Toon items op tag: EPD
Laatste kans voor Eerste Kamer ter behoud van medische privacy
“Het is te laat voor privacy-by-design bij dit EPD”
Als de Eerste Kamer morgen instemt met minister Schippers’ nieuwe zorgcommunicatiewet, geeft ze alsnog ruim baan aan het Elektronisch Patiëntendossier dat de Eerste Kamer in 2011 unaniem verwierp, met alle privacyschendingen van dien. Als de Senaat zoals ze zelf in een motie stelt echt wil inzetten op privacy-by-design, moet ze het EPD-systeem en dit wetsvoorstel dat het faciliteert verwerpen, aldus de campagne SpecifiekeToestemming.nl.
In 2011 verwierp de Eerste Kamer unaniem het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) wegens de enorme privacy- en veiligheidsrisico’s die aan het EPD kleefden. Desondanks is het systeem van het EPD (het Landelijk Schakelpunt, LSP) de laatste jaren privaat doorgestart en volop in gebruik geraakt bij een steeds groter aantal zorgverleners, dit mede onder druk van zorgverzekeraars – die de doorstart ook financieren.
De privacy- en veiligheidsrisico’s van het oorspronkelijke EPD zijn in het huidige LSP echter nog onverminderd aanwezig. Bij de aanleg van ICT-systemen dienen privacy- en securitywaarborgen immers vanaf dag één te worden opgenomen in het ontwerp. Bij het LSP is dit nooit gebeurd, en inmiddels is het hiervoor ook te laat. Reeds om deze reden zou het gebruik van het LSP per direct moeten worden stopgezet en worden vervangen door een privacyvriendelijk alternatief.
Het LSP maakt grootschalige uitwisseling van medische data mogelijk zonder enige controle door de arts en patiënt over wie deze gegevens kan raadplegen voor welk doel. Aanstaande dinsdag stemt de Eerste Kamer over een wetsvoorstel (33509) dat dergelijke controle had moeten verbeteren, maar in werkelijkheid faciliteert deze wet vooral het gebruik van het LSP door de gehele Nederlandse zorgsector.
Het wetsvoorstel verheft generieke toestemming – dat wil zeggen brede en ongerichte uitwisseling van medische gegevens – de komende drie jaar tot de standaard. Daarmee wordt de huidige wettelijk verplichte specifieke uitwisseling van medische gegevens vervangen. Het medisch beroepsgeheim en het recht op medische privacy worden hierdoor in wezen afgeschaft. Zowel de patiënt zelf als de dossierhoudend arts heeft dan immers geen zicht meer op wie voor welke reden inzage pleegt in het medisch dossier. Het ultieme doel van de wet is “eigen regie” door de patiënt, maar het is nog zeer onduidelijk hoe dit vorm moet krijgen; naar verwachting zullen veel patiënten straks gewoon eenmalig voor alle uitwisseling toestemming aanvinken.
Het wetsvoorstel lijkt zo voornamelijk geschreven ter facilitering van grootschalige, centrale infrastructuren, waaronder een nieuw centraal, aan het LSP te koppelen online “patiëntenportaal” en manieren voor burgers om hun hele medisch dossier in een keer – zonder tussenkomst van de arts – te kunnen uploaden naar de cloud. De medische privacy zal hierdoor onmogelijk gegarandeerd kunnen worden. Om deze reden voert de nationale campagne SpecifiekeToestemming.nl (gesteund door Privacy First en het Platform Bescherming Burgerrechten) al jaren actie tegen dit wetsvoorstel. Desondanks dreigt het wetsvoorstel morgen door de Eerste Kamer te worden aangenomen.
Slechts D66 en enkele kleine partijen (waaronder de ChristenUnie) lijken nog het verschil te kunnen gaan maken in de koers die Nederland de komende jaren zal gaan varen. D66 heeft daartoe reeds een motie ingediend voor privacy-by-design. SpecifiekeToestemming.nl woordvoerder Vincent Böhre zegt echter: “Bij het huidige wetsvoorstel is 'privacy by design' een wassen neus: het centrale LSP, maar ook een centraal toestemmingsportaal en privacy-by-design vormen een contradictio in terminis. Daarom dringen wij er nogmaals bij de Kamer op aan het wetsvoorstel te verwerpen.”
Individuele burgers die ook vrezen voor hun medische privacy in een wereld waarin de uitwisseling van medische gegevens straks alleen maar grootschalig en gecentraliseerd of in de cloud kan plaatsvinden, kunnen D66 en andere partijen nu nog aanschrijven via www.specifieketoestemming.nl.
