Toon items op tag: Verenigde Naties

Op 1 en 2 juli as. wordt Nederland in Genève kritisch onder de loep genomen door het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties. Dit comité is het VN-orgaan dat toezicht houdt op de naleving van één van de oudste en belangrijkste mensenrechtenverdragen ter wereld: het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR of BUPO-verdrag). Periodiek wordt ieder land dat partij is bij dit verdrag door het VN Mensenrechtencomité beoordeeld. Begin volgende week zal de Nederlandse regering zich bij het Comité moeten verantwoorden over diverse actuele privacykwesties die mede door Privacy First zijn geagendeerd.

De laatste Nederlandse sessie bij het VN Mensenrechtencomité dateert uit juli 2009, toen minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin zich in Genève moest verantwoorden voor de destijds geplande centrale opslag van ieders vingerafdrukken onder de nieuwe Paspoortwet. Dit kwam de Nederlandse regering destijds op de nodige kritiek van het Comité te staan. Nu, 10 jaar later, is Nederland opnieuw 'aan de beurt'. In dit verband had Privacy First reeds eind 2016 een kritische rapportage (pdf) over Nederland bij het Comité ingediend en dit onlangs met een nieuwe rapportage (pdf) aangevuld. Kort samengevat heeft Privacy First bij het Comité onder meer de volgende actuele kwesties aangekaart:

- beperkte ontvankelijkheid van belangenorganisaties bij collectieve rechtszaken

- grondwettelijk toetsingsverbod

- profiling

- Automatische Nummerplaat Herkenning (ANPR)

- grenscontrole-camerasysteem @MIGO-BORAS

- OV-chipkaart

- digitale zorgcommunicatie (EPD)

- mogelijke herinvoering van telecom-bewaarplicht

- nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten ('Sleepwet')

- PSD2

- Passenger Name Records (PNR)

- afschaffing raadgevend referendum

- verbod op oorlogspropaganda.

De Nederlandse sessie bij het Comité zal op maandagmiddag 1 juli en dinsdagochtend 2 juli as. live te volgen zijn via UN Web TV. Naast diverse privacykwesties hebben meerdere Nederlandse organisaties ook talloze andere mensenrechtenkwesties bij het Comité geagendeerd; klik HIER voor een overzicht, inclusief de door het Comité reeds eerder vastgestelde List of Issues (waaronder de nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, mogelijke herinvoering van een telecom-bewaarplicht, camerasysteem @MIGO-BORAS en medische privacy bij zorgverzekeraars). De uiteindelijke conclusies ('Concluding Observations') van het Comité volgen waarschijnlijk over enkele weken. Privacy First ziet een kritisch oordeel met vertrouwen tegemoet.

Update 26 juli 2019: gistermiddag heeft het Comité haar oordeel (“Concluding Observations”) over de Nederlandse mensenrechtensituatie gepubliceerd, waaronder de volgende kritische adviezen met betrekking tot twee Nederlandse privacy-kwesties die mede door Privacy First bij het Comité waren aangekaart:

The Intelligence and Security Services Act

The Committee is concerned about the Intelligence and Security Act 2017, which provides intelligence and security services with broad surveillance and interception powers, including bulk data collection. It is particularly concerned that the Act does not seem to provide for a clear definition of bulk data collection for investigation related purpose; clear grounds for extending retention periods for information collected; and effective independent safeguards against bulk data hacking. It is also concerned by the limited practical possibilities for complaining, in the absence of a comprehensive notification regime to the Dutch Oversight Board for the Intelligence and Security Services (CTIVD) (art. 17).
The State party should review the Act with a view to bringing its definitions and the powers and limits on their exercise in line with the Covenant and strengthen the independence and effectiveness of CTIVD and Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) that has been established by the Act.

