te actueler vanwege plannen van NS en andere vervoerbedrijven om een "OVpay"-systeem in te voeren waarmee reizigers in al hun bewegingen tot op een paar meter nauwkeurig kunnen worden gevolgd, en vanwege geruchten over plannen van NS om de laatste bemenste stationsbalies af te schaffen, waardoor een privacyvriendelijke aanschaf van tickets op nog weer een andere manier onmogelijk zou worden gemaakt.

Jonker: "Het begint meer mensen op te vallen dat de steeds verdere aantasting van privacy in het OV (en trouwens ook elders) op een samenhangende manier lijkt plaats te vinden. Privacyvriendelijke betaalmethoden worden overal afgeschaft of onaantrekkelijk gemaakt, terwijl mensen worden 'genudged' en onder druk gezet om hun privé-gedrag tot in detail te laten monitoren via digitale systemen. Ik ben verheugd dat twee volksvertegenwoordigers nu aandringen op duidelijkheid van de kant van de verantwoordelijke minister waar het gaat om het openbaar vervoer. De Tweede Kamer heeft aangegeven dat er altijd een analoog alternatief moet blijven voor digitale transacties. Zelfs de VVD heeft benadrukt dat de baliefunctie behouden moet blijven. Maar tot nu toe heeft de overheid allerminst naar die woorden gehandeld en menselijke dienstverlening juist zoveel mogelijk uitgefaseerd. Als concessieverlener aan de OV-bedrijven moet de Nederlandse Staat op dit punt nu eindelijk, na meer dan tien jaar wegkijken, eisen aan die bedrijven gaan stellen. Respect voor mensen moet weer centraal komen te staan in hoe onze maatschappij wordt ingericht. Alleen dan kunnen we ook op een respectvolle manier met onze omgeving omgaan."

Media:
https://www.security.nl/posting/765576/ (over de Kamervragen)
https://www.privacynieuws.nl/index.php/binnenlands-nieuws/ov-chipkaart (over OVpay)
https://www.security.nl/posting/763487/Landelijk+inchecken+met+betaalpas+in+openbaar+vervoer+uitgesteld+naar+2023 (over OVpay)

Update 6 oktober 2022: op 8 september jl. heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) het verzoekschrift van Jonker niet-ontvankelijk verklaard en daarmee geweigerd de zaak in behandeling te nemen. Het hof motiveert deze beslissing summier: "Op grond van zijn jurisprudentie (...), in het licht van het materiaal waarover hij beschikt en voor zover de zaken waarover geklaagd wordt binnen zijn competentie vallen, is het Hof van oordeel dat deze niet aannemelijk maken dat er sprake zou zijn van een aantasting van de rechten en vrijheden zoals bedoeld in het Verdrag of de daarbij behorende Protocollen en dat er niet voldaan is aan de ontvankelijkheidsvereisten in artikelen 34 en 35 van de Conventie." (vertaling door Jonker)

Na het raadplegen van de jurisprudentie waarnaar het EHRM verwijst (twee eerdere uitspraken van het EHRM), spreekt Jonker van een "bizarre beslissing die de geloofwaardigheid van de rechtbescherming die artikel 8 EVRM heet te bieden, fundamenteel aantast". Uit de weigering van het Hof om deze zaak zelfs maar te in behandeling te nemen, blijkt volgens Jonker dat "de privacy van reizigers in het openbaar vervoer in het geheel niet wordt beschermd door de rechterlijke instantie die, als alle andere bescherming faalt, als enige nog een waarborg kan bieden, en ook moet bieden, dat artikel 8 van het EVRM daadwerkelijk wordt toegepast."

Het EHRM verwijst naar twee eerdere uitspraken in zaken die volgens het EHRM kennelijk "in wezen gelijk" zijn aan de door Jonker naar voren gebrachte zaak. Het lijkt of het EHRM de behandeling van Jonkers zaak om die reden niet nodig vindt en hem daarom niet-ontvankelijk heeft verklaard. De twee zaken waarnaar het EHRM verwijst, hebben beide betrekking op bedrijven die enkele werknemers hadden ontslagen na hen te hebben gemonitord en misdragingen te hebben geconstateerd. In die zaken kwam het EHRM tot de conclusie dat het ontslag, ondanks de heimelijke verwerking van persoonsgegevens, niet onrechtmatig was. Het EHRM lijkt het heimelijk monitoren van werknemers door hun eigen werkgever, op grond van concrete verdenkingen, gelijk te stellen aan het monitoren van de privé-reizen van miljoenen OV-gebruikers door vervoerbedrijven.

Jonker: "Het EHRM stelt het recht van een werkgever om zijn eigen medewerkers tijdens werktijd voldoende te controleren na een specifieke verdenking, ten onrechte gelijk aan een recht van een vervoerbedrijf om privégegevens van willekeurige reizigers te verzamelen, zonder dat die klanten van enige overtreding worden verdacht. Eigenlijk zegt het EHRM hiermee twee dingen: 1. OV-reizigers mogen qua gegevensverwerking behandeld worden alsof ze geen klanten van het vervoerbedrijf zijn, maar werknemers van dat bedrijf. En 2. OV-reizigers mogen qua gegevensverwerking behandeld worden alsof er op hen een concrete verdenking rust. Op deze manier blijft er van het recht op privacy natuurlijk niets over. Als iedere privépersoon mag worden behandeld als een verdachte werknemer, dan leven we in een surveillance-maatschappij. Artikel 8, tweede lid van het EVRM staat surveillance alleen toe voor zover die noodzakelijk is in een democratische samenleving. Dat wordt door het EHRM op deze wijze genegeerd."

Gevraagd wat de verklaring zou kunnen zijn voor deze beslissing van het EHRM, antwoordt Jonker: "Ik kan natuurlijk niet in het hoofd van de betreffende rechter kijken. Het enige waar ik op af kan gaan, is de summiere motivering en de jurisprudentie waarnaar verwezen wordt. Door de zaak niet eens in behandeling te nemen, maakt het EHRM het onmogelijk om hierover duidelijkheid te krijgen, want tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. Op deze manier maakt het EHRM natuurlijk een lachertje van het idee dat er sprake zou zijn van kenbaar recht. Maar als ik mag raden naar mogelijke redenen, dan zie ik er twee. Ten eerste denk ik dat het EHRM, met zijn enorme werklast en structureel gebrek aan personeelscapaciteit, heel pragmatisch zoveel mogelijk zaken niet-ontvankelijk wil verklaren, en dus naar redenen zoekt - desnoods voorwendselen - om dat te kunnen doen. Dus dan denkt zo´n rechter: waar vind ik jurisprudentie waarmee ik deze zaak terzijde kan schuiven? Wie zoekt zal vinden, en als zo'n rechter dan iets ziet wat op het eerste gezicht bruikbaar lijkt, dan denkt-ie: waarom niet? Dat het dan om een heel ander soort zaak gaat, maakt voor zo'n rechter dan niet uit, want de indiener van het verzoekschrift kan toch niets meer doen als de zaak niet-ontvankelijk wordt verklaard. Ik denk dat de directe reden voor de niet-ontvankelijkheidsverklaring heel oppervlakkig en pragmatisch kan zijn."

Een tweede mogelijke reden ziet Jonker in het feit dat een vervoersbewijs, bijvoorbeeld een treinticket, door de rechter wordt opgevat als een "contract" en om die reden wordt gelijkgesteld aan het arbeidscontract dat een werknemer heeft met zijn werkgever. Jonker: "Hier zie je de politieke doorwerking van het neoliberalisme in de opvattingen van rechters die onafhankelijk de wet zouden moeten uitleggen. Ze wensen niet meer te zien dat er een verschil is tussen een contract waarvoor een werknemer willens en wetens heeft getekend toen hij vrijwillig werk aanvaardde, en de algemene voorwaarden die een vervoerbedrijf eenzijdig heeft opgesteld en oplegt aan miljoenen OV-reizigers die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer. Dit is tekenend voor de manier waarop de EU en kennelijk ook het EHRM een neoliberale logica hebben geïnternaliseerd die in strijd is met internationale verdragen zoals het EVRM. Ik heb in mijn verzoekschrift aan het EHRM op het misbruik van het contractbegrip gewezen en aangegeven dat er geen democratische noodzaak bestaat voor de betreffende aantastingen van de privacy. Ik heb aangegeven dat de Raad van State heeft geweigerd om de zaak rechtstreeks aan het EVRM te toetsen. Maar nu weigert het EHRM zelf óók om de zaak inhoudelijk aan het EVRM te toetsen. Tja, als het EHRM weigert mijn verzoekschrift te behandelen, dan kunnen er over het cruciale punt van de verhouding tussen een democratische noodzaak en de bepalingen in een door een bedrijf opgesteld contract ook geen argumenten worden gewisseld. Er ontstaat dan een juridisch stilzwijgen dat de weg vrijmaakt voor een voortzetting van het machtsmisbruik. Er is dan geen rechtsbescherming." Voor Jonkers nadere analyse van de door het EHRM genoemde jurisprudentie, zie HIER (pdf).

Gevraagd welke conclusies hij trekt uit de zaak, antwoordt Jonker: "Juridisch gezien is dit het einde van het verhaal. Ik constateer dat zowel Nederlandse rechters als het Europese mensenrechtenhof weigeren het grondrecht op privacy in het openbaar vervoer te beschermen. Als die rechters met steekpenningen omgekocht waren, had de uitkomst niet slechter kunnen zijn. Dit is slechts één voorbeeld van de manier waarop privacy in naam wordt gerespecteerd, maar in feite wordt geëlimineerd. Eén van de gevolgen daarvan is dat er van mijn vertrouwen dat we in een zogeheten 'rechtsstaat' zouden leven, weinig meer over is. Het recht - 'de rule of law' - is gereduceerd tot een retorisch middel om bepaalde politieke doelen te dienen."

Jonker vergelijkt wat er in de EU op dit moment met de privacy van inwoners gebeurt, met de drie Poolse delingen aan het eind van de achttiende eeuw. "Europese machthebbers wilden Polen niet alleen als reëel bestaande staat van de kaart vegen, maar probeerden na de laatste deling ook de herinnering aan wat Polen ooit geweest was, uit te wissen. Het duurde meer dan honderdtwintig jaar voordat Polen weer boven water kwam, in een nieuwe, andere vorm. Tegenwoordig vinden we het gedrag dat de grote Europese mogendheden destijds vertoonden, misdadig - kijk maar hoe we denken over Poetin en zijn huidige poging om Oekraïne op te delen. Misschien zullen we ooit op dezelfde manier kijken naar de manier waarop Europese machthebbers tegenwoordig onze privacy om zeep helpen, met collaboratie van rechters op alle niveaus. Die machthebbers en rechters zullen niet worden gestraft, net zo min als Catharina de Grote, de Habsburgers, de Pruisische vorsten en hun dienaren destijds werden gestraft om wat ze met Polen deden. Door het falen en de hypocrisie van zogenaamde vertegenwoordigers van de Europese rechtsorde, begin ik de laatste tijd meer begrip te krijgen voor mensen die de EU als een onderdrukker zien. Ik hoop bijvoorbeeld dat de Oekraïners, wanneer ze de Russische aanvallers eenmaal hebben verdreven, zich vervolgens niet van de weeromstuit met huid en haar aan een steeds imperialistischer EU zullen zullen overleveren, maar hun vrijheid, inclusief hun privacy, ook dan zullen verdedigen. Maar ik vrees het ergste."

Hij trekt een zuur gezicht. "Ik heb sinds het begin van deze zaak in 2014 consequent mijn zogenaamd anonieme OV-chipkaart gebruikt, terwijl ik jaarlijks ook 60 euro betaalde voor mijn dalurenkaart die 40% korting had moeten bieden, maar die door NS ongeldig werd verklaard in combinatie met de anonieme OV-chipkaart. Ik heb dus acht jaar lang 66% te veel betaald voor mijn treinreizen in de daluren, plus een abonnement dat NS mij niet toestond te gebruiken met behoud van privacy. Jaarlijks gaat het dan toch om enkele honderden euro's. Dat geld zal ik nooit meer terugkrijgen, dat is door NS gestolen. Dit is Nederland, een land van dieven met witte boorden."

Is dat dan het einde van het verhaal voor wat betreft privacy in het openbaar vervoer? Jonker: "Misschien nog niet helemaal. Naar aanleiding van één onderdeel van de zaak, namelijk het eisen van persoonsgegevens bij internationale treintickets, heb ik om juridisch-technische redenen in 2020 een tweede handhavingsverzoek ingediend. Inmiddels heeft de AP naar aanleiding daarvan een onderzoek gestart. Ook heeft de SP daarover recentelijk schriftelijke kamervragen gesteld aan de minister. Dat loopt dus nog. Maar gezien het ontbreken van Europese of internationaalrechtelijke rechtsbescherming, vraag ik me af of er voldoende politieke druk kan ontstaan om de privacy van internationale treinreizigers serieus te gaan nemen. En zelfs als dat gebeurt, zou dat niet meer zijn dan een druppel op een gloeiende plaat. Want de systematische, grootschalige privacy-schending met het Nederlandse OV-chipkaart-systeem, die wordt gewoon toegestaan - dat wil zeggen door de AP gedoogd en door de rechters gelegaliseerd of niet behandeld."

Gevraagd welke conclusies hij voor zichzelf trekt, antwoordt Jonker: "Ik heb in deze zaak de juridische weg tot het einde toe gevolgd, mede om te testen of er uiteindelijk nu wel of geen sprake is van rechtsbescherming op het gebied van privacy. Als je het als een experiment ziet, dan is de uitkomst na acht jaar procederen duidelijk: er is geen serieuze rechtsbescherming, de AVG en artikel 8 EVRM worden in de praktijk misbruikt als wassen neuzen. Er lopen nog een paar andere privacy-procedures, die wil ik netjes afmaken, maar ik verwacht er niet veel meer van. Als het recht faalt, blijft de politiek over. Maar ik ben geen politiek dier. En bovendien is het ontwikkelen van politieke kracht afhankelijk van het bewustzijn van mensen. Misschien dat ik op een bescheiden manier iets kan bijdragen aan privacy-bewustzijn."

