Toon items op tag: Biometrie
Het biometrisch paspoort als onbedoeld privacygeschenk
Onderstaand artikel van Privacy First-medewerker Vincent Böhre verscheen deze maand in het tijdschrift De Filosoof (Universiteit Utrecht). Morgen staat de Paspoortwet hoog op de politieke agenda: in een debat met minister Spies (BZK) zal onder meer de kwestie van de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten en identiteitskaarten aan de orde komen. Onlangs heeft Privacy First er bij alle partijen in de Tweede Kamer (opnieuw) op aangedrongen om z.s.m. een identiteitskaart zonder vingerafdrukken in te (laten) voeren en de regering te verzoeken om de Paspoortverordening op Europees niveau te laten herzien. Dit opdat verplichte afname van vingerafdrukken óók voor het paspoort geschrapt zal kunnen worden of tenminste een vrijwilig karakter zal kunnen krijgen. Onderstaande biedt daartoe een quick recap met een positieve twist. Een digitale versie van het artikel vindt u HIER (pp. 6-7, pdf).
Het biometrisch paspoort als onbedoeld privacygeschenk
"Eind 2001 stelde het CDA voor om de vingerafdrukken van alle Nederlanders via het paspoort op te slaan voor opsporingsdoeleinden. Door andere partijen werd dit voorstel echter meteen naar de prullenbak verwezen omdat het zou leiden tot een Big Brother maatschappij. Toch werd een nog verdergaand voorstel zeven jaar later vrij geruisloos tot wet verheven. Naast opsporing en vervolging zouden ieders vingerafdrukken en gezichtsscan (biometrische persoonsgegevens) onder de nieuwe Paspoortwet tevens gebruikt kunnen worden voor terrorismebestrijding, binnen- en buitenlandse staatsveiligheid, rampenbestrijding en de uitvoering van wettelijke identificatieplichten. Dit zonder dat deze wettelijke doeleinden parlementair waren besproken.[1] Door de Eerste Kamer werd de nieuwe Paspoortwet zelfs zonder stemming aangenomen. Media stonden erbij en keken ernaar. Hoe had dit zo ver kunnen komen?
‘Bystander syndrome’
In zekere zin was (en is) de nieuwe Paspoortwet emblematisch voor het Nederlandse tijdsgewricht na ‘9/11’. Een tijdsgewricht waarin (veronderstelde) anti-terrorismemaatregelen moeiteloos door ons parlement konden worden geloodst. Dergelijke maatregelen zouden immers onze veiligheid bevorderen, zo werd ons voortdurend verteld. Mensen hebben van nature de neiging om autoriteiten te volgen en zich naar de status quo te schikken. In mensenrechtelijke zin zou men het tijdsgewricht na ‘9/11’ kunnen beschouwen als een gigantisch experiment van Milgram: zonder al te veel weerstand zijn diverse mensenrechten jarenlang op de maatschappelijke pijnbank gelegd. Zo ook bij de totstandkoming van de nieuwe Paspoortwet. Ieder Eerste Kamerlid had tenminste om een parlementaire stemming kunnen verzoeken. Journalisten en wetenschappers hadden tijdig aan de bel kunnen trekken. Maar men stond erbij en keek ernaar. Deze wet zou Nederland immers ‘veiliger’ maken. Maar waarop was die aanname gebaseerd? Zou Nederland door de massale opslag van vingerafdrukken in reisdocumenten en bijbehorende databanken niet juist onveiliger worden? Deze vraag was nooit publiekelijk gesteld, laat staan bediscussieerd en beantwoord.
Disproportioneel
Hét Nederlandse overheidsargument voor de invoering van vingerafdrukken in paspoorten en identiteitskaarten luidt reeds sinds eind jaren 90 als volgt: dit zou lookalike fraude met reisdocumenten belemmeren. Bij lookalike fraude misbruikt iemand andermans reisdocument waarmee hij/zij uiterlijke gelijkenis vertoont. Over de omvang van dit type fraude zijn in de parlementaire geschiedenis nauwelijks vragen gesteld. Uit een recent Wob-verzoek van Privacy First bleek dat het slechts om tientallen gevallen per jaar gaat (met Nederlandse reisdocumenten op Nederlands grondgebied).[2] In het licht hiervan is de invoering van vingerafdrukken in reisdocumenten van 17 miljoen Nederlanders volstrekt disproportioneel. Dit nog afgezien van de tientallen, zo niet honderden miljoenen euro’s die de overheid erin geïnvesteerd heeft.
Risico’s
Met de invoering van een ‘biometrische identiteitsinfrastructuur’ ontstaat een nieuwe vorm van fraude die buitengewoon moeilijk te detecteren en te bestrijden is: biometrische identiteitsfraude, bijvoorbeeld door hacking. Niet alleen bij argeloze burgers en bedrijven, maar ook in de publieke sfeer (spionage). Daarnaast is inmiddels gebleken dat in 21-25% van de gevallen de biometrische gegevens in de chip van Nederlandse reisdocumenten niet correct kunnen worden uitgelezen (geverifieerd). Bij controle lopen burgers dus een groot risico om ten onrechte van fraude verdacht te worden. Voor terrorismebestrijding is het biometrische paspoort al evenmin geschikt: terroristen gebruiken over het algemeen hun eigen, authentieke reisdocumenten. Over het gebruik van biometrie in de sfeer van veiligheids- en inlichtingendiensten is helaas weinig bekend, al laten mogelijke doelen zich makkelijk raden: identificatie van zwijgende verdachten en "interessante" personen in de openbare ruimte, herkenning van emoties, leugendetectie en de herkenning of inzet van dubbelgangers. Hetzelfde geldt in het domein van opsporing en vervolging, ook in combinatie met openbaar cameratoezicht en automatische gezichtsherkenning. Bovendien maakt het RFID (Radio Frequency Identification)-aspect van de chip in het document uitlezen op afstand mogelijk; burgers kunnen hierdoor ongemerkt worden geïdentificeerd en gevolgd. Bij wettelijke identificatieplichten denke men verder aan de eventuele invoering van vingerscans bij banken, sociale diensten, het internet etc. (Sinds eind vorig jaar loopt reeds een Nederlandse pilot met mobiele vingerscanners voor de politie.) En tenslotte is er nog het domein van de rampenbestrijding: biometrie als logistiek middel of ter identificatie van slachtoffers bij grootschalige calamiteiten. Al met al gaan deze mogelijkheden voor het gebruik van biometrie minstens tien, zo niet honderd stappen verder dan louter de bestrijding van lookalike fraude met reisdocumenten. Hierbij dient men zich te realiseren dat al deze mogelijkheden vroeg of laat zullen worden gebruikt. In jargon heet dit function creep; historisch gezien is dit onvermijdelijk. Wetenschappelijk onderzoek naar toekomstige toepassingen van biometrie vindt continu plaats. Daarnaast is de democratische rechtsstaat helaas geen universeel of statisch fenomeen, zelfs niet in onze eigen contreien. Het is dan ook zeer twijfelachtig of onze wereld door grootschalige inzet van biometrie ‘veiliger’ zal worden.
Positieve kentering
Het is precies deze zorg die in de zomer van 2009 een kleine Nederlandse revolutie veroorzaakte: de totstandkoming van de nieuwe Paspoortwet leidde destijds tot een storm van kritiek en tot het ontstaan van de huidige Nederlandse privacybeweging. Nieuwe privacy-organisaties als Privacy First schoten als paddenstoelen uit de grond, maatschappelijke coalities werden gesmeed en rechtszaken tegen de nieuwe Paspoortwet opgetuigd.[3] Dit maatschappelijke boomerang-effect duurt tot de dag van vandaag voort. Het recht op privacy staat sindsdien steeds hoger op de maatschappelijke en politieke agenda. In die zin is het biometrische paspoort vooralsnog een onbedoeld geschenk uit de hemel gebleken."
