Toon items op tag: Privacy First

"De gemeente Delft gaat ondanks een rechterlijke uitspraak gewoon door met de invoering van het digitaal kentekenparkeren.

Volgens de Amsterdamse rechtbank kunnen parkeerders niet worden verplicht hun kenteken in de automaat in te tikken. Parkeerbeheerder Cition haalde met zijn scanauto's snel veel geld op omdat kentekens zich makkelijk laten controleren. Met die scanauto's had het bedrijf in 2013 drie keer zo veel auto's kunnen controleren als in 2010. Gevolg: een grotere 'pakkans' en een 'grotere betalingsbereidheid', wat zorgt voor meer geld in het laatje, zei directeur Weekers tegen Het Parool. Vorig jaar spande de stichting Privacy First een rechtszaak aan. Voorzitter Bas Filippini voerde bij een parkeerpaal bewust een kenteken niet in, omdat de verplichting wat de stichting betreft een schending is van het recht op privacy. De opgelegde boete werd met succes bij de rechter aangevochten. Filippini zegt tegen het Parool dat de uitspraak een bom legt onder de controlemogelijkheden van parkeerbeheerders.

Het Delftse college ziet dat echter anders. ,,Alle kentekens van parkeerders, dus vergunninghouders en kortparkeren, zijn noodzakelijk om deze efficiency te bereiken,'' antwoorden B&W aan de raad, nadat over deze kwestie vragen waren gesteld in een raadscommissie.

Het college zegt dat in de Amsterdamse uitspraak ook staat dat met kentekenparkeren 'enige inbreuk op het privéleven van een kentekenhouder' is toegestaan. ,,De overwegingen in de uitspraak zijn ook van toepassing op het kentekenparkeren in Delft. Ook Delft gaat vanwege efficiencyvoordelen over op kentekenparkeren. Bovendien zijn in Delft voldoende waarborgen ingebouwd voor de bescherming van privacy en zullen alleen bij het opleggen van een naheffingsaanslag kentekengegevens worden gekoppeld aan persoonsgegevens,'' aldus B&W."

Bron: AD/Haagsche Courant 24 februari 2015, p. 2.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

De nieuwe EPD-wet van minister Schippers laat patiënten toestemming verlenen waarvan ze de gevolgen niet kunnen overzien. Dat is in strijd met het recht op privacy en het medisch beroepsgeheim, stelt onze campagne Specifieke Toestemming in een brief aan de Eerste Kamer.

Het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens (33509) maakt het mogelijk om met een eenmalige toestemming medische gegevens toegankelijk te maken bij elke zorgverlener met wie de patiënt contact heeft gehad. Geeft de patiënt bij één zorgverlener toestemming, dan kunnen op basis hiervan namelijk ook gegevens bij andere zorgverleners worden ontsloten.

De minister noemt dit in haar voorstel 'gespecificeerde toestemming', maar het wetsartikel in kwestie laat in feite genoeg ruimte over voor een carte blanche. Een toestemming met zo'n reikwijdte is zowel vanuit het recht op privacy van de patiënt als het beroepsgeheim van de zorgverlener ondenkbaar, zo stelt Specifieke Toestemming.

Een brede toestemming met ondoorzichtige reikwijdte

Een patiënt die bij één zorgverlener toestemming geeft voor het delen van gegevens, weet niet welke informatie vervolgens ook ontsloten kan worden uit de dossiers van andere zorgverleners – van apothekers en huisartsen tot specialistische zorgverleners en ziekenhuizen. Hij staat daarmee niet in de positie om over het ontsluiten van gegevens een weloverwogen beslissing te maken waarvan hij de gevolgen kan overzien.

Ook kan een dergelijke toestemming ertoe leiden dat dossiers toegankelijk worden bij toekomstige zorgverleners van de patiënt, zonder dat de patiënt zich daar bewust van is. Het delen van gegevens buiten het zicht van de patiënt kan het vertrouwen van burgers in het beroepsgeheim ondermijnen.

Een toestemming met een dergelijke reikwijdte is bovendien in strijd met de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit voortkomend uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), het fundamentele recht op privacy. Eveneens druist het delen van medische gegevens op basis van een toestemming die elders is gegeven in tegen het beroepsgeheim van de zorgverlener, die informatie over zijn patiënten uitsluitend mag delen voor specifieke, behandelgerelateerde doeleinden en voor het breed ontsluiten van gegevens zélf toestemming aan de patiënt moet vragen.