The Market Healthcare Act

The Committee is concerned that the Act to amend the Market Regulation (Healthcare) Act allows health insurance company medical consultants access to individual records in the electronic patient registration without obtaining a prior, informed and specific consent of the insured and that such practice has been carried out by health insurance companies for many years (art. 17).
The State party should require insurance companies to refrain from consulting individual medical records without a consent of the insured and ensure that the Bill requires health insurance companies to obtain a prior and informed consent of the insured to consult their records in the electronic patient registration and provide for an opt-out option for patients that oppose access to their records.

Het Comité uit haar zorgen over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv of 'Sleepwet') en stelt dat deze wet dient te worden herzien. Het Comité is met name bezorgd over de nieuwe mogelijkheden voor grootschalige interceptie en hacking, de verlenging van bewaartermijnen en de gebrekkige mogelijkheden om klachten in te dienen. Tevens dienen de onafhankelijkheid en effectiviteit van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de nieuwe Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) te worden versterkt.

Met betrekking tot het (formeel reeds ingetrokken, maar in praktijk gecontinueerde) Wetsvoorstel inzage medische dossiers door zorgverzekeraars oordeelt het Comité dat dergelijke inzage slechts toegestaan is na toestemming van de patiënt. Tevens dient de wetgeving te voorzien in een opt-out voor patiënten die dergelijke inzage niet wensen. De huidige praktijk van inzage van medische dossiers door verzekeraars dient dan ook per direct te worden beëindigd.

Tijdens de sessie in Genève kwamen tevens de Nederlandse afschaffing van het referendum en het camerasysteem @MIGO-BORAS kritisch ter sprake. Privacy First betreurt het dat het Comité deze (evenals diverse andere actuele) onderwerpen in haar eindoordeel onbenoemd laat. Niettemin toont de rapportage van het Comité vandaag aan dat het thema privacy ook bij de Verenigde Naties steeds hoger en kritischer op de agenda staat. Privacy First juicht deze ontwikkeling toe en zal dit de komende jaren blijven aansporen. Tevens zal Privacy First erop toezien dat Nederland de diverse aanbevelingen van het Comité zal implementeren.

De volledige Nederlandse sessie bij het VN-Comité staat online bij UN Web TV (1 juli en 2 juli). Zie ook de uitgebreide VN-verslagen, deel 1 en deel 2 (pdf).

Gepubliceerd in Wetgeving

Mede op initiatief van Privacy First buigt een speciaal Comité van de Verenigde Naties in Genève zich deze week over de dreigende invoering van Taser-wapens bij het gehele Nederlandse politiekorps. Deze invoering is mogelijk in strijd met het VN Verdrag tegen Foltering.

Recht op lichamelijke integriteit

Van oudsher hanteert Privacy First een breed, mensenrechtelijk begrip van het recht op privacy. Hieronder valt ook het recht op lichamelijke integriteit. Dit recht staat de laatste jaren in toenemende mate onder druk: denk bijvoorbeeld aan preventief fouilleren op straat, bodyscans op luchthavens, vingerafdrukken in paspoorten, DNA-databanken, de nieuwe wet op orgaandonatie, discussies over verplicht vaccineren, etc. Naast artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt het recht op lichamelijke integriteit in Nederland apart beschermd door artikel 11 van de Grondwet. Op internationaal niveau behoort het recht op lichamelijke integriteit tot de categorie mensenrechten die de sterkste bescherming genieten, waaronder het absolute verbod op marteling of foltering.