[1] Zie Vincent Böhre, Happy Landings? Het biometrische paspoort als zwarte doos, WRR oktober 2010, http://www.wrr.nl/publicaties/publicatie/article/happy-landings-het-biometrische-paspoort-als-zwarte-doos-46/.
[2] Zie Privacy First, Onthullende cijfers over 'look-alike' fraude met Nederlandse reisdocumenten (20 maart 2012), http://www.privacyfirst.nl/acties/wob-procedures/item/524-onthullende-cijfers-over-look-alike-fraude-met-nederlandse-reisdocumenten.html.
[3] Zie Böhre supra noot 1, p. 111 e.v.
FunX Radio, 9 mei 2012: interview met Privacy First over cameratoezicht
In heel Nederland is het inmiddels schering en inslag aan het worden: openbaar cameratoezicht. Camera's met gezichtsherkenning, met bewegingsdetectie en zelfs met ingebouwde microfoons. Dit alles voor de "veiligheid". Wiens veiligheid? De veiligheid van de beurskoersen van de beveiligingsindustrie? De gemoedsveiligheid van politici met een veiligheidspsychose? In de vroege ochtend van woensdag 9 mei jl. werd Vincent Böhre van Privacy First door jongerenzender FunX Radio geïnterviewd over cameratoezicht en de vraag in hoeverre dit onze privacy aantast. Het hele fragment kun je hieronder terugluisteren (mp3, 6 MB):
Nieuwe Revu, 11 april 2012: ‘En wéér is het mis met het paspoort’
Deze week staat in Nieuwe Revu een kritisch artikel van journalist Casper Sikkema over het paspoort met #vingerafdrukken. Hieronder een aantal fragmenten met o.a. Privacy First-medewerker Vincent Böhre:
"Steeds meer Nederlanders weigeren hun vingerafdrukken af te geven voor het nieuwe biometrische paspoort. De pas zou onveilig zijn en een inbreuk op de privacy. Revu zoekt uit hoe het zit.
(...) Drie burgers spanden afgelopen week een zaak aan bij de Raad van State. Ze eisen dat ze worden vrijgesteld van de plicht om vingerafdrukken af te geven voor een nieuw paspoort, omdat ze het een inbreuk op hun privacy vinden.
En andere critici zeggen dat het nieuwe paspoort lang niet zo veilig is als de overheid ons wil doen geloven. Aanvankelijk werd aangenomen dat Nederland dankzij de zegeningen van de technologische vooruitgang weer een stuk veiliger zou worden. Via een centrale database konden opsporingsdiensten verdachte elementen makkelijker oppakken. En als er even door werd gepakt, zou Nederland snel marktleider zijn op biometrisch gebied. Iedereen veiliger, Nederland rijker. Een paar jaar en drie vernietigende rapporten verder gaat de overheid de miljoenen opgeslagen vingerafdrukken weer uit de systemen halen. Als alles goed gaat.
Brenno de Winter, expert op het gebied van overheid en technologie heeft een duidelijke mening over de invoering van het biometrische paspoort. 'Hier zie je heel duidelijk dat er in Nederland een heilig geloof in technologie bestaat, waarbij wij risico's volledig negeren. (...)'
Max Snijder deed in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderzoek naar de invoering van het biometrisch paspoort. Hij schrok van de naïviteit waarmee Nederland dat klusje wel even dacht te klaren. '(...) Toen vorig jaar naar buiten kwam dat er bij een steekproef in Roermond een foutpercentage van 21% was bij het verifiëren van vingerafdrukken vanuit de database, leek minister Donner daar niet eens van te schrikken.' Snijder beschrijft het heilige geloof in de technologie, de tunnelvisie van de verantwoordelijke ambtenaren en het gebrek aan een duidelijk doel. (...)
Ook Vincent Böhre deed in opdracht van de WRR onderzoek naar het biometrisch paspoort. 'Er zijn rare dingen gebeurd die gedeeltelijk zijn te verklaren uit de angst voor terrorisme. Dan nemen mensen en ook overheden vaker irrationele beslissingen.' Volgens Böhre leefde bij de overheid een tijd het idee dat drastische privacy-inperkende beslissingen zo snel en geruisloos mogelijk doorgevoerd moesten worden. 'Men dacht dat als ze het maar snel genoeg doen het later niet meer terug kon worden gedraaid. Daar beginnen ze eindelijk van terug te komen. Privacy is een mensenrecht. De overheid weet dat ze rechtszaken kan verwachten als daar geen rekening mee wordt gehouden.'
Het gevaar van een overheid die alles kan zien, is volgens Böhre niet vaag en ver weg. 'We bouwen nu een infrastructuur die door bijvoorbeeld een totalitair regime kan worden misbruikt. Daarom moeten er in de wetgeving en technische infrastructuur remmen worden ingebouwd om misbruik te voorkomen.'
In WikiLeaks-documenten staat dat Nederland voor Amerika een proeftuin voor antiterroristische wetgeving was. Böhre: 'De Amerikanen spraken over ons als dat land waar je alles kon invoeren wat je maar kunt bedenken. De economische belangen zijn groot. Nederland dacht er goede sier mee te maken en uiteindelijk marktleider te worden. Dat imago heeft een deukje opgelopen toen bleek dat een kwart van de vingerafdrukken niet kan worden geverifieerd.'
De industriële lobby speelde volgens Böhre ook een grote rol in de totstandkoming van het nieuwe paspoort. 'Het belangrijkste argument om het biometrische paspoort in te voeren, was het tegengaan van lookalike-fraude. Ik heb de cijfers daarover boven tafel kunnen krijgen. Het gaat om slechts tientallen gevallen per jaar. Wat mager om de hele bevolking op te zadelen met een verplicht biometrisch paspoort.'"
Bron: Nieuwe Revu nr. 15, 2012 / editie 2927, pp. 10-11.
FunX Radio, 3 april 2012: interview met voorzitter Privacy First over #vingerafdrukken en andere privacyschendingen
In het programma Fresh'n Up op FunX Radio werd Privacy First voorzitter Bas Filippini deze week geïnterviewd over de verschillende rechtszaken tegen de nieuwe Paspoortwet en over de Nederlandse aantasting van de privacy in het algemeen. De nieuwe Paspoortwet staat namelijk niet op zichzelf, maar past in een breder patroon van een overheid die iedereen wil kunnen controleren met behulp van vingerafdrukken, gezichtsscans, camera's met gezichtsherkenning, profiling, opslag van communicatiegegevens, cameratoezicht aan de landsgrenzen en binnenkort misschien zelfs mini-drones. Beluister hieronder het hele fragment!
Diverse regionale dagbladen, 31 maart 2012: 'Nauwelijks fraude met paspoorten'
"Nederlandse paspoorten worden nauwelijks nog gebruikt voor paspoortfraude. Het gaat om enkele tientallen paspoorten per jaar, terwijl ieder jaar duizenden andere soorten valse identiteitsdocumenten worden onderschept door onder andere de Koninklijke Marechaussee.
In 2010 werden minder dan 35 Nederlandse paspoorten ingenomen die of vervalst waren of waarmee gefraudeerd werd. Het totaal aantal vervalste documenten dat wordt aangetroffen daalt sinds 2004. Dat blijkt uit de jaarverslagen van het Expertisecentrum Identiteitsfraude & Documenten (ECID), het onderzoeksbureau van de Koninklijke Marechaussee gevestigd op Schiphol.
Opmerkelijk is ook het kleine aantal Nederlandse paspoorten dat is aangewend voor identiteitsfraude. Hierbij gebruikt een persoon een nog geldend paspoort van iemand anders. In 2008 en 2009 werd dit minder dan dertig keer geconstateerd, in 2010 slechts acht keer. De cijfers zijn koren op de molen voor stichting Privacy First, die het ECID had verzocht om de verslagen openbaar te maken. Volgens jurist Vincent Böhre van de burgerrechtenorganisatie laten de cijfers zien dat identiteitsfraude 'helemaal geen groot fenomeen is'. Sinds september 2009 is het verplicht om vingerafdrukken op te slaan in het Nederlands paspoort. Böhre: "De overheid heeft jaren beargumenteerd dat zo'n biometrisch paspoort nodig was om grootschalige identiteitsfraude te bestrijden. Nu blijkt dat deze fraude praktisch geen rol speelt.''