Update 4 oktober 2016: vandaag heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel helaas aangenomen. GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren (PvdD) en PVV stemden nadrukkelijk tégen. Enig lichtpuntje tijdens de stemming was een unaniem aangenomen motie van D66 waarin de Eerste Kamer haar voorkeur laat blijken voor decentrale vormen van privacy by design. In dat verband diende PvdD tevens een motie in die gericht is op decentrale i.p.v. centrale toegang tot medische dossiers; de stemming over deze motie zal waarschijnlijk volgende week plaatsvinden. Nader commentaar op e.e.a. volgt op het weblog van SpecifiekeToestemming.nl.
Update 18 oktober 2016: de stemming over de motie van de PvdD (gewijzigde motie-Teunissen) is op 11 oktober jl. aangehouden en staat inmiddels geagendeerd op dinsdag 25 oktober as.
Update 25 oktober 2016: vandaag heeft de Eerste Kamer (bij meerderheid) de motie-Teunissen aangenomen. Klik HIER voor de tekst van de motie.
Security.nl, 10 juni 2016: 'Huisartsen in cassatie tegen invoering van LSP'
"De Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen) is deze week bij de Hoge Raad in cassatie gegaan tegen de invoering van het Landelijk Schakelpunt (LSP), de infrastructuur voor het uitwisselen van vertrouwelijke medische patiëntgegevens.
Volgens VPHuisartsen is er een gigantisch groot en duur systeem opgezet zonder van te voren adequaat onderzoek te doen. Niet naar het doel ervan, niet welke vragen het eigenlijk oplost en niet naar de risico’s die deze landelijke infrastructuur met zich meebrengt. De organisatie maakt zich vooral zorgen over de privacy-impact. Door het LSP zou de vertrouwelijkheid en de privacy in de spreekkamer namelijk eindigen.
"Het zijn niet meer de dokter en de patiënt die samen bepalen wie welke gegevens in mag zien. Eenmaal ja gezegd tegen het LSP betekent dat een derde partij kan bepalen, zonder toestemming van de huisarts en patiënt, met wie nog meer het patiëntendossier van de huisarts gedeeld mag worden. Je digitale dossierkast staat open, je weet niet wie er informatie uithaalt, je weet niet welke informatie er gezien wordt en je weet niet wat er met die informatie gebeurt", zo liet een aangesloten huisarts eerder tegenover de rechter weten.
Rechtsgang
Bij de rechtbank Midden-Nederland en in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden trok VPHuisartsen aan het kortste eind. Daarmee leek voor de Vereniging van Praktijkhouders de kous af, ondanks het feit dat er een aantal principiële rechtsvragen onbeantwoord bleven. "Maar de bescherming van het beroepsgeheim, de privacy van patiënten en daarmee de vraag naar de rechtmatigheid van het LSP blijft voor VPHuisartsen vanuit principiële en professionele redenen de drijfveer voor de gang naar de Hoge Raad", zo laat de organisatie op de eigen website weten.
Mede op aandringen van VPH-leden en enkele maatschappelijke organisaties zoals Privacy First heeft de projectgroep Pro Bono Connect van het Nederlands Juristen Comité van de Mensenrechten, de mogelijkheid van cassatie onderzocht. Pro Bono Connect is een organisatie van advocaten die vrijwillig en onbetaald hun expertise inzetten bij mensenrechtenvraagstukken, ten dienste van maatschappelijke organisaties. Mocht de Hoge Raad de zaak behandelen dan kan het nog anderhalf jaar duren voordat er een uitspraak komt. Eind maart werd bekend dat 10 miljoen Nederlanders inmiddels toestemming hebben gegeven om hun medische gegevens via het LSP uit te laten wisselen."
Bron: https://www.security.nl/posting/473981/Huisartsen+in+cassatie+tegen+invoering+van+LSP, 10 juni 2016.
Patiëntportaal is geen oplossing voor privacyvraagstuk EPD
De nieuwe EPD-wet van minister Schippers schept al een jaar verwarring in de Eerste Kamer. Voor patiënt noch arts is het duidelijk wie straks na het geven van toestemming medische gegevens kan raadplegen. Na twee jaar troebele discussie, wil de minister de patiënt het allemaal zelf laten regelen. Daarmee gaat ze ten onrechte de fundamentele privacydiscussie uit de weg.
Het wetsvoorstel dat de juridische basis moet gaan vormen voor het privaat doorgestarte Elektronisch Patiëntendossier (wetsvoorstel 33509) wordt inmiddels al een jaar aangehouden door de Eerste Kamer. De Senaat heeft gegronde twijfels bij het wetsvoorstel, dat onder meer moet gaan regelen hoe een vertrouwelijke behandelrelatie moet worden gewaarborgd bij het digitaal toegankelijk maken van medische gegevens. Begin april jl. nodigden Eerste Kamerleden voor de tweede maal een panel met deskundigen uit die hun commentaar op het wetsvoorstel mochten leveren. SpecifiekeToestemming.nl was één van de genodigden bij deze recente expert-meeting en leverde voorafgaand aan de bijeenkomst schriftelijke input (PDF).