VN Verdrag tegen Foltering

Marteling (of, indien door ambtenaren gepleegd: foltering) behoort tot de kleine categorie van absolute verboden in het internationaal recht. Andere voorbeelden binnen deze categorie zijn het verbod op genocide, internationale agressie (illegale oorlogvoering), slavernij, rassendiscriminatie, apartheid en piraterij. Overtreding van deze normen is altijd en onder alle omstandigheden verboden. Een ieder die zich waar dan ook ter wereld aan marteling of foltering schuldig (heeft ge)maakt dient dan ook te worden vervolgd of te worden uitgeleverd. Dit geldt ook voor ambtenaren, ministers, presidenten en staatshoofden. Nederland is sinds 1988 partij bij het verdrag waarbij dit wereldwijd is geregeld: het VN Verdrag tegen Foltering. Periodiek wordt iedere verdragspartij onder de loep genomen door het toezichthoudende verdragsorgaan in Genève: het VN-Comité tegen Foltering. Uitspraken van dit Comité vormen gezaghebbende richtsnoeren voor de naleving en interpretatie van het verdrag. Deze dinsdag en woensdag is Nederland opnieuw (evenals in 2013) “aan de beurt”: op dinsdag zal Nederland door de Comitéleden over diverse onderwerpen aan de tand worden gevoeld, gevolgd door antwoorden van de Nederlandse regeringsdelegatie op woensdag. Vervolgens zal het Comité een reeks kritische aanbevelingen (“Concluding Observations”) aan Nederland uitvaardigen.

Taser-wapens op VN-agenda

Ter voorbereiding van de Nederlandse sessie stuurde het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) onlangs namens een brede coalitie van maatschappelijke organisaties een zogeheten ‘schaduwrapportage’ over Nederland naar het Comité in Genève. Op initiatief van Privacy First is, evenals in 2013, de kwestie van Taser-wapens (stroomstootwapens) hierbij nadrukkelijk aan de orde gesteld. De Nederlandse regering dreigt binnenkort namelijk iedere Nederlandse politieagent een eigen Taser-wapen te geven, zo bleek vorige week nog uit berichtgeving in de media. Tot op heden zijn alleen de arrestatieteams van de Nederlandse politie met Taser-wapens uitgerust. Dat bredere, algemene inzet van Taser-wapens zal leiden tot structurele excessen ligt in de lijn der verwachting. In dit verband spreken met name alle Amerikaanse schandalen met Taser-wapens boekdelen. In de optiek van Privacy First kan het gebruik van Taser-wapens gemakkelijk leiden tot schending van het internationale verbod op foltering, wrede of onmenselijke behandeling en het daaraan verwante recht op lichamelijke integriteit. Taser-wapens verlagen immers de geweldsdrempel en laten nauwelijks uiterlijke sporen achter. Tegelijkertijd kunnen Taser-wapens ernstige fysieke en mentale schade veroorzaken. Dit levert ernstige risico’s op voor de Nederlandse bevolking, met name ook voor bepaalde kwetsbare groepen. In onze gezamenlijke schaduwrapportage aan het Comité worden deze risico’s daarom benadrukt (zie rapportage, pp. 15-16).

Eerdere kritiek van VN-Comité

Zowel de Nederlandse coalitie van maatschappelijke organisaties als Amnesty International hebben het VN-Comité verzocht om de Nederlandse regering hierover kritisch te ondervragen en Nederland te adviseren om géén Taser-wapens voor het gehele Nederlandse politiekorps in te voeren. Bij de vorige sessie van het VN-Comité in 2013 had o.a. Privacy First hier eveneens op aangedrongen. Dit leidde destijds tot het volgende dringende advies van het Comité aan Nederland:

“The Committee recommends to [the Netherlands], in accordance with articles 2 and 16 of [the Convention against Torture], to refrain from flat distribution and use of electrical discharge weapons by police officers. It also recommends adopting safeguards against misuse and providing proper training for the personnel to avoid excessive use of force. In addition, the Committee recommends that electrical discharge weapons should be used exclusively in extreme limited situations where there is a real and immediate threat to life or risk of serious injury, as a substitute for lethal weapons.” (par. 27)

Privacy First ziet een nieuw kritisch oordeel van het Comité met vertrouwen tegemoet. Zie ook ons commentaar in de Telegraaf en regionale dagbladen (via ANP).