De verslagen maken volgens Böhre ook duidelijk dat de Tweede Kamer begin 2010 is voorgelogen over identiteitsfraude door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van destijds, Ank Bijleveld (CDA). "De staatssecretaris heeft aan de Kamer geantwoord dat zulke cijfers niet bekend zijn. Maar de cijfers werden ook toen al verschillende jaren bijgehouden door het ECID.''
Bijleveld is nu Commissaris van de Koningin in Overijssel. Het opslaan van vingerafdrukken en een gezichtsscan in het paspoort wordt nog door burgers aangevochten bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter. De zitting hiervan begint maandag."
Bron: Dagblad van het Noorden (p. 5), Twentse Courant Tubantia, De Stentor / Apeldoornse Courant, Deventer Dagblad, Dagblad Flevoland, Gelders Dagblad, Nieuw Kamper Dagblad, Sallands Dagblad, Zutphens Dagblad, Veluws Dagblad & Zwolse Courant, 31 maart 2012, sectie Binnenland.
Overwegingen van een biometrisch weigeraar
Op maandag 2 april as. (11.00) vinden bij de Raad van State tegelijkertijd drie individuele rechtszittingen plaats tegen de nieuwe Paspoortwet. Eén van deze rechtszaken is aangespannen door dhr. W.P. Willems tegen de burgemeester van de gemeente Nuth (Zuid-Limburg). Hieronder leest u de overwegingen van dhr. Willems om geen vingerafdrukken af te staan voor een nieuw paspoort of identiteitskaart:
Als "biometrisch weigeraar" ben ik nu al bijna twee jaar verstoken van een paspoort of ID-kaart. Een rare situatie: heel je leven ben je van geboorte Nederlander en plots blijkt dat niet meer zo'n vanzelfsprekendheid. Ik kan geen officiële transacties doen, het ziekenhuis doet moeilijk, ik kan geen vliegreis maken en zelfs reizen in Europa is niet langer zonder gevaar. De politie kan me "zomaar" in vreemdelingendetentie opsluiten. En toch, steeds meer Nederlanders kiezen ervoor om geen paspoort of identiteitskaart aan te vragen; ze vertrouwen onze overheid niet meer.
De Franse Revolutie maakte in 1789 een einde aan het totalitaire staatsmodel, aan de willekeur van het goddelijk recht "Le Droit Divin". Veel bevoegdheden, welke voorheen in handen van koningen en regenten lagen, zijn overgeheveld naar een gekozen overheid maar dus ook naar het private domein van de burger. In 1848 is deze scheiding, tussen publiek en privaat, in ons land geformaliseerd en gelegaliseerd. Dit was het fundament waar Thorbecke, de grondlegger van de Nederlandse parlementaire democratie, onze Grondwet op baseerde.
Vooral in de artikelen 10 en 11 van de Grondwetsherziening van 1983 komt dit tot uitdrukking:
art. 10: "De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens."
art. 11: "Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam."
De Grondwet laat dus toe dat de overheid persoonsgegevens vastlegt, maar verplicht haar tevens om deze gegevens te beschermen. Er staat niet voor niets "regels ter bescherming", terwijl de laatste drie oud-ministers van Binnenlandse Zaken en een meerderheid in het politieke establishment dat slechts interpreteren als "regels"; het "ter bescherming" wordt maar vergeten.
Nu deze rechten niet alleen in de Grondwet maar ook in de Universele Rechten van de Mens zijn vastgelegd behoeft het nauwelijks betoog dat een inbreuk op deze fundamentele rechten eigenlijk niet zou moeten kunnen plaatsvinden, maar als het echt niet anders kan, dan moet deze inbreuk van zeer stringente waarborgen worden voorzien.
En juist daaraan mankeert het bij het nieuwe biometrische paspoort. Als liberaal zal ik me zoveel mogelijk verzetten tegen ongewenste staatsbemoeienis. Het is waar, blijkbaar heb ik de tijd tegen, gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en gezien de uitspraken van opvolgende politici die zich met het paspoort hebben bemoeid.
Het blijkt dat totalitaire staatsbemoeienis steeds dichterbij komt en door sommigen zelfs als doel geformuleerd wordt. De Staat geeft er steeds weer blijk van dat ze zoveel mogelijk van ons burgers wil weten om ons aldus te kunnen controleren, bijsturen en beheersen. Dit alles uiteraard onder het mom van een illusoir streven naar meer veiligheid. De historische en wettelijke context wordt echter door de voorstanders van biometrische identificatie volledig genegeerd. Het historisch besef ontbreekt blijkbaar. Men vindt het allemaal niet zo bezwaarlijk, waarom zo moeilijk doen, het dient toch een nastrevenswaardig doel? Veiligheid! Veiligheid voor ons allen.
Ze vergeten dat respect voor het privédomein de voorwaarde is om met elkaar in een gezonde samenleving te kunnen functioneren. Mensen streven in de eerste plaats naar vrijheid, veiligheid is daaraan ondergeschikt. Op het moment dat dit niet meer wordt erkend en belangrijk geacht, zakken we vanzelf af naar een totalitaire Staat. Een Staat waarin regenten en beambten de dienst uitmaken; die weten uitstekend wat goed voor henzelf is, maar helaas ook wat "goed" voor u is. Historisch, maar ook heden ten dage, zijn er voorbeelden te over om te zien waar dat toe leiden kan.
Ze vergeten dat vrijheidsverlies nooit wordt gevolgd door meer veiligheid voor het individu. Het gevaar komt dan hooguit ook nog uit andere hoek. Een Staat met voldoende historisch besef zou deze macht c.q. informatie over haar burgers niet eens in handen moeten willen krijgen; al is het alleen maar omdat, zoals de ervaring van de Tweede Wereldoorlog leert, burgers bij een te uitgebreid en sluitend administratief overheidssysteem ernstig in gevaar kunnen worden gebracht.
Een verder bezwaar dat ik als weigeraar aanvoer is het feit dat een dergelijke inbreuk op mijn privéleven, als dat al maatschappelijk noodzakelijk zou zijn, niet zonder een afweging van mijn persoonlijk belang kan plaatsvinden, juist omdat de aantasting van het privédomein zo'n dominante plaats heeft in onze wetgeving. Mijn persoonlijk belang wordt echter expliciet buiten de afweging gehouden.
De overheid rechtvaardigt deze inbreuk met de reden dat een verbetering van het uitgiftesysteem van paspoorten wordt bewerkstelligd. Een drogreden die thans echt niet langer aangevoerd kan worden. Nu de minister heeft aangegeven dat de biometrische gegevens slechts tijdelijk, tijdens de aanmaak van het document, opgeslagen zullen worden en er verder geen biometrische gegevens meer buiten het paspoort in een databank zullen worden opgeslagen, kan bij een nieuwe of hernieuwde aanvraag geen verificatie met deze niet opgeslagen gegevens plaatsvinden. Dat klemt temeer daar bij het afhalen van het document de biometrische gegevens niet met de gegevens van de aanvragende persoon vergeleken mogen worden. Wellicht omdat meer dan 20% van de vingerafdrukken niet betrouwbaar naar de rechtmatige eigenaar te herleiden is. De nieuwe methode is dus niet beter dan de oude.
Indien men de Europese Paspoortverordening zélf als reden aanvoert: wat ik daar als Nederlander al van mag vinden, de verordening schrijft voor dat de gegevens worden beveiligd en het opslagmedium "voldoende geschikt moet zijn om de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen". Tevens wordt uitdrukkelijk vermeld dat een ongeoorloofde toegang te allen tijde moet worden voorkomen. Volgens de in artikel 5, lid 2, bedoelde procedure worden aanvullende technische specificaties voor het paspoort vastgesteld voor:
a) aanvullende veiligheidskenmerken en -vereisten, met inbegrip van hogere normen ter voorkoming van vervalsing en namaak;
b) technische specificaties betreffende het medium voor de opslag van de biometrische gegevens en de veiligheid ervan, zoals het voorkomen van ongeoorloofde toegang; (onderstreping Willems)
c) kwaliteitseisen en gemeenschappelijke normen inzake gezichtsopname en vingerafdrukken.