SpecifiekeToestemming.nl
SpecifiekeToestemming.nl is een onafhankelijke campagne die na de indiening van het wetsvoorstel in 2014 werd gelanceerd op initiatief van Stichting Privacy First en het Platform Bescherming Burgerrechten. Kern van deze campagne is dat specifieke toestemming (weer) het leidende beginsel moet worden bij de uitwisseling van medische gegevens. De campagne wordt gesteund door talrijke maatschappelijke organisaties, zorgverleners en andere professionals.
EPD alsnog van wettelijke basis voorzien
Het huidige wetsvoorstel van minister Schippers is in de eerste plaats bedoeld om het LSP-systeem (Landelijk Schakelpunt) waarvoor de Eerste Kamer de wetgeving in 2011 unaniem verwierp, alsnog van een wettelijke basis te voorzien. SpecifiekeToestemming.nl woordvoerder Vincent Böhre stelde tijdens de expert-meeting: “De infrastructuur van het EPD werd door private partijen doorgestart in de vorm van het Landelijk Schakelpunt. Zo zagen wij het destijds en zo zien wij het nog steeds grotendeels, met alle manco’s die destijds in de infrastructuur zaten en nog steeds zitten. In onze optiek is de infrastructuur te grootschalig en inherent onveilig, met generieke, ongerichte en onbepaalde toestemming.”
SpecifiekeToestemming.nl wijst sinds de indiening van het wetsvoorstel op de onoverzichtelijke toestemming die patiënten volgens de nieuwe EPD-wet kunnen geven. Mede onder druk van deze campagne werd het geven van generieke (brede, ongerichte) toestemming in 2014 door de Tweede Kamer uit de wet gehaald. Een stap in de goede richting.
Gegoochel met termen
Sinds de Tweede Kamer generieke toestemming schrapte, werd de wet echter alleen maar ingewikkelder. Minister Schippers introduceerde een nieuwe vorm van toestemming genaamd “gespecificeerde toestemming”, die veel vragen opriep tijdens de behandeling in de Senaat en de aldaar gehouden expert-meetings. Wie het wetsartikel (15a) over "gespecificeerde toestemming" nauwkeurig bekijkt, moet concluderen dat dit nog steeds een zeer brede, onoverzichtelijke toestemming kan betekenen die de oorspronkelijke bezwaren tegen generieke toestemming niet wegneemt.
Bovendien, zo moest minister Schippers later zelf ook vaststellen, zijn huidige systemen (lees: het LSP) in hun ontwerp niet uitgerust om iets anders dan generieke toestemming mogelijk te maken – zo ook haar eigen “gespecificeerde toestemming”. Totdat dat zover is, wil de minister dat “gedurende een driejarige overgangsperiode een generiek ‘ja’ of ‘nee’ volstaat”, zo schreef ze in december 2015 aan de Eerste Kamer. Met andere woorden: als het aan de minister ligt, wordt generieke toestemming alsnog de standaard wijze van toestemming geven.
Gevoelig punt geraakt
SpecifiekeToestemming.nl schreef hierover een brief aan de Eerste Kamer, waarin ze erop wees dat generieke toestemming, ook voor drie jaar, onacceptabel was, daarbij verwijzend naar het amendement van de Tweede Kamer dat generieke toestemming uit het wetsvoorstel schrapte. In reactie daarop stelde de minister juist weer dat het helemaal niet de bedoeling was dat er generieke toestemming werd gevraagd: “Het is niet zo dat de toestemmingsvraag generiek is. [...] Wel kan het antwoord op de toestemmingsvraag generiek zijn,” aldus de minister. Volgens SpecifiekeToestemming.nl is dit een onbegrijpelijke redenering, die illustreert in welke bochten de uitleg van dit wetsvoorstel moet worden gewrongen om de onoverzichtelijke toestemming die minister Schippers wil invoeren, alsnog te legitimeren. Een generiek antwoord op een specifieke vraag is immers een contradictio in terminis. SpecifiekeToestemming.nl woordvoerder Vincent Böhre zei hierover tijdens de expert-meeting: “Met alle respect, haar brief komt op mij over als gegoochel met termen, waardoor het alleen maar onduidelijker wordt. Wij vinden het standpunt van de minister hierover onbegrijpelijk. We hadden met onze brief aan de Eerste Kamer blijkbaar een gevoelig punt geraakt.”