Update 22 november 2018: gisteren en eergisteren vond de Nederlandse sessie bij het VN-Comité plaats. Talloze actuele onderwerpen passeerden daarbij kritisch de revue, waaronder Taser-wapens. Tegenover het VN-Comité verklaarden de vertegenwoordigers van Curaçao, Sint Maarten en Aruba nadrukkelijk dat daar geen Taser-wapens worden gebruikt. Dit stond in schril contrast met de vertegenwoordiger van de Nederlandse regering (secretaris-generaal Riedstra van het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid) die nauwelijks op dit onderwerp inging en stelde dat de Nederlandse regering in 2019 een besluit over de inzet van Taser-wapens zal nemen. Hieronder alle relevante audiofragmenten: 

Vragen van dhr. Hani namens VN-Comité, 20 november 2018:

(Engelse simultaanvertaling)

Antwoord van dhr. Riedstra namens Nederland:

 

Nieuwe vragen van dhr. Hani namens VN-Comité, 21 november 2018:

(Engelse simultaanvertaling)

Antwoord van dhr. Riedstra namens Nederland:


Zie ook het VN-persbericht over de Nederlandse sessie in Genève, de volledige videoregistratie (dag 1 en dag 2) en het woordelijk verslag (dag 1 en dag 2). Naar verwachting zal het VN-Comité binnen enkele weken kritische Concluding Observations (dringende adviezen) over Nederland uitvaardigen.


Update 7 december 2018: vandaag heeft het VN-Comité een aantal richtlijnen (Concluding Observations) aan de Nederlandse regering uitgevaardigd, waaronder het dringende verzoek om geen Taser-wapens in te voeren voor het gehele Nederlandse politiekorps en dit te beperken tot die gevallen waarin het gebruik van een Taser-wapen strikt noodzakelijk en proportioneel kan worden geacht. Tevens waarschuwt het Comité nadrukkelijk om geen Taser-wapens te gebruiken bij kwetsbare personen. Het Comité toont zich bovendien zeer bezorgd over de manier waarop Taser-wapens tot nu toe door de Nederlandse politie zijn gebruikt.

Het gehele rapport van het Comité staat HIER (pdf). Hieronder het onderdeel inzake Taser-wapens (par. 42-43):

Electrical discharge weapons (tasers) and pepper spray

42. The Committee notes with concern that despite its previous recommendations against the routine distribution and use of electrical discharge weapons (tasers) by police officers, the State party conducted a pilot testing from February 2017 to February 2018 without clear instructions on their restrictive use. It is particularly concerned at information that during this pilot period, police officers used tasers in situations where there was no real and immediate threat to life or risk of serious injury, including in cases where targeted individuals were already in police custody. It is further concerned about reports of the frequent use of the so-called “stun mode” which is intended to merely inflict pain, and the incidents in which tasers were used against minors as well as persons with mental disabilities in healthcare settings. In addition, the Committee is concerned about information that the use of pepper spray is not regulated fully in line with principles of necessity and proportionality and that the new draft Instructions on the Use of Force is expected to further lower the threshold for using it and to permit its use against vulnerable persons including pregnant women and children (arts. 2, 11 and 16).

43. Recalling the Committee’s previous recommendations (CAT/C/NLD/CO/5-6, para. 27), the State party should:

(a) Refrain from routine distribution and use of electrical discharge weapons by police officers in their day-to-day policing, with a view to establishing a high threshold for their use and avoiding excessive use of force;

(b) Ensure that electrical discharge weapons are used exclusively in limited situations where there is a real and immediate threat to life or risk of serious injury, as a substitute for lethal weapons and by trained law enforcement officers only;

(c) Explicitly prohibit the use of electrical discharge weapons and pepper spray against vulnerable persons, including minors and pregnant women, and in healthcare settings, including mental health institutions, and especially prohibit the use of electrical discharge weapons in the custodial settings;

(d) Ensure that the instructions on the use of electrical discharge weapons and pepper spray emphasize the absolute prohibition of torture and the need to respect the principles of necessity and proportionality, fully in accordance with the Convention and the Basic Principles on the Use of Force and Firearms by Law Enforcement Officials;

(e) Adopt safeguards against misuse of electrical discharge weapons and pepper spray and provide proper training and awareness programmes for the law enforcement personnel;

(f) Monitor and regularly review the use of electrical discharge weapons and pepper spray, and provide the Committee with this information.

