Toon items op tag: Privacy

Op woensdagavond 2 mei jl. vonden in het Amsterdamse Verzetsmuseum een viertal lezingen en discussie plaats over de vraag in hoeverre de bevolkingsregistratie in de jaren 30 en 40 te vergelijken is met de huidige situatie. Naast Annemiek Gringold (Hollandse Schouwburg), Peter Romijn (NIOD) en Bob de Graaff (Universiteit Utrecht) nam Vincent Böhre namens Privacy First deel aan het debat:

"Vincent Böhre, voorzitter van het Platform Bescherming Burgerrechten en werkzaam bij Privacy First, trok een aantal tekenende parallellen tussen het biometrisch paspoort, waar hij in 2009 een WRR-onderzoek naar deed, en het Persoonsbewijs van 1940. "Allereerst werden zowel het Persoonsbewijs als het hedendaagse biometrisch paspoort ingevoerd in 'oorlogstijd'; waar destijds de Tweede Wereldoorlog woedde, accepteren we tegenwoordig allerlei registraties mede onder druk van de War on Terror die al tien jaar bezig is. Er is bovendien bij beide sprake van propaganda; in de voorlichtingsfolder van de overheid staat dat het nieuwe paspoort er is om fraude tegen te gaan. Dat het biometrisch paspoort nog vier, vijf andere doelen dient, waaronder strafrechtelijk onderzoek, is nooit verteld in voorlichtingscampagnes."

Verder gold zowel het Persoonsbewijs als het biometrisch paspoort als een prestigeproject van de Nederlandse overheid, beide werden gepresenteerd als een state-of-the-art product waarmee Nederland een voortrekkersrol vervulde. Ten slotte wordt het identiteitsbewijs ingezet als controle-instrument; een bevolking biometrisch in kaart brengen is een krachtig middel om verzet te breken. Ook in Irak en Afghanistan worden identificatiebewijzen ingezet om opstandelingen te bestrijden.
Volgens Böhre is het verzet in Nederland er hedendaags wel degelijk, maar via andere wegen. "Er lopen op dit moment meerdere rechtszaken tegen de verplichte vingerafdruk in het paspoort. In plaats van een bombardement op het Centrale Bevolkingsregister, kunnen we vandaag de dag spreken van een juridisch bombardement.""

Lees HIER het hele verslag van de avond op de website van het Platform Bescherming Burgerrechten.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"'Het functioneren van het CBP? Zeg maar gerust het dísfunctioneren van het CBP", reageert Miek Wijnberg strijdvaardig op de vraag hoe het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) het doet. De voorzitter van de burgerrechtenvereniging Vrijbit, die zich verzet tegen 'controledrift' en 'afbraak van privacy', is zeer kritisch. "Het begint al bij de term privacy. Het CBP wordt geacht dé privacywaakhond van Nederland te zijn. Maar privacy gaat veel verder dan alleen het bewaken van persoonsgegevens."

Er blijft dus veel liggen buiten het mandaat van het CBP, beaamt Vincent Böhre, jurist bij Privacy First, een stichting die zich sterk maakt voor behoud en bevordering van het recht op privacy. Wijnberg en Böhre noemen als voorbeeld een wetsvoorstel dat preventieve huiszoekingen mogelijk maakt om uitkeringsfraude te bestrijden.

Het CBP zou niet pas achteraf met boetes moeten kunnen optreden, maar ook moeten kunnen voorkomen dat er bepaalde systemen worden aangelegd, vindt Wijnberg. "Maar dat is het tweede structurele probleem: de adviesfunctie van het CBP stelt geen fluit voor." Bij wetsvoorstellen wordt de waakhond pas 'op het laatste nippertje' om advies gevraagd. Wijnberg: "Het CBP moet binnen zes weken reageren, dat is erg kort. Bovendien kunnen die adviezen net zo makkelijk terzijde worden gelegd. En dan is het CBP niet zo assertief dat het aan de bel trekt bij de Tweede Kamer."

Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de Paspoortwet. "Het [wetsvoorstel] was volgens het CBP in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat het ging om het grootschalig opslaan van biometrische gegevens die ook voor justitieel gebruik zouden worden ingezet", zegt Wijnberg. "De regering zei: we gaan er toch mee door. En Kohnstamm deed niks."

De toezichthouder mag sowieso wel wat pro-actiever worden, vindt Böhre. "Het CBP laat zich op belangrijke momenten veel te weinig zien in het publieke debat." Hij noemt de discussie over de Paspoortwet in 2009. "In de zomer barstte een hevig debat los, maar het CBP liet maanden niets van zich horen. Als je eerder al advies hebt gegeven, wil dit niet zeggen dat je later niet nog eens kritisch aan de bel kunt trekken. Een gemiste kans. Andere toezichthouders zoals de Nationale Ombudsman en de Commissie Gelijke Behandeling doen dit beter."

De organisaties hebben ook kritiek op de traagheid en bureaucratie van het CBP en op het feit dat individuele burgers geen klacht kunnen indienen bij de waakhond. Böhre: "Er is een telefonisch spreekuur, maar daarbij krijg je alleen een algemeen antwoord. Je weet niet wat ermee gebeurt. Of je kunt een misstand 'signaleren' door een formulier in te vullen. Pas bij veel signalen wordt er misschíen iets mee gedaan.""

Bron: BN/DeStem, Brabants Dagblad, Dagblad De Limburger, De Gelderlander, Limburgs Dagblad, Twentse Courant Tubantia, Provinciale Zeeuwse Courant, Leeuwarder Courant, Eindhovens Dagblad, De Stentor / Deventer Dagblad, Dagblad Flevoland, Gelders Dagblad, Nieuw Kamper Dagblad, Sallands Dagblad, Zutphens Dagblad & Zwolse Courant, 17 april 2012.

Gepubliceerd in Privacy First in de media
Getagged onder

Deze week staat in Nieuwe Revu een kritisch artikel van journalist Casper Sikkema over het paspoort met #vingerafdrukken. Hieronder een aantal fragmenten met o.a. Privacy First-medewerker Vincent Böhre:

"Steeds meer Nederlanders weigeren hun vingerafdrukken af te geven voor het nieuwe biometrische paspoort. De pas zou onveilig zijn en een inbreuk op de privacy. Revu zoekt uit hoe het zit.

(...) Drie burgers spanden afgelopen week een zaak aan bij de Raad van State. Ze eisen dat ze worden vrijgesteld van de plicht om vingerafdrukken af te geven voor een nieuw paspoort, omdat ze het een inbreuk op hun privacy vinden.