Volgens minister Schippers is de vraag “mag ik uw medische gegevens toegankelijk maken voor alle op het systeem aangesloten zorgverleners?” overigens een specifieke vraag, zo blijkt uit haar brief. SpecifiekeToestemming.nl is het hier volstrekt mee oneens. Als een patiënt een dergelijke vraag met “ja” beantwoordt, geeft deze immers een brede, ongerichte toestemming waarbij op voorhand niet duidelijk is wie voor welke reden toegang kan krijgen tot welke gegevens – kortom, weinig specifiek.
Overhaast patiëntportaal ingevoerd
De hele discussie over generiek, gespecificeerd en specifiek toestemming vragen of geven wordt door minister Schippers echter gelaten voor wat ze is. In haar laatste uitgebreide brief slaat ze een nieuwe richting in als het gaat om het uiteindelijke doel van deze wet: in de toekomst moet de patiënt de volledige regie krijgen over wie toegang heeft tot welke medische gegevens. Dit moet gaan gebeuren via een online patiëntportaal, zo blijkt uit het voorstel van de minister.
“Wij vinden dat een onverantwoorde verschuiving van de verantwoordelijkheid en ook van de aansprakelijkheid in sommige gevallen”, stelde Böhre hierover tijdens de expertmeeting. De regie over de inhoud en de toegang van het zorgdossier dient volgens SpecifiekeToestemming.nl in de eerste plaats bij arts en patiënt gezamenlijk te blijven, zoals het medisch beroepsgeheim en de wetgeving rondom patiëntprivacy voorschrijven. Als de patiënt dit allemaal zelf moet gaan regelen, krijgt deze een (te) grote verantwoordelijkheid die in de praktijk snel fout kan uitpakken – zowel wat betreft de toegankelijkheid van gegevens, maar ook het niet toegankelijk zijn van gegevens terwijl dat wel nodig is.
De huidige wetgeving regelt dat de arts de patiënt gericht toestemming vraagt, en dat zou het uitgangspunt moeten blijven volgens SpecifiekeToestemming.nl. De zorgverlener is vrijwel altijd beter op de hoogte van welke gegevens relevant zijn voor een zorgvraag, en is bovendien wettelijk en tuchtrechtelijk aansprakelijk voor de kwaliteit en vertrouwelijkheid van deze informatie. Dit is een verantwoordelijkheid die je niet zomaar kunt overdragen aan een patiënt – zeker niet iedere patiënt. Door een portaal met eigen beheer niet als extra mogelijkheid maar als norm te stellen, worden de voordelen van patiënten die hier baat bij hebben ondergesneeuwd door de risico’s van een onverantwoord beheer.
Bovendien ontwijkt Schippers, door volledig in te zetten op eigen regie, de fundamentele discussie over de reikwijdte en overzichtelijkheid van de toestemming, die overigens ook bij de invoering van een patiëntenportaal noodzakelijk is. Voor zo’n toepassing, die plaatsvindt buiten de directe zorg, zou alleen al een apart wetsvoorstel moeten worden geschreven. Het wetsvoorstel zoals minister Schippers dat nu heeft voorgelegd bevat immers geen beschermend kader voor het ontwikkelen van een “patiëntgeheim” en alle kwesties omtrent verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid die voor een dergelijk systeem noodzakelijk zijn.
Documenten:
Schriftelijke input SpecifiekeToestemming.nl t.b.v. expert-meeting Eerste Kamer 5 april 2016
Woordelijk verslag expert-meeting Eerste Kamer 5 april 2016
Brief en begeleidend schrijven van minister Schippers d.d. 8 maart 2016 aan Tweede Kamer ter reactie op brief SpecifiekeToestemming.nl aan Eerste Kamer d.d. 18 januari 2016.
Nieuwe EPD-wet dreigt alsnog alle dossiers open te zetten
Minister Schippers van Volksgezondheid wil generieke toestemming voorlopig de standaard maken in haar nieuwe EPD-wet, waardoor met een eenmalige toestemming patiëntendossiers toegankelijk worden voor alle op het systeem aangesloten zorgverleners. Ze gaat daarmee voorbij aan de wens van de Tweede Kamer, die deze toestemmingsvorm wegens privacybezwaren schrapte uit het oorspronkelijke wetsvoorstel. Dat mag de Eerste Kamer niet laten gebeuren, schrijft onze campagne Specifieke Toestemming in een brief aan de Senaat, die zich binnenkort over het wetsvoorstel buigt.
Het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische gegevensverwerking (33509) is de opvolger van de Wet-EPD, die in 2011 wegens privacybezwaren unaniem werd verworpen door de Eerste Kamer. Dossiers werden toegankelijk voor tienduizenden zorgverleners en hun medewerkers, zonder voorafgaande check van de dossierhoudende arts.