Jonker zegt dat hij in één van zijn motiveringen aan de raad van State, op 29 april 2020, schreef over wat hij "de banaliteit van het derde kwaad" noemt. "Dat hoofdstuk eindigde als volgt: 'Dit derde kwaad, de sluipende eliminatie van humaan bewustzijn, kan niet op spectaculaire wijze bedwongen worden met tanks of raketten, maar alleen door middel van aanwending van individueel en collectief bewustzijn, de daaruit voortvloeiende collectieve wil, en de daar weer uit voortvloeiende wetgeving, rechtspraak en wetshandhaving.' Dus ik denk dat het zaak is om te werken aan nieuw bewustzijn als basis om uit te groeien boven de huidige, technocratische tunnelvisie. Het echte probleem is humanitair, niet technisch. Alleen door humaniteit centraal te stellen, kunnen we komen tot een herstel van een humane rechtsstaat. De afgelopen tweeënhalf jaar, sinds de coronacrisis, zijn er al enorm veel mensen wakker geworden over hoe we onze vrijheid en humaniteit steeds verder dreigen te verliezen. Dus ik denk dat er zeker een basis gelegd is die verder kan groeien. Of dat genoeg is om op dit punt een ramp te voorkomen, daar durf ik geen voorspelling over te doen. Het gaat erom nieuwe bronnen te vinden en tegelijk oude bronnen van humaniteit en recht te blijven kennen en respecteren."

Vindt hij dat niet een beetje zweverig en passief? Jonker: "Nee hoor. Het is een misverstand om te denken dat bewustzijn zou betekenen dat je niet meer bereid bent om ergens voor te knokken. Kijk naar Oekraïne. Daar is razendsnel een collectief bewustzijn gegroeid over humane en nationale waarden die men wil beschermen en verdedigen. Desnoods ook met geweld van wapenen. Ik hoop natuurlijk dat het hier in Nederland nooit nodig zal zijn. Maar dat kan ik ook niet uitsluiten. Je ziet dat onze huidige regering niet bijster geïnteresseerd is in redelijke argumenten. Maar als boeren met tractoren snelwegen blokkeren, dan neemt de interesse van onze regering in een dialoog opeens toe. Iets vergelijkbaars hebben we gezien met de Gele Vestjes in Frankrijk. Waarom is de Franse overheid wel bereid om alle Franse burgers effectief te beschermen tegen extreem hoge energieprijzen, terwijl de Nederlandse regering er tot voor kort indirect blijk van gaf hele bevolkingsgroepen voor de bus te willen gooien? Dat heeft alles te maken met die Gele Vestjes. Wie weet zullen er ooit gele, groene of paarse vestjes nodig zijn om onze privacy te verdedigen of terug te winnen." 

Update 18 januari 2023: de op 24 augustus 2022 door de SP gestelde Kamervragen (zie hierboven bij update 25 augustus 2022) zijn blijkens de website van de Tweede Kamer op 21 november 2022 beantwoord. Voor de antwoorden, zie HIER (pdf). De betreffende bewindslieden stellen zich kort samengevat op het standpunt dat vervoerbedrijven persoonsgegevens van OV-reizigers mogen verwerken tenzij de AVG dat verbiedt.

Jonker: "Dat is de omgekeerde wereld. De regering neemt op deze wijze geen enkele verantwoordelijkheid voor het adequaat beschermen van de persoonsgegevens van OV-reizigers. In plaats van zelf pal te staan voor de bescherming van de privésfeer van reizigers, juridiseert de regering het door het over te laten aan de handhaving van een wet door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die echter van diezelfde regering veel te weinig budget krijgt om haar taak adequaat te vervullen.

Mijn twee handhavingsverzoeken over dit specifieke onderwerp zijn ingediend in juli 2018 en juni 2020. Een paar dagen geleden kreeg ik het zoveelste bericht van de AP dat de termijn waarbinnen de AP op mijn verzoek moet beslissen, opnieuw met drie maanden naar achteren is geschoven, vanwege gebrek aan personeelscapaciteit. Waarom grijpt de regering niet zelf in via regulier overleg met de vervoerbedrijven en via de concessieverlening? Voor wat betreft NS is de Staat 100% eigenaar van dat vervoerbedrijf, maar staat al jaren toe en stimuleert zelfs dat NS de privacy van reizigers blijft schenden en zelfs steeds verdergaand schendt.”

In antwoord op de laatste van de zeven vragen schrijven de bewindslieden dat uit de antwoorden op de voorafgaande vragen al zou blijken dat er voor reizigers "gebruiksvriendelijke niet-digitale alternatieven beschikbaar zijn".

Jonker: "Dat is simpelweg een onwaarheid. In 2012 waren er nog tien Nederlandse treinstations met balies waar je internationale treintickets kon kopen, nu zijn dat er nog vijf (Rotterdam, Schiphol, Amsterdam, Utrecht en Arnhem). Dus de regering vindt het 'gebruiksvriendelijk' dat een inwoner van Groningen, Friesland of Limburg twee uur moet reizen om in Arnhem of Utrecht aan de balie een internationaal treinticket te kunnen kopen...  Waarom is er sinds 2012 op vijf stations zulke dienstverlening aan de balie afgeschaft, terwijl in een Kamerdebat over digitale zaken op 30 juni 2022 de grootste regeringspartij (VVD) bij monde van Kamerlid Q.M. Rajkowski beweert: 'Zoals de VVD bij alle digitale ontwikkelingen zegt: de baliefunctie moet open blijven, en digitalisering, digitale oplossingen en digitale communicatie mogen niet verplicht worden.' Dit komt niet overeen met het beleid dat de VVD en andere regeringspartijen sinds 2012 in werkelijkheid hebben gevoerd. De woorden en de daden komen niet overeen, en dat is precies hoe privacy in de praktijk wordt afgeschaft."

Gevraagd wat hij gaat doen als de AP de beslissing op zijn handhavingsverzoek eindeloos blijft uitstellen, antwoordt Jonker: “Ik ben een redelijk mens, maar de antwoorden van NS en mijn daaropvolgende zienswijze liggen nu alweer bijna een half jaar op een plank bij de AP, nadat de AP er eerder al vier jaar over deed alvorens aan NS enkele voor de hand liggende vragen te stellen. Als de AP niets blijft doen, overweeg ik de AP in gebreke te stellen wegens het niet tijdig nemen van een besluit. Privacy-toezicht is op deze manier een lachertje in Nederland. Straks neemt geen enkele organisatie de AVG meer serieus. En dat lijkt ook precies te zijn waar onze regering op aanstuurt, gezien haar beleid sinds de inwerkingtreding van de AVG in 2018. Nederland blijft als EU-lidstaat grof in gebreke. Maar dat kan de EU niet veel schelen, want ook daar lijkt de bescherming van privacy niet echt gewenst te worden. Die wordt zogenaamd belangrijk gevonden, maar ondertussen op verschillende manieren gesaboteerd en indirect in een slecht daglicht gesteld.”

Gepubliceerd in Mobiliteit

Michiel Jonker: "Contante betaling waarborgt de privacy van bioscoopbezoekers."

De Arnhemse privacy-activist Michiel Jonker heeft bij de Rechtbank Gelderland beroep ingediend tegen de weigering van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om handhavend op te treden tegen de weigering van arthouse-bioscoop Focus Filmtheater in Arnhem om contante betaling te accepteren. De bioscoop eist sinds de verhuizing naar een pand dat miljoenen heeft gekost, pinbetaling bij aankoop van filmkaartjes aan de kassa. Daarmee dwingt de bioscoop bezoekers tot het laten verwerken van hun persoonsgegevens.

Jonker is het daar niet mee eens en heeft om die reden in augustus 2018 een handhavingsverzoek bij de AP ingediend. De AP heeft dat verzoek in november 2019 afgewezen omdat volgens de AP niemand verplicht is om contant geld als wettig betaalmiddel te accepteren. Ook stelt de AP dat de bioscoop middels haar algemene voorwaarden een "contract" met de bioscoopbezoekers tot stand brengt, waaruit een noodzaak zou voortvloeien om persoonsgegevens van de bioscoopbezoekers te verwerken.

Volgens Jonker is er in geval van toonbankbetalingen in een aantal gevallen echter wel degelijk een plicht om contant geld te accepteren. Hij beroept zich daarbij op informatie van een expert van de Nederlandsche Bank. "Focus Filmtheater is een arthouse-bioscoop die films vertoont over gevoelige onderwerpen, en wordt nota bene voor een deel met gemeenschapsgeld gefinancierd," zegt Jonker. "Het gaat hier om de maatschappelijke participatie van mensen. Het moet niet mogelijk zijn dat achteraf door middel van profilering wordt achterhaald voor welke films iemand in de loop der tijd belangstelling heeft getoond. Als deze bioscoop privacyvriendelijke contante betaling mag weigeren, dan is dat het signaal dat iedereen afhankelijk mag worden gemaakt van niet-anonieme methoden om betalingen te doen - via pin of via internet. Dan moet je gaan nadenken wat andere mensen, autoriteiten of geautomatiseerde systemen voor conclusies kunnen trekken over jouw keuze om wel of niet bepaalde films te zien. Dat geeft aan deze zaak een grote lading."

In de documenten die Jonker in de bezwaarprocedure heeft opgevraagd, heeft hij ook aanwijzingen aangetroffen dat er onvoldoende waarborgen zijn met betrekking tot de persoonsgegevens die via de website van de bioscoop worden verzameld. "Als je een bioscoopkaartje koopt, kunnen je gegevens worden verwerkt door op zijn minst zeven bedrijven in vijf landen. Eén van die bedrijven is Google, en de kleine lettertjes in de algemene voorwaarden van Google geven dat bedrijf zeer veel vrijheid om de verzamelde gegevens met derden te delen in zo'n beetje alle landen ter wereld. Het is niet duidelijk of er tijdige en adequate anonimisering plaatsvindt. Zoals het er nu staat, is het een vrijbrief voor privacy-aantasting."

Voor de volledige tekst van Jonkers beroepschrift, klik HIER (pdf, 94 pp).

Privacy First steunt Jonker in deze zaak.

Media:
Security.nl, 7 januari 2020: Rechtszaak over Arnhemse bioscoop die contant geld weigert
Privacyweb, 7 januari 2020: Rechtszaak tegen weigering van contant geld door bioscoop
Sargasso.nl, 8 januari 2020: Rechtszaak tegen weigering contant geld door bioscoop
FOK Nieuws, 8 januari 2020: Rechtszaak tegen weigering van contant geld door bioscoop
AVROTROS Radar, 8 januari 2020: Niet contant kunnen betalen: inbreuk op je privacy? (inclusief opiniepoll)
Potkaars.nl, 8 januari 2020: Michiel Jonker - War on Cash in de Bioscoop (video-interview en podcast) 
Café Weltschmerz, 8 januari 2020: Profileren op basis van bioscoopbezoek – Rico Brouwer en Michiel Jonker (video-interview)
Emerce, 10 januari 2020: Rechtszaak tegen weigering van contant geld door bioscoop
De Gelderlander, 16 januari 2020: Privacystrijder blijft vechten voor betalen met contant geld bij filmhuis in Arnhem
FOK Nieuws, 17 januari 2020: Q&A met privacy-activist Michiel Jonker.
Tweakers, 6 februari 2020: Interview met Michiel Jonker - privacyactivist uit idealisme en irritatie

Update 7 februari 2022: de rechtbank Gelderland zal op 8 februari 2022 het beroep van Jonker ter zitting behandelen. Jonker zal vanwege Covid-19-gerelateerde omstandigheden deelnemen via een video-verbinding. Sinds de indiening van het hoger beroep in januari 2020 heeft het ruim twee jaar geduurd tot de rechtszitting, onder andere omdat de rechtbank in augustus 2021 nog niet in staat was een voldoende privacyvriendelijke video-verbinding te realiseren waarvoor de rechtszoekende geen account hoeft aan te maken waarlangs persoonsgegevens buiten de EU kunnen belanden. Daarom stemde de rechtbank erin toe de zitting uit te stellen tot na de invoering van een video-verbinding via Microsoft Teams (begin 2022).

Jonker: "In de tussentijd is er veel gebeurd. Ik zal met zeer gemengde gevoelens deelnemen aan deze rechtszitting. In de loop van vorig jaar (2021) is mijn vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak geknakt. Dat kwam door een aantal rechterlijke uitspraken in andere privacy-zaken, waaruit bleek dat rechters de wet zo ver oprekken dat deze geen enkele reële bescherming meer biedt. Maar ook door hoe Nederlandse rechters zich opstelden ten aanzien van de schending van grondrechten door de overheid met een beroep op de corona-crisis, in gevallen waarin daar geen medische noodzaak voor was. Zowel bij die privacy-zaken als bij die corona-zaken zag je bij de rechters precies dezelfde houding. Ze gaven de machtigste partij alle ruimte om zonder noodzaak grondrechten te schenden en trokken zich zelf diep terug in hun schulp, waarvoor ze dan mooie excuses aanvoerden, bijvoorbeeld door te verwijzen naar "terughoudende toetsing". Omdat dit in de Nederlandse rechterlijke macht nu kennelijk als normaal gedrag wordt beschouwd, heb ik geen vertrouwen meer in onze rechtspraak, ook niet als het gaat om de zaak die nu behandeld gaat worden. Maar het is natuurlijk mogelijk dat ze, door toegenomen maatschappelijke onvrede over de toegenomen rechteloosheid, deze keer alsnog wat meer rechterlijke betrokkenheid zullen gaan tonen. Ik ben bijvoorbeeld heel blij dat de net gestarte petitie voor afschaffing van corona-toegangsbewijzen (CTB's) binnen twee dagen al 500.000 keer is ondertekend. Zelfs als de rechters niet geïnteresseerd zijn in inhoudelijke argumenten, dan kan zo'n getalsmatig argument hun misschien toch aan het denken zetten."

Een andere ontwikkeling die Jonker zorgen baart, zijn de initiatieven die de afgelopen twee jaar zowel op Nederlands als op Europees niveau zijn genomen om te komen tot "digitaal geld" (CBDC) en een "digitale identiteit" voor alle EU-burgers. Jonker: "Het lijkt of overheden onder dekking van een telkens verlengde corona-crisis een aantal fundamentele zaken willen digitaliseren om op die manier toegang te krijgen tot cruciale persoonsgegevens van alle inwoners. Er wordt een technocratische controlestaat opgetuigd. Dat maakt mijn verdediging van het recht om contant te mogen betalen, nog veel relevanter en urgenter. Het is vergelijkbaar met de CTB's: als je buitengesloten wordt van deelname aan de maatschappij wanneer je niet meedoet aan een overheidsprogramma, dan zijn we in de praktijk onze vrijheid kwijt. In dit geval wordt je buitengesloten van de mogelijkheid om actuele kritische films te kijken als je niet digitaal betaalt."

Voor de tekst van Jonkers pleitnota "Privacy en contante betaling - Verloren vertrouwen" klik HIER (pdf, 8 pp). De rechtbank heeft aangegeven dat het Jonker niet is toegestaan deze pleitnota ter zitting voor te lezen. Wel mag hij die aanvullen. Hij geeft aan dat laatste ook te zullen doen. 