 

Privacy First waardeert dit kritische oordeel en de principiële stellingname van het Comité. Dit creëert bovendien een sterk precedent voor andere landen wereldwijd. Privacy First zal erop toezien dat de Nederlandse overheid de richtlijnen van het Comité naleeft.

Gepubliceerd in Wetgeving
dinsdag, 08 mei 2018 10:25

Gaat de Eerste Kamer het referendum redden?

Kabinet wil referendum afschaffen. Privacy First trekt aan de bel.

Afschaffing referendum is mogelijk in strijd met internationaal recht.

Ondanks het succesvolle referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wil het Nederlandse kabinet het raadgevend referendum afschaffen. Een nationaal referendum is echter een democratische verworvenheid die niet zomaar, zonder legitieme aanleiding, kan worden afgeschaft. Dergelijke afschaffing is in dat geval mogelijk in strijd met internationaal recht. Begin dit jaar heeft Privacy First de Tweede Kamer hier tevergeefs op geattendeerd. Vervolgens heeft Privacy First een vergelijkbare waarschuwing gericht aan de Eerste Kamer, waar relatief meer juridische (inclusief internationaalrechtelijke) kennis aanwezig is. De Eerste Kamer nodigde daarop Privacy First uit voor deelname aan de expert-meeting over de Wet intrekking raadgevend referendum op 27 maart jl. Wegens buitenlands verblijf was Privacy First die dag echter verhinderd, waarop de Eerste Kamer (mede op advies van Privacy First) prof. Fred Soons uitnodigde om de internationaalrechtelijke aspecten rond afschaffing van het raadgevend referendum te belichten, waaronder met name het aspect van het internationaal zelfbeschikkingsrecht in interne (democratische) zin. De schriftelijke inbreng (position paper) van prof. Soons vindt u HIER in pdf. Van de expert-meeting in de Eerste Kamer is een volledige videoregistratie en schriftelijk verslag beschikbaar. Begin dit jaar vond in de Tweede Kamer een vergelijkbare, kritische expert-meeting plaats (video). Naar aanleiding van beide expert-meetings zijn door de Eerste Kamer op 24 april jl. talloze kritische vragen aan het kabinet gesteld, waaronder de vraag of intrekking van het raadgevend referendum in strijd is met het zogeheten regressieverbod in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Privacy First ziet de beantwoording van deze vragen met belangstelling tegemoet.

Nieuw referendum over Donorwet

Terwijl de Eerste Kamer zich de komende weken buigt over de mogelijke afschaffing van het raadgevend referendum, is reeds een nieuw referendum in de maak: het referendum over de nieuwe, controversiële Donorwet. Op https://referendum.nl kunt u uw steunbetuiging voor dit referendum indienen. De weerstand onder de Nederlandse bevolking tegen de nieuwe Donorwet is groot. Privacy First verwacht dan ook dat het benodigde aantal handtekeningen voor een referendum over deze wet spoedig zal kunnen worden behaald.


Hieronder volgt de volledige tekst van onze brief aan de Eerste Kamer d.d. 8 maart 2018:  

Geachte Kamerleden,

De komende periode debatteert u over de mogelijke intrekking van de Wet raadgevend referendum. In dit verband attendeert Stichting Privacy First u hierbij graag op een internationaalrechtelijk aspect dat tot nu toe niet bij het parlementaire debat lijkt te zijn betrokken, maar dat niettemin uiterst relevant is: het referendum als een vorm van collectief zelfbeschikkingsrecht. Dit recht behoort van oudsher tot de krachtigste en meest omvattende rechten ter wereld en geniet brede internationale bescherming. Nationale inperking van dit recht kan voor Nederland dan ook de nodige repercussies hebben. Hieronder lichten wij dit kort toe.