In de nieuwe EPD-wet die Schippers in 2014 presenteerde, moesten patiënten weliswaar vooraf toestemming geven om hun gegevens beschikbaar te stellen, maar was deze toestemming zo breed dat zowel arts als patiënt geen zicht hadden op wie welke gegevens met welk doel kon raadplegen. De Tweede Kamer vond dat onaanvaardbaar. Generieke toestemming, oftewel met een eenmalige toestemming alle op een systeem aangesloten zorgverleners toegang verschaffen, werd in juli 2014 uit het wetsvoorstel geschrapt.
In reactie hierop presenteerde de minister een nieuwe toestemmingsvorm: gespecificeerde toestemming. Anders dan deze term doet vermoeden, komt ook deze vorm van toestemming neer op een carte blanche, zo beargumenteerde Specifieke Toestemming al eerder uitgebreid naar de Eerste Kamer. In de expertmeetings en behandelingen in de Senaat bleek vervolgens dat ook Eerste Kamerleden nog veel vraagtekens hadden bij Schippers’ gespecificeerde toestemming.
Die bezwaren lijken echter voorbarig, nu deze vorm van toestemming überhaupt niet realiseerbaar blijkt. Huidige systemen om medische gegevens mee uit te wisselen, waarvan het Landelijk Schakelpunt (LSP, het voormalige EPD) het bekendst is, zijn namelijk in hun ontwerp niet ingericht om patiënten specifiek gegevens te laten delen (ook niet met gespecificeerde toestemming), zo informeerde de minister de Tweede Kamer in december jl. Voor er een manier is om gerichter gegevens beschikbaar te stellen, wil de minister dat patiënten in ieder geval drie jaar lang alsnog een brede, generieke toestemming kunnen geven, die, eenmaal gegeven, ook daarna geldig blijft.
Fundamentele bezwaren Eerste en Tweede Kamer genegeerd
De campagne Specifieke Toestemming volgt het wetsvoorstel al sinds haar introductie op de voet, en wees de Eerste Kamer begin deze week in een brief met klem op de fundamentele bezwaren die er kleven aan generieke toestemming.
“Specifieke Toestemming vindt dat de huidige wetgeving – Wgbo en Wbp – een goede basis is voor het vragen van toestemming in de zorg, en vindt generieke toestemming – ook ‘tijdelijk’ voor drie jaar – onacceptabel. Generieke toestemming kan door onoverzichtelijkheid voor zowel patiënt als dossierhoudend arts niet voldoen aan de eisen die wet en verdrag stellen aan het delen van medische gegevens”, zo stelde de campagne al eerder.
Onze campagne stelt aan Senaatsleden voor dat ofwel alle artikelen over toestemming uit het wetsvoorstel worden geschrapt zodat er op basis van al bestaande wetgeving medische gegevens kunnen worden gedeeld, óf dat de behandeling van het wetsvoorstel wordt uitgesteld totdat duidelijk is welke gevolgen de gespecificeerde toestemming van de minister heeft voor de privacy van patiënten.
De Eerste Kamer hield gisteren een zogeheten nadere procedure over het wetsvoorstel, en besloot daarin de verdere behandeling te laten afhangen van de termijn en de wijze waarop de Eerste Kamer zich kan laten informeren over nog bij de Kamer levende vragen. De campagne Specifieke Toestemming zal de Eerste Kamer te zijner tijd van nadere inbreng voorzien.
Download HIER de brief die Specifieke Toestemming begin deze week naar de Eerste Kamer stuurde (pdf) en klik HIER voor bovenstaand bericht zoals gisteren gepubliceerd op de campagne-website.
NU.nl, 19 januari 2016: 'Artsen pleiten voor uitstel elektronisch patiëntendossier'
"Stel het elektronisch patiëntendossier uit, want het is nog niet haalbaar. Dat zegt artsenverbond KNMG dinsdag, op de dag dat de Eerste Kamer over de plannen praat.
In het voorstel staat dat patiënten moeten kunnen aangeven wie welke informatie over hen mag zien. ''Die vereisten zijn op dit moment niet uitvoerbaar'', aldus de KNMG.
De huisartsenvereniging (LHV) had vorige week ook voor uitstel gepleit. De beide organisaties willen dat er eerst onderzoek komt of het bepalen wie wat mag zien gevolgen heeft voor de 'zorgpraktijk'.
In de loop van 2017 moet dat duidelijk worden. Pas dan zou de Eerste Kamer het voorstel moeten behandelen, vinden artsen en huisartsen.
Privacy First
Ook de groepering Privacy First ziet niets in de plannen. Tot de tijd dat gerichte toestemming kan, wil de minister namelijk dat mensen algemene toestemming geven, dus dat elke zorgverlener toegang krijgt tot alle medische gegevens.