De externe toegang, zonder goedkeuring van de drager, is ingebakken in de gekozen opslagmethode, met een op afstand uitleesbare chip. Weg beveiliging. De bescherming die art. 10 van de Grondwet biedt is ondergeschikt gemaakt aan het gebruiksgemak van de controlerende instanties en overheden. Het is meer dan voldoende aangetoond dat de beveiliging onvoldoende is en technisch gezien onnodig sterk te wensen overlaat.
Ik heb nu juist bezwaar tegen deze manier van opname van de biometrische en andere gegevens op de chip in het paspoort. Ik maak bezwaar tegen de eenvoudige uitlezing door derden en de zwakke beveiliging daarvan. De regie over mijn eigen persoonlijke gegevens wordt me ontnomen en geforceerd in handen gelegd van een Staat en van andere organisaties die geregeld in het nieuws komen met datalekken en beveiligingsproblemen waarvan de ene nog erger is dan de andere.
Mijn bezwaar betreft verder dat de versleutelingscodes met "bevriende Staten" worden gedeeld. Externe toegang en uitlezing is een zekerheid, ook door onbetrouwbare personen en/of diensten. Dat is voor mij onaanvaardbaar. Want het betekent in de praktijk twee dingen:
1) deze zogenaamde "bevriende Staten" kunnen de gegevens, waarvan wij besloten hebben om ze niet op te slaan, juist wél opslaan. Alle argumenten tegen enige vorm van opslag door onze eigen Staat gelden nog steeds.
2) wij staan gegevens c.q. "bevoegdheden" af aan andere Staten.
Elke gegevensuitwisseling moet daarom gepaard gaan met een optimale kwaliteit van zowel ons openbaar bestuur, als ook van het openbaar bestuur van deze vreemde mogendheden.
Uit de geschiedenis weten we dat sterke Staten soms verschrikkelijk ontsporen. Om het met hoogleraar Ankersmit te zeggen: "Dit betekent dat we altijd de absolute zekerheid moeten hebben dat publieke bevoegdheden corresponderen met de verplichting tot het publiekelijk afleggen van verantwoording. Geen bevoegdheden zonder verantwoordelijkheden, en geen verantwoordelijkheden zonder bevoegdheden. Dat is de alfa en omega voor alle goed bestuur."
De Staat der Nederlanden kan op geen enkele manier garanderen dat andere Staten, al dan niet bevriend, geen misbruik van deze gegevens zullen maken en aldus mijn grondrechten geweld aan zullen doen.
In de toekomst is bij een elektronische controle wellicht zelfs niet eens een fysiek paspoort meer noodzakelijk. Een virtuele identiteit zal voldoende blijken, bijna zoals dat nu ook gebeurt met uw bancaire internetverkeer. Groot verschil is echter dat u in dit laatste geval zelf van uw bancaire gegevens de coderingssleutel bezit. Bij de paspoortgegevens bezitten "anderen" de sleutels. De gegevens kunnen worden gekloond. Door het verstrekken van uw biometrische kenmerken verzwakt uw identiteit tot een identiteit die redelijk eenvoudig gekloond, gestolen en misbruikt kan worden.
De toekomstige misdadigers zullen niet langer met vervalste of gestolen paspoorten rondlopen, neen, ze lopen met uw en met mijn identiteit rond en worden hierdoor niet alleen onvindbaar maar, sterker nog, als u, een onschuldige burger, reeds veroordeeld bent door "onomstotelijk biometrisch bewijs", zal er niet eens meer naar hen gezocht worden.
Niet doen dus.
Een overheid moet privacy niet alleen als lastig beschouwen maar als een waarachtig grondwettelijk recht.
Vrijheid moet nooit worden ingeleverd om hiermee te trachten veiligheid te verkrijgen. Juist veiligheid verdwijnt als eerste, indien vrijheid wordt opgeofferd.
W.P. Willems
"Maar het is allemaal een illusie, want zij sterven ook; die mensen die hun geest slechts een uiterst beperkte speelruimte opleggen en zich voegen, voegen om veilig te zijn. Veilig voor wat? Het leven speelt zich altijd af op de rand van de dood; smalle straatjes leiden naar dezelfde plaats als brede boulevards en een klein kaarsje brandt ook op, net zoals een laaiende toorts. Ik kies zelf mijn weg om op te branden." (Sophie Scholl)
Onthullende cijfers over 'look-alike' fraude met Nederlandse reisdocumenten
Dankzij een Wob-verzoek van Privacy First worden de officiële cijfers over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten vandaag voor het eerst openbaar. Uit deze cijfers blijkt dat het biometrische paspoort met vingerafdrukken een volstrekt disproportionele maatregel is die nooit had mogen worden ingevoerd.
Hét overheidsargument voor de invoering van vingerafdrukken in paspoorten en identiteitskaarten is al jaren hetzelfde: bestrijding van look-alike fraude. Look-alike fraude is een vorm van misbruik waarbij iemand een authentiek reisdocument gebruikt van een ander met wie hij of zij uiterlijke gelijkenis vertoont. Dit type fraudeur wordt ook wel impostor genoemd. Over de omvang van dit type fraude zijn vrijwel nooit vragen gesteld, noch door Kamerleden, noch door wetenschappers en journalisten. Wie er de laatste 10 jaar een vraag over stelde werd meestal met één van de volgende kluitjes in het riet gestuurd: cijfers over look-alike fraude zouden "onbekend", "niet openbaar", "vertrouwelijk" of "geheim" zijn. Het antwoord op de meest recente Kamervraag in dit verband dateert uit oktober 2010:
- Vraag: "Is het waar dat de cijfers van 'lookalike' fraude met identiteitsdocumenten bekend zijn, maar dat u die cijfers niet aan de Tweede Kamer wilt geven? Bent u bereid deze cijfers naar de Tweede Kamer te sturen?"
- Antwoord staatssecretaris Bijleveld (BZK): "Nee, dit is niet waar. Omdat dergelijke cijfers mij niet bekend zijn, kan ik u die vanzelfsprekend niet toesturen." (bron)
Wie de laatste jaren doorvroeg kreeg vaak te horen dat het om een gigantisch fenomeen zou gaan. Hierdoor ontstond het beeld van een "dark number" met bijna mythische proporties. Echter zonder een spoor van bewijs. Dus diende Privacy First onlangs een Wob-verzoek in bij het Nederlandse overheidsonderdeel waar de cijfers over look-alike fraude al jaren keurig worden bijgehouden: het Expertisecentrum Identiteitsfraude & Documenten (ECID) op Schiphol. Het ECID ressorteert onder de Koninklijke Marechaussee (KMar), oftewel onder het Ministerie van Defensie. Uit betrouwbare bron wist Privacy First dat de betreffende cijfers sinds 2008 in overzichtelijke jaarrapportages van het ECID te vinden zouden zijn. Dus vroegen wij die jaarrapportages onlangs simpelweg per email op. Vanuit het Ministerie van Defensie ontving Privacy First vervolgens de Statistische Jaaroverzichten Documentfraude over 2008 t/m 2010. (Update: de cijfers over 2011 volgden op 29 mei 2012.) Uit deze jaaroverzichten blijken de volgende cijfers over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten op Nederlands grondgebied:
2008: 46 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2008, p. 45)
2009: 33 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2009, pp. 42-43)
2010: 21 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2010, pp. 52-53)
2011: 19 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2011, pp. 52-53).
2012: 21 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2012, p. 55).
2013: 12 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2013, pp. 55-56).
2014: 10 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2014, pp. 38-39).
2015: 16 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2015, pp. 40-41). Tevens bleek in de periode 2012-2015 sprake van 29 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 45).