En andere critici zeggen dat het nieuwe paspoort lang niet zo veilig is als de overheid ons wil doen geloven. Aanvankelijk werd aangenomen dat Nederland dankzij de zegeningen van de technologische vooruitgang weer een stuk veiliger zou worden. Via een centrale database konden opsporingsdiensten verdachte elementen makkelijker oppakken. En als er even door werd gepakt, zou Nederland snel marktleider zijn op biometrisch gebied. Iedereen veiliger, Nederland rijker. Een paar jaar en drie vernietigende rapporten verder gaat de overheid de miljoenen opgeslagen vingerafdrukken weer uit de systemen halen. Als alles goed gaat.

Brenno de Winter, expert op het gebied van overheid en technologie heeft een duidelijke mening over de invoering van het biometrische paspoort. 'Hier zie je heel duidelijk dat er in Nederland een heilig geloof in technologie bestaat, waarbij wij risico's volledig negeren. (...)'

Max Snijder deed in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderzoek naar de invoering van het biometrisch paspoort. Hij schrok van de naïviteit waarmee Nederland dat klusje wel even dacht te klaren. '(...) Toen vorig jaar naar buiten kwam dat er bij een steekproef in Roermond een foutpercentage van 21% was bij het verifiëren van vingerafdrukken vanuit de database, leek minister Donner daar niet eens van te schrikken.' Snijder beschrijft het heilige geloof in de technologie, de tunnelvisie van de verantwoordelijke ambtenaren en het gebrek aan een duidelijk doel. (...)

Ook Vincent Böhre deed in opdracht van de WRR onderzoek naar het biometrisch paspoort. 'Er zijn rare dingen gebeurd die gedeeltelijk zijn te verklaren uit de angst voor terrorisme. Dan nemen mensen en ook overheden vaker irrationele beslissingen.'  Volgens Böhre leefde bij de overheid een tijd het idee dat drastische privacy-inperkende beslissingen zo snel en geruisloos mogelijk doorgevoerd moesten worden. 'Men dacht dat als ze het maar snel genoeg doen het later niet meer terug kon worden gedraaid. Daar beginnen ze eindelijk van terug te komen. Privacy is een mensenrecht. De overheid weet dat ze rechtszaken kan verwachten als daar geen rekening mee wordt gehouden.'

Het gevaar van een overheid die alles kan zien, is volgens Böhre niet vaag en ver weg. 'We bouwen nu een infrastructuur die door bijvoorbeeld een totalitair regime kan worden misbruikt. Daarom moeten er in de wetgeving en technische infrastructuur remmen worden ingebouwd om misbruik te voorkomen.'

In  WikiLeaks-documenten staat dat Nederland voor Amerika een proeftuin voor antiterroristische wetgeving was. Böhre: 'De Amerikanen spraken over ons als dat land waar je alles kon invoeren wat je maar kunt bedenken. De economische belangen zijn groot. Nederland dacht er goede sier mee te maken en uiteindelijk marktleider te worden. Dat imago heeft een deukje opgelopen toen bleek dat een kwart van de vingerafdrukken niet kan worden geverifieerd.'

De industriële lobby speelde volgens Böhre ook een grote rol in de totstandkoming van het nieuwe paspoort. 'Het belangrijkste argument om het biometrische paspoort in te voeren, was het tegengaan van lookalike-fraude. Ik heb de cijfers daarover boven tafel kunnen krijgen. Het gaat om slechts tientallen gevallen per jaar. Wat mager om de hele bevolking op te zadelen met een verplicht biometrisch paspoort.'"

Bron: Nieuwe Revu nr. 15, 2012 / editie 2927, pp. 10-11.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

In het programma Fresh'n Up op FunX Radio werd Privacy First voorzitter Bas Filippini deze week geïnterviewd over de verschillende rechtszaken tegen de nieuwe Paspoortwet en over de Nederlandse aantasting van de privacy in het algemeen. De nieuwe Paspoortwet staat namelijk niet op zichzelf, maar past in een breder patroon van een overheid die iedereen wil kunnen controleren met behulp van vingerafdrukken, gezichtsscans, camera's met gezichtsherkenning, profiling, opslag van communicatiegegevens, cameratoezicht aan de landsgrenzen en binnenkort misschien zelfs mini-drones. Beluister hieronder het hele fragment!

 

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Nederlandse paspoorten worden nauwelijks nog gebruikt voor paspoortfraude. Het gaat om enkele tientallen paspoorten per jaar, terwijl ieder jaar duizenden andere soorten valse identiteitsdocumenten worden onderschept door onder andere de Koninklijke Marechaussee.

In 2010 werden minder dan 35 Nederlandse paspoorten ingenomen die of vervalst waren of waarmee gefraudeerd werd. Het totaal aantal vervalste documenten dat wordt aangetroffen daalt sinds 2004. Dat blijkt uit de jaarverslagen van het Expertisecentrum Identiteitsfraude & Documenten (ECID), het onderzoeksbureau van de Koninklijke Marechaussee gevestigd op Schiphol.

Opmerkelijk is ook het kleine aantal Nederlandse paspoorten dat is aangewend voor identiteitsfraude. Hierbij gebruikt een persoon een nog geldend paspoort van iemand anders. In 2008 en 2009 werd dit minder dan dertig keer geconstateerd, in 2010 slechts acht keer. De cijfers zijn koren op de molen voor stichting Privacy First, die het ECID had verzocht om de verslagen openbaar te maken. Volgens jurist Vincent Böhre van de burgerrechtenorganisatie laten de cijfers zien dat identiteitsfraude 'helemaal geen groot fenomeen is'. Sinds september 2009 is het verplicht om vingerafdrukken op te slaan in het Nederlands paspoort. Böhre: "De overheid heeft jaren beargumenteerd dat zo'n biometrisch paspoort nodig was om grootschalige identiteitsfraude te bestrijden. Nu blijkt dat deze fraude praktisch geen rol speelt.''

De verslagen maken volgens Böhre ook duidelijk dat de Tweede Kamer begin 2010 is voorgelogen over identiteitsfraude door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van destijds, Ank Bijleveld (CDA). "De staatssecretaris heeft aan de Kamer geantwoord dat zulke cijfers niet bekend zijn. Maar de cijfers werden ook toen al verschillende jaren bijgehouden door het ECID.''

Bijleveld is nu Commissaris van de Koningin in Overijssel. Het opslaan van vingerafdrukken en een gezichtsscan in het paspoort wordt nog door burgers aangevochten bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter. De zitting hiervan begint maandag."