Onacceptabel, vindt Privacy First. Daarom zou de Eerste Kamer de wet moeten aanpassen of uitstellen.
Bron: http://www.nu.nl/binnenland/4200100/artsen-pleiten-uitstel-elektronisch-patientendossier.html, 19 januari 2016 (via ANP). Tevens gepubliceerd op http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4228235/2016/01/19/Artsen-Patientendossier-is-nog-niet-haalbaar.dhtml, http://www.gelderlander.nl/algemeen/specials/gezond-en-wetenschap/artsen-pati%C3%ABntendossier-is-nog-niet-haalbaar-1.5641229, http://www.bndestem.nl/algemeen/specials/gezond-en-wetenschap/artsen-pati%C3%ABntendossier-is-nog-niet-haalbaar-1.5641229, http://www.ed.nl/algemeen/specials/gezond-en-wetenschap/artsen-patiëntendossier-is-nog-niet-haalbaar-1.5641229, http://www.automatiseringgids.nl/nieuws/2016/03/artsen-patientendossier-is-nog-niet-haalbaar, http://www.skipr.nl/actueel/id25179-artsen-patientendossier-is-nog-niet-haalbaar.html, http://www.radartv.nl/nieuws/archief/detail/article/artsen-patientendossier-is-nog-niet-haalbaar/, etc.
Diverse regionale dagbladen, 21 mei 2015: 'Baas zijn over eigen zorgdossier'
"Patiënten willen hun medische gegevens inzien. Ze vinden het belangrijk om zelf hun toestand in de gaten te houden.
In een oogopslag kunnen zien wat dokters over je zeggen of wat er uit een bloedtest komt. Direct aan de bel kunnen trekken als de behandeling problemen oplevert. Steeds meer mensen snakken naar een digitaal, persoonlijk gezondheidsdossier (PGD). Dat meldt patiëntenfederatie NPCF op basis van onderzoek onder ruim 11.000 leden.
Hoewel de meeste ondervraagden nog niet bekend zijn met dit digitale dossier, ziet de overgrote meerderheid reden om het in de toekomst te gebruiken. Zo denken ze dat een PGD handig is als ze chronisch ziek worden, of als ze merken dat zorgverleners niet alles van elkaar weten. 16 procent van de respondenten ziet het PGD níet zitten.
"Een digitaal dossier kan voorkomen dat een patiënt steeds maar weer zijn verhaal moet doen. Denk aan een Parkinsonpatiënt die bij verschillende ziekenhuizen loopt, en daarnaast contact heeft met een huisarts en een fysiotherapeut", zegt NPCF-voorzitter Wilna Wind. Nog belangrijker vindt Wind dat de patiënt zelf zijn toestand kan monitoren: pijnscores, insulinegehaltes, bijwerkingen. "Die kan hij meteen met hulpverleners delen en dat komt de behandeling ten goede."
Vooralsnog werkt slechts een aantal ziekenhuizen met een digitaal dossier, laat staan dat hun systemen aan elkaar zijn gekoppeld. De software verschilt per PGD en er zijn nog allerlei privacy-vraagstukken. De angst voor misbruik zorgde ervoor dat het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) in 2011 door de Eerste Kamer van tafel werd geveegd. Wind: "Het PGD is anders, want het wordt door de patiënt in plaats van de dokters beheerd."
Stichting Privacy First, fervent tegenstander van het EPD, ziet dat chronisch zieken baat kunnen hebben bij een persoonlijk digitaal dossier, maar betwijfelt of de gegevens veilig zijn. Er zou daarom een 'patiëntgeheim' moeten komen, omdat het medisch beroepsgeheim de patiënt niet voldoende beschermt tegen derden als verzekeraars en werkgevers. Dat stelde ook de Raad voor de Volksgezondheid vorig jaar.
In 2020 zou het PGD voor iedereen beschikbaar moeten zijn, vindt de NPCF. Minister Schippers (Zorg, VVD) juicht dat toe en wil regels die dat belemmeren wegnemen. Wind: "We zetten samen de schouders eronder. Ook artsen zien de voordelen.""
Bron: AD/Amersfoortse Courant, BN/DeStem, Brabants Dagblad, Dagblad van het Noorden, Dagblad de Limburger, De Gelderlander, Twentsche Courant Tubantia, Eindhovens Dagblad, Leeuwarder Courant, Limburgs Dagblad & Provinciale Zeeuwse Courant, 21 mei 2015.
Algemeen Dagblad, 21 mei 2015: 'Patiënt snakt naar elektronisch dossier'
"Zieke wil zelf online gegevens inzien en aanvullen
Patiënten willen online hun medische gegevens inzien. Ze vinden het belangrijk om zelf hun toestand in de gaten te houden en dat maakt de behandeling beter.