Bij het delen van medische persoonsgegevens moet het voor de patiënt op voorhand duidelijk zijn om welke gegevens het gaat, en wie deze met welk doel kan raadplegen. Dat is een fundamenteel recht van de patiënt en een plicht van de arts. Aan deze eisen wordt niet voldaan in de nieuwe wet van minister Schippers, die het mogelijk maakt om zonder dat er een medische noodzaak is vastgesteld, op grote schaal medische gegevens toegankelijk te maken voor in principe alle op het systeem aangesloten zorgverleners.

Een opt-out bij uitbreiding van het systeem

Patiënten die ooit toestemming hebben gegeven voor het delen van gegevens, moeten zelf deze toestemming inperken wanneer het systeem wordt uitgebreid en ze het daar niet mee eens zijn, zo valt ook in het wetsvoorstel te lezen. Specifieke Toestemming wijst erop dat een 'stille' uitbreiding van de toestemming, waarbij er wordt uitgegaan van impliciete toestemming van de patiënt, op basis van de eerdergenoemde wets- en verdragsbepalingen nooit rechtmatig kan zijn.

Download de volledige brief aan de Eerste Kamer HIER.

De D66-fractie van de Eerste Kamer heeft de regering gevraagd om op de brief van Specifieke Toestemming te reageren; zie HIER het verslag van de Eerste Kamer dat vandaag is gepubliceerd (pdf, p. 8).

Gepubliceerd in Medische privacy

"Stichting Privacy First onthutst over bericht Facebook 

Stichting Privacy First vindt het onbegrijpelijk dat VVV Gooi en Vechtstreek reclame maakt voor een bustour langs villa's van bekende Nederlanders in het Gooi. ,,Ook BN'ers hebben recht op privacy net als iedere andere burger'', zegt Vincent Böhre van de stichting in Amsterdam. De VVV plaatste een bericht op Facebook om de beruchte BN-Tours aan te prijzen. Met de tekst 'Wat eet Gordon op brood, wat smeert Cheryl Morero in d'r blonde haar? Hoe laat brengt Marco Borsato zijn kids naar school of hoe lang staat Willeke Alberti op de crosstrainer?', wilde het toeristenbureau zoveel mogelijk passagiers de bus in lokken.

Bij BN'ers als Babette van Veen uit Soest en Pauline Huizinga uit Blaricum schoot de VVV-actie in het verkeerde keelgat. ,,Zijn jullie niet helemaal lekker bij de VVV?'', twittert de dochter van Herman van Veen. ,,Zeg VVV Gooi en Vecht zijn jullie soms helemaal de weg kwijt?'', foetert ook voormalig model en presentatrice Huizinga.

Laakbaar

Stichting Privacy First noemt het aanprijzen van BN-Tours door de VVV 'laakbaar'. ,,Een onafhankelijke organisatie die subsidie ontvangt maakt promotie voor het schenden van privacy. Dan ben je fout bezig. Hoe laat iemand zijn kinderen van school haalt gaat niemand een bal aan. Ik zou daar als gemeente wel een debat over willen voeren'', zegt Böhre. ,,Recht op privacy geldt niet alleen verticaal tussen overheid en burgers. Maar geldt ook horizontaal tussen burgers onderling en tussen bedrijven.''

Böhre ziet wel 'een paradox'. ,,BN'ers verlenen ook medewerking aan roddelbladen en ontlenen status aan publiciteit. Hun leven speelt zich grotendeels af in het publieke domein. Maar ze hebben recht op privacy en een gezinsleven. En kinderen hebben er niet om gevraagd dat hun vader of moeder bekend is. Die moet je met rust laten. Hetzelfde geldt voor de partners.''

Spijt

Geschrokken van de negatieve reacties verwijderde VVV Gooi en Vechtstreek het bericht van Facebook. ,,We hebben spijt van de toonzetting. De woordkeuze was verkeerd'', zegt woordvoerster Milou Aarts."

Bron: Gooi- en Eemlander 20 februari 2015, rubriek Gooi en Vechtstreek, p. 1. Tevens gepubliceerd op http://www.gooieneemlander.nl/regionaal/gooivechtstreek/article27318036.ece/Reclame-VVV-bners-tour-bizar.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Aan de al bijna tien jaar lopende discussie over de bewaarplicht kan een nieuw hoofdstuk worden toegevoegd. Gisteren diende het kort geding van belangenorganisaties tegen de Nederlandse staat over het bewaren van communicatiegegevens. Dat schendt de privacy van Nederlanders buitenproportioneel, aldus de organisaties. Nee hoor, houdt de overheid vol.