Bron: Dagblad van het Noorden (p. 5), Twentse Courant Tubantia, De Stentor / Apeldoornse Courant, Deventer Dagblad, Dagblad Flevoland, Gelders Dagblad, Nieuw Kamper Dagblad, Sallands Dagblad, Zutphens Dagblad, Veluws Dagblad & Zwolse Courant, 31 maart 2012, sectie Binnenland.

Gepubliceerd in Privacy First in de media
donderdag, 29 maart 2012 17:03

Privacy First bekrachtigt Earth Charter

Verklaring van bekrachtiging van het Earth Charter door Stichting Privacy First   

« Privacy is het nieuwe groen »

Hierbij bekrachtigt Stichting Privacy First het Earth Charter (Handvest van de Aarde). Wij onderschrijven de opvattingen en doelstellingen van dit document en steunen het gemeenschappelijke streven naar een rechtvaardige, duurzame en vreedzame wereld. Het wereldwijde behoud en de bevordering van het universele recht op privacy is daartoe van fundamenteel belang. Om dit doel te bereiken zal Privacy First zich mede door de waarden en beginselen van het Earth Charter laten leiden.

Privacy vormt de basis van de democratische rechtsstaat. Zonder privacy geen vrije individuele ontwikkeling en geen vrije democratische dynamiek. Van alle mensenrechten staat het recht op privacy in deze tijd het meest onder druk. Door de opkomst van moderne informatietechnologie (ICT) raken de fysieke en virtuele wereld steeds verder geïntegreerd en worden samenlevingen in toenemende mate transparant. De digitale revolutie biedt soevereine volkeren en individuen wereldwijd nieuwe kansen en mogelijkheden voor democratisering en sociaal-economische empowerment, maar biedt overheden ook de technische middelen om dit te onderdrukken. Informatietechnologie behoort de vrije mens te dienen in plaats van andersom. In een duurzame informatiesamenleving dient ieders privacy dan ook optimaal gewaarborgd te worden.

Dezelfde positieve omslag die de laatste decennia gemaakt is op milieuterrein dient de komende jaren te worden gemaakt op het terrein van privacybescherming. De giflekken van vroeger zijn immers de datalekken van nu. Zoals grote groepen mensen door milieuonvriendelijke praktijken worden getroffen, zo geldt dit ook voor praktijken die privacyonvriendelijk zijn. Op beide terreinen vormen onze leefomgeving en persoonlijke levenssfeer een onlosmakelijk geheel. In mensenrechtelijk opzicht blijkt dit reeds uit de Europese ontwikkeling van een 'groene interpretatie' van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waardoor het recht op privacy een milieudimensie heeft gekregen. Omgekeerd zijn de waarden en beginselen uit het Earth Charter een relevant kompas waar het de bescherming van onze privacy betreft. In de geest van het Earth Charter vertaalt dit zich voor Privacy First in de volgende principes: 

1. In ieder beleid van overheid en bedrijfsleven dienen positieve menselijke vrijheid en de menselijke maat centraal te staan.

2. Privacy is de meest fundamentele vrijheid en omvat naast de persoonlijke levenssfeer en ontwikkeling ook de bescherming van persoonsgegevens, vertrouwelijke communicatie en integriteit van persoon en lichaam.

3. Zowel bedrijven als overheden hebben een zorgplicht voor goede privacybescherming. Deze plicht reikt ook over landsgrenzen heen.

4. Ieder mens heeft het recht op informationele zelfbeschikking: het recht op persoonlijke controle over zijn of haar eigen persoonsgegevens.

5. Het menselijk lichaam is onschendbaar. Het recht op lichamelijke integriteit is absoluut in de zin dat inbreuken hierop slechts toelaatbaar zijn met toestemming van het individu zelf.

6. ICT-bedrijven zijn verplicht om op maatschappelijk verantwoorde, ethische en transparante wijze te ondernemen. Zij hebben in dit verband tevens een ketenverantwoordelijkheid voor afnemers en toeleveranciers.

7. Privacy Impact Assessments zijn verplicht in iedere situatie waarin de privacy aangetast kan raken. Maatregelen die tot grootschalige en onomkeerbare privacyschendingen kunnen leiden zijn bij voorbaat verboden.

8. Op overheden en bedrijven die de privacy schenden rust de plicht om de situatie te herstellen en eventuele schade te vergoeden.

9. Om zich tegen (dreigende) privacyschendingen door overheden en bedrijven te kunnen verweren staan aan burgers zowel individuele als collectieve rechtsmiddelen ter beschikking. De overheid waarborgt de individuele rechtsbescherming en het collectieve actierecht.

10. Medeplichtigheid van bedrijven aan buitenlandse privacyschendingen dient te worden voorkomen en te worden bestraft. Dit kan door het instellen van internationale sanctiemechanismen.

11. Ieder mens heeft het recht op vrije toegang tot internet. Overheden en bedrijfsleven faciliteren dit recht.

12. Ieder mens heeft recht op actieve openbaarheid van bestuur. Dit omvat het recht op tijdige, correcte en volledige overheidsinformatie.

13. Privacygevoelige informatietechnologie dient te voldoen aan de hoogste standaarden van 'privacy by design'. Dit kan door gebruikmaking van privacy enhancing technologies (PET).

14. Iedere generatie mensen is verantwoordelijk voor de privacybescherming van volgende generaties.  

15. Een privacyvriendelijke toekomst begint bij de jeugd. Daartoe dient privacy-educatie verplicht te worden gesteld in het lager, middelbaar en hoger onderwijs.

Stichting Privacy First
Amsterdam, 29 maart 2012

De officiële bekrachtigingsverklaring van Privacy First vindt u HIERpdf.

Gepubliceerd in Metaprivacy
dinsdag, 27 maart 2012 17:01

Overwegingen van een biometrisch weigeraar

Op maandag 2 april as. (11.00) vinden bij de Raad van State tegelijkertijd drie individuele rechtszittingen plaats tegen de nieuwe Paspoortwet. Eén van deze rechtszaken is aangespannen door dhr. W.P. Willems tegen de burgemeester van de gemeente Nuth (Zuid-Limburg). Hieronder leest u de overwegingen van dhr. Willems om geen vingerafdrukken af te staan voor een nieuw paspoort of identiteitskaart:

Als "biometrisch weigeraar" ben ik nu al bijna twee jaar verstoken van een paspoort of ID-kaart. Een rare situatie: heel je leven ben je van geboorte Nederlander en plots blijkt dat niet meer zo'n vanzelfsprekendheid. Ik kan geen officiële transacties doen, het ziekenhuis doet moeilijk, ik kan geen vliegreis maken en zelfs reizen in Europa is niet langer zonder gevaar. De politie kan me "zomaar" in vreemdelingendetentie opsluiten. En toch, steeds meer Nederlanders kiezen ervoor om geen paspoort of identiteitskaart aan te vragen; ze vertrouwen onze overheid niet meer.