Media:
Security.nl, 8 februari 2022: Rechtszaak tegen weigering van contant geld door Arnhemse bioscoop 
De Gelderlander, 8 februari 2022: Arnhemse privacy-activist weigert te pinnen voor bioscoopkaartje, vergelijking met coronapas 
Security.nl, 9 februari 2022: Hoe kansrijk is de zaak tegen de Autoriteit Persoonsgegevens inzake de weigering van contant geld door Arnhemse bioscoop? 
Potkaars.nl, 11 februari 2022: video van rechtszitting en video van interview Rico Brouwer met Michiel Jonker
Argus, 16 februari 2022: De privacy van een bioscoopkaartje (p. 5, pdf).  

Update 24 mei 2022: op 16 mei 2022 heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak. Jonkers beroep is ongegrond verklaard. De rechtbank voert daar in de kern drie redenen voor aan:

- het doel van de bioscoop om de veiligheid te verhogen door het weigeren van contant geld, is gerechtvaardigd;
- dit doel wordt naar het oordeel van de rechtbank door de weigering van contante betaling ook bereikt;
- via de algemene voorwaarden bij de aankoop van een bioscoopkaartje aan de balie (die gelden als een "contract") mag de bioscoop dit ook afdwingen, met een beroep op artikel 6 lid 1 onder b van de AVG, waarin sprake is van een wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens indien er sprake is van de "noodzaak ten behoeve van de uitvoering van een contract".

Jonker: "Met deze uitspraak is de afschaffing van contant geld weer een stap dichterbij gebracht. Iedere winkelier of caféhouder kan nu zeggen: Ik heb als doel om de veiligheid te bevorderen door contant geld te weigeren. En dan is het volgens de rechtbank prima geregeld. Ook als er geen enkel veiligheidsprobleem is aangetoond. De rechtbank negeert alles wat ik naar voren heb gebracht met verwijzing naar het boek 'Juridische aspecten van contant geld' - geschreven door een deskundige van de Nederlandsche Bank. De rechtbank negeert ook artikel 5 lid 2 van de AVG, waarin staat dat een noodzaak voor het verwerken van persoonsgegevens aantoonbaar moet zijn. De rechtbank zegt eigenlijk dat de wens of het doel van de bioscoop om het zo te doen, gelijk moet worden gesteld aan een noodzaak om het zo te doen, zolang de bioscoop dat maar opschrijft in zijn algemene voorwaarden, die dan gelden als een contract. Dit is een vrijbrief voor willekeur. Contante betaling mag op deze manier om volstrekt subjectieve redenen worden geweigerd, ook als dat de privacy van klanten aantast. De bioscoop hoeft maar een magisch woord in de mond te nemen, zoals veiligheid, efficiëntie, hygiëne of wat dan ook - en dan creëert dat zogenaamd meteen een 'gerechtvaardigd, welbepaald en uitdrukkelijk omschreven doel' en dus ook een 'noodzaak' om persoonsgegevens te verwerken door middel van pinbetaling."

Gevraagd wat hij nu gaat doen, zegt Jonker: "Het is me al enige tijd duidelijk dat we in Nederland niet in een rechtsstaat leven, in ieder geval niet als het om privacy gaat, maar ook een aantal andere grondrechten worden door onze rechters niet serieus beschermd. Tijdens de zitting stelden deze rechters goede vragen, ze weten prima wat er hier op het spel staat. Maar toch doen ze dit. Ze volgen een bepaald script en negeren al het andere. Ik denk dat ze 's avonds met evenveel trots in de spiegel kunnen kijken als hun Russische en Chinese collega's. In mijn ogen heeft dit soort rechtspraak alles weg van de rechtspraak van een 'kangaroo court', het is niet meer dan de pretentie van rechtspraak - de keizer heeft erg weinig kleren meer aan. Met het oog hierop, moet ik nu eerst een keuze maken of ik in hoger beroep ga.

De Raad van State heeft in andere door mij gevoerde privacy-rechtszaken al duidelijk gemaakt hetzelfde script te volgen van instemming met contractueel vastgelegde willekeur. Dus ik heb geen enkele illusie dat die mij in hoger beroep in het gelijk zal stellen. Het heeft dus alleen zin in hoger beroep te gaan als ik daarna ook bereid ben om naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te stappen, zoals ik onlangs heb gedaan in een zaak over privacy in het openbaar vervoer. Maar een stap naar het EHRM heeft weer alleen zin als ik aantoonbare schade heb geleden, anders wordt mijn zaak niet eens in behandeling genomen - en dan moet er opeens wèl heel duidelijk iets aangetoond worden, de rechters meten op dit punt met twee enorm verschillende maten.

De verwerkingsverantwoordelijke hoeft niets aan te tonen, maar de burger wiens gegevens verwerkt worden wel. De vraag is dan of het feit dat ik niet meer naar mijn plaatselijke arthouse-bioscoop kan omdat ik mijn privacy wil behouden, door het EHRM als ' significant nadeel' wordt beschouwd. Is het een significant nadeel om die mogelijkheid tot maatschappelijke participatie kwijt te raken? Ook is het dan de vraag wat voor bewijs het EHRM van mij eist. Hoe kan ik bewijzen dat ik iets niet heb gedaan omdat het mijn privacy zou aantasten? Kortom, het zou heel goed kunnen dat ik ondanks dat mooie Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en ondanks die mooie AVG, toch rechteloos ben als puntje bij paaltje komt. Maar zelfs in dat geval kan het nuttig zijn om naar het EHRM te stappen, om te laten zien en vast te leggen dat zelfs een burger die er alles aan doet, toch niet beschermd wordt. En dat Nederlandse èn Europese rechters het prima vinden als contante betaling wordt afgeschaft zonder een even privacy-vriendelijk alternatief. Ik zal hierover advies inwinnen."

Indien Jonker besluit in hoger beroep te gaan, steunt Privacy First hem daarin. Contactverzoeken voor Michiel Jonker kunnen worden ingediend via Privacy First.

Update 22 juni 2022: Jonker heeft op 20 juni jl. hoger beroep ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Jonker: "Het was een haastklus vanwege tijdgebrek. Omdat de rechtbank bijna de gehele inhoud van mijn beroepschrift heeft genegeerd, heb ik die opnieuw opgenomen in mijn hoger beroepschrift. Daarnaast heb ik gereageerd op de overwegingen van de rechtbank. En ik heb de Raad van State verzocht om over enkele cruciale zaken prejudiciële vragen te stellen aan de bevoegde internationale of Europese rechter. De kans dat de Raad van State dat gaat doen, acht ik niet zo groot, omdat ik in andere rechtszaken ook al de mogelijkheid van dergelijke prejudiciële vragen in overweging heb gegeven, zonder dat de Raad van State daar iets mee deed. Het enige wat ik kan doen, is de aandacht op die mogelijkheid vestigen.

Ik zie dit hoger beroep vooral als een noodzakelijke stap om toegang te kunnen krijgen tot het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Maar natuurlijk kan ik me vergissen en kunnen rechters van de Raad van State deze keer opeens wel serieus ingaan op de gronden voor mijn hoger beroep. In ieder geval blijf ik op deze manier twee dingen verdedigen: enerzijds de instandhouding van contant geld als wettig en ook toegankelijk betaalmiddel, en anderzijds de erkenning dat een privacyvriendelijk betaalmiddel niet zonder even privacyvriendelijk alternatief mag worden geweigerd en daarmee uiteindelijk afgeschaft."

Het hogerberoepschrift van Jonker kan HIER worden gedownload (pdf).

Gepubliceerd in Financiële privacy & PSD2

Rechtbank behandelt beroep van OV-reiziger inzake vier structurele privacy-inbreuken. Autoriteit Persoonsgegevens weigert deze inbreuken te onderzoeken of te handhaven.

Op 16 december 2019 zal de Rechtbank Gelderland in twee direct op elkaar volgende rechtszittingen de beroepen van Michiel Jonker behandelen tegen de afwijzing van twee handhavingsverzoeken door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). In juli 2018 verzocht Jonker in twee handhavingsverzoeken de AP om onderzoek en handhaving inzake:

  1. De weigering door vervoerbedrijf Connexxion van privacyvriendelijke, contante betaling voor eenmalige buskaartjes in de bus.
  2. Het weigeren van de terugbetaling van resterend saldo op anonieme OV-chipkaarten als de houder zijn NAW-gegevens niet aan Nederlandse Spoorwegen (NS) verstrekt.
  3. Het weigeren van internationale treintickets door NS-medewerkers aan stationsbalies als kopers hun NAW-gegevens niet aan NS verstrekken.
  4. Het in rekening brengen, sinds 2 juli 2018, van extra “servicekosten” als houders van anonieme OV-chipkaarten contant betalen voor het opwaarderen van het saldo op deze kaarten.

De AP weigerde deze inbreuken op de privacy serieus te onderzoeken, omdat volgens de AP een "globaal (bureau)onderzoek" reeds zou hebben uitgewezen dat er geen sprake was van enige overtreding. Volgens de AP is de verwerking van persoonsgegevens in sommige gevallen niet aangetoond en zou daar dus geen sprake van zijn (2, 3, 4). Met betrekking tot de verkoop van internationale tickets van buitenlandse vervoerbedrijven door NS verklaarde de AP zichzelf eerst ten onrechte onbevoegd, maar beweert nu, nadat Jonker daartegen bezwaar maakte, dat Jonker op dit punt niet om handhaving zou hebben verzocht. Met betrekking tot de weigering van contante betaling in de bus (1) vindt de AP dat de inbreuk op de privacy acceptabel is. Ook wekt de AP, in navolging van Connexxion, de schijn dat er allerlei andere privacyvriendelijke betaalmogelijkheden voorhanden zijn, terwijl er in Jonkers woonplaats Arnhem slechts één plek is waar dat kan, maar dan wel tegen betaling van een extra toeslag. Jonker vindt dat er op die manier sprake is van privacy-discriminatie: het nadelig behandelen van mensen die met privacy willen blijven reizen.

Jonker: "Het gaat in deze zaken om drie dingen. Ten eerste dat mensen met behoud van privacy van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken, niet alleen in een vergezochte theorie, maar ook gewoon in de dagelijkse praktijk. Het gaat er dan om dat er voldoende verkooppunten zijn waar je contant kunt betalen voor alle soorten vervoerbewijzen, en zonder dat je een extra toeslag hoeft te betalen ten opzichte van reizigers die er noodgedwongen in berusten dat hun persoonsgegevens zonder hun instemming worden verwerkt. En dat vervoerbedrijven ook geen reizigers misleiden, of stiekem hun gegevens verzamelen.

Ten tweede gaat het erom dat vervoerbedrijven niet met willekeur persoonsgegevens mogen verzamelen, als ze maar met wat algemene kreten zwaaien, bijvoorbeeld "veiligheid" of "fraudepreventie", zonder duidelijk te maken om welk specifiek, concreet probleem het nu eigenlijk gaat.

Ten derde gaat het erom dat de AP als toezichthouder en handhaver niet zomaar mag weigeren om iets te onderzoeken. Nu trekt de AP uit haar eigen weigering om het te onderzoeken, de conclusie dat er dus niks aan de hand is. Dat is alsof een politie-agent na de melding van een inbraak weigert het betreffende huis binnen te stappen, maar in plaats daarvan zegt: ik ga daar niet naar binnen, dus ik zie geen inbraak, dus er is geen inbraak, dus ik hoef daar niet naar binnen te gaan. Daar is een heel simpel woord voor: wegkijken. Veel Nederlandse toezichthouders, waaronder de AP, hebben nogal de neiging weg te kijken en op die manier aan struisvogelpolitiek te doen. Maar we betalen die toezichthouders wel van ons belastinggeld. Dat doen we niet om ze te laten wegkijken."

Gevraagd of hij bijvoorbeeld "veiligheid" dan geen serieus thema vindt, antwoordt Jonker: "Natuurlijk vind ik dat een serieus thema. Juist daarom verdient het een serieuze behandeling. Maar dat is iets heel anders dan het thema veiligheid misbruiken om precies te gaan bijhouden welke routes miljoenen onschuldige reizigers op welke momenten afleggen. Ik ben voor een serieuze analyse van concrete veiligheidsproblemen, gevolgd door maatwerk om die specifieke problemen ook echt tegen te gaan. Connexxion heeft niet aannemelijk gemaakt dat contante betaling de veiligheid op zelfs maar één buslijn in de regio serieus in gevaar zou brengen. Ik woon al meer dan twintig jaar in Arnhem. Ik ging met lijn 3 naar de dierentuin, op een mooie, zonnige ochtend. Nooit geweten dat dat onveilig was... Het moet proportioneel blijven. Maar proportionaliteit kan heel subjectief worden opgevat. Dan mag je als vervoerbedrijf alles van reizigers eisen. Dat is op dit moment de basishouding van de AP. Als vervoerbedrijven iets willen, vindt de AP het dus nodig, en wil daarom niet handhaven of serieus onderzoeken."

Gevraagd naar zijn verwachtingen over de rechtszaken, antwoordt Jonker: "Sinds de uitspraken van de Rechtbank Gelderland in twee andere beroepsprocedures, op 5 september van dit jaar, ben ik zeer sceptisch over de kwaliteit van de rechtspraak van deze instantie. Tegen die uitspraken ben ik in hoger beroep gegaan bij de Raad van State. Ik heb de rechtbank verzocht om met de behandeling van deze nieuwe zaken te wachten tot de Raad van State uitspraak heeft gedaan, om een zinloze herhaling van zetten te voorkomen. Ook zijn er inmiddels prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over reisgegevens van OV-gebruikers. Dat wil ik ook graag afwachten, om alle partijen tijd en geld te besparen. Maar de rechtbank heeft dat verzoek helaas meteen afgewezen."

De rechtszittingen vinden plaats op 16 december 2019 om 10:30 uur in de Rechtbank Gelderland, Walburgstraat 2-4 te Arnhem. Klik HIER voor het beroepschrift van Jonker in de zaak over de weigering van contante betaling in de bus door vervoerbedrijf Connexxion (pdf).

Jonker wordt in beide zaken gesteund door Stichting Privacy First en Maatschappij Voor Beter OV.