De rechten van Nederlandse burgers worden willens en wetens geschonden met de 'mass surveillance' van de Nederlandse Staat. De Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens die dat mogelijk maakt, moet per direct buiten werking worden gesteld. Dat is vrij vertaald de claim van een consortium van belangenverenigingen Privacy First, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en enkele telecom- en internetproviders gisteren voor de rechtbank in Den Haag.

Meta-data
De rechtszaak tegen de staat is een zoveelste wending in een discussie die al bijna tien jaar duurt. Mogen overheden telecom- en internetproviders verplichten de communicatiegegevens van al hun klanten op te slaan? De Nederlandse overheid is van mening dat zogenoemde meta-data nodig zijn voor bestrijding van criminaliteit en het voorkomen van terrorisme.

De providers houden daarom sinds 2009 van alle Nederlandse burgers bij wie met wie belt, waar ze dat doen, maar ook met welk uniek ip-adres zij verbinding maken met het internet en wie zij vervolgens e-mailen. Telecomgegevens moeten de providers een jaar bewaren, internetdata zes maanden. Zonder gerechtelijk bevel mogen de data vervolgens worden opgeëist.
(...)
Het kort geding dat het consortium aanspande volgt op een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. In april 2014 concludeerde de hoogste Europese rechter dat de Europese bewaarplicht een ernstige inbreuk is op de privacy en dus fundamentele rechten van de mens schaadt.

Dat de gegevens nuttig kunnen zijn voor justitiële opsporing staat ook voor het Europese Hof als een paal boven water, maar garanties waarmee inmenging in iemand zijn leven beperkt blijven tot het hoogst noodzakelijke ontbreken. Het feit dat overheden van iedere burger - zonder dat er sprake is van een verdenking van een strafbaar feit - dergelijke gegevens bewaart is een te grote inbreuk op het privéleven.

En dus ageren de belangenorganisaties al sinds vorig jaar tegen de Nederlandse wet. Die zou immers indruisen tegen de rechten die in het Handvest van de Grondrechten zijn vastgelegd. Hoewel het kabinet lange tijd volhoudt geen reden te zien om de wet aan te passen, bevestigt minister Opstelten (Veiligheid & Justitie) in november vorig jaar toch dat de bewaarplicht in strijd is met dat Handvest. Voldoende reden voor hem om nu de wet aan te scherpen.
(...)

'Bijna laakbaar'
Hoe vaak de telecom- en internetproviders zijn gevraagd om data en hoe vaak dit direct tot een veroordeling heeft geleid is tot op heden onduidelijk. Jacob Kohnstamm, voorzitter van privacytoezichthouder College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) noemde het eind januari al 'bijna laakbaar' dat de effectiviteit van de bewaarplicht niet is aangetoond. Datzelfde CBP maakte deze week eveneens gehakt van een door Opstelten aangekondigde wetswijziging.

De conceptversie van die wijziging bevat enkele nieuwe waarborgen waarmee hij de wet aanscherpt en tegemoet komt aan de bezwaren van onder andere de privacyvoorvechters. Een rechter moet na aanname van de wijziging eerst toestemming geven voordat een officier van justitie communicatiegegevens mag opvragen. Daarnaast zal ook de ernst van de verdenking meetellen: bij ernstige misdrijven mag verder in het verleden worden teruggezocht.

Het CBP - dat door het Ministerie van Justitie om advies werd gevraagd - noemde de aanpassingen onvoldoende. 'De opsporingsautoriteiten hebben jaren ervaring opgedaan, maar het is kennelijk niet mogelijk gebleken een onderbouwing te leven van de noodzaak van deze bewaarplicht.' Een onevenredige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, zo vatte het CBP maandag samen.

Direct buiten werking
Vincent Böhre van Privacy First vermoedt dat de wijziging om diezelfde reden niet door de Tweede Kamer zal worden aangenomen. Juist omdat de huidige situatie daarmee in stand blijft, roept het daarom woensdag op de bewaarplicht direct buiten werking te stellen.

Böhre: 'Los van wat de overheid ermee doet, is het opslaan van gegevens een schending van de privacy. Dat zegt ook de Europese rechter. Als de rechter de handhaving van de wet opschort mogen providers hun klanten in ieder geval zelf de keuze bieden. Opslaan of niet.'

Of de wet inderdaad van tafel gaat, zal op 11 maart blijken. Dan doet de Rechtbank Den Haag uitspraak."