De Franse Revolutie maakte in 1789 een einde aan het totalitaire staatsmodel, aan de willekeur van het goddelijk recht "Le Droit Divin". Veel bevoegdheden, welke voorheen in handen van koningen en regenten lagen, zijn overgeheveld naar een gekozen overheid maar dus ook naar het private domein van de burger. In 1848 is deze scheiding, tussen publiek en privaat, in ons land geformaliseerd en gelegaliseerd. Dit was het fundament waar Thorbecke, de grondlegger van de Nederlandse parlementaire democratie, onze Grondwet op baseerde.

Vooral in de artikelen 10 en 11 van de Grondwetsherziening van 1983 komt dit tot uitdrukking:

art. 10: "De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens."

art. 11: "Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam."

De Grondwet laat dus toe dat de overheid persoonsgegevens vastlegt, maar verplicht haar tevens om deze gegevens te beschermen. Er staat niet voor niets "regels ter bescherming", terwijl de laatste drie oud-ministers van Binnenlandse Zaken en een meerderheid in het politieke establishment dat slechts interpreteren als "regels"; het "ter bescherming" wordt maar vergeten.

Nu deze rechten niet alleen in de Grondwet maar ook in de Universele Rechten van de Mens zijn vastgelegd behoeft het nauwelijks betoog dat een inbreuk op deze fundamentele rechten eigenlijk niet zou moeten kunnen plaatsvinden, maar als het echt niet anders kan, dan moet deze inbreuk van zeer stringente waarborgen worden voorzien.

En juist daaraan mankeert het bij het nieuwe biometrische paspoort. Als liberaal zal ik me zoveel mogelijk verzetten tegen ongewenste staatsbemoeienis. Het is waar, blijkbaar heb ik de tijd tegen, gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en gezien de uitspraken van opvolgende politici die zich met het paspoort hebben bemoeid.

Het blijkt dat totalitaire staatsbemoeienis steeds dichterbij komt en door sommigen zelfs als doel geformuleerd wordt. De Staat geeft er steeds weer blijk van dat ze zoveel mogelijk van ons burgers wil weten om ons aldus te kunnen controleren, bijsturen en beheersen. Dit alles uiteraard onder het mom van een illusoir streven naar meer veiligheid. De historische en wettelijke context wordt echter door de voorstanders van biometrische identificatie volledig genegeerd. Het historisch besef ontbreekt blijkbaar. Men vindt het allemaal niet zo bezwaarlijk, waarom zo moeilijk doen, het dient toch een nastrevenswaardig doel? Veiligheid! Veiligheid voor ons allen.

Ze vergeten dat respect voor het privédomein de voorwaarde is om met elkaar in een gezonde samenleving te kunnen functioneren. Mensen streven in de eerste plaats naar vrijheid, veiligheid is daaraan ondergeschikt. Op het moment dat dit niet meer wordt erkend en belangrijk geacht, zakken we vanzelf af naar een totalitaire Staat. Een Staat waarin regenten en beambten de dienst uitmaken; die weten uitstekend wat goed voor henzelf is, maar helaas ook wat "goed" voor u is. Historisch, maar ook heden ten dage, zijn er voorbeelden te over om te zien waar dat toe leiden kan.

Ze vergeten dat vrijheidsverlies nooit wordt gevolgd door meer veiligheid voor het individu. Het gevaar komt dan hooguit ook nog uit andere hoek. Een Staat met voldoende historisch besef zou deze macht c.q. informatie over haar burgers niet eens in handen moeten willen krijgen; al is het alleen maar omdat, zoals de ervaring van de Tweede Wereldoorlog leert, burgers bij een te uitgebreid en sluitend administratief overheidssysteem ernstig in gevaar kunnen worden gebracht.

Een verder bezwaar dat ik als weigeraar aanvoer is het feit dat een dergelijke inbreuk op mijn privéleven, als dat al maatschappelijk noodzakelijk zou zijn, niet zonder een afweging van mijn persoonlijk belang kan plaatsvinden, juist omdat de aantasting van het privédomein zo'n dominante plaats heeft in onze wetgeving. Mijn persoonlijk belang wordt echter expliciet buiten de afweging gehouden.

De overheid rechtvaardigt deze inbreuk met de reden dat een verbetering van het uitgiftesysteem van paspoorten wordt bewerkstelligd. Een drogreden die thans echt niet langer aangevoerd kan worden. Nu de minister heeft aangegeven dat de biometrische gegevens slechts tijdelijk, tijdens de aanmaak van het document, opgeslagen zullen worden en er verder geen biometrische gegevens meer buiten het paspoort in een databank zullen worden opgeslagen, kan bij een nieuwe of hernieuwde aanvraag geen verificatie met deze niet opgeslagen gegevens plaatsvinden. Dat klemt temeer daar bij het afhalen van het document de biometrische gegevens niet met de gegevens van de aanvragende persoon vergeleken mogen worden. Wellicht omdat meer dan 20% van de vingerafdrukken niet betrouwbaar naar de rechtmatige eigenaar te herleiden is. De nieuwe methode is dus niet beter dan de oude.

Indien men de Europese Paspoortverordening zélf als reden aanvoert: wat ik daar als Nederlander al van mag vinden, de verordening schrijft voor dat de gegevens worden beveiligd en het opslagmedium "voldoende geschikt moet zijn om de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen". Tevens wordt uitdrukkelijk vermeld dat een ongeoorloofde toegang te allen tijde moet worden voorkomen. Volgens de in artikel 5, lid 2, bedoelde procedure worden aanvullende technische specificaties voor het paspoort vastgesteld voor:

a) aanvullende veiligheidskenmerken en -vereisten, met inbegrip van hogere normen ter voorkoming van vervalsing en namaak;

b) technische specificaties betreffende het medium voor de opslag van de biometrische gegevens en de veiligheid ervan, zoals het voorkomen van ongeoorloofde toegang; (onderstreping Willems)

c) kwaliteitseisen en gemeenschappelijke normen inzake gezichtsopname en vingerafdrukken.