In een oogopslag kunnen zien wat dokters over je zeggen, wat er uit een bloedtest komt en direct aan de bel kunnen trekken als de behandeling problemen oplevert. Steeds meer mensen snakken naar een Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD), meldt patiëntenfederatie NPCF op basis van onderzoek onder ruim 11.000 leden.
In 2011 werd het soortgelijke Elektronisch Patiëntendossier (EPD) nog afgeschoten door de Eerste Kamer uit angst voor misbruik. Het EPD was alleen bestemd voor artsen. De patiënt had daar niets over te zeggen. Bij het PGD bepaalt de patiënt met wie hij het deelt.
Hoewel de meeste ondervraagden nog niet bekend zijn met het PGD, ziet de overgrote meerderheid reden het in de toekomst te gebruiken. Zo denken ze dat een PGD handig is als ze chronisch ziek worden, of als ze merken dat zorgverleners niet alles van elkaar weten. 16 procent ziet het PGD niet zitten.
"Een digitaal dossier kan voorkomen dat een patiënt steeds weer zijn verhaal moet doen. Denk aan een parkinsonpatiënt die bij verschillende ziekenhuizen loopt, met daarnaast een huisarts en fysio," zegt NPCF-voorzitter Wilna Wind.
Nog belangrijker vindt Wind dat de patiënt zelf zijn toestand kan monitoren: pijnscores, insulinegehaltes, bijwerkingen. "Die kan hij meteen met hulpverleners delen en dat komt de behandeling ten goede."
Vooralsnog werkt slechts een aantal ziekenhuizen met een digitaal dossier, laat staan dat hun systemen aan elkaar zijn gekoppeld. Bovendien zijn er nog privacy-vraagstukken.
De Stichting Privacy First, fervent tegenstander van het EPD, ziet dat chronisch zieken baat kunnen hebben bij een digitaal dossier, maar betwijfelt of de patiëntgegevens veilig zijn.
In 2020 zou iedereen over een PGD moeten kunnen beschikken, vindt de NPCF. Minister Schippers (Zorg, VVD) juicht dat toe, en wil regels die dat belemmeren wegnemen.
De financiering moet van verzekeraars en de overheid komen, denkt de NPCF. Ook blijkt 33 procent van de patiënten bereid tot 20 euro per jaar te betalen."
Bron: Algemeen Dagblad 21 mei 2015, voorpagina. Tevens gepubliceerd op http://www.ad.nl/ad/nl/4560/Gezond/article/detail/4036591/2015/05/21/Patient-snakt-naar-elektronisch-dossier.dhtml.
Amsterdam FM, 4 maart 2015: interview met Privacy First over nieuwe EPD-wet van minister Schippers
"De campagne Specifieke Toestemming van Privacy First is tegen de nieuwe EPD-wet van minister Schippers van VWS. Volgens Privacy First is het wetsvoorstel van Schippers oude wijn in nieuwe zakken. Vier jaar geleden haalde Schipper's voorstel voor het elektronisch patiëntendossier het niet. Nu wel? En wat is eigenlijk tegen het wetsvoorstel?" Beluister hieronder het hele interview:
Bron: http://www.amsterdamfm.nl/nieuwe-epd-wet-nieuwe-wijn-in-oude-zakken/, 4 maart 2015.
Security.nl, 4 maart 2015: 'Eerste Kamer gewaarschuwd voor nieuwe EPD-wet'
"De nieuwe EPD-wet van minister Schippers laat patiënten toestemming verlenen waarvan ze de gevolgen niet kunnen overzien, wat in strijd is met het recht op privacy en het medisch beroepsgeheim. Daarvoor waarschuwt de campagne Specifieke Toestemming in een brief aan de Eerste Kamer.
Specifieke Toestemming is een initiatief van een groep bezorgde burgers, Privacy First en de Stichting Bescherming Burgerrechten. Volgens het initiatief maakt het wetsvoorstel "Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens" het mogelijk om met een eenmalige toestemming medische gegevens toegankelijk te maken bij elke zorgverlener met wie de patiënt contact heeft gehad.
Geeft de patiënt bij één zorgverlener toestemming, dan kunnen op basis hiervan namelijk ook gegevens bij andere zorgverleners worden ontsloten. De minister noemt dit in haar voorstel "gespecificeerde toestemming", maar het wetsartikel in kwestie laat in feite genoeg ruimte over voor een carte blanche. "Een toestemming met zo'n reikwijdte is zowel vanuit het recht op privacy van de patiënt als het beroepsgeheim van de zorgverlener ondenkbaar", zo stelt Specifieke Toestemming.