Update 17 december 2019: de twee rechtszaken werden op 16 december jl. behandeld door een meervoudige kamer van de rechtbank. Een vertegenwoordiger van Privacy First was als toehoorder aanwezig. Jonker had een enkele pleitnota voor beide zittingen gemaakt, maar de rechter stond hem niet toe die voor te lezen. Desgevraagd verwees de voorzittende rechter naar het "te ruste leggen" van de zogeheten "Nieuwe zaaksbehandeling" per 13 februari 2018, en gaf aan dat de rechtbank inmiddels werkt aan de hand van de zogeheten "professionele standaard", waarin niet meer is voorzien in de mogelijkheid voor partijen om een schriftelijk voorbereid pleidooi te houden. Jonker: "Natuurlijk moest ik daar ter zitting in berusten, immers de rechter bepaalt wat er ter zitting mag worden ingebracht. Maar het is een teken aan de wand hoe het er met onze rechtspraak voorstaat. Mijns inziens is het weigeren van pleidooien in strijd met artikel 6 van het EVRM (recht op een eerlijk proces), omdat in zo'n pleidooi de omstandigheden van het concrete geval en de ethische implicaties daarvan rechtstreeks kunnen worden verduidelijkt en bespreekbaar gemaakt. Achteraf heb ik op internet proberen na te gaan wat daarover te vinden is. In een publicatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken uit 2015 ("De praktijk van de Nieuwe zaaksbehandeling in het bestuursrecht") bleek dat sommige rechters mijn mening op dit punt delen." Voor de pleitnota van Jonker, klik HIER (pdf).

Tijdens beide zittingen werd eerst Jonkers verzoek behandeld om de zaken aan te houden in afwachting van uitspraken van het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) over met name de eisen die moeten worden gesteld aan het aantonen van een noodzaak voor de verwerking van persoonsgegevens in het openbaar vervoer. De AP, NS en Connexxion zagen geen aanleiding om de zaken aan te houden. De rechtbank gaat het overwegen en zal partijen t.z.t. op de hoogte stellen van zijn standpunt.

In de eerste zitting kwam naast de vraag of er een noodzaak voor de privacy-inbreuken is aangetoond, ook de vraag aan de orde naar de precieze omvang van de verantwoordelijkheid van verwerkingsverantwoordelijken zoals NS. Is NS verantwoordelijk voor het gedrag van haar eigen baliemedewerkers, als die zonder noodzaak NAW-gegevens opeisen bij de aankoop van internationale treintickets? Jonker betoogde van wel, en op dit punt leek de AP het met hem eens te zijn. Daarnaast betoogde Jonker dat de verantwoordelijkheid voor gegevensverwerking niet mag worden zoekgemaakt tussen (binnenlandse of buitenlandse) "verwerkingsverantwoordelijken" en "verwerkers".

Voor het eerst deed NS zelf een uitspraak over het doel waarmee NS legitimatie eist wanneer iemand het restsaldo op een anonieme OV-chipkaart terugvraagt. Volgens NS is dat om een "drempelverhogend effect" te creëren om personen af te schrikken die een gestolen anonieme OV-chipkaart proberen in te leveren. Jonker wees erop dat, als dit klopt, er sprake is van een illegale handeling van NS, omdat het eisen van legitimatie om mensen af te schrikken, niet rechtmatig is en NS daartoe ook niet bevoegd is. Ook wees Jonker erop dat in geval van het teruggeven van saldo van meer dan dertig euro, er in opdracht van NS wel degelijk persoonsgegevens worden verwerkt, namelijk door Translink Systems (TLS).

Met betrekking tot het in rekening brengen van zogeheten "servicekosten" bij het contant betalen voor het opladen van anonieme OV-chipkaarten met bankbiljetten aan de balie, zonder dat er gelijkwaardige, privacyvriendelijke alternatieven zijn, werden er geen nieuwe argumenten ingebracht.

In de tweede rechtszitting ging het onder andere over de vraag of de noodzakelijkheid voor het verwerken van persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van een contract (art. 6 lid 1 onder b AVG) afgeleid kan worden uit willekeurige, algemeen geformuleerde doelen die een verwerkingsverantwoordelijke (Connexxion) heeft vastgesteld, of dat er ook sprake moet zijn van een objectiveerbare, materiële noodzaak. Jonker betoogde dat uit de aangeleverde documentatie geen noodzaak viel af te leiden voor het weigeren van contant geld in de regio Arnhem-Nijmegen. Connexxion betoogde dat het niet nodig was om zo'n noodzaak voor deze regio aan te tonen, en zelfs niet eens om een "risicoprofiel per regio of per buslijn" op te stellen. Ook zag Connexxion voor zichzelf geen plicht of verantwoordelijkheid om te zorgen voor alternatieve, toegankelijke manieren voor privacyvriendelijk betalen. Dit omdat de verkooppunten volgens Connexxion niet door haarzelf worden bepaald, maar door de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Jonker betoogde dat een verwerkingsverantwoordelijke bij het treffen van maatregelen die een inbreuk vormen op de privacy, zelf verantwoordelijk blijft voor het zorgen voor een alternatief (subsidiariteitsbeginsel).

Ten slotte wees Connexxion erop dat Jonker niet verplicht is om het OV te gebruiken. Jonker reageerde dat het OV geen "winkel met prullaria" is, maar een essentiële publieke nutsfunctie waarvan hij en talloze andere mensen afhankelijk zijn om maatschappelijk te kunnen participeren.

Voorafgaand aan de zitting had Connexxion schriftelijk verzocht om Jonker te veroordelen tot het vergoeden van haar proceskosten vanwege "kennelijk onredelijk gebruik van het procesrecht". Na een vraag hierover van één van de rechters trok Connexxion dat verzoek aan het eind van de zitting in.

Gevraagd naar zijn indruk over de zittingen, zei Jonker: "Als je kijkt naar de letter van de wet en de bedoeling van de wetgever, sta ik sterk. Maar ik weet inmiddels uit ervaring dat dat niet alles zegt over de uitkomst van rechtszaken. Het zal er mede van afhangen of de rechters bereid zijn om niet alleen te kijken naar theoretische, algemene, niet-onderbouwde verhalen van NS en Connexxion, maar ook naar hoe het in de feitelijke praktijk functioneert, en naar de manier waarop de verschillende inbreuken op de privacy elkaar versterken. Cumulatief ontstaan er daardoor grote effecten waardoor er van de privacy weinig overblijft."

Update 6 februari 2020: de rechtbank Gelderland heeft op 4 februari jl. uitspraak gedaan in beide zaken, en deze op 5 februari gepubliceerd. De rechtbank verklaarde beide beroepen ongegrond, waarbij de rechtbank de argumentaties van de AP volgde.

Jonker: "Wat ik al vermoedde, is opnieuw gebeurd: de rechtbank heeft de argumentatie van de AP overgenomen en herhaalt die nog eens, maar gaat niet in op argumenten die ik daartegenin heb gebracht. Daar zwijgt de rechtbank over, of hij verwerpt ze zonder inhoudelijk te onderbouwen waarom.

Gevraagd naar een voorbeeld, antwoordt Jonker: "Als het bijvoorbeeld gaat om de weigering van contante betaling in de bus, dan verwijst de rechtbank, net als de AP, naar een door een conglomeraat van overheden en vervoerbedrijven gezamenlijk opgesteld "Actieprogramma Sociale Veiligheid in het OV", maar negeert wat ik over de inhoud van dat plan heb gezegd. Ik heb aangevoerd dat uit dat de tekst van dat plan geen noodzaak blijkt voor de weigering van contante betaling in de bus. De rechtbank stelt: er is een plan, daarin wordt een doel genoemd, en dus is de verwerking van persoonsgegevens nodig. Dat is geen rechtspraak, maar het napraten van een bestuursorgaan. De rechtbank stelt zich op deze manier niet op als een onafhankelijke uitlegger van de wet, maar als een verlengstuk van een conglomeraat van polder-organisaties, en als advocaat van de bestuurlijke consensus die binnen dat conglomeraat is gevormd. Die consensus is kennelijk dat reële privacy, zoals die tot 2014 in het OV bestond, mag en moet worden afgeschaft. Als de bestuursrechtspraak zo functioneert, kun je de scheiding der machten net zo goed opheffen. En dan kan ik beter mijn wetskennis aan de wilgen hangen en me omscholen door middel van een cursus 'Hoe kom ik in het gevlei bij machthebbers'. We zien hier dat de afbraak van de rechtsstaat zich in het hoofd van de rechters al voltrokken heeft, zonder dat zij dat zelf willen beseffen."

Gevraagd naar zijn volgende stappen, geeft Jonker aan in hoger beroep te zullen gaan bij de Raad van State. "Ik had verzocht om beide zaken aan te houden in afwachting van een uitspraak van de Raad van State in de zaak over privacy in het OV waarover de rechtbank op 5 september vorig jaar uitspraak deed, omdat die op enkele cruciale punten overlapt met de huidige zaak. De rechtbank heeft dat verzoek afgewezen omdat de zaken niet op alle punten met elkaar overeenkomen. Maar dat was ook niet mijn betoog. Het gaat immers om verschillende zaken. Ik had betoogd dat de uitkomst van de huidige zaken voorspelbaar is als de Raad van State mijn hoger beroep ongegrond zou verklaren, en dat het dus zin had om af te wachten of dat gebeurt. Maar nu ben ik dus genoodzaakt om voorafgaand daaraan weer twee separate procedures bij de Raad van State aan te spannen, en daarvoor griffierechten te betalen. Op deze manier werpt de rechtbank voor de burger een zo groot mogelijke hindernis op om tot zijn recht te komen. Deze mentaliteit is een zorgwekkende ontwikkeling met het oog op het behoud van de rechtsstaat. Het enige wat ik nu kan doen, is hopen dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State anders met de materie omgaat, en dat ondertussen de publieke opinie in toenemende mate wakker wordt over wat hier aan het gebeuren is. Niet alleen met onze privacy, maar ook met onze rechtsstaat."

Zie voor de volledige uitspraken van de rechtbank op rechtspraak.nl ECLI:NL:RBGEL:2020:619 en ECLI:NL:RBGEL:2020:622.

Media:
Omroep Gelderland, 5 februari 2020: Arnhemse privacystrijder krijgt van rechter ongelijk over anoniem reizen
De Gelderlander, 5 februari 2020: Arnhemse privacyvechter Jonker vangt bot in zaak over anoniem reizen met het ov
Security.nl, 5 februari 2020: Arnhemmer verliest zaken over privacy in het openbaar vervoer
Tweakers, 6 februari 2020: Interview met Michiel Jonker - privacyactivist uit idealisme en irritatie.

Update 10 maart 2020: op 6 maart jl. heeft Jonker bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hoger beroep ingediend tegen de beide uitspraken van de rechtbank. In zijn hoger beroep gaat Jonker ook in op fundamentele vragen met betrekking tot "connectiviteit" en "autoritair denken". Jonker: "Na de uitspraken van de rechtbank op 4 februari jongstleden, was het me duidelijk dat er sprake is van twee fundamentele problemen als het gaat om rechtspraak over privacy. Het eerste probleem is de trend om de digitalisering van alles kritiekloos te omarmen, in plaats van daarin bewuste keuzes te maken: wat wel, en wat (nog) niet? En zo ja, hoe kan privacy dan op een reële manier worden gewaarborgd? Dat wordt dan 'connectiviteit' genoemd. Helaas hollen niet alleen bedrijven en ministeries achter die trend aan, maar ook de toezichthouder en sommige rechters.

Het tweede probleem is de autoritaire manier van denken die daarmee gepaard gaat, maar waarvan de toezichthouder en sommige rechters zich onvoldoende bewust lijken te zijn. De mens wordt gereduceerd tot een instrument voor de verwezenlijking van digitale ambities, en wordt dan niet langer gezien als een individu met een vrije wil, verantwoordelijkheid en rechten. In combinatie met elkaar leiden deze twee trends tot een totalitaire inrichting van de maatschappij, als er niet tijdig grenzen aan worden gesteld. Ik hoop dat de Raad van State dat nu zal doen, met verwijzing naar artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat beschermt het privéleven, wat meer is dan alleen persoonsgegevens."

Daarnaast heeft Jonker voor één van de vier onderdelen van zijn hoger beroep tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, waarin hij de Raad van State verzoekt om de AP te gelasten snel in te grijpen om het technisch buiten werking stellen van het zogeheten "ATB-systeem" voor de verkoop van internationale treintickets vooralsnog te stoppen, totdat de AP daar onderzoek naar heeft gedaan, in samenwerking met andere toezichthouders binnen de EU.

Jonker: "De AP en de rechtbank hebben feiten genegeerd die ik al op 31 januari 2019 onder de aandacht van de AP bracht, namelijk dat NS en andere railvervoerbedrijven aantoonbaar voornemens waren het ATB-systeem af te schaffen. Met dat systeem worden al tientallen jaren privacyvriendelijke, internationale treintickets verkocht. In februari 2020 bleek mij dat het ATB-systeem in november 2019 is afgeschaft. Als gevolg daarvan word ik nu verplicht om bij treinreizen naar Duitsland of Frankrijk mijn naam op te geven als ik een ticket koop, en die naam wordt dan verwerkt in een systeem. Als ik naar Frankrijk ga moet ik ook nog mijn geboortedatum opgeven. In de rechtszitting op 16 december 2019 heeft NS daar echter over gezwegen. Op die manier heeft NS niet alleen in samenwerking met andere vervoerbedrijven de privacy bij die tickets afgeschaft, maar ook heeft NS de rechtbank op dit punt willens en wetens misleid. Ik wil dat de Raad van State de AP verplicht om de afschaffing van het ATB-systeem nu alsnog te gaan onderzoeken, en om van de vervoerbedrijven te verlangen dat die het ATB-systeem als infrastructuur technisch in stand houden totdat het onderzoek is voltooid, zodat er geen onomkeerbare situatie ontstaat."

Voor het volledige hoger-beroepschrift van Jonker, getiteld "Lof der individualiteit - privacy, connectiviteit en autoritair denken", klik HIER (pdf, 191 pp).

Update 26 november 2020: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft aangekondigd drie hoger beroepen van Jonker inzake privacy in het openbaar vervoer ter zitting te zullen behandelen op maandag 8 februari 2021. Het betreft de volgende zaken:

- Contante betaling in de bus; AP en Connexxion (zaaknr. 2020-01625)
aanvang: 9:30u.

- Aanschaf internationale treintickets, restsaldo OV-chipkaart, servicekosten OV-chipkaart; AP, NS en mogelijk anderen (zaaknr. 2020-01629)
aanvang: 10:30u.

- Privacy-discriminatie bij OV-chipkaart; de-anonimisering van "anonieme" OV-chipkaart (zaaknr. 2019-07478)
aanvang: 11:30u.

Alle drie de zaken worden behandeld in het gebouw van de Afdeling bestuursrechtspraak aan de Kneuterdijk 22 in Den Haag.