De externe toegang, zonder goedkeuring van de drager, is ingebakken in de gekozen opslagmethode, met een op afstand uitleesbare chip. Weg beveiliging. De bescherming die art. 10 van de Grondwet biedt is ondergeschikt gemaakt aan het gebruiksgemak van de controlerende instanties en overheden. Het is meer dan voldoende aangetoond dat de beveiliging onvoldoende is en technisch gezien onnodig sterk te wensen overlaat.

Ik heb nu juist bezwaar tegen deze manier van opname van de biometrische en andere gegevens op de chip in het paspoort. Ik maak bezwaar tegen de eenvoudige uitlezing door derden en de zwakke beveiliging daarvan. De regie over mijn eigen persoonlijke gegevens wordt me ontnomen en geforceerd in handen gelegd van een Staat en van andere organisaties die geregeld in het nieuws komen met datalekken en beveiligingsproblemen waarvan de ene nog erger is dan de andere.

Mijn bezwaar betreft verder dat de versleutelingscodes met "bevriende Staten" worden gedeeld. Externe toegang en uitlezing is een zekerheid, ook door onbetrouwbare personen en/of diensten. Dat is voor mij onaanvaardbaar. Want het betekent in de praktijk twee dingen:

1) deze zogenaamde "bevriende Staten" kunnen de gegevens, waarvan wij besloten hebben om ze niet op te slaan, juist wél opslaan. Alle argumenten tegen enige vorm van opslag door onze eigen Staat gelden nog steeds.
2) wij staan gegevens c.q. "bevoegdheden" af aan andere Staten.

Elke gegevensuitwisseling moet daarom gepaard gaan met een optimale kwaliteit van zowel ons openbaar bestuur, als ook van het openbaar bestuur van deze vreemde mogendheden.

Uit de geschiedenis weten we dat sterke Staten soms verschrikkelijk ontsporen. Om het met hoogleraar Ankersmit te zeggen: "Dit betekent dat we altijd de absolute zekerheid moeten hebben dat publieke bevoegdheden corresponderen met de verplichting tot het publiekelijk afleggen van verantwoording. Geen bevoegdheden zonder verantwoordelijkheden, en geen verantwoordelijkheden zonder bevoegdheden. Dat is de alfa en omega voor alle goed bestuur."

De Staat der Nederlanden kan op geen enkele manier garanderen dat andere Staten, al dan niet bevriend, geen misbruik van deze gegevens zullen maken en aldus mijn grondrechten geweld aan zullen doen.

In de toekomst is bij een elektronische controle wellicht zelfs niet eens een fysiek paspoort meer noodzakelijk. Een virtuele identiteit zal voldoende blijken, bijna zoals dat nu ook gebeurt met uw bancaire internetverkeer. Groot verschil is echter dat u in dit laatste geval zelf van uw bancaire gegevens de coderingssleutel bezit. Bij de paspoortgegevens bezitten "anderen" de sleutels. De gegevens kunnen worden gekloond. Door het verstrekken van uw biometrische kenmerken verzwakt uw identiteit tot een identiteit die redelijk eenvoudig gekloond, gestolen en misbruikt kan worden.

De toekomstige misdadigers zullen niet langer met vervalste of gestolen paspoorten rondlopen, neen, ze lopen met uw en met mijn identiteit rond en worden hierdoor niet alleen onvindbaar maar, sterker nog, als u, een onschuldige burger, reeds veroordeeld bent door "onomstotelijk biometrisch bewijs", zal er niet eens meer naar hen gezocht worden.

Niet doen dus.

Een overheid moet privacy niet alleen als lastig beschouwen maar als een waarachtig grondwettelijk recht.

Vrijheid moet nooit worden ingeleverd om hiermee te trachten veiligheid te verkrijgen. Juist veiligheid verdwijnt als eerste, indien vrijheid wordt opgeofferd.

W.P. Willems


"Maar het is allemaal een illusie, want zij sterven ook; die mensen die hun geest slechts een uiterst beperkte speelruimte opleggen en zich voegen, voegen om veilig te zijn. Veilig voor wat? Het leven speelt zich altijd af op de rand van de dood; smalle straatjes leiden naar dezelfde plaats als brede boulevards en een klein kaarsje brandt ook op, net zoals een laaiende toorts. Ik kies zelf mijn weg om op te branden." 
(Sophie Scholl)

Gepubliceerd in Biometrie

Dankzij een Wob-verzoek van Privacy First worden de officiële cijfers over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten vandaag voor het eerst openbaar. Uit deze cijfers blijkt dat het biometrische paspoort met vingerafdrukken een volstrekt disproportionele maatregel is die nooit had mogen worden ingevoerd.

Hét overheidsargument voor de invoering van vingerafdrukken in paspoorten en identiteitskaarten is al jaren hetzelfde: bestrijding van look-alike fraude. Look-alike fraude is een vorm van misbruik waarbij iemand een authentiek reisdocument gebruikt van een ander met wie hij of zij uiterlijke gelijkenis vertoont. Dit type fraudeur wordt ook wel impostor genoemd. Over de omvang van dit type fraude zijn vrijwel nooit vragen gesteld, noch door Kamerleden, noch door wetenschappers en journalisten. Wie er de laatste 10 jaar een vraag over stelde werd meestal met één van de volgende kluitjes in het riet gestuurd: cijfers over look-alike fraude zouden "onbekend", "niet openbaar", "vertrouwelijk" of "geheim" zijn. Het antwoord op de meest recente Kamervraag in dit verband dateert uit oktober 2010:

- Vraag: "Is het waar dat de cijfers van 'lookalike' fraude met identiteitsdocumenten bekend zijn, maar dat u die cijfers niet aan de Tweede Kamer wilt geven? Bent u bereid deze cijfers naar de Tweede Kamer te sturen?"
- Antwoord staatssecretaris Bijleveld (BZK): "Nee, dit is niet waar. Omdat dergelijke cijfers mij niet bekend zijn, kan ik u die vanzelfsprekend niet toesturen." (bron)