2016: 14 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2016, pp. 54-55). Tevens bleek in de periode 2012-2016 sprake van 28 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 62).
2017: 7 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2017, pp. 53-54). Tevens bleek in de periode 2012-2017 sprake van 28 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 61).
2018: 14 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2018, pp. 51-53). Tevens bleek in de periode 2014-2018 sprake van 26 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 59).
2019: hooguit 19 gevallen (?). Bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2019, p. 14. In tegenstelling tot voorgaande jaren is deze rapportage helaas zeer beperkt en onduidelijk m.b.t. het aantal gevallen van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten in binnen- en buitenland.
2020: circa 123 buitenlandse gevallen (?). Bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2020, p. 22. Helaas is deze rapportage onduidelijk m.b.t. het aantal geconstateerde gevallen van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten in het binnenland.
Nederland telt 17 miljoen inwoners. Bijna 7,5 miljoen daarvan hebben tot maart 2012 hun vingerafdrukken moeten afstaan ter bestrijding van een handjevol gevallen van look-alike fraude. (Update november 2017: 20 miljoen vingerafdrukken, aldus NOS. Zie ook reactie Privacy First.) Deze situatie is naar alle maatstaven volstrekt disproportioneel en vormt daarmee een collectieve schending van het recht op privacy van iedere Nederlander. Privacy First ziet deze cijfers als sterke ondersteuning in haar rechtszaak tegen de nieuwe Paspoortwet en roept hierbij de Nederlandse overheid op om de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten en identiteitskaarten per direct stop te zetten. Ook tegen het Europese beleid in.
Update 22 maart 2012: eerder had Privacy First de cijfers 63 (2009) en 52 (2010) weergegeven. Die cijfers berustten echter op een telfout (dubbeltelling), waarvoor onze excuses.
Update 30 maart 2012: interne documenten van BZK uit 2004 duiden eveneens op relatief lage fraudecijfers en bovendien op hoge kosten voor de invoering van biometrie in reisdocumenten. Privacy First verkreeg deze documenten onlangs middels een grootschalig Wob-onderzoek dat reeds sinds april 2011 loopt.
Update 29 mei 2012: vandaag ontving Privacy First vanuit het Ministerie van Defensie eindelijk het langverwachte Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2011. Het aantal gevallen van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten op Nederlands grondgebied (voorzover bij de KMar bekend) bedroeg blijkens dit rapport respectievelijk... 11 en 8, in totaal dus slechts 19. Bovenstaand lijstje met getallen van 2008 t/m 2010 hebben wij met deze cijfers over 2011 aangevuld. E.e.a. bevestigt eens te meer het beeld van look-alike fraude als zeer kleinschalig fenomeen. Het opzadelen van de hele Nederlandse bevolking met biometrische paspoorten en ID-kaarten ter bestrijding hiervan is en blijft dan ook volstrekt disproportioneel en dus onrechtmatig.
Update 1 november 2013: bovenstaand overzicht is vandaag aangevuld met de cijfers over 2012. Privacy First beschouwt deze cijfers opnieuw als sterke ondersteuning in onze rechtszaak tegen de Nederlandse Staat ter onrechtmatigverklaring van de Paspoortwet (Paspoortproces). Een uitspraak van het Hof Den Haag in het Paspoortproces volgt op 7 januari as. Onlangs keurde het Europees Hof van Justitie de verplichte afname van vingerafdrukken onder de Europese Paspoortverordening goed, echter zonder enig kwantitatief onderzoek te hebben gedaan naar het doel hiervan: bestrijding van look-alike fraude met reisdocumenten. Reeds bij de ontwikkeling van de Paspoortverordening in 2004 kreeg het Europees Parlement hier desgevraagd geen cijfers over boven tafel. De privacyrechtelijke vereisten van 1) noodzakelijkheid en 2) proportionaliteit van de Paspoortverordening blijven daarmee tot op heden onaangetoond. Privacy First concludeert hieruit andermaal dat de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten en ID-kaarten onrechtmatig is en roept hierbij nogmaals de Nederlandse overheid op om deze praktijk per direct stop te zetten, ook tegen het Europese beleid in.
Update 9 juli 2014: bovenstaand overzicht hebben wij vandaag aangevuld met de cijfers over 2013. Wederom zijn deze cijfers buitengewoon laag en zelfs veel lager dan in voorgaande jaren. Nieuw in de rapportage over 2013 zijn de cijfers van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en ID-kaarten in enkele omringende landen. Deze cijfers zijn relatief hoger (166 gevallen in totaal, zie p. 60). Afgezet tegen een bevolking van 17 miljoen Nederlanders acht Privacy First het echter nog steeds volstrekt disproportioneel om ter bestrijding van dergelijk kleinschalige (0,00098%) look-alike fraude ieders vingerafdrukken af te nemen.
Update 26 november 2015: vandaag heeft Privacy First de cijfers over 2014 aan bovenstaand overzicht toegevoegd en breed gepubliceerd. Deze cijfers zijn opnieuw lager dan in voorgaande jaren. In relatieve zin blijkt het dus nog steeds slechts om een handjevol gevallen van look-alike fraude te gaan.
Update 27 juli 2016: de cijfers over 2015 zijn onlangs door Privacy First bij het Ministerie van Defensie opgevraagd en vandaag aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Opnieuw zijn deze cijfers relatief laag. Nieuw in de rapportage zijn de statistieken over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten bij grenspassage in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk: in totaal respectievelijk 213 en 137 gevallen in de periode 2012-2015, oftewel gemiddeld slechts 18 paspoorten en 11 identiteitskaarten per jaar per land. In de optiek van Privacy First zijn deze aantallen nog steeds dusdanig laag dat het niet de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten bij de gehele Nederlandse bevolking rechtvaardigt.
Update 30 november 2017: vandaag zijn de cijfers over 2016 door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Zoals verwacht zijn deze cijfers opnieuw erg laag en gedaald ten opzichte van vorig jaar. Dit geldt ook voor de statistieken over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten bij grenspassage in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk: in totaal respectievelijk 259 en 163 gevallen in de periode 2012-2016, oftewel gemiddeld slechts 17 paspoorten en 11 identiteitskaarten per jaar per land. In de optiek van Privacy First zijn deze aantallen nog steeds dusdanig laag dat het de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten bij de gehele Nederlandse bevolking totaal niet rechtvaardigt.
Recentelijk berichtte de NOS dat de Nederlandse bevolking inmiddels zo’n 20 miljoen nutteloze vingerafdrukken heeft afgestaan ter eventuele bestrijding van een handjevol gevallen van look-alike fraude. Deze situatie is naar alle maatstaven volstrekt disproportioneel en vormt daarmee een immer voortdurende collectieve schending van het recht op privacy van iedere Nederlander. Privacy First roept hierbij dan ook de Nederlandse overheid opnieuw op om de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten per direct stop te zetten, ook tegen het Europese beleid in. Mocht dit vervolgens tot een rechtszaak tussen de Europese Commissie en Nederland leiden (wegens schending van de Europese Paspoortverordening), dan verwacht Privacy First dat de Nederlandse regering deze zaak glansrijk zal winnen en daarmee tevens een positief precedent zal scheppen voor het gehele Europese continent. Desgewenst zal Privacy First de Nederlandse regering hier graag bij adviseren.
Update 20 september 2018: vandaag zijn de cijfers over 2017 door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Zoals verwacht zijn deze cijfers opnieuw erg laag en gedaald ten opzichte van vorig jaar.
Update 20 november 2019: vandaag zijn de cijfers over 2018 door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Zoals verwacht zijn deze cijfers opnieuw buitengewoon laag.