Gevolgen
Het initiatief waarschuwt dat een patiënt die bij één zorgverlener toestemming voor het delen van gegevens geeft, niet weet welke informatie vervolgens ook ontsloten kan worden uit de dossiers van andere zorgverleners, van apothekers en huisartsen tot specialistische zorgverleners en ziekenhuizen. "Hij staat daarmee niet in de positie om over het ontsluiten van gegevens een weloverwogen beslissing te maken waarvan hij de gevolgen kan overzien."
Volgens Specifieke Toestemming moet bij het delen van medische persoonsgegevens het voor de patiënt op voorhand duidelijk zijn om welke gegevens het gaat, en wie deze met welk doel kan raadplegen. De nieuwe wet van minister Schippers zou niet aan deze eisen voldoen. De D66-fractie van de Eerste Kamer heeft de regering inmiddels gevraagd om op de brief van Specifieke Toestemming te reageren."
Bron: https://www.security.nl/posting/420746/Eerste+Kamer+gewaarschuwd+voor+nieuwe+EPD-wet, 4 maart 2015.
Nieuwe EPD-wet verandert toestemming patiënt in carte blanche
De nieuwe EPD-wet van minister Schippers laat patiënten toestemming verlenen waarvan ze de gevolgen niet kunnen overzien. Dat is in strijd met het recht op privacy en het medisch beroepsgeheim, stelt onze campagne Specifieke Toestemming in een brief aan de Eerste Kamer.
Het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens (33509) maakt het mogelijk om met een eenmalige toestemming medische gegevens toegankelijk te maken bij elke zorgverlener met wie de patiënt contact heeft gehad. Geeft de patiënt bij één zorgverlener toestemming, dan kunnen op basis hiervan namelijk ook gegevens bij andere zorgverleners worden ontsloten.
De minister noemt dit in haar voorstel 'gespecificeerde toestemming', maar het wetsartikel in kwestie laat in feite genoeg ruimte over voor een carte blanche. Een toestemming met zo'n reikwijdte is zowel vanuit het recht op privacy van de patiënt als het beroepsgeheim van de zorgverlener ondenkbaar, zo stelt Specifieke Toestemming.
Een brede toestemming met ondoorzichtige reikwijdte
Een patiënt die bij één zorgverlener toestemming geeft voor het delen van gegevens, weet niet welke informatie vervolgens ook ontsloten kan worden uit de dossiers van andere zorgverleners – van apothekers en huisartsen tot specialistische zorgverleners en ziekenhuizen. Hij staat daarmee niet in de positie om over het ontsluiten van gegevens een weloverwogen beslissing te maken waarvan hij de gevolgen kan overzien.
Ook kan een dergelijke toestemming ertoe leiden dat dossiers toegankelijk worden bij toekomstige zorgverleners van de patiënt, zonder dat de patiënt zich daar bewust van is. Het delen van gegevens buiten het zicht van de patiënt kan het vertrouwen van burgers in het beroepsgeheim ondermijnen.
Een toestemming met een dergelijke reikwijdte is bovendien in strijd met de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit voortkomend uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), het fundamentele recht op privacy. Eveneens druist het delen van medische gegevens op basis van een toestemming die elders is gegeven in tegen het beroepsgeheim van de zorgverlener, die informatie over zijn patiënten uitsluitend mag delen voor specifieke, behandelgerelateerde doeleinden en voor het breed ontsluiten van gegevens zélf toestemming aan de patiënt moet vragen.
Bij het delen van medische persoonsgegevens moet het voor de patiënt op voorhand duidelijk zijn om welke gegevens het gaat, en wie deze met welk doel kan raadplegen. Dat is een fundamenteel recht van de patiënt en een plicht van de arts. Aan deze eisen wordt niet voldaan in de nieuwe wet van minister Schippers, die het mogelijk maakt om zonder dat er een medische noodzaak is vastgesteld, op grote schaal medische gegevens toegankelijk te maken voor in principe alle op het systeem aangesloten zorgverleners.
Een opt-out bij uitbreiding van het systeem
Patiënten die ooit toestemming hebben gegeven voor het delen van gegevens, moeten zelf deze toestemming inperken wanneer het systeem wordt uitgebreid en ze het daar niet mee eens zijn, zo valt ook in het wetsvoorstel te lezen. Specifieke Toestemming wijst erop dat een 'stille' uitbreiding van de toestemming, waarbij er wordt uitgegaan van impliciete toestemming van de patiënt, op basis van de eerdergenoemde wets- en verdragsbepalingen nooit rechtmatig kan zijn.
Download de volledige brief aan de Eerste Kamer HIER.
De D66-fractie van de Eerste Kamer heeft de regering gevraagd om op de brief van Specifieke Toestemming te reageren; zie HIER het verslag van de Eerste Kamer dat vandaag is gepubliceerd (pdf, p. 8).