Wie de laatste jaren doorvroeg kreeg vaak te horen dat het om een gigantisch fenomeen zou gaan. Hierdoor ontstond het beeld van een "dark number" met bijna mythische proporties. Echter zonder een spoor van bewijs. Dus diende Privacy First onlangs een Wob-verzoek in bij het Nederlandse overheidsonderdeel waar de cijfers over look-alike fraude al jaren keurig worden bijgehouden: het Expertisecentrum Identiteitsfraude & Documenten (ECID) op Schiphol. Het ECID ressorteert onder de Koninklijke Marechaussee (KMar), oftewel onder het Ministerie van Defensie. Uit betrouwbare bron wist Privacy First dat de betreffende cijfers sinds 2008 in overzichtelijke jaarrapportages van het ECID te vinden zouden zijn. Dus vroegen wij die jaarrapportages onlangs simpelweg per email op. Vanuit het Ministerie van Defensie ontving Privacy First vervolgens de Statistische Jaaroverzichten Documentfraude over 2008 t/m 2010. (Update: de cijfers over 2011 volgden op 29 mei 2012.) Uit deze jaaroverzichten blijken de volgende cijfers over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten op Nederlands grondgebied:

2008: 46 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2008pdf, p. 45)

2009: 33 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2009pdf, pp. 42-43)

2010: 21 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2010pdf, pp. 52-53)

2011: 19 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2011pdf, pp. 52-53).

2012: 21 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2012pdf, p. 55).

2013: 12 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2013pdf, pp. 55-56).

2014: 10 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2014pdf, pp. 38-39).

2015: 16 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2015pdf, pp. 40-41). Tevens bleek in de periode 2012-2015 sprake van 29 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 45).  

2016: 14 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2016pdf, pp. 54-55). Tevens bleek in de periode 2012-2016 sprake van 28 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 62).

2017: 7 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2017pdf, pp. 53-54). Tevens bleek in de periode 2012-2017 sprake van 28 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 61).

2018: 14 gevallen (bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2018pdf, pp. 51-53). Tevens bleek in de periode 2014-2018 sprake van 26 gevallen bij grenspassage in de ons omringende landen België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (gemiddeld per jaar en per land; zie p. 59).

2019: hooguit 19 gevallen (?). Bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2019pdf, p. 14. In tegenstelling tot voorgaande jaren is deze rapportage helaas zeer beperkt en onduidelijk m.b.t. het aantal gevallen van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten in binnen- en buitenland.

2020: circa 123 buitenlandse gevallen (?). Bron: Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2020pdf, p. 22. Helaas is deze rapportage onduidelijk m.b.t. het aantal geconstateerde gevallen van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten in het binnenland.

Nederland telt 17 miljoen inwoners. Bijna 7,5 miljoen daarvan hebben tot maart 2012 hun vingerafdrukken moeten afstaan ter bestrijding van een handjevol gevallen van look-alike fraude. (Update november 2017: 20 miljoen vingerafdrukken, aldus NOS. Zie ook reactie Privacy First.) Deze situatie is naar alle maatstaven volstrekt disproportioneel en vormt daarmee een collectieve schending van het recht op privacy van iedere Nederlander. Privacy First ziet deze cijfers als sterke ondersteuning in haar rechtszaak tegen de nieuwe Paspoortwet en roept hierbij de Nederlandse overheid op om de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten en identiteitskaarten per direct stop te zetten. Ook tegen het Europese beleid in.

Update 22 maart 2012: eerder had Privacy First de cijfers 63 (2009) en 52 (2010) weergegeven. Die cijfers berustten echter op een telfout (dubbeltelling), waarvoor onze excuses.

Update 30 maart 2012: interne documenten van BZK uit 2004 duiden eveneens op relatief lage fraudecijfers en bovendien op hoge kosten voor de invoering van biometrie in reisdocumenten. Privacy First verkreeg deze documenten onlangs middels een grootschalig Wob-onderzoek dat reeds sinds april 2011 loopt.

Update 29 mei 2012: vandaag ontving Privacy First vanuit het Ministerie van Defensie eindelijk het langverwachte Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude 2011pdf. Het aantal gevallen van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten op Nederlands grondgebied (voorzover bij de KMar bekend) bedroeg blijkens dit rapport respectievelijk... 11 en 8, in totaal dus slechts 19. Bovenstaand lijstje met getallen van 2008 t/m 2010 hebben wij met deze cijfers over 2011 aangevuld. E.e.a. bevestigt eens te meer het beeld van look-alike fraude als zeer kleinschalig fenomeen. Het opzadelen van de hele Nederlandse bevolking met biometrische paspoorten en ID-kaarten ter bestrijding hiervan is en blijft dan ook volstrekt disproportioneel en dus onrechtmatig.

Update 1 november 2013: bovenstaand overzicht is vandaag aangevuld met de cijfers over 2012pdf. Privacy First beschouwt deze cijfers opnieuw als sterke ondersteuning in onze rechtszaak tegen de Nederlandse Staat ter onrechtmatigverklaring van de Paspoortwet (Paspoortproces). Een uitspraak van het Hof Den Haag in het Paspoortproces volgt op 7 januari as. Onlangs keurde het Europees Hof van Justitie de verplichte afname van vingerafdrukken onder de Europese Paspoortverordening goed, echter zonder enig kwantitatief onderzoek te hebben gedaan naar het doel hiervan: bestrijding van look-alike fraude met reisdocumenten. Reeds bij de ontwikkeling van de Paspoortverordening in 2004 kreeg het Europees Parlement hier desgevraagd geen cijfers over boven tafel. De privacyrechtelijke vereisten van 1) noodzakelijkheid en 2) proportionaliteit van de Paspoortverordening blijven daarmee tot op heden onaangetoond. Privacy First concludeert hieruit andermaal dat de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten en ID-kaarten onrechtmatig is en roept hierbij nogmaals de Nederlandse overheid op om deze praktijk per direct stop te zetten, ook tegen het Europese beleid in.

Update 9 juli 2014: bovenstaand overzicht hebben wij vandaag aangevuld met de cijfers over 2013pdf. Wederom zijn deze cijfers buitengewoon laag en zelfs veel lager dan in voorgaande jaren. Nieuw in de rapportage over 2013 zijn de cijfers van look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en ID-kaarten in enkele omringende landen. Deze cijfers zijn relatief hoger (166 gevallen in totaal, zie p. 60). Afgezet tegen een bevolking van 17 miljoen Nederlanders acht Privacy First het echter nog steeds volstrekt disproportioneel om ter bestrijding van dergelijk kleinschalige (0,00098%) look-alike fraude ieders vingerafdrukken af te nemen.

Update 26 november 2015: vandaag heeft Privacy First de cijfers over 2014pdf aan bovenstaand overzicht toegevoegd en breed gepubliceerd. Deze cijfers zijn opnieuw lager dan in voorgaande jaren. In relatieve zin blijkt het dus nog steeds slechts om een handjevol gevallen van look-alike fraude te gaan.