Update 26 januari 2021: op 15 januari jl. heeft Jonker de motivering van zijn hoger beroepen aangevuld vanwege recente ontwikkelingen. In zijn aanvulling, getiteld "Bewegingscontrole en bewegingsbeperking", brengt Jonker naar voren dat een combinatie van attitudes bij vervoerbedrijven, de Nederlandse staat en sommige Nederlandse rechters het grondrecht van Nederlandse burgers dreigt uit te schakelen op bewegingsvrijheid met behoud van privacy, ook in situaties waar het niet nodig is dat grondrecht aan te tasten. Hij pleit voor een onafhankelijke rechterlijke toetsing waarbij de bedoeling van geldende wetten en verdragen wordt gerespecteerd.

Als gevolg van persoonlijke omstandigheden die verband houden met Covid-19, is Jonker verhinderd voor de geplande zittingen op 8 februari 2021. Hij heeft zich bereid verklaard om vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak schriftelijk te beantwoorden.

Jonker: "Het is vervelend, maar het is niet anders. Ik hoop dat de Afdeling zelf naar wegen zoekt om het proces toch op een faire manier te laten plaatsvinden, mede met het oog op het maatschappelijke belang ervan."

Update 15 februari 2021: vanwege een falende video-verbinding op 8 februari jl. heeft de Raad van State de behandeling van Jonkers hoger beroepen tot nader orde uitgesteld.

Jonker: "Het is voor alle betrokkenen heel frustrerend. Ik begrijp het belang van een zitting waarin live van gedachten kan worden gewisseld. Als dat technisch niet lukt, ben ik persoonlijk bereid om, gezien de uitzonderlijke omstandigheden, schriftelijk te reageren op eventuele vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, en op inbreng van andere partijen ter zitting, zoals die in de zittingsaantekeningen is vastgelegd. Het is in het belang van alle OV-reizigers dat de zaak niet voor onbepaalde tijd wordt aangehouden. Het is aan de Afdeling bestuursrechtspraak om te bepalen hoeveel uitstel de zaak kan verdragen, met andere woorden: op welk moment de rechtszekerheid van OV-reizigers vereist dat de behandeling op enige wijze wordt voortgezet. Zoals het gezegde luidt: justice delayed is justice denied..."

Update 8 juli 2021: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 5 juli jl. de drie hoger beroepen van Jonker over privacy in het OV behandeld in drie opeenvolgende zittingen. In elke zitting ging het over de weigering van de AP om (voldoende) onderzoek te doen en de weigering van de AP om handhavend op te treden:

Zitting 1: de weigering van contante betaling in de bus door Connexxion.

Zitting 2: drie inbreuken op de privacy door NS:
a) verwerking persoonsgegevens bij teruggave van restsaldo op "anonieme" OV-chipkaarten aan de eigenaar;
b) NS eist persoonsgegevens van reizigers die aan de balie een internationaal treinkaartje binnen de EU willen aanschaffen;
c) NS brengt extra service-kosten in rekening aan reizigers die aan de balie privacy-vriendelijk (en dus contant) willen betalen voor het opladen van hun "anonieme" OV-chipkaart.

Zitting 3: drie inbreuken op de privacy door NS:
a) ontbrekende anonimiteit van de tot voor kort als "privacy-vriendelijk" verkochte "anonieme" OV-chipkaart, en het bedrog van NS daarover totdat het uitkwam;
b) privacy-discriminatie van houders van een voordeelurenabonnement (VDU): zij krijgen geen voordeelurenkorting als zij reizen met een "anonieme" OV-chipkaart;
c) privacy-discriminatie bij de uitvoering van de regeling Geld Terug Bij Vertraging (GTBV): houders van "anonieme" OV-chipkaarten krijgen alleen hun geld terug als zij hun OV-chipkaart feitelijk de-anonimiseren, waardoor niet alleen de vertraagde reis, maar ook alle andere reizen door NS en/of TLS geregistreerd kunnen worden.

Jonker: "De zeven inbreuken op de privacy die in deze drie zittingen werden behandeld, geven een beeld hoe Nederlandse vervoerbedrijven gezamenlijk aan alle kanten proberen om de reisgegevens (plaatsen en tijden van de privé-reizen van mensen) buit te maken, en om het reizigers die hun privacy proberen te behouden, zo moeilijk mogelijk te maken. Dit wordt gestimuleerd door verschillende ministeries, andere overheidsinstanties (bijvoorbeeld het CBS) en allerlei en gremia uit het zogenoemde "maatschappelijke middenveld" (de polder). De Autoriteit Persoonsgegevens weigert ertegen op te treden. De data-roof is in volle gang. Het lijkt of ook rechters die niet willen stoppen. Mijn analyse van oktober 2019 dat er in Nederland sprake is van een conglomeraat van overheden en bedrijven dat reële privacy in het openbaar vervoer wil afschaffen, wordt op deze manier opnieuw bevestigd.

Als de Raad van State gaat oordelen dat deze willekeur van vervoerbedrijven bij het verwerken van persoonsgegevens is toegestaan, en die willekeur daarmee gaat legaliseren, dan is het duidelijk dat privacy in Nederland in rechte niet meer wordt beschermd en daarmee in de praktijk wordt afgeschaft. Het grondrecht op privacy is er dan niet meer. In plaats daarvan is privacy dan alleen nog een gunst die in sommige gevallen aan sommige mensen wordt verleend, met willekeur en op instrumentele gronden, bijvoorbeeld politieke of relationele gronden - maar aan andere mensen niet. De overheid en grote bedrijven mogen dan, zonder onze toestemming, ongehinderd tot diep in ons privé-leven doordringen en ons via die weg aansturen, belonen en straffen."

Een interview met Jonker, video-samenvattingen van de drie zittingen en de integrale video-opnamen van de zittingen zijn te vinden op de site van Potkaars: https://potkaars.nl/blog/2021/7/7/de-veronderstelling-dat-je-het-recht-hebt-anoniem-door-het-leven-te-gaan-ter-discussie-gesteld-door-de-ns

Media:
Volkskrant verslaggeverscolumn 6 juli 2021: Privacy bestaat niet meer, en dat lieten we zelf gebeuren 

Update 22 november 2021: op 10 november 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de drie hoger beroepen die Jonker had ingesteld tegen de weigeringen van de AP om handhavend op te treden tegen de aantasting van privacy in het openbaar vervoer:

- zaak OV-chipkaart: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:2509 

- zaak-Connexxion (contante betaling): http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:2511 

- zaak-NS 3e tranche (o.a. internationale treintickets): http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:2514.

De Raad van State verklaarde alle hoger beroepen op alle onderdelen ongegrond. Jonker geeft aan de uitspraken nog nader te zullen bestuderen wanneer hij "weer energie heeft verzameld", voordat hij definitieve conclusies trekt. Wel wil hij al het volgende kwijt:

Jonker: "Met deze uitspraken heeft de Raad van State het recht op privacy in het openbaar vervoer afgeschaft. Iedere individuele reiziger mag overal gevolgd en geregistreerd worden, zonder dat daarvoor een specifieke noodzaak hoeft te worden aangetoond. Het is bijvoorbeeld voldoende dat een vervoerbedrijf het zelf 'efficiënt' vindt om dat te doen. Volgens de interpretaties van de Raad van State biedt de AVG daar geen bescherming tegen. Artikelen 5 en 6 AVG zijn door de RvS op deze manier betekenisloos gemaakt. Nadat vervoerbedrijven zoals NS en Connexxion de privacy feitelijk al hadden afgeschaft, heeft de Raad van State dat nu achteraf voorzien van juridische goedkeuring en het daarmee gelegaliseerd. Ik heb in 2019 al een analyse aangeleverd aan de Tweede Kamer en de Raad van State over wat er met privacy in het OV aan het gebeuren is. Daar heeft de Tweede Kamer niets mee gedaan. Nu blijkt ook de Raad van State die analyse en mijn andere argumenten nagenoeg volledig te hebben genegeerd."

Gevraagd of dit voor hem persoonlijk een klap is, antwoordt Jonker: "Ja, althans in zoverre dat ik dit al enige tijd zag aankomen, zoals ik afgelopen zomer ook in een interview heb aangegeven. Het is goed dat de rechtszittingen op 5 juli van dit jaar integraal op video zijn opgenomen en gepubliceerd bij dat interview. Zo kan iedereen zelf zien tot welk bedroevend niveau de heren rechters zich op sommige momenten verlaagden. Het is me nu definitief duidelijk dat Nederland op wezenlijke punten, waaronder het grondrecht op privacy, geen rechtsstaat meer is. Vorige week was er in het nieuws dat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak met veel bombarie 'oprechte excuses' aanbood voor het feit dat de Raad van State in de Toeslagenaffaire allerlei zaken had genegeerd. Zulke excuses vind ik volstrekt ongeloofwaardig en opportunistisch. Die worden alleen gegeven omdat de hoge rechters in die zaak betrapt zijn en het daar niet meer onder het vloerkleed kunnen vegen. Zoals de uitspraken in mijn hoger beroepen laten zien, denderen die rechters ondertussen gewoon door als uitvoerders van het machtsapparaat waar ze deel van uitmaken. Ik zie ze niet langer als rechters, maar als prelaten, bekleed met de arrogantie van de macht. Onze machthebbers willen dat wij geen reële privacy meer hebben, maar alleen nog genadebrood eten voor zover zij ons dat met hun gedigitaliseerde systemen toestaan, in de vorm van tijdelijke gunsten. Zo van: je moet erop vertrouwen dat wij jou nu eventjes niet zullen volgen, ook al hebben wij al onze beloften op dat punt in het verleden gebroken..."

Gevraagd wat hij nu verder gaat doen, antwoordt Jonker: "Ten eerste ga ik nu onderzoeken hoe ik me als individuele onderdaan - niet langer burger - het beste kan verhouden tot het feit dat we niet meer in een rechtsstaat leven. Zonder privacy is er geen werkelijke vrijheid, en wordt het moeilijker om onze vrijheid te verdedigen of te herstellen. Voor mij is dit een groot verlies. Ik zal waarschijnlijk ook steun zoeken bij geestverwanten, om te kijken of er mogelijkheden zijn voor het leggen van een basis voor een terugkeer van de rechtsstaat. Ik begrijp dat veel mensen zich hier niet erg druk om maken zolang er maar brood op de plank is en er van tijd tot tijd feest kan worden gevierd. Ik sta daar anders in, vooral ook met het oog op de langere termijn.

Ten tweede zal ik, wanneer ik mijn energie weer verzameld heb, kijken of het zinvol is om over deze drie uitspraken een verzoekschrift in te dienen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Er is mij al geadviseerd dat dat niet kansrijk is, omdat het EHRM tegenwoordig in veel gevallen dezelfde anti-rechtsstatelijke houding aanneemt als de Nederlandse Raad van State. 90% van de verzoekschriften wordt niet eens in behandeling genomen, en ik heb begrepen dat men in de burelen van het EHRM privacy-zaken soms ridiculiseert. Ze maken zich boos over wat er in Polen met het constitutionele hof aldaar gebeurt, niet omdat dat anti-rechtsstatelijk is - we hebben in Nederland niet eens een constitutioneel hof - maar omdat het niet in lijn is met de wensen van centrale machthebbers in de EU. Bij Polen of bij de Brexit en Noord-Ierland wordt er door de EU gezwaaid met het belang van 'the rule of law', maar voor de EU en het EHRM zijn de rechtsstaat en privacy in de praktijk vooral economische en politieke instrumenten, geen zelfstandige of intrinsieke doelen.

Ik zal proberen te kijken of het indienen van een verzoekschrift in die omstandigheden toch zinvol kan zijn, als signaal of ter documentatie voor later. Bijvoorbeeld om de verantwoordelijkheid voor de afschaffing van reële privacy-bescherming in het openbaar vervoer op alle juridische niveaus zichtbaar en aantoonbaar te maken."

Privacy First steunt Jonker indien hij besluit een verzoekschrift bij het EHRM in te dienen. 

Media:
Security.nl, 23 november 2021: Privacyactivist verliest hoger beroep over anonieme OV-chipkaart 
Tweakers, 23 november 2021: Autoriteit Persoonsgegevens hoeft van Raad van State niet op te treden tegen NS 
TechnologIE, privacy en recht, 10 december 2021: Privacy activist loses appeal over anonymous OV chip card! 

Update 2 maart 2022: op 25 februari jl. heeft Jonker een verzoekschrift verzonden naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM, ECtHR), waarin hij naar voren brengt dat de drie uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 10 november 2021 niet in overeenstemming zijn met artikel 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM, ECHR).

Het Engelstalige verzoekschrift (een zogeheten "application") heeft als titel: "Public Transport - a Railroad to Surveillance?". In het verzoekschrift stelt Jonker het belang van materieel recht ("substantive justice") centraal. Als het Europese mensenrechtenverdrag alleen formeel en procedureel wordt geïnterpreteerd, wordt het recht op privacy niet adequaat beschermd. Jonker: "Het was een hele klus om het volgens de regels van het Europese Hof te doen. Uiteindelijk ging het om een pakket van 993 pagina's: het aanvraagformulier van 13 pagina's, een annex van 19 pagina's en de overige bijlagen: 961 pagina's - allemaal enkelzijdig afgedrukt en handmatig doorgenummerd. Ik hoop dat ik aan alle regels heb voldaan. Als het Europese Hof mijn verzoekschrift desondanks niet-ontvankelijk zou verklaren, dan zou dat duidelijk maken dat individuele Europese burgers in de praktijk geen toegang hebben tot het hof dat hun mensenrechten dient te beschermen. Ik hoop natuurlijk dat het hof ziet dat dit om een serieuze zaak gaat: de mogelijkheid voor Nederlandse en Europese burgers om met het openbaar vervoer te reizen zonder continu gemonitord te worden. Als wij geen China 2.0 willen worden, dan is openbaar vervoer met behoud van privacy van cruciaal belang."

Voor de tekst van Jonkers verzoekschrift, klik HIER (pdf). 

Media: 
TechnologIE, privacy en recht, 10 mei 2022: Dutch public transport - a railroad to surveillance?

Update 6 oktober 2022: op 8 september jl. heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) het verzoekschrift van Jonker niet-ontvankelijk verklaard en daarmee geweigerd de zaak in behandeling te nemen. Het hof motiveert deze beslissing summier: "Op grond van zijn jurisprudentie (...), in het licht van het materiaal waarover hij beschikt en voor zover de zaken waarover geklaagd wordt binnen zijn competentie vallen, is het Hof van oordeel dat deze niet aannemelijk maken dat er sprake zou zijn van een aantasting van de rechten en vrijheden zoals bedoeld in het Verdrag of de daarbij behorende Protocollen en dat er niet voldaan is aan de ontvankelijkheidsvereisten in artikelen 34 en 35 van de Conventie." (vertaling door Jonker)

Na het raadplegen van de jurisprudentie waarnaar het EHRM verwijst (twee eerdere uitspraken van het EHRM), spreekt Jonker van een "bizarre beslissing die de geloofwaardigheid van de rechtbescherming die artikel 8 EVRM heet te bieden, fundamenteel aantast". Uit de weigering van het Hof om deze zaak zelfs maar te in behandeling te nemen, blijkt volgens Jonker dat "de privacy van reizigers in het openbaar vervoer in het geheel niet wordt beschermd door de rechterlijke instantie die, als alle andere bescherming faalt, als enige nog een waarborg kan bieden, en ook moet bieden, dat artikel 8 van het EVRM daadwerkelijk wordt toegepast."