Bron: http://www.volkskrant.nl/tech/bewaarplicht-buitenproportioneel-of-noodzakelijk-kwaad~a3854766/ , 19 februari 2015.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Een bekende melodie van een telefoon schalt door de rechtszaal in Den Haag. ,,Dit wordt geregistreerd, dat begrijpt u wel,'' grapt de rechter. Hij heeft gelijk. Telecomaanbieders moeten van de wet alle telefoongegevens 1 jaar lang bewaren, zodat een officier van justitie kan opvragen wie wanneer met wie heeft gebeld. De inhoud van de gesprekken of sms'jes wordt niet bewaard, maar wel het nummer van de beller, de duur van het gesprek en de locatie. Net als gebruikte IP-adressen op internet.

En dat moet stoppen, vinden privacy-voorvechters, die de staat gisteren voor de rechter sleepten. Want de overheid weet nog veel meer van ons. Camera's boven de snelweg registreren waar we rijden. Niet alleen de politie gebruikt die gegevens om gesignaleerde boeven te pakken, ook de Belastingdienst kijkt mee. Zo controleert de fiscus of leaserijders zich wel aan de regels houden. Onder dit kabinet is ook het SyRI-systeem ingevoerd. Om uitkeringsfraudeurs te snappen worden de gegevens van onder meer gemeenten, uitkeringsinstantie UWV en de Belastingdienst gekoppeld.

Het kabinet wil nog verder gaan. Opstelten is van plan de locaties van alle kentekens 4 weken op te slaan, zodat de rechercheurs de gang van verdachten kunnen nagaan. Een Kamermeerderheid is daar voor. Dat geldt ook voor het plan van minister Plasterk, die geheime diensten meer mogelijkheden wil geven mobiele telefoons af te tappen.

Privacy
Het gaat privacy-voorvechters allemaal veel te ver. Om te beginnen moeten telecombedrijven direct stoppen met de opslag van telefoongegevens, vinden onder meer stichting Privacy First, advocaten en journalisten Ze spanden gisteren een kort geding aan tegen de staat.

De Nederlandse wet komt voort uit een Europese richtlijn, die vorig jaar nietig is verklaard door het Europees Hof. Gegevens van alle burgers opslaan is een te grote inbreuk op de privacy. Ook de Raad van State en het College Bescherming Persoonsgegevens zijn kritisch.

Het kabinet werkt al aan een nieuwe bewaarplicht, waarbij een rechter-commissaris moet beslissen over toegang tot de telefoondata. Maar tot die tijd weigert de staat de huidige bewaarplicht op te heffen. Anders ontkomen criminelen en terroristen aan hun straf, stelt justitie.
(...)
De privacy-voorvechters vrezen misbruik van de gegevens. De data zijn al op te vragen over een verdachte van een fietsendiefstal, zonder dat er een rechter aan te pas komt. ,,Het is een heel zwaar middel om zo veel informatie te verzamelen van niet-verdachte Nederlanders. Het belang van opsporing weegt daar niet tegen op,'' zei Florian Overkamp van telecombedrijf SpeakUp."

Bron: Algemeen Dagblad, 19 februari 2015.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"De overheid dwingt providers de grondrechten van hun klanten massaal te schenden. Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) lijkt een weloverwogen strategie te voeren om dat zo lang mogelijk door te laten gaan, en lapt daarmee Europese regels aan zijn laars. Dat beweren zeven organisaties die zich hebben verenigd in een poging om de Nederlandse Wet Bewaarplicht Telecommunicatiegegevens buiten werking te stellen. Ze vroegen gisteren in kort geding de rechter om een uitspraak.

Volgens de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de Stichting Privacy First en vier andere organisaties vormt de bewaarplicht een enorme inbreuk op de privacy van burgers, vooral als die niet worden verdacht van een strafbaar feit. Mensen willen niet bespied worden , aldus de advocaten Otto Volgenant en Fulco Blokhuis.

Boete
De wet dwingt providers gedurende een jaar gegevens over telefoonverkeer te bewaren, en over internetverkeer gedurende een half jaar. Sinds 16 februari hebben zich al 5700 mensen bij hun provider gemeld met het verzoek om te stoppen met het opslaan van hun gegevens. Die kunnen daar nu geen gehoor aan geven, omdat ze per overtreding een boete riskeren van 450.000 euro van het Agentschap Telecom.