Update 27 juli 2016: de cijfers over 2015pdf zijn onlangs door Privacy First bij het Ministerie van Defensie opgevraagd en vandaag aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Opnieuw zijn deze cijfers relatief laag. Nieuw in de rapportage zijn de statistieken over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten bij grenspassage in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk: in totaal respectievelijk 213 en 137 gevallen in de periode 2012-2015, oftewel gemiddeld slechts 18 paspoorten en 11 identiteitskaarten per jaar per land. In de optiek van Privacy First zijn deze aantallen nog steeds dusdanig laag dat het niet de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten bij de gehele Nederlandse bevolking rechtvaardigt.

Update 30 november 2017: vandaag zijn de cijfers over 2016pdf door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Zoals verwacht zijn deze cijfers opnieuw erg laag en gedaald ten opzichte van vorig jaar. Dit geldt ook voor de statistieken over look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten bij grenspassage in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk: in totaal respectievelijk 259 en 163 gevallen in de periode 2012-2016, oftewel gemiddeld slechts 17 paspoorten en 11 identiteitskaarten per jaar per land. In de optiek van Privacy First zijn deze aantallen nog steeds dusdanig laag dat het de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten bij de gehele Nederlandse bevolking totaal niet rechtvaardigt.

Recentelijk berichtte de NOS dat de Nederlandse bevolking inmiddels zo’n 20 miljoen nutteloze vingerafdrukken heeft afgestaan ter eventuele bestrijding van een handjevol gevallen van look-alike fraude. Deze situatie is naar alle maatstaven volstrekt disproportioneel en vormt daarmee een immer voortdurende collectieve schending van het recht op privacy van iedere Nederlander. Privacy First roept hierbij dan ook de Nederlandse overheid opnieuw op om de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten per direct stop te zetten, ook tegen het Europese beleid in. Mocht dit vervolgens tot een rechtszaak tussen de Europese Commissie en Nederland leiden (wegens schending van de Europese Paspoortverordening), dan verwacht Privacy First dat de Nederlandse regering deze zaak glansrijk zal winnen en daarmee tevens een positief precedent zal scheppen voor het gehele Europese continent. Desgewenst zal Privacy First de Nederlandse regering hier graag bij adviseren.

Update 20 september 2018: vandaag zijn de cijfers over 2017pdf door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Zoals verwacht zijn deze cijfers opnieuw erg laag en gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Update 20 november 2019: vandaag zijn de cijfers over 2018pdf door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Zoals verwacht zijn deze cijfers opnieuw buitengewoon laag.

Op 17 november 2019 besteedden Reporter Radio en iBestuur uitgebreid aandacht aan identiteitsfraude, waaronder look-alike fraude: "Het ECID, opgericht in 2007, stelt sinds 2008 een uitgebreid en zeer gedetailleerd ‘Statistisch Jaaroverzicht Documentfraude’ op. Tot en met het overzicht van 2017 bevatte de inleiding de zin: “Het document is geschreven met de bedoeling een zo breed mogelijk publiek te informeren.” In 2017 werd het ‘een zo breed mogelijk publiek binnen de overheid’ en vorig jaar weer gewoon een breed publiek, dat nu geïnformeerd werd ‘over de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van documentfraude’. Masha O’Connor, hoofd ECID, zegt dat de overzichten alleen actief worden verspreid onder de ketenpartners. Een beperkt publiek binnen de overheid. Toch zijn de overzichten breed beschikbaar en wel op de website van de burgerrechtenorganisatie Privacy First. Die stuurt elk jaar een Wob-verzoek naar het ministerie van Defensie, dat inmiddels zo ongeveer per ommegaande de nieuwe editie verstrekt." (bron)

Update 6 april 2020: vandaag zijn de cijfers over 2019pdf door Privacy First aan bovenstaand overzicht toegevoegd. Deze cijfers zijn ditmaal helaas onduidelijk en onzeker, maar duiden nog steeds op zeer lage aantallen. Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/jaarplannen/2020/02/01/statistisch-jaaroverzicht-van-identiteits--en-documentfraude-in-2019.

Update 1 juli 2021: op verzoek van Privacy First zijn vandaag de cijfers over 2020 door het Ministerie van Defensie gepubliceerd. In vergelijking tot de jaren 2008-2018 is de betreffende rapportage helaas opnieuw te kort, onvolledig en onduidelijk m.b.t. binnenlandse look-alike fraude met Nederlandse paspoorten en ID-kaarten. Wel noemt deze rapportage voor het eerst cijfers over dergelijke fraude met Nederlandse documenten in het buitenland, zie bovenstaand overzicht. In de optiek van Privacy First zijn deze aantallen nog steeds veel te laag om verplichte afname van ieders vingerafdrukken te kunnen rechtvaardigen. Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/07/01/statistisch-jaaroverzicht-van-identiteits-en-documentfraude-in-2020.

Gepubliceerd in Wob-procedures

"Belangenorganisaties vervullen een belangrijke rol in de samenleving en in het – waartoe ik mij hier beperk – bestuursrechtelijke rechtsbedrijf. Zij bieden een platform voor belangenarticulatie aan burgers en bedrijven. Daarmee zijn zij een bruikbaar aanspreekpunt voor bestuur en wetgever. Een rol die des te belangrijker is nu er steeds minder organisatie van belangen plaatsvindt via politieke partijen. De kwaliteit van besluitvorming en regelgeving is gebaat bij betrokkenheid van belangenorganisaties. Bovendien kan via deze organisaties de stem van burgers en bedrijven op effectieve wijze worden gehoord. Ook in het kader van de rechtsbescherming zijn belangenorganisaties belangrijk. In veel gevallen nemen zij het voortouw in procedures en zorgen zij dat de kwaliteit van besluitvorming en regelgeving door de rechter wordt getoetst. Daarbij hebben de organisaties meestal veel verstand van zaken. Verder kan zo in meer algemene zin een rechterlijk oordeel worden verkregen over een kwestie, zonder dat er een serie individuele zaken aanhangig hoeft te worden gemaakt. Geen overbodige luxe, mede gelet op de dreigende verhoging van griffierechten.

(...) Toch zijn er de afgelopen jaren in het bestuursrecht pogingen gedaan om juist hun rol terug te dringen.