Het EHRM verwijst naar twee eerdere uitspraken in zaken die volgens het EHRM kennelijk "in wezen gelijk" zijn aan de door Jonker naar voren gebrachte zaak. Het lijkt of het EHRM de behandeling van Jonkers zaak om die reden niet nodig vindt en hem daarom niet-ontvankelijk heeft verklaard. De twee zaken waarnaar het EHRM verwijst, hebben beide betrekking op bedrijven die enkele werknemers hadden ontslagen na hen te hebben gemonitord en misdragingen te hebben geconstateerd. In die zaken kwam het EHRM tot de conclusie dat het ontslag, ondanks de heimelijke verwerking van persoonsgegevens, niet onrechtmatig was. Het EHRM lijkt het heimelijk monitoren van werknemers door hun eigen werkgever, op grond van concrete verdenkingen, gelijk te stellen aan het monitoren van de privé-reizen van miljoenen OV-gebruikers door vervoerbedrijven.

Jonker: "Het EHRM stelt het recht van een werkgever om zijn eigen medewerkers tijdens werktijd voldoende te controleren na een specifieke verdenking, ten onrechte gelijk aan een recht van een vervoerbedrijf om privégegevens van willekeurige reizigers te verzamelen, zonder dat die klanten van enige overtreding worden verdacht. Eigenlijk zegt het EHRM hiermee twee dingen: 1. OV-reizigers mogen qua gegevensverwerking behandeld worden alsof ze geen klanten van het vervoerbedrijf zijn, maar werknemers van dat bedrijf. En 2. OV-reizigers mogen qua gegevensverwerking behandeld worden alsof er op hen een concrete verdenking rust. Op deze manier blijft er van het recht op privacy natuurlijk niets over. Als iedere privépersoon mag worden behandeld als een verdachte werknemer, dan leven we in een surveillance-maatschappij. Artikel 8, tweede lid van het EVRM staat surveillance alleen toe voor zover die noodzakelijk is in een democratische samenleving. Dat wordt door het EHRM op deze wijze genegeerd."

Gevraagd wat de verklaring zou kunnen zijn voor deze beslissing van het EHRM, antwoordt Jonker: "Ik kan natuurlijk niet in het hoofd van de betreffende rechter kijken. Het enige waar ik op af kan gaan, is de summiere motivering en de jurisprudentie waarnaar verwezen wordt. Door de zaak niet eens in behandeling te nemen, maakt het EHRM het onmogelijk om hierover duidelijkheid te krijgen, want tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. Op deze manier maakt het EHRM natuurlijk een lachertje van het idee dat er sprake zou zijn van kenbaar recht. Maar als ik mag raden naar mogelijke redenen, dan zie ik er twee. Ten eerste denk ik dat het EHRM, met zijn enorme werklast en structureel gebrek aan personeelscapaciteit, heel pragmatisch zoveel mogelijk zaken niet-ontvankelijk wil verklaren, en dus naar redenen zoekt - desnoods voorwendselen - om dat te kunnen doen. Dus dan denkt zo´n rechter: waar vind ik jurisprudentie waarmee ik deze zaak terzijde kan schuiven? Wie zoekt zal vinden, en als zo'n rechter dan iets ziet wat op het eerste gezicht bruikbaar lijkt, dan denkt-ie: waarom niet? Dat het dan om een heel ander soort zaak gaat, maakt voor zo'n rechter dan niet uit, want de indiener van het verzoekschrift kan toch niets meer doen als de zaak niet-ontvankelijk wordt verklaard. Ik denk dat de directe reden voor de niet-ontvankelijkheidsverklaring heel oppervlakkig en pragmatisch kan zijn."

Een tweede mogelijke reden ziet Jonker in het feit dat een vervoersbewijs, bijvoorbeeld een treinticket, door de rechter wordt opgevat als een "contract" en om die reden wordt gelijkgesteld aan het arbeidscontract dat een werknemer heeft met zijn werkgever. Jonker: "Hier zie je de politieke doorwerking van het neoliberalisme in de opvattingen van rechters die onafhankelijk de wet zouden moeten uitleggen. Ze wensen niet meer te zien dat er een verschil is tussen een contract waarvoor een werknemer willens en wetens heeft getekend toen hij vrijwillig werk aanvaardde, en de algemene voorwaarden die een vervoerbedrijf eenzijdig heeft opgesteld en oplegt aan miljoenen OV-reizigers die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer. Dit is tekenend voor de manier waarop de EU en kennelijk ook het EHRM een neoliberale logica hebben geïnternaliseerd die in strijd is met internationale verdragen zoals het EVRM. Ik heb in mijn verzoekschrift aan het EHRM op het misbruik van het contractbegrip gewezen en aangegeven dat er geen democratische noodzaak bestaat voor de betreffende aantastingen van de privacy. Ik heb aangegeven dat de Raad van State heeft geweigerd om de zaak rechtstreeks aan het EVRM te toetsen. Maar nu weigert het EHRM zelf óók om de zaak inhoudelijk aan het EVRM te toetsen. Tja, als het EHRM weigert mijn verzoekschrift te behandelen, dan kunnen er over het cruciale punt van de verhouding tussen een democratische noodzaak en de bepalingen in een door een bedrijf opgesteld contract ook geen argumenten worden gewisseld. Er ontstaat dan een juridisch stilzwijgen dat de weg vrijmaakt voor een voortzetting van het machtsmisbruik. Er is dan geen rechtsbescherming." Voor Jonkers nadere analyse van de door het EHRM genoemde jurisprudentie, zie HIER (pdf).

Gevraagd welke conclusies hij trekt uit de zaak, antwoordt Jonker: "Juridisch gezien is dit het einde van het verhaal. Ik constateer dat zowel Nederlandse rechters als het Europese mensenrechtenhof weigeren het grondrecht op privacy in het openbaar vervoer te beschermen. Als die rechters met steekpenningen omgekocht waren, had de uitkomst niet slechter kunnen zijn. Dit is slechts één voorbeeld van de manier waarop privacy in naam wordt gerespecteerd, maar in feite wordt geëlimineerd. Eén van de gevolgen daarvan is dat er van mijn vertrouwen dat we in een zogeheten 'rechtsstaat' zouden leven, weinig meer over is. Het recht - 'de rule of law' - is gereduceerd tot een retorisch middel om bepaalde politieke doelen te dienen."

Jonker vergelijkt wat er in de EU op dit moment met de privacy van inwoners gebeurt, met de drie Poolse delingen aan het eind van de achttiende eeuw. "Europese machthebbers wilden Polen niet alleen als reëel bestaande staat van de kaart vegen, maar probeerden na de laatste deling ook de herinnering aan wat Polen ooit geweest was, uit te wissen. Het duurde meer dan honderdtwintig jaar voordat Polen weer boven water kwam, in een nieuwe, andere vorm. Tegenwoordig vinden we het gedrag dat de grote Europese mogendheden destijds vertoonden, misdadig - kijk maar hoe we denken over Poetin en zijn huidige poging om Oekraïne op te delen. Misschien zullen we ooit op dezelfde manier kijken naar de manier waarop Europese machthebbers tegenwoordig onze privacy om zeep helpen, met collaboratie van rechters op alle niveaus. Die machthebbers en rechters zullen niet worden gestraft, net zo min als Catharina de Grote, de Habsburgers, de Pruisische vorsten en hun dienaren destijds werden gestraft om wat ze met Polen deden. Door het falen en de hypocrisie van zogenaamde vertegenwoordigers van de Europese rechtsorde, begin ik de laatste tijd meer begrip te krijgen voor mensen die de EU als een onderdrukker zien. Ik hoop bijvoorbeeld dat de Oekraïners, wanneer ze de Russische aanvallers eenmaal hebben verdreven, zich vervolgens niet van de weeromstuit met huid en haar aan een steeds imperialistischer EU zullen zullen overleveren, maar hun vrijheid, inclusief hun privacy, ook dan zullen verdedigen. Maar ik vrees het ergste."

Hij trekt een zuur gezicht. "Ik heb sinds het begin van deze zaak in 2014 consequent mijn zogenaamd anonieme OV-chipkaart gebruikt, terwijl ik jaarlijks ook 60 euro betaalde voor mijn dalurenkaart die 40% korting had moeten bieden, maar die door NS ongeldig werd verklaard in combinatie met de anonieme OV-chipkaart. Ik heb dus acht jaar lang 66% te veel betaald voor mijn treinreizen in de daluren, plus een abonnement dat NS mij niet toestond te gebruiken met behoud van privacy. Jaarlijks gaat het dan toch om enkele honderden euro's. Dat geld zal ik nooit meer terugkrijgen, dat is door NS gestolen. Dit is Nederland, een land van dieven met witte boorden."

Is dat dan het einde van het verhaal voor wat betreft privacy in het openbaar vervoer? Jonker: "Misschien nog niet helemaal. Naar aanleiding van één onderdeel van de zaak, namelijk het eisen van persoonsgegevens bij internationale treintickets, heb ik om juridisch-technische redenen in 2020 een tweede handhavingsverzoek ingediend. Inmiddels heeft de AP naar aanleiding daarvan een onderzoek gestart. Ook heeft de SP daarover recentelijk schriftelijke kamervragen gesteld aan de minister. Dat loopt dus nog. Maar gezien het ontbreken van Europese of internationaalrechtelijke rechtsbescherming, vraag ik me af of er voldoende politieke druk kan ontstaan om de privacy van internationale treinreizigers serieus te gaan nemen. En zelfs als dat gebeurt, zou dat niet meer zijn dan een druppel op een gloeiende plaat. Want de systematische, grootschalige privacy-schending met het Nederlandse OV-chipkaart-systeem, die wordt gewoon toegestaan - dat wil zeggen door de AP gedoogd en door de rechters gelegaliseerd of niet behandeld."

Gevraagd welke conclusies hij voor zichzelf trekt, antwoordt Jonker: "Ik heb in deze zaak de juridische weg tot het einde toe gevolgd, mede om te testen of er uiteindelijk nu wel of geen sprake is van rechtsbescherming op het gebied van privacy. Als je het als een experiment ziet, dan is de uitkomst na acht jaar procederen duidelijk: er is geen serieuze rechtsbescherming, de AVG en artikel 8 EVRM worden in de praktijk misbruikt als wassen neuzen. Er lopen nog een paar andere privacy-procedures, die wil ik netjes afmaken, maar ik verwacht er niet veel meer van. Als het recht faalt, blijft de politiek over. Maar ik ben geen politiek dier. En bovendien is het ontwikkelen van politieke kracht afhankelijk van het bewustzijn van mensen. Misschien dat ik op een bescheiden manier iets kan bijdragen aan privacy-bewustzijn."

Jonker zegt dat hij in één van zijn motiveringen aan de raad van State, op 29 april 2020, schreef over wat hij "de banaliteit van het derde kwaad" noemt. "Dat hoofdstuk eindigde als volgt: 'Dit derde kwaad, de sluipende eliminatie van humaan bewustzijn, kan niet op spectaculaire wijze bedwongen worden met tanks of raketten, maar alleen door middel van aanwending van individueel en collectief bewustzijn, de daaruit voortvloeiende collectieve wil, en de daar weer uit voortvloeiende wetgeving, rechtspraak en wetshandhaving.' Dus ik denk dat het zaak is om te werken aan nieuw bewustzijn als basis om uit te groeien boven de huidige, technocratische tunnelvisie. Het echte probleem is humanitair, niet technisch. Alleen door humaniteit centraal te stellen, kunnen we komen tot een herstel van een humane rechtsstaat. De afgelopen tweeënhalf jaar, sinds de coronacrisis, zijn er al enorm veel mensen wakker geworden over hoe we onze vrijheid en humaniteit steeds verder dreigen te verliezen. Dus ik denk dat er zeker een basis gelegd is die verder kan groeien. Of dat genoeg is om op dit punt een ramp te voorkomen, daar durf ik geen voorspelling over te doen. Het gaat erom nieuwe bronnen te vinden en tegelijk oude bronnen van humaniteit en recht te blijven kennen en respecteren."

Vindt hij dat niet een beetje zweverig en passief? Jonker: "Nee hoor. Het is een misverstand om te denken dat bewustzijn zou betekenen dat je niet meer bereid bent om ergens voor te knokken. Kijk naar Oekraïne. Daar is razendsnel een collectief bewustzijn gegroeid over humane en nationale waarden die men wil beschermen en verdedigen. Desnoods ook met geweld van wapenen. Ik hoop natuurlijk dat het hier in Nederland nooit nodig zal zijn. Maar dat kan ik ook niet uitsluiten. Je ziet dat onze huidige regering niet bijster geïnteresseerd is in redelijke argumenten. Maar als boeren met tractoren snelwegen blokkeren, dan neemt de interesse van onze regering in een dialoog opeens toe. Iets vergelijkbaars hebben we gezien met de Gele Vestjes in Frankrijk. Waarom is de Franse overheid wel bereid om alle Franse burgers effectief te beschermen tegen extreem hoge energieprijzen, terwijl de Nederlandse regering er tot voor kort indirect blijk van gaf hele bevolkingsgroepen voor de bus te willen gooien? Dat heeft alles te maken met die Gele Vestjes. Wie weet zullen er ooit gele, groene of paarse vestjes nodig zijn om onze privacy te verdedigen of terug te winnen."

Gepubliceerd in Mobiliteit

Busreiziger Michiel Jonker heeft een rechtszaak aangespannen tegen de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), vanwege de weigering van de AP om handhavend op te treden tegen vervoerbedrijf Breng/Connexxion. Connexxion weigert, net als veel andere Nederlandse vervoerbedrijven, sinds medio 2018 om in de bus betaling van kaartjes met contant geld te accepteren. Volgens Jonker is dit een schending van zijn privacy, omdat dit hem als busreiziger verplicht tot pinbetaling, waarbij zijn persoonsgegevens worden verwerkt. Jonker diende hierover in juli 2018 een handhavingsverzoek in bij de AP.