Op 17 november 2019 besteedden Reporter Radio en iBestuur uitgebreid aandacht aan identiteitsfraude, waaronder look-alike fraude: "Het ECID, opgericht in 2007, stelt sinds 2008 een uitgebreid en zeer gedetailleerd ‘Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude’ op. Tot en met het overzicht van 2017 bevatte de inleiding de zin: “Het document is geschreven met de bedoeling een zo breed mogelijk publiek te informeren.” In 2017 werd het ‘een zo breed mogelijk publiek binnen de overheid’ en vorig jaar weer gewoon een breed publiek, dat nu geïnformeerd werd ‘over de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van documentfraude’. Masha O’Connor, hoofd ECID, zegt dat de overzichten alleen actief worden verspreid onder de ketenpartners. Een beperkt publiek binnen de overheid. Toch zijn de overzichten breed beschikbaar en wel op de website van de burgerrechtenorganisatie Privacy First. Die stuurt elk jaar een Wob-verzoek naar het ministerie van Defensie, dat inmiddels zo ongeveer per ommegaande de nieuwe editie verstrekt." (bron)
Update 6 april 2020: vandaag zijn de cijfers over 2019 door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Deze cijfers zijn ditmaal helaas onduidelijk en onzeker, maar duiden nog steeds op zeer lage aantallen. Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/jaarplannen/2020/02/01/statistisch-jaaroverzicht-van-identiteits--en-documentfraude-in-2019.
Update 1 juli 2021: op verzoek van Privacy First zijn vandaag de cijfers over 2020 door het Ministerie van Defensie gepubliceerd. In vergelijking tot de jaren 2008-2018 is de betreffende rapportage helaas opnieuw te kort, onvolledig en onduidelijk m.b.t. binnenlandse look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en ID-kaarten. Wel noemt deze rapportage voor het eerst cijfers over dergelijke fraude met Nederlandse documenten in het buitenland, zie bovenstaand overzicht. In de optiek van Privacy First zijn deze aantallen nog steeds veel te laag om verplichte afname van ieders vingerafdrukken te kunnen rechtvaardigen. Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/07/01/statistisch-jaaroverzicht-van-identiteits-en-documentfraude-in-2020.
Radio 5 (IKON), 11 maart 2012: 'De vingerafdruk die niet matcht'
"Het is goed misgegaan bij de invoering van het biometrische paspoort. Dat is de conclusie van een onderzoek van oud-topambtenaar Roel Bekker. Volgens hem heeft de overheid de complexiteit van het digitale paspoort onderschat. Nederland wilde in de bestrijding van zogeheten 'look-a-like' fraude voorop lopen, en dat werd nog eens extra urgent na 11 september 2001. Technologische experts en zwakke waarschuwingen werden daardoor nauwelijks gehoord. De voortvarendheid waarmee het biometrisch paspoort vervolgens werd ingevoerd, heeft een systeem opgeleverd dat 'niet is mislukt', volgens Bekker, maar dat ook 'niet werkt'. Eerder bleek al uit een proef van de gemeente Roermond dat het één op de vijf keer mis gaat bij het uitlezen van de digitaal opgeslagen vingerafdruk. Maar omdat er in de aanloop nooit is vastgesteld wat de foutmarge mag zijn in zo'n systeem, is niet eens te zeggen of die twintig procent een probleem vormt of niet. Bovendien is er nooit duidelijkheid geweest over de omvang van de 'look-a-like' fraude. Men heeft aangenomen dat deze fraude een groot probleem is, en dat biometrie het antwoord daarop zou zijn.
(...)
De problemen met het biometrisch paspoort hebben een lange geschiedenis. Vincent Böhre stelde in 2010 in het WRR-rapport 'Happy Landings? Het biometrische paspoort als zwarte doos' vast dat het begrip privacy sinds eind jaren negentig meer en meer naar de achtergrond is verdwenen, en dat er nauwelijks gedegen onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van biometrie in het paspoort. Vorig jaar gaf toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Piet Hein Donner opdracht tot onderzoek. Hij bepaalde toen onder druk van de Tweede Kamer dat vingerafdrukken uit paspoorten voorlopig niet centraal of door gemeenten worden opgeslagen. De Tweede Kamer vond dat systeem niet veilig en was bang voor fouten. De gemeentes beloofden toen de al opgeslagen vingerafdrukken te wissen uit hun databestanden. (...)
Inmiddels lopen er zeven rechtszaken van mensen die hebben geweigerd hun vingerafdrukken af te geven. Zij eisen een geldig identiteitsbewijs zonder vingerafdrukken van de overheid. Afgelopen donderdag diende bijvoorbeeld de zaak van Nanette Boers (25). Zij vindt de plicht om je vingerafdrukken af te geven een inbreuk op haar lichaamsintegriteit, en waarschuwt bovendien voor misbruik. Als je je vingerafdrukken eenmaal hebt afgegeven en er een digitaal bestand van is gemaakt, heb je er geen controle meer over. Dat is ook het punt van Peter Jongenelen (47), die in afwachting is van een uitspraak in zijn rechtszaak: 'Als ik veertig jaar geleden jouw identiteit wilde stelen, moest ik bij je inbreken. Nu volstaat een laptop, dat contact maakt met een bestandje ergens op de wereld.'
(...)
De reactie van Privacy First op het rapport van Bekker vindt u HIER."
Lees HIER het hele artikel op de website van radioprogramma 'De Andere Wereld' (IKON). De bijbehorende reportage kunt u HIER terugluisteren.
Commentaar Privacy First op rapport Bekker over #vingerafdrukken
Eind 2010 verschenen in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) twee onderzoeksrapporten over de nieuwe Paspoortwet die veel stof deden opwaaien. Het eerste rapport heette "Happy Landings? Het biometrische paspoort als zwarte doos" en was geschreven door mensenrechtenjurist Vincent Böhre (sindsdien werkzaam bij Privacy First). Het tweede rapport heette "Het biometrische paspoort in Nederland: crash of zachte landing" en was geschreven door biometriespecialist Max Snijder. Beide onderzoeken hadden grotendeels parallel plaatsgevonden, overigens zonder assistentie. De focus van het eerste onderzoek lag met name op politieke, juridische en maatschappelijke aspecten, het tweede op de techniek en industrie. Samen vormden deze onderzoeken als het ware een 'helicopter view' van de materie. De toonzetting van beide rapporten was relatief hard. (Minister Donner typeerde het eerste rapport zelfs als 'combative', zo vernam de auteur ervan uit welingelichte bron.) Beide rapporten kregen veel aandacht in de media en droegen (mede daardoor) bij aan de politieke omslag die op dat moment noodzakelijk was: het stopzetten van de opslag van vingerafdrukken onder de nieuwe Paspoortwet. Na een uiterst kritische parlementaire hoorzitting was deze politieke kentering een feit. Minister Donner hield echter een slag om de arm: hij gaf aan de opslag van vingerafdrukken slechts "voor nu" stop te willen zetten en op lange termijn alsnog een nationale biometrische databank te willen ontwikkelen. Tevens werd door Donner besloten om de twee studies die voor de WRR waren uitgevoerd nog eens 'dunnetjes over te doen', ditmaal met het politiek-ambtelijke besluitvormingsproces en de informatieverstrekking richting het parlement als focus én met vrije toegang tot relevante bronnen (personen en documenten). Begin deze week verscheen eindelijk dit langverwachte onderzoeksrapport van de hand van prof. Roel Bekker. Een aantal opvallende aspecten uit dit rapport laten wij hieronder de revue passeren.
1) Opvallend is allereerst Bekkers kwalificering van het College Bescherming Persoonsgegevens: van "niet erg krachtig" en "niet in al te stellige bewoordingen" (rond 2002) tot "marginale rol", "niet indringend genoeg" en "geen verdere aanleiding gezien om nog eens aan de bel te trekken" (2007-2008). Privacy First herkent dit beeld volledig.
2) Hetzelfde geldt voor de advisering door de Raad van State: die was rond 2002 "zonder kritisch oordeel". Ook in latere jaren werd er, in de woorden van de staatsraden zelf, "onvoldoende scherp getoetst". Ook dit aspect herkent Privacy First.
3) De wens van een centrale biometrische databank bleek van Justitie afkomstig, en zelfs van minister Donner persoonlijk. Het opsporingskarakter van een dergelijke databank (een oude CDA-wens uit 2001) staat daarmee nu buiten kijf.