Een voorbeeld van dat laatste bieden de Afdelingsuitspraken van het najaar van 2008 (LJN BF3913, LJN BF3912, LJN BF3911 en LJN BG1156). Daarin wordt de drempel voor de ontvankelijkheid van belangenorganisaties verhoogd. Er worden zwaardere eisen gesteld aan het onderscheidend vermogen van statutaire doelstellingen. Verder wordt strenger de hand gehouden aan de eis van feitelijke werkzaamheden. Daaronder kan niet meer worden begrepen het louter in rechte opkomen tegen een besluit. Uiteindelijk heeft deze nieuwe lijn de positie van belangenorganisaties gelukkig niet wezenlijk beperkt. (...)

Een ander gevaar voor de positie van de belangenorganisaties vloeit voort uit jurisprudentie van de civiele rechter in procedures over de rechtmatigheid van regelgeving. Als bekend, kan er vanwege artikel 8:2 Awb bij de bestuursrechter niet rechtstreeks worden opgekomen tegen algemeen verbindende voorschriften. De rechtmatigheid daarvan kan daardoor bij de burgerlijke rechter worden betwist. Belangenorganisaties kunnen dat doen op de voet van de collectieve en algemeen belang actie van artikel 3:305a BW. In een procedure van de Stichting Privacy First tegen het biometrisch paspoort verklaarde de rechtbank (sector civiel) deze organisatie echter niet ontvankelijk. Dit omdat de rechtmatigheid van de Paspoortwet ook indirect bij de bestuursrechter zou kunnen worden getoetst in een zaak van een individuele burger tegen het besluit tot weigering van een paspoort vanwege het niet afgeven van vingerafdrukken (2 februari 2011, LJN BP2860). Daarbij lijkt een belangrijke rol te hebben gespeeld het voorkomen van de betrokkenheid van twee soorten rechters met het risico van 'rechtsoneenheid'. Hoewel op zich een legitiem belang, kunnen er serieuze vraagtekens bij dat oordeel worden geplaatst omdat het in lijkt te gaan tegen de bedoelingen van de wetgever. Bovendien is het gevolg daarvan dat de mogelijkheden van belangenorganisaties om te procederen tegen regelgeving ernstig in het gedrang komen. Zij kunnen immers niet zelf bij de bestuursrechter een procedure entameren. Verder is het onwaarschijnlijk dat zij als belanghebbende zouden worden toegelaten tot de procedure van de betrokken individuele burger. Daarbij laat deze paspoortzaak ook goed zien wat het gevolg is van het terugdringen van de rol van belangenorganisaties. Nu zijn er in het hele land diverse procedures gevoerd met alle rechtsonzekerheid van dien en wordt thans nog gewacht op het hoger beroep (bijv. LJN BP8841, LJN BT7650, LJN BR7082, en LJN BR4658). Bovendien blijkt dat de deskundige inbreng van de genoemde belangenorganisatie een toegevoegde waarde zou hebben gehad. Het is dan ook te hopen dat de uitspraak van de rechtbank in hogere instantie(s) wordt gecorrigeerd. Een alternatief daarvoor zou kunnen zijn het mogelijk maken van direct beroep tegen algemeen verbindende voorschriften (waaronder formele wetgeving) bij de bestuursrechter via het wijzigen van artikel 8:2 Awb. Deze optie heeft de voorkeur omdat daarmee het genoemde gevaar van 'rechtsoneenheid' zou kunnen worden weggenomen met behoud van de positie van belangenorganisaties."

Lees HIER het hele artikel van prof. Tom Barkhuysen bij NJBlog.

Gepubliceerd in Privacy First in de media
woensdag, 14 maart 2012 19:21

Kabinet beraamt digitale sleepnet-expedities

Sinds enkele dagen is er terechte opschudding over twee nieuwe kabinetsplannen die de privacy verregaand aantasten. Het eerste is een plan van minister Leers (CDA) om voortaan automatische risicoprofielen te gaan opstellen van iedere vliegtuigpassagier. Voordat u bijvoorbeeld op zakenreis of op vakantie gaat krijgt u dan een groen, geel, oranje of rood vlaggetje achter uw naam. Zonder dat u dat zelf weet. Niet als surprise party, maar omdat u in de ogen van dit kabinet misschien wel een gevaarlijke terrorist bent. Op Schiphol mag u dan hopelijk door het snelle poortje voor mensen met groene vlaggetjes lopen. Heeft u een ander vlaggetje, dan wordt u apart genomen, grondig gecontroleerd en ondervraagd en mist u wellicht uw vliegtuig. Het wetsvoorstel is nog niet naar de Tweede Kamer gestuurd, maar de overheid begint nu alvast met het bouwen van de bijbehorende centrale infrastructuur (PARDEX). Zo democratisch is Nederland anno 2012.

Het tweede plan komt uit de koker van staatssecretaris van Sociale Zaken De Krom (VVD). Qua privacybescherming blijkt De Krom al even hardleers: zijn idee is om voortaan van alle uitkeringsgerechtigden uitgebreide profielen te gaan samenstellen aan de hand van alle mogelijke databanken die men aan de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) kan koppelen. Mocht er ergens een digitaal vuiltje in uw profiel zitten, dan verschijnt u meteen op de radar bij een centrale meldkamer, een soort Central Command van de uitkeringen. Vervolgens is het aan u om te bewijzen dat er iets niet klopt aan uw profiel, anders raakt u wellicht uw uitkering kwijt.

In beide voorstellen draait alles om profiling: het opstellen en bijhouden van gedetailleerde risicoprofielen van gewone burgers. In een oceaan aan informatie die voor 99% van onschuldige mensen afkomstig is, hopen Leers en De Krom de 1% (potentiële) raddraaiers eruit te kunnen vissen. (Herinnert u zich 'The One Percent Doctrine' van Dick Cheney?) Oftewel een omkering van het klassieke principe dat de overheid pas inbreuk op uw privacy mag maken bij een redelijke verdenking van een strafbaar feit. Door profiling wordt iedereen immers bij voorbaat als (potentiële) verdachte behandeld. Het recht op privacy wordt daardoor in feite illusoir.

Gisteravond vond hierover een discussie plaats in het radioprogramma Dichtbij Nederland (NTR, Radio 5). Naast Vincent Böhre van Privacy First namen twee deskundigen deel aan het gesprek: criminologe Marianne van den Anker (voorheen wethouder Veiligheid bij Leefbaar Rotterdam) en Marc Jacobs (schrijver en oud-politiecommissaris). De hele discussie kunt u HIER terugluisteren (vanaf 17m48s).

Gepubliceerd in Profiling
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100