De AP weigerde vervolgens te handhaven. Volgens de Autoriteit is er sprake van een "overeenkomst" (contract) tussen Connexxion en Jonker, omdat Connexxion de weigering van contante betaling in de algemene voorwaarden heeft opgenomen. Volgens de AP leveren de door het vervoerbedrijf opgestelde algemene voorwaarden een wettelijke grondslag op voor het verwerken van persoonsgegevens (artikel 6 lid 1 onder b AVG). Tevens stelt de AP dat het doel van "sociale veiligheid" in het OV de verwerking van persoonsgegevens rechtvaardigt.

Jonker bestrijdt dit. Volgens hem is er geen sprake van een vrijwillig aangegaan contract, gezien zijn afhankelijkheid van het openbaar vervoer en het monopolie van Connexxion op de betreffende buslijnen. Ook stelt Jonker dat een vaag en algemeen geformuleerd doel zoals "sociale veiligheid" een generieke aantasting van de privacy op alle Nederlandse buslijnen niet rechtvaardigt. Volgens Jonker moet er gekeken worden naar de werkelijke veiligheidsproblematiek in specifieke regio's en op specifieke buslijnen.

Jonker: "Zoals het nu toegaat, kan een willekeurige groep bedrijven, al dan niet in samenwerking met bijvoorbeeld een ministerie of de leiding van de politie, eenzijdig zo'n beetje elke aantasting van privacy doordrijven, zonder serieus te onderbouwen waarom dat nodig zou zijn. En de AP vindt dat prima, want die is er kennelijk niet voor de burgers, maar voor degenen die de rechten van burgers onder de voet willen lopen. In mijn handhavingsverzoek en in mijn bezwaarschrift heb ik de zaak zorgvuldig beargumenteerd, maar de AP negeert het overgrote deel van mijn argumenten. Helaas kom je dan weer bij de rechter terecht."

Eerder heeft Jonker al verschillende rechtszaken op het gebied van privacy gewonnen, inzake de Arnhemse adresgebonden afvalpas, en inzake de OV-chipkaart van NS. Jonker: "Er lopen nu in totaal zes zaken van mij bij de AP, die telkens weigert zijn wettelijke handhavingstaak uit te voeren. Hoewel ik over juridische achtergrondkennis en een aantal andere vaardigheden beschik, valt dit voor een normaal mens uiteindelijk niet vol te houden. Met haar weigerachtigheid maakt de AP van privacy in de praktijk een lachertje. De vraag is nu wat de rechter vindt. Als die het ook wel best zou vinden, is het voorlopig einde verhaal voor de privacy, dan kunnen we die illusie overboord gooien. De AVG zou in dat geval weinig voorstellen. Maar of dat zo is, ga ik eerst wel grondig uitzoeken door het aan de Nederlandse rechter voor te leggen, maar desnoods ook aan de Europese rechter."

Jonker wordt in deze zaak gesteund door Stichting Privacy First en Maatschappij Voor Beter OV.

Gepubliceerd in Mobiliteit

Hof Amsterdam wijst nieuwe zaak tegen kentekenparkeren desondanks af. Privacy First bezint zich op vervolgstappen.

In het hoger beroep van de voorzitter van Privacy First tegen kentekenparkeren heeft het Hof Amsterdam het helaas niet aangedurfd om kentekenparkeren en het gebrek aan contante (anonieme) betaalmogelijkheid onrechtmatig te verklaren, zo bleek eind vorige week (pdf). Weliswaar onderkent het Hof expliciet “het belang van handhaving van de mogelijkheid om contant te betalen” en verwijst het Hof daarbij ook naar instanties zoals de Nederlandsche Bank (DNB) die dit belang eveneens onderschrijven. Tegelijkertijd stelt het Hof echter dat de huidige wetgeving de (gemeentelijke) overheid niet zou verplichten om contante of anonieme betaling van parkeerbelasting mogelijk te maken. Het Hof verwijst hierbij o.a. naar een verouderde uitspraak van de Hoge Raad uit 2005 en naar oude, summiere Europese wetgeving. Het Hof Amsterdam oordeelt tevens dat het verouderde (nationale) Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen (2001) geen recht op een anoniem betaalmiddel impliceert. Niettemin suggereert het Hof dat anonieme betaling mogelijk zou zijn middels een ongeregistreerde prepaid creditcard. Privacy First acht dit oordeel (inclusief laatstgenoemde suggestie) van het Hof Amsterdam onjuist en overweegt juridische vervolgstappen richting zowel de Hoge Raad als het Europees Hof van Justitie. Privacy First voelt zich hierbij gesterkt door de actuele maatschappelijke discussie en recente politieke oproepen om contant geld te handhaven en contante betalingsmogelijkheden te verbeteren, met name ook bij lokale overheden. Onlangs nam de Tweede Kamer hier unaniem een motie over aan. Verdere parlementaire moties en mogelijke wetswijzigingen ter behoud en versterking van contant geld liggen in het verschiet.

Gebrekkig oordeel Hof Amsterdam over rechtmatigheid van kentekenparkeren

Over de rechtmatigheid van (het systeem van) kentekenparkeren oordeelt het Hof Amsterdam niet eenduidig: eerst oordeelt het Hof dat kentekenparkeren als zodanig een “niet-verboden inmenging” in het recht op privacy vormt, waarmee het Hof dus enerzijds erkent dat sprake is van een inmenging (inbreuk), maar dat deze niet verboden zou zijn. Vervolgens overweegt het Hof echter dat überhaupt geen sprake zou zijn van een inmenging, om vervolgens alsnog “hypothetisch” te oordelen dat de betreffende inmenging gerechtvaardigd zou zijn en dus geen schending (ongerechtvaardigde inbreuk) op het recht op privacy zou vormen. Privacy First acht deze argumentatie onbegrijpelijk en vooral ook onjuist. Het Hof toetst bovendien nauwelijks (en foutief) aan noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit, terwijl deze hele zaak daar nu juist om draait. Daarnaast laat het Hof talloze ingebrachte bezwaren tegen kentekenparkeren onbenoemd, waaronder het gebrek aan een specifieke, met privacywaarborgen omgeven rechtsbasis voor kentekenparkeren in nationale wetgeving, het feit dat parkeerdata voor andere doelen wordt gebruikt en kan worden misbruikt (function creep), het feit dat "efficiency" geen juridische rechtvaardiging kan vormen voor inperking van het recht op privacy, etc.

Invoering van kenteken bij parkeren blijft vrijwillig

In deze zaak staat een aantal nieuwe principiële rechtsvragen rond kentekenparkeren en het recht op contante betaling centraal. Door de huidige uitspraak van het Hof Amsterdam blijven dan ook de eerdere (door de Hoge Raad bevestigde) uitspraken dat invoering van het kenteken bij parkeren niet verplicht is, onaangetast. Kentekenparkeren is en blijft daarmee dus vrijwillig: een eventuele parkeerboete bij niet-invoering van een kenteken dient in bezwaar en beroep te worden vernietigd, mits de parkeerder kan aantonen dat voor het parkeren betaald is.

Recht op anonimiteit in openbare ruimte

Privacy First voert deze zaak ter behoud en versterking van het recht op anonimiteit in de openbare ruimte. Dit recht staat de laatste jaren in toenemende mate onder druk en dreigt inmiddels illusoir te worden. Indien nodig zal Privacy First deze zaak daarom voortzetten tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Lees HIER de hele uitspraak van het Hof Amsterdam d.d. 5 februari jl. in geanonimiseerde pdf (op 8 februari jl. door Privacy First ontvangen).

Update 3 maart 2019: de uitspraak van het Hof is inmiddels ook gepubliceerd op rechtspraak.nl. Privacy First beraadt zich nog op mogelijke vervolgstappen.

Update 2 mei 2019: vandaag heeft de voorzitter van Privacy First beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

Update 22 september 2019: vandaag besteedden het NOS Journaal en Nieuwsuur uitgebreid aandacht aan het toenemende gebruik (en misbruik) van scanauto's, zie https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2302813-opsporingsdiensten-ontdekken-nieuw-wapen-de-scanauto.html.

Update 10 april 2020: vandaag heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat kentekenparkeren een systematische inbreuk vormt op het recht op privacy. Volgens de Hoge Raad wordt dit echter gerechtvaardigd doordat sprake zou zijn van een wettelijke basis, namelijk een lokale parkeerverordening van de gemeente Amsterdam. Die wettelijke basis bevat echter geen enkele privacywaarborg zoals vereist door het Europese Mensenrechtenverdrag (art. 8 EVRM). Privacy First verwacht deze zaak daarom alsnog te zullen winnen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Hoge Raad zwijgt over recht op anonieme, contante betaling

In de uitspraak vandaag weigert de Hoge Raad grotendeels om de zaak inhoudelijk te behandelen. De Hoge Raad draait op diverse punten om de hete brij heen. Allereerst wil de Hoge Raad geen uitspraak doen over het eerste fundamentele aspect dat in deze zaak centraal stond: het recht op anonieme of contante betaling bij parkeren. Dit recht vloeit o.a. voort uit het recht op privacy in de zin van anonimiteit in de openbare ruimte. De Hoge Raad beargumenteert niet waarom het hierover geen uitspraak wil doen en verwijst slechts naar art. 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie: verondersteld gebrek aan belang voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit oordeel is onbegrijpelijk, aangezien dit nu juist een uiterst actuele kwestie betreft waarover veel rechtsonzekerheid bestaat.

Hoge Raad acht kentekenparkeren systematische inbreuk op privacy, maar weigert inhoudelijke toetsing

In lijn met het betoog van Privacy First oordeelt de Hoge Raad dat kentekenparkeren een systematische inbreuk vormt op het recht op privacy. Onder art. 10 Grondwet en art. 8 EVRM vereist dit een wettelijke basis. Volgens de Hoge Raad is een lokale parkeerverordening zonder wettelijke privacywaarborgen daartoe voldoende. Het gebrek aan wettelijke privacywaarborgen bij kentekenparkeren wordt door de Hoge Raad echter geheel niet getoetst. Ook op dit fundamentele aspect draait de Hoge Raad dus om de hete brij heen. Privacy First acht dit oordeel in strijd met het Europese privacyrecht en verwacht dit met succes te zullen aanvechten bij het Hof in Straatsburg.

Hoge Raad laat misbruik van scanauto’s onbenoemd

Een ander fundamenteel aspect waarover de Hoge Raad zich niet wil uitlaten betreft het misbruiken van scanauto’s bij kentekenparkeren voor andere doelen, waaronder de opsporing van verwarde personen, zwerfvuil en monumentenzorg. Dergelijke function creep (doelverschuiving) is in strijd met het recht op privacy en juist nu hoogst actueel, getuige bijvoorbeeld de berichtgeving vandaag over de nieuwe inzet van camera-auto’s in de Coronacrisis. Privacy First betreurt het dat de Hoge Raad over dergelijke buitenwettelijke inzet van scanauto’s liever zwijgt dan rechtspreekt.

Lees HIER de volledige uitspraak van de Hoge Raad op rechtspraak.nl.

Update 28 april 2021: het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg heeft de meervoudige klacht van Privacy First tegen bovenstaande uitspraak van de Hoge Raad helaas vrijwel onbeargumenteerd niet-ontvankelijk verklaard. Hetzelfde gebeurde de afgelopen jaren o.a. met twee rechtszaken van Privacy First tegen ongereguleerde trajectcontroles en een door Privacy First gesteunde zaak van VP Huisartsen tegen het Landelijk Schakelpunt (EPD). Door Privacy First gesteunde zaken tegen verplichte vingerafdrukken in paspoorten en identiteitskaarten liggen reeds sinds 2016 onbehandeld op de Straatsburgse plank. Hetzelfde geldt sinds 2018 voor de coalitiezaak 'Burgers tegen Plasterk' over internationale data-uitwisseling tussen geheime diensten. In combinatie met recente teleurstellende, onkritische uitspraken van het EHRM over massa-surveillance en verplichte vaccinaties doet dit bij Privacy First inmiddels de vraag rijzen: zou de Nederlandse burger niet veel beter af zijn bij een nationaal Grondwettelijk Hof?

Gepubliceerd in Kentekenparkeren

Privacy First vecht kentekenparkeren aan bij rechtbank Amsterdam 

Kentekenparkeren zonder contante betaling is dubbele privacyschending 

Begin dit jaar oordeelde de Hoge Raad dat de Belastingdienst jarenlang op onrechtmatige wijze de locatiedata van alle automobilisten in Nederland heeft verzameld. De Belastingdienst deed dit middels een groot netwerk van ANPR-camera’s (nummerplaatregistratie) langs de Nederlandse snelwegen. Volgens de Hoge Raad bestond hiervoor echter geen wettelijke basis. Daarmee vormde deze praktijk van de Belastingdienst een massale privacyschending.

Ook op lokaal niveau wordt het reisgedrag van automobilisten al jarenlang op onrechtmatige wijze geregistreerd: middels kentekenparkeren heeft de gemeentelijke belastingdienst volledig zicht op wie waar en wanneer parkeert. Maar ook hier ontbreekt een specifieke wettelijke basis zoals door de Nederlandse Grondwet en art. 8 EVRM (het recht op privacy) worden vereist. Voor verplicht kentekenparkeren bestaat bovendien geen enkele maatschappelijke noodzaak. Verder ontbreekt bij kentekenparkeren de mogelijkheid om contant of anderszins anoniem te kunnen betalen. Daarmee vormt kentekenparkeren een meervoudige privacyschending.

Invoering kenteken niet verplicht

Begin 2015 won Privacy First haar eerste rechtszaak tegen kentekenparkeren: sindsdien zijn automobilisten niet meer verplicht om bij het parkeren hun kenteken in te voeren. Begin 2016 werd dit oordeel bevestigd door de Hoge Raad. Wie geen kenteken invoert, ontvangt echter nog steeds een parkeerboete die pas na bezwaar (met betalingsbewijs) wordt vernietigd. “Zo wordt je als goedwillende burger dus nog steeds gestraft als je anoniem wilt kunnen parkeren. Het is Kafka”, aldus Privacy First voorzitter Bas Filippini. “De Hoge Raad is duidelijk: verplichte invoering van kentekens mag niet. Kentekenparkeren dient dus te worden afgeschaft”, aldus onze advocaat Benito Boer. Daartoe diende onlangs een kort geding van Privacy First om anoniem parkeren mogelijk te maken zónder invoering van het kenteken en mét anonieme betaalmogelijkheid. Het Hof Amsterdam verklaarde deze zaak echter niet-ontvankelijk wegens de complexiteit ervan. Daarmee stuurde het Hof aan op een nieuwe bodemprocedure waarin alle openstaande rechtsvragen alsnog behandeld kunnen worden. Een dergelijke procedure zal aanstaande donderdag plaatsvinden bij de rechtbank Amsterdam. Naast de vraag of kentekenparkeren rechtmatig is, zal in deze zaak met name het gebrek aan contante of anonieme betalingsmogelijkheden centraal staan. In april 2016 organiseerde Privacy First een publieksdebat over deze thematiek.   