Ook advocaten en journalisten worden door de wet ernstig in hun werk belemmerd, omdat ze zich niet vrij voelen om te bellen of te mailen met cliënten of contacten.
(...)
Alleen bewaren van gegevens van verdachten is geen reëel alternatief, aldus de Staat. Dan blijven first offenders buiten schot. [De landsadvocaten] betwisten dat de bewaarplicht in strijd is met de Europese regels. De rechter doet uitspraak op 11 maart."

Bron: Telegraaf 19 februari 2015, p. 14.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"De opsporing van criminelen en terroristen komt in gevaar als telecom- en telefoonbedrijven het bel- en internetgedrag van gebruikers niet hoeven te bewaren. Dat vrezen politie en het OM als ze in verband met privacywetgeving niet langer gebruik mogen maken in hun onderzoeken van opgeslagen telecommunicatiegegevens.
(...)
Vandaag dient in Den Haag een kort geding tegen de Nederlandse Staat, waar een brede coalitie van organisaties en ondernemingen (o.a. Privacy First, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten en de Nederlandse Vereniging van Journalisten) eist dat de Wet bewaarplicht telecommunicatie buiten werking wordt gesteld, omdat die in strijd is met fundamentele grondrechten die privéleven, communicatie en persoonsgegevens beschermen.
(...)
Politie en justitie zeggen dat alleen gegevens worden opgevraagd als daar een goede reden voor is. (...)"

Bron: Telegraaf 18 februari 2015, p. 10.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Aftrap van zaak over de vraag of bel- en internetgegevens terecht worden opgeslagen

Som je de lijst serieuze critici van het opslaan van het bel- en internetgedrag van alle Nederlanders op, dan lijkt minister Ivo Opstelten van justitie het vandaag nog knap lastig te krijgen in de rechtbank. Het College Bescherming Persoonsgegevens deed eergisteren nog een duit in het zakje met het oordeel dat er sprake is van een te zware inbreuk op de privacy.

Eerder kwam er ook al kritiek vanuit de Eerste Kamer, waar minister Opstelten begin maart uitleg moet komen geven over de kwestie. En van de Raad van State, die de minister adviseerde de bewaarplicht in te trekken.

Die bewaarplicht, in Nederland ingevoerd in 2009, houdt in dat historische bel- en internetgegevens van alle Nederlanders worden opgeslagen door bedrijven als KPN, UPC en XS4ALL. Voert iemand een telefoongesprek, dan worden de duur, de locatie, de telefoonnummers, namen en adressen (als het tenminste geen prepaidtelefoon is) van de gesprekspartners voor twaalf maanden bewaard. Gegevens over e-mailverkeer of een internetsessie staan voor zes maanden op de server van de provider. Eigenlijk wordt alleen de inhoud van de gesprekken en berichten niet opgeslagen. De Nederlandse wet komt voort uit de zogenoemde Europese Dataretentierichtlijn. Maar die richtlijn werd in april vorig jaar door het Europees Hof van Justitie ongeldig verklaard. Met terugwerkende kracht, wat erop neerkomt dat de hoogste rechter in Europa bepaalde dat de bewaarplicht nooit heeft bestaan. Het belangrijkste argument om daartoe te besluiten: het opslaan van gegevens van álle burgers, ook als die niet verdacht zijn van een misdrijf, is een te grote schending van de privacy.

Meteen kwam in Nederland de roep om ook hier de bewaarplicht af te schaffen. Maar Opstelten besloot anders. Hij kondigde een aantal wettelijke aanpassingen aan, waaronder het invoeren van een rechterlijke toets voordat opsporingsdiensten inzage krijgen in de gegevens. Tot die tijd is hij echter niet van plan de bewaarplicht op te schorten.

Een aantal organisaties, waaronder Privacy First, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, journalistenvakbond NVJ en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, wil daar vandaag via een kort geding alsnog verandering in brengen. Zwaaiend met de uitspraak van het Europees Hof, zijn de partijen ervan overtuigd een goede kans te maken in de rechtszaal: de Nederlandse regelgeving is immers in strijd met de Europese grondrechten.

Waarom houdt Opstelten dan toch stand? Zijn belangrijkste argument: de bewaarde gegevens zijn noodzakelijk voor het opsporen en berechten van zware criminelen. Zo worden ze bijvoorbeeld gebruikt om aan te tonen dat een verdachte op een bepaald moment op een bepaalde plek was. (...) Het is nu aan de rechter in Den Haag om dat belang af te wegen tegen het recht op privacy. Daarmee is de kwestie rond de bewaarplicht een klassiek geval van veiligheid versus privacy geworden. De uitspraak wordt over een enkele weken verwacht."