4) Des te zorgwekkender is het dat Bekker zich in zijn rapport niet kritisch keert tegen centrale opslag van vingerafdrukken, maar juist lijkt aan te sturen op een mogelijke "heroverweging" daarvan. Dit blijkt zowel uit letterlijke passages als tussen de regels van zijn rapport door.
5) In het algemeen getuigt het rapport dan ook niet van veel privacy- en mensenrechtelijke kennis bij de auteur. Dit blijkt zowel uit het gebrek aan relevante overwegingen als uit (niet-)gebruikte begrippen. Voorbeelden zijn zinsneden als "in potentie een inbreuk (...) op de privacy" en "veronderstelde inbreuk op de privacy". Hier verwart Bekker wellicht de begrippen "inbreuk" en "schending" (ongerechtvaardigde inbreuk). Dat e.e.a. sowieso een inbreuk op de privacy vormt is immers zelfs door de Staat al talloze malen erkend.
6) In privacyrechtelijk opzicht slaat Bekker vooral de plank mis in de paragraaf over function creep (doelverschuiving). Die paragraaf is dusdanig oppervlakkig, naïef, eenzijdig en bagatelliserend dat het hele rapport erdoor aan kwaliteit inboet.
7) Het rapport noemt consequent de bestrijding van look-alike fraude als doel van de invoering van biometrie op reisdocumenten. Deze look-alike fraude wordt echter nergens in het rapport gekwantificeerd. Dit terwijl Privacy First uit betrouwbare bron weet dat de auteur wel enig onderzoek naar de (relatief geringe) omvang hiervan heeft gedaan. Waarom wordt dit niet vermeld?
8) Vrijwel alle andere belangen rond biometrie in de nieuwe Paspoortwet blijven in het rapport onbenoemd. Daardoor blijft de mist rond die belangen (en bijbehorende 'spelers') onverminderd groot. Dit geldt met name voor het domein van staatsveiligheid en rampenbestrijding.
9) De vraag of bewindslieden het parlement van voldoende informatie hebben voorzien wordt deels ontweken en vooral gepareerd met het verwijt dat Kamerleden zelf meer kritische vragen hadden moeten stellen. Saillant detail in dit verband is dat reeds eind 2009 het enorme foutenpercentage (21%) bij verificatie van vingerafdrukken bekend was bij staatssecretaris Bijleveld (BZK). De Tweede Kamer werd echter pas eind april 2011 over dit foutenpercentage geïnformeerd. Nóg saillanter in dit verband is het antwoord op een vraag van het CDA tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer op 20 april 2010:
- CDA: "Zijn er na het debat dat wij ruim een jaar geleden hadden, nieuwe feiten of argumenten op tafel gekomen die rechtvaardigen dat er onrust of gebrek aan draagvlak zou zijn?"
- Staatssecretaris Bijleveld: "Het antwoord op die vraag is klip-en-klaar: nee."
10) Het is tevens jammer dat belangrijke, vertrouwelijke bronnen niet als bijlagen bij het rapport zijn gevoegd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de haalbaarheidsstudie uit 2004 die in voetnoot 14 van het rapport wordt vermeld.
11) Door Bekker wordt terecht betreurd dat er geen ambtenaren van het verantwoordelijke departement (BZK) deelnamen aan de parlementaire hoorzitting in april 2011.
12) In het rapport wordt een lans gebroken voor biometrisch gewetensbezwaarden: voor hen dient er voortaan keuzevrijheid te zijn. Privacy First onderschrijft dit aspect van harte.
13) In algemene zin zal de geïnformeerde lezer van dit rapport zich echter niet aan de indruk kunnen onttrekken dat zowel de ambtelijke leiding als relevante bewindspersonen in dit rapport vooral "uit de wind" gehouden worden. In die zin vormt dit rapport helaas een gemiste kans.
Update 13 april 2012: gisteren publiceerde minister Spies van Binnenlandse Zaken (BZK) haar reactie op het rapport Bekker. Positief is dat Spies in haar brief spreekt van een "veranderende tijdgeest" waarbij "de laatste jaren de discussie over privacy weer nadrukkelijker aan de orde is." "We leven nu in een ander tijdsgewricht" waarin "in ieder geval geen sprake [meer] zal zijn van centrale opslag van vingerafdrukken", aldus minister Spies (pp. 2, 4). Tevens bevestigt Spies dat "een wetsvoorstel zal worden ingediend dat er onder andere toe moet leiden dat (...) het opnemen van vingerafdrukken bij de aanvraag van een identiteitskaart kan worden beëindigd" (p. 3). Privacy First onderschrijft deze aspecten en zal blijven toezien op de implementatie ervan op de kortst mogelijke termijn.
Uw vingerafdrukken in de Twilight Zone
In vrijwel alle rechtszaken die inmiddels tegen de nieuwe Paspoortwet aanhangig zijn is een belangrijk onderwerp tot nu toe onderbelicht gebleven: het gebruik van gevoelige persoonsgegevens door geheime diensten. In dit geval draait het om biometrie: digitale gezichtsscans en vingerafdrukken die via paspoorten en identiteitskaarten in allerlei databanken terechtkomen. Momenteel bevinden die databanken zich nog bij gemeenten en bij de paspoortfabrikant in Haarlem (Morpho, voorheen Sagem), in de toekomst ongetwijfeld ook elders, uiteindelijk wereldwijd. In die zin is iedere Nederlander een potentiële globetrotter: op termijn zullen uw vingerafdrukken en gezichtsscan wellicht tot in de verste uithoeken van de wereld te vinden zijn. Niet alleen in de databanken van "bondgenoten", maar ook in de databanken van landen waarmee die "bondgenoten" op hun beurt weer (al dan niet geheime) uitwisselingsverdragen hebben gesloten. En daar is totaal geen zicht op. Evenmin is publiekelijk bekend waar geheime diensten onze biometrie voor willen gebruiken. Een Privacy First-medewerker die dit graag voor de WRR had willen onderzoeken liep al snel tegen een muur van onderzoeksrestricties op. Dus blijft het voorlopig gissen... Mogelijke intelligence-doeleinden van biometrie zijn: 1) identificatie van zwijgende verdachten en "interessante" personen in de openbare ruimte, 2) herkenning van emoties en leugendetectie, 3) de inzet of herkenning van dubbelgangers, 4) spionage, etc. Het eerste doel (identificatie) wordt vergemakkelijkt door het RFID-aspect van de biometrische chip in uw paspoort of ID-kaart. Die chip is daardoor immers op afstand uitleesbaar.
Terug naar ons hoofdonderwerp: het gebruik van gevoelige persoonsgegevens door geheime diensten. Tegenwoordig is dit "appeltje eitje": veel mensen zetten inmiddels ongegeneerd hun halve privéleven op internet, bijvoorbeeld op Facebook. En voorzover die informatie niet op het internet te vinden is, is het wel te traceren in databanken van bedrijven en de overheid. Zoals u in uw studententijd misschien weleens vanuit uw luie stoel de televisie aanzette met een biljartkeu, zo kunnen geheime diensten tegenwoordig "met één druk op de knop" uw hele leven tevoorschijn toveren, inclusief uw vingerafdrukken. Maar mag dat eigenlijk wel? En maakt het in dit verband iets uit of uw vingerafdrukken zijn opgeslagen bij 1) de gemeente, 2) een centrale databank of 3) de paspoortfabrikant? "Ja, dat mag", en "nee, het maakt niet uit waar ze zijn opgeslagen", zo impliceerde de Staat (bij monde van de landsadvocaat) tot medio 2011 consequent:
"Vingerafdrukken zullen ook aan de inlichtingendiensten AIVD en MIVD moeten worden verstrekt. Informatieverstrekking aan deze diensten is geregeld in artikel 17 van de Wet op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dat gold vóór inwerkingtreding van delen van de gewijzigde Paspoortwet. Het wordt met de gewijzigde Paspoortwet niet anders. De vermelding in artikel 4b lid 2 sub d Paspoortwet ("staatsveiligheid") is slechts ingegeven door overwegingen van transparantie."