Referendum als een vorm van democratisch zelfbeschikkingsrecht: relevante VN-verdragen

Internationaalrechtelijk gezien is een nationaal referendum een vorm (of uiting) van democratisch zelfbeschikkingsrecht, d.w.z. het collectieve recht van een volk c.q. nationale bevolking om haar eigen toekomst te bepalen. Dit recht is o.a. vastgelegd en ontwikkeld onder art. 1 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) en het identieke art. 1 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR). Onder het IVBPR kan over de schending van dit recht een klacht worden ingediend bij het toezichthoudende verdragsorgaan: het VN Mensenrechtencomité in Genève. Tevens dient Nederland zich periodiek bij dit VN-comité te verantwoorden over de algehele Nederlandse naleving van het IVBPR in brede zin, inclusief (indien aan de orde) de Nederlandse naleving van het collectieve recht op zelfbeschikking van de Nederlandse bevolking. Mocht uw Kamer dus besluiten tot afschaffing van het raadgevend referendum, dan ligt het in de lijn der verwachting dat de Nederlandse regering zich hierover bij de Verenigde Naties zal moeten verantwoorden. De betreffende Nederlandse periodieke sessie bij het VN Mensenrechtencomité staat reeds geagendeerd en zal waarschijnlijk later dit jaar of begin 2019 plaatsvinden. Hierbij zal overigens ook de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (‘Sleepwet’) kritisch aan de orde komen, zo heeft het VN Mensenrechtencomité reeds in mei 2017 bekendgemaakt.

Mogelijke schending art. 1 IVBPR en art. 1 IVESCR door afschaffing referendum

Bovenstaande geldt tevens voor het IVESCR en het toezichthoudende IVESCR-Comité, dat eveneens in Genève zetelt. Onder dit verdrag dient het collectieve recht op zelfbeschikking continu te worden bevorderd en ‘progressief te worden verwezenlijkt’. Zogeheten ‘retrogressive measures’ (zoals afschaffing van een bestaand recht op een referendum) “would require the most careful consideration and would need to be fully justified”, aldus het IVESCR-Comité in haar General Comment No. 3 (The nature of States parties obligations under the ICESCR). Dit betekent dat Nederland het raadgevend referendum slechts op internationaalrechtelijk geoorloofde wijze kan afschaffen indien dit na uiterst zorgvuldige afwegingen gebeurt en (objectief aantoonbaar) volledig gerechtvaardigd is. In casu lijkt hiervan echter geen sprake. Daarmee vormt afschaffing van het raadgevend referendum een mogelijke schending van art. 1 IVESCR. Onder het Facultatief Protocol bij het IVESCR zal hierover een individuele of collectieve klacht bij het IVESCR Comité kunnen worden ingediend. Tevens zal deze kwestie aan de orde kunnen komen bij de periodieke beoordeling van de algehele Nederlandse naleving van het IVESCR door het IVESCR-Comité. Een daaropvolgend kritisch oordeel van het IVESCR Comité zal vervolgens – naar alle waarschijnlijkheid – door de Nederlandse rechterlijke macht gevolgd en overgenomen worden. Hetzelfde geldt voor een vergelijkbaar kritisch oordeel van het VN Mensenrechtencomité inzake mogelijke schending van art. 1 IVBPR, aangezien het collectieve zelfbeschikkingsrecht onder beide verdragen op vergelijkbare wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast.

Kans op internationale kritiek

Op de vroegere DDR na is Nederland het enige land ter wereld dat het referendum na invoering weer lijkt te willen afschaffen. Nederland heeft daarmee de historische schijn tegen en loopt mede daardoor een verhoogde kans op internationale kritiek. Privacy First wenst u dan ook veel wijsheid en visie toe bij uw beraadslagingen.