Rechtszitting bij rechtbank Amsterdam

Privacy First nodigt u hierbij van harte uit om bij de openbare rechtszitting aanwezig te zijn. Deze zal plaatsvinden op donderdagochtend 29 juni as. om 9.00u bij de rechtbank Amsterdam: zaak L.T.C. Filippini vs. gemeente Amsterdam, zaaknr. AMS 16/1758 PARKBL. Adres: Fred. Roeskestraat 73, gebouw G (Parnas). NB: dit is de nieuwe tijdelijke locatie van de rechtbank. Klik HIER voor een routebeschrijving.

Wilt u ons graag steunen bij het voeren van deze rechtszaak? Maak dan een donatie aan Privacy First over o.v.v. “privacyparkeren” t.n.v. Stichting Privacy First te Amsterdam, IBAN: NL95ABNA0495527521.

Update 29 juni 2017: de rechtszitting vanochtend was relatief lang en grondig. De uitspraak van de rechtbank staat vooralsnog gepland op 10 augustus as.

Update 30 juni 2017: naar aanleiding van de rechtszaak verscheen vandaag een lezenswaardig artikel op de website van Trouw.

Update 10 augustus 2017: het vonnis van de rechtbank is 6 weken uitgesteld.

Update 21 september 2017: het vonnis van de rechtbank is opnieuw 6 weken uitgesteld.

Update 27 oktober 2017: de rechtbank heeft de zaak helaas afgewezen. Lees HIER het commentaar van Privacy First voorzitter Bas Filippini. Privacy First gaat nu in hoger beroep bij het Hof Amsterdam.

Update 11 februari 2019: ook het Hof Amsterdam heeft de zaak helaas afgewezen. Lees HIER ons commentaar. Privacy First bezint zich op juridische vervolgstappen.

Gepubliceerd in Kentekenparkeren

In hoeverre bestaat er een recht op contante of anderszins anonieme betaling? Hoe kan dit recht juridisch worden versterkt en technisch worden gerealiseerd?

Op donderdagavond 7 april 2016 vond op de kantoorlocatie van Privacy First (Volkshotel, Amsterdam) een enerverend publieksdebat plaats over het recht op anonieme betaling. Privacy First organiseerde dit debat omdat anoniem betalen steeds meer onder druk komt te staan. Contant betalen wordt uitgebannen, zonder dat daar anonieme digitale alternatieven voor in de plaats komen.

Privacy First voorzitter Bas Filippini opende de avond en het debat werd geleid door moderator Ancilla Tilia (columnist FD). Voor het debat waren een viertal gastsprekers uitgenodigd: Vincent Jansen (Innopay – Payments & Digital Identity), Bram Scholten (DNB), Eric Verheul (KeyControls/Radboud Universiteit Nijmegen) en Olivier Oosterbaan (Leopold Meijnen Oosterbaan Advocaten).

Publieksdebat onder leiding van Ancilla Tilia

Ancilla Tilia begon de avond met haar column voor het Financieel Dagblad ‘Ik ben niet mijn bankrekening’, waarin zij zich afvraagt: ‘Wie komt er op voor het behoud van contant geld?’


Bas Filippini – voorzitter Privacy First

Vervolgens was het woord aan Privacy First voorzitter Bas Filippini. In zijn voorwoord benadrukte Filippini dat privacy niet alleen zij aan zij staat met veiligheid, maar dat het een basisprincipe is van onze democratische rechtsstaat. Het is een fundamenteel recht om anoniem te kunnen zijn in de openbare ruimte. Het recht op anonieme betaling vormt hier een belangrijk onderdeel van. We zijn de laatste jaren echter gegaan van ‘Cash is King naar Cash is Crimineel’. Filippini is benieuwd of er privacyvriendelijke alternatieven bestaan voor bankbiljetten en klinkende munten, en om te kijken of technologie het principe van anoniem betalen kan ondersteunen in plaats van ondermijnen.

Cash is king


Olivier Oosterbaan – Leopold Meijnen Oosterbaan Advocaten

Olivier Oosterbaan zet zich onder meer in voor privacy en tegen identiteitsdiefstal. Tijdens het publieksdebat legt hij een paar mogelijke verwerkingsgrondslagen uit in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens en de balans met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Zo vertelt hij wie er mogelijk allemaal bij een parkeertransactie betrokken zijn en welke gegevens er worden gedeeld. Daarnaast laat je hiermee de gemeente weten dat je op een bepaalde plek gedurende een bepaalde periode bent geweest. Maar ook bij sommige winkels kan je alleen nog met pin betalen en laat je de bank daardoor weten dat je op een bepaalde plek bent geweest.


Vincent Jansen – InnoPay en Digital Identity

Vincent specialiseert zich in innovatief betalen en dat heeft in zijn kader weinig met cash geld te maken. Hij geeft een inleiding over context: hoe meer context je geeft aan een betaling, hoe minder anoniem je zult zijn.

Cash geld
In deze context: hoe vaker je bij een winkel komt, hoe meer informatie je deelt met de ontvangende partij, bijvoorbeeld wanneer je elke week bij je lievelingskoffietentje komt: op den duur weet men dat je daar elke week een lekkere latte macchiato komt halen. Door meer context te geven verdwijnt een deel van je anonimiteit.

Pinnen
Wanneer je gaat pinnen, krijgt de ontvangende partij informatie: op het bonnetje staan bijvoorbeeld de laatste cijfers van je bankrekeningnummer en je pasnummer. Hierdoor kan de ontvangende partij weten dat je een terugkerende klant bent. Als klant krijg je niet veel meer informatie dan wanneer je contant betaalt: je weet bijvoorbeeld de naam van de winkel en waar deze gevestigd is. Het verschil tussen pinnen en contant betalen is dus voornamelijk dat er een betaaldienstverlener tussen zit, die moet weten wie er wil betalen en aan wie er betaald moet worden. Hierbij dient de betaaldienstverlener te weten op welke tijd en bij welke vestiging je bijvoorbeeld bent en daarbij ontstaat een hele hoop data.

Overschrijving
Hoe zit het dan bij betaling door middel van overschrijving? Hierbij heb je indien je geld wilt overmaken veel informatie nodig van de begunstigde. Wat opmerkelijk is, is dat de begunstigde ook veel informatie krijgt, zoals het rekeningnummer, de tenaamstelling en ook de adresgegevens en woonplaats van de verzender.

Trends

  • Crypto-currency als trend, het fenomeen dat je eigenlijk een soort van online cash kunt hebben. Dit is niet anoniem, maar een zekere vorm van pseudonimiteit waar geen bank tussen zit en waar we met zijn allen vaststellen wie het geld heeft en waar het zich bevindt. Het is een trend die relatief jong is, maar waar veel potentie in zit, in de vorm van het hebben van 'digitaal cash'.

  • Een ander fenomeen is om reguliere transacties in de huidige betaalstructuur te pseudonimiseren. Dit is een generieke trend, waarbij gegevens niet meer te relateren zijn en waarbij er minder statische gegevens met de transactie worden meegegeven.

  • Een andere trend vanuit de Europese Commissie is de Payment Service Directive die in 2018 van kracht zal zijn. Hierbij krijgen banken de opdracht om, als de klant dat wil, een rekening open te stellen voor betaaldiensten en informatiediensten. Anders gezegd: ik moet een provider vertellen dat jij namens mij naar mijn afschriften kunt kijken, in al mijn bankrekeningen, om bijvoorbeeld mijn budgetcoach te worden. Wat er echter waarschijnlijk gaat gebeuren is dat bankgegevens elders geraadpleegd kunnen worden en zullen worden opgeslagen.

  • De laatste trend die benoemd wordt is Social Payments, voornamelijk in de peer-to-peer sfeer dat betalen steeds meer een onderdeel wordt van interactie en dat het juist heel 'cool' en leuk kan zijn om een betaling te verrijken met context. Zodat het gaat leven in de bankomgeving, door te vermelden waarom je betaalt, waar het was en hierbij bijvoorbeeld een leuke foto te plaatsen. Een ander fenomeen is dat IBANS (wat lastige dingen zijn) mogelijk vervangen zullen worden door 06-nummers en e-mailadressen, die ook weer extra herleidbaarheid met zich meebrengen.

Wie komt er op voor contant geld

Bram Scholten – De Nederlandsche Bank

Sinds 2012 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) zich zorgen over de druk op contant geld. In de jaarverslagen van DNB wordt het belang van contant geld dan ook onderstreept. Bram Scholten stelt dat contant geld een bescherming van privacy geeft. Hij citeert uit het DNB jaarverslag van 2012: ‘In deze tijd waarin de samenleving langs elektronische weg steeds meer de persoonlijke levenssfeer binnendringt blijft daaraan behoefte bestaan’. De Nederlandsche Bank heeft zich ingezet om met marktpartijen zoals Detailhandel Nederland en de Nederlandse Betaalvereniging, die de banken vertegenwoordigd, in november 2015 in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) in eigen kring uit te dragen dat voor toonbankbetalingen (betalingen buiten de deur) contant betalen mogelijk blijft. Daarmee wordt dus afstand genomen van het feit dat er soms geen contante betalingen meer mogelijk zouden zijn. De Nederlandsche Bank heeft gemeten dat de helft van alle betalingen nog met contant geld wordt gedaan.

Contant geld is positief

Contant betalen is natuurlijk een mogelijkheid om anoniem te betalen. Als wij een recht zouden hebben om contant te betalen, dan zouden wij ook een rechtmatige mogelijkheid hebben om anoniem te betalen. In wezen is het zo dat in het Burgerlijk Wetboek contant betalen als de gewone manier van betalen wordt beschreven. Er moeten in principe nadere afspraken gemaakt worden om af te wijken van de wet om contant te betalen. In het rapport van het MOB is dan ook gesteld dat met name in situaties waarin er sprake is van een lokaal monopolie, zoals een apotheek in een gebied waar geen andere apotheken zijn, als je daar niet contant zou kunnen betalen, dan zou dit bepaalde mensen kunnen duperen, omdat mensen niet meer kunnen krijgen wat ze nodig hebben. Het MOB ziet dit als onwenselijk en vraagt zich ook af of het rechtmatig is om contant geld te weigeren. Dit is een open vraag en in wezen ook een vraag op het gebied van Europees recht, omdat op Europees niveau is vastgelegd dat contant geld een wettig betaalmiddel is. Er bestaat echter nog geen jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie hoe dit moet worden toegepast en wat het begrip 'wettig betaalmiddel' precies inhoudt. Dat leent zich dus wellicht voor een proefproces.

Contant is anoniem

Eric Verheul – Radboud Universiteit Nijmegen & Digital Security Group

Eric hield een presentatie over online betalen en online aanloggen. Wat gebeurt er precies wanneer je iets afrekent in een webshop? Bijvoorbeeld: Jan Jansen koopt iets in een webshop, wat hij precies aanschaft kan iets zeggen over hem als persoon, misschien is het wel iets waarvoor hij zich schaamt en waarvan hij niet wil dat iedereen het weet. Het zou ook kunnen dat die informatie bijzondere persoonsgegevens bevat. Wanneer je online betaalt, dan weet de bank wie jij bent en aan wie je betaalt. Dit kan vanuit privacy-oogpunt nadelig zijn, maar qua veiligheid prettig zijn. Hierdoor kan een bank bijvoorbeeld zien dat een betaling frauduleus is en deze betaling stopzetten. Daarnaast kan het voor de webshop handig zijn om je rekeningnummer te weten, wanneer zij bijvoorbeeld geld terug willen storten.

Dit staat in relatie met een online applicatie: je hebt bijvoorbeeld DigiD om te kunnen inloggen bij de Belastingdienst. Daarbij geldt dezelfde problematiek als met online betalingen, omdat je hierbij jezelf identificeert met bijvoorbeeld je naam of in sommige gevallen een pseudoniem. Zo’n toegangsdienst weet jouw identiteit en tot welke website jij toegang zoekt. En zo’n toegangsdienst zou bijvoorbeeld gehackt kunnen worden. Steeds meer zorginstellingen gaan werken met DigiD, maar hoe wenselijk is het dat DigiD weet dat jij een GGZ-instelling bezoekt? En wat als bijvoorbeeld een bank zo’n toegangsdienst verleent, hoe wenselijk is het dat zo’n partij dat allemaal weet? In de parallel met de fysieke wereld: dan weet iemand welke fysieke winkels jij allemaal bezoekt. Digitaal is het momenteel heel vanzelfsprekend dat dat allemaal zo gaat.

In 2014 hebben we een nieuwe techniek ontwikkeld: polymorfe pseudonimisering. Het werkt eigenlijk op dezelfde manier als bijvoorbeeld DigiD of een andere toegangsdienst, je moet alleen een speciale kaart laten zien en het bijzondere van die kaart is dat de toegangsdienst die die kaart leest niet je identiteit kan achterhalen, maar alleen versleutelde pseudoniemen kan aflezen. Hiermee verleent de toegangsdienst wel toegang tot een website, de website die je bezoekt weet met wie hij te maken heeft, maar de toegangsdienst heeft niet meer jouw (persoons)gegevens. Deze dienst zou je ook kunnen gebruiken voor online betalen, door bijvoorbeeld een encrypted e-wallet te vullen met geld. Met een bank kun je wel geld overmaken naar die e-wallet, maar de bank weet niet meer met wie hij precies te maken heeft, omdat de e-wallet is gepseudonimiseerd.


Na afloop van de inleidingen en presentaties volgde een publieksdebat, waarbij diverse vragen werden beantwoord en enkele aanbevelingen werden gegeven:

Aanbevelingen:

  • Kijk naar het digitale betalingsverkeer en hoe dit privacyvriendelijker gemaakt kan worden.
  • Contant betalen moet mogelijk blijven voor toonbankbetalingen (betalingen buiten de deur).

Een greep uit de vragen vanuit het publiek aan de gastsprekers:

In hoeverre is een prepaid creditcard een anoniem betaalmiddel?

  • Voor een prepaid creditcard wordt identificatie gevraagd.
  • Vaak moet ook een prepaid creditcard worden geactiveerd voor specifieke betalingen.

Hoe staan jullie er tegenover dat het briefje van 500 euro wordt uitgefaseerd?

  • Het zal niet nuttig zijn in het kader van terrorismebestrijding.

 

Klik HIER voor de uitnodiging (pdf) die Privacy First voor dit evenement aan haar netwerk verzond. Wilt u voortaan ook een uitnodiging voor onze evenementen ontvangen? Stuur ons dan een bericht, dan zetten wij u op onze mailinglist!

Gepubliceerd in Evenementen
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100