(Bron: Conclusie van Antwoord in de Paspoortzaak van Privacy First d.d. 28 juli 2010, par. 2.17; woordelijk herhaald in o.a. de verweerschriften van de Staat in de Paspoortzaken van Van Luijk d.d. 29 okt. 2010 & 10 juni 2011 (respectievelijk par. 3.17 & 5.8) en Deutekom d.d. 23 nov. 2010, par. 4.17.)
Hierin stelt de Staat dus dat er door de nieuwe Paspoortwet in wezen niets zou veranderen, aangezien uw vingerafdrukken allang door de AIVD zouden kunnen worden opgevraagd. Inmiddels is de ontwikkeling van een centrale biometrische databank echter stopgezet en worden uw vingerafdrukken nog "slechts" relatief kort opgeslagen bij de gemeente en de fabrikant, waardoor de discussie in rechte zich inmiddels daarop toespitst. Bijvoorbeeld op 27 oktober jl. in een enkelvoudige kamer van de rechtbank Amsterdam:
Rechter: "Ja, ik vroeg mij nog even af, mevrouw [landsadvocaat], u zegt, de angst van meneer dat inlichtingen- en veiligheidsdiensten inzage kunnen hebben in zijn persoonsgegevens, zijn vingerafdrukken en gezichtsscan, die [angst] wordt eigenlijk weggenomen door artikel 65 [Paspoortwet]..."
Landsadvocaat: "Artikel 65 ziet alléén op de vingerafdrukken."
Rechter: "Meneer [X] heeft gewezen op de artikelen 17 t/m 34 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten [WIVD]. Hoe ziet u dat?"
Landsadvocaat: "Ik kan daar heel kort iets over zeggen, hoe je dat in relatie tot elkaar zou moeten zien. (...) Het punt is, daar is in de wetsgeschiedenis natuurlijk ook al het een en ander over gezegd, wanneer wordt dat dan een inzagemogelijkheid: als je een centrale administratie hebt met een biometrische zoekfunctie. Er zijn allerlei voorschriften, maar het is niet zo dat de AIVD bij wijze van spreken met een vingerafdruk zou kunnen aankomen en tegen de gemeente zou kunnen zeggen "laat ons maar eens zien bij wie die vingerafdruk hoort". Maar die mogelijkheid, die is er niet. Er is eenvoudigweg geen biometrische zoekfunctie. De enige verstrekkingsmogelijkheid op dat vlak, wat kunnen gemeenten met vingerafdrukken, die kunnen daar een print van maken, en een print houdt in: een vel papier met puntjes. Dat is de weergave op papier van die vingerafdrukken. Dus de AIVD zou, even aangenomen dat zou zijn voldaan aan de voorwaarden waaronder zij op grond van de WIVD informatie kan opvragen, een naam kunnen opgeven bij de gemeente waar die persoon staat ingeschreven, en daar dan persoonsgegevens opvragen. Voorzover dat vingerafdrukken zou betreffen, is dat dus niet meer dan die print met die puntjes. Dus het kan nooit zo zijn, en dat is toch een belangrijk punt, dat de AIVD met vingerafdrukken aan zou komen, en zou zeggen: van wie zijn deze vingerafdrukken?"
Advocaat: "Dat is niet de vrees van mijn cliënt. De vrees van mijn cliënt is dat de AIVD kan zeggen: wij willen de vingerafdrukken van meneer [X] zien."
Landsadvocaat: "Als de AIVD de vingerafdrukken van meneer [X] zou willen hebben, dan heeft de AIVD daarvoor de reisdocumentenadministratie niet nodig. Die zitten bij wijze van spreken hier op de stukken, op het bekertje..."
Advocaat: "Nou, ik zie niemand van de AIVD hier de vingerafdrukken van mijn cliënt afnemen, en het gaat niet alleen om hemzelf, het gaat erom dat hij zegt: ik vind het in strijd met mijn geweten om eraan mee te werken dat op die manier in feite van alle Nederlanders de vingerafdrukken kúnnen worden opgevraagd door de AIVD. Niet alleen de zijne, maar die van iedereen."
Rechter: "Met de regelgeving die er nu ligt, is het dan praktisch mogelijk dat de AIVD naar de gemeente Amsterdam stapt en zegt: wij zouden graag de vingerafdrukken van meneer [X] willen hebben?"
Landsadvocaat: "Uuh, nou [onverstaanbaar], artikel 65 tweede lid [Paspoortwet] zegt dat de vingerafdrukken niet mogen worden gevraagd anders dan voor de aanvraag- en uitgiftebevoegdheid. Voorzover de AIVD op grond van eigen regelgeving wél die gegevens zou mogen opvragen, zou dat dus niet meer kunnen zijn dan die puntjes. Want de gemeente heeft ook niets anders."
Interruptie vanuit publiek: "Wel via [paspoortfabrikant] Morpho."
Rechter: "U bent geen partij in dit geding. Ik moet u toch vragen om niet mee te procederen."
Louter een "print met puntjes" dus, bij de gemeente, aldus de landsadvocaat. Het vorderen van vingerafdrukken bij de paspoortfabrikant bleef tijdens deze rechtszitting helaas onbesproken. Vervolgens werd de zaak binnen de rechtbank Amsterdam naar de meervoudige kamer (drie rechters) doorverwezen. Daar kwam dit punt op 25 januari jl. alsnog kort aan bod, en wel als volgt:
Rechter 3: "En hoe zit het dan als de informatie bij de producent is?"
Landsadvocaat: "Uuuuhhh.... Op welke basis zou die dan die gegevens mogen verstrekken?"
Rechter 3: "Nou, dat vraag ik aan u."
Op deze vraag volgt geen duidelijk antwoord van de kant van de landsadvocaat, maar slechts een vage verwijzing naar art. 65 lid 2 Paspoortwet. Vervolgens valt er een pijnlijke stilte... en vragen de rechters op dit punt niet door.
Rechter 3: "En meneer [advocaat van X], hoe ziet u dat op dit punt?"
Advocaat: "Anders!" [hilariteit bij het publiek] De advocaat van X verwijst vervolgens uitgebreid naar de relevante wetsgeschiedenis van de Paspoortwet en de bepalingen van de WIVD 2002.
Landsadvocaat: "Zelfs als het zo zou zijn dat de AIVD op basis van art. 17 WIVD tóch vingerafdrukken zou kunnen vragen, dan zouden ze nooit meer dan alleen een print met die puntjes krijgen. (...) Dan zou men een print krijgen van de vingerafdrukken, en dat is dus een print met puntjes." Even later, na mondelinge attendering door een ambtenaar van BZK: "Ik heb net iets verkeerd gezegd. Ik heb gezegd dat je een print krijgt met puntjes, maar ik begrijp nu dat je een print krijgt met een plaatje."
Na een dozijn rechtszittingen over de Paspoortwet luidt de officiële toelichting van de Staat op het gebruik van vingerafdrukken door geheime diensten dus als volgt: "een print met een plaatje, bij de gemeente". Blijft dus de vraag of e.e.a. ook digitaal kan worden opgevraagd bij 1) de gemeente en 2) de paspoortfabrikant, en zo ja, wat er dan vervolgens precies mee gebeurt. Idem voor de gezichtsscan. De eerstvolgende rechtszitting in de Paspoortwet-saga volgt op maandag 2 april as. (11.00u) bij de Raad van State. Het is dan aan de Raad om deze kwestie alsnog op te helderen en daartoe desnoods getuigen-deskundigen op te roepen.
Update 10 feb. 2012: naar aanleiding van bovenstaand bericht zijn schriftelijke vragen gesteld door Europarlementariër Sophie in 't Veld aan zowel paspoortfabrikant Morpho als aan de Europese Commissie. Parallel hieraan heeft Tweede Kamerlid Gerard Schouw vergelijkbare Kamervragen gesteld aan minister Liesbeth Spies van Binnenlandse Zaken.