Bron: Trouw 18 februari 2015, p. 11.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Justitie wil telecomdata lang bewaren. Telecombedrijven, journalisten en advocaten zijn tegen. De rechter gaat oordelen.
(...)
Morgen dient een kort geding van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, journalistenvakbond NVJ, stichting Privacy First en enkele telecomproviders tegen de zogeheten 'bewaarplicht' van telecomgegevens. Zij willen dat de verplichte
massale opslag van metadata - locatie-, internet-, e-mail- en belgegevens - direct stopt. De eisers denken een goede kans te maken. Het Europees Hof van Justitie oordeelde vorig jaar dat de bewaarplicht de privacy zwaar aantast, terwijl onduidelijk is in hoeverre die nodig is voor de aanpak van terrorisme en criminaliteit. Op basis daarvan stelde de Raad van State vast dat in Nederland voortaan precies omschreven moet zijn van wie welke gegevens worden bewaard. Ook het College Bescherming Persoonsgegevens is kritisch. Het liet gisteren weten dat het plan voor aanpassing van de bewaarplicht nog steeds een te grote inbreuk op de privacy veroorzaakt.

Op dit moment worden van álle Nederlanders alle telefoongegevens verplicht een jaar bewaard en internetdata een half jaar. Minister Opstelten (Justitie, VVD) verklaarde zich al bereid de wet aan te passen, maar de massale gegevensopslag te willen voortzetten. En dat mag dus niet, meent de advocaat van de eisers, Fulco Blokhuis. ,,Het belang van bestrijding van criminaliteit is door het Europees Hof al afgewogen. Uiteraard moet criminaliteit worden bestreden, maar het hof vond het veel te ver gaan om daarvoor de metadata van iedereen op te slaan. Bovendien is, na bijna zes jaar bewaarplicht, de effectiviteit niet aangetoond."

De rechter doet waarschijnlijk binnen enkele weken uitspraak. (...)

(...) Tijdens het kort geding zal advocaat Blokhuis morgen aandragen dat heel wat advocaten, journalisten en anderen tegenwoordig bedachtzaam digitaal communiceren, omdat ze weten dat de data ervan langdurig worden behouden. (...) Als burgers niet meer onbespied kunnen communiceren, de bronbescherming van journalisten en het beroepsgeheim van advocaten onder druk staan, dan leidt dat ook tot onveiligheid in de samenleving, vinden de tegenstanders van lang bewaren.

Als de rechter die opvatting volgt en de huidige bewaarplicht strijdig acht met Europese grondrechten, kan hij er een streep door halen. De prijs daarvoor, aldus politie en justitie, is minder effectiviteit in de opsporing van criminaliteit en terrorisme."

Bron: NRC Handelsblad 17 februari 2015, p. 7.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) kan een wetsvoorstel over de bewaarplicht voor telecommunicatiegegevens van telefoon- als internetverkeer beter niet indienen. Dat vindt het College bescherming persoonsgegevens (CBP).

In het voorstel is de noodzaak om alle telefoon- en internetgegevens in Nederland te bewaren onvoldoende onderbouwd, aldus de privacywaakhond.

Het Europees Hof van Justitie bepaalde vorig jaar dat een algemene bewaarplicht in strijd is met het fundamentele recht op de bescherming van persoonsgegevens. Het gaat daarbij om informatie als wie belt met wie en wanneer.

Volgens privacywaakhond CBP houdt het kabinet in het voorstel voor de wetswijziging gewoon vast aan de algemene bewaarplicht. Opstelten vindt de opslag belangrijk in de strijd tegen zware misdaad, zodat de opsporingsdiensten onder meer kunnen achterhalen wie wanneer contact met elkaar had.

Maar volgens het CBP is de onderbouwing daarvoor onvoldoende. ,,De opsporingsautoriteiten hebben ruim vierenhalf jaar ervaring opgedaan, maar het is kennelijk niet mogelijk gebleken een systematische onderbouwing te leveren van de noodzaak van deze bewaarplicht.''

Opstelten (Veiligheid en Justitie) moet in de Senaat ook al komen uitleggen hoe hij omgaat met die uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Het kabinet is nu wel bezig de plannen aan te passen, maar er zou onvoldoende tegemoet worden gekomen aan de bezwaren van het Europese Hof.

Woensdag dient in Den Haag een rechtszaak over de bewaarplicht. Onder meer de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten en privacyvoorvechter Privacy First eisen dat de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie buiten werking wordt gesteld."

Bron: ANP, 17 februari 2015.

Gepubliceerd in Privacy First in de media
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100