Hoogachtend,


Stichting Privacy First


Update 11 mei 2018: het kabinet heeft de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer inmiddels beantwoord (pdf). Zoals reeds door Privacy First was verwacht ontkent het kabinet dat afschffing van het raadgevend referendum strijdig is met het IVESCR: "[H]et kabinet [acht] het wetsvoorstel verenigbaar met het IVESCR", aldus minister Ollongren op p. 24. Daarmee erkent het kabinet dat het IVESCR (d.w.z. het collectieve zelfbeschikkingsrecht onder art. 1) op deze kwestie van toepassing is. Dit vergemakkelijkt de indiening van een toekomstige klacht hierover bij het IVESCR Comité in Genève. Privacy First behoudt zich in dit verband alle rechten en mogelijkheden voor.

Update 15 juni 2018: het kabinet heeft vandaag herhaald dat het de mogelijke strijdigheid van afschaffing van het referendum niet wenst te laten toetsen aan het regressieverbod onder het IVESCR (zie Nadere memorie van antwoord (pdf), p. 12). Dergelijke toetsing wordt door het kabinet blijkbaar - terecht - gevreesd.

Gepubliceerd in Wetgeving

Morgen behandelt de Eerste Kamer een controversieel wetsvoorstel waardoor de reisbewegingen van iedere automobilist 4 weken in een politiedatabank zullen belanden. Vandaag verzocht Privacy First de Eerste Kamer om dit wetsvoorstel te verwerpen. Hieronder volgt de volledige tekst van onze brief (PDF):
 

Geachte Kamerleden,

Morgen gaat u met de minister van Justitie in debat over het wetsvoorstel inzake Automatische Nummerplaat Registratie (ANPR). Reeds sinds 2011 heeft Privacy First haar kritische standpunt over dit wetsvoorstel talloze malen kenbaar gemaakt, zowel in de media als richting Tweede en Eerste Kamer als aan de minister persoonlijk. Op 20 juni jl. vond over het wetsvoorstel in uw Kamer een kritische hoorzitting plaats.[1] Teneur van deze hoorzitting was dat dit wetsvoorstel niet voldoet aan de juridische vereisten van noodzaak en proportionaliteit. Bovendien is de effectiviteit van ANPR tot op heden niet aangetoond.[2] Het wetsvoorstel past om deze redenen niet in een democratische rechtsstaat en dient daarom verworpen te worden.

Wetsvoorstel is juridisch onhoudbaar

Het wetsvoorstel voldoet niet aan de vereisten die het Europees Hof van Justitie de laatste jaren aan dit type wetgeving heeft gesteld in de zaken Digital Rights en Tele2.[3] Bij dit wetsvoorstel is immers sprake van algemene, ongedifferentieerde gegevensopslag en wordt die opslag niet beperkt tot dat wat strikt noodzakelijk is. Bovendien ontbreekt voorafgaande rechterlijke toetsing bij toegang tot de gegevens. Privacy First verwacht dan ook dat de rechterlijke macht het wetsvoorstel desgevraagd onverbindend zal verklaren wegens strijd met Europees privacyrecht.

ANPR-sleepnet

In de kern komt het huidige wetsvoorstel neer op massale opslag van ieders reisbewegingen op de openbare weg. De maatschappelijke weerstand tegen dergelijke massa-surveillance is groot en neemt immer toe, getuige de volksopstand tegen de centrale opslag van ieders vingerdrukken onder de Paspoortwet in 2009-2011, de rechterlijke buitenwerkingstelling van de telecom-bewaarplicht in 2015 en het aanstaande referendum (en geplande grootschalige rechtszaak) tegen de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel ‘Sleepwet’ genoemd. Het huidige ANPR-wetsvoorstel vormt een vergelijkbaar sleepnet: niet van ieders vingerafdrukken, telecommunicatie of internetgedrag, maar van ieders reisbewegingen. Mocht uw Kamer dit wetsvoorstel desondanks goedkeuren, dan rest Privacy First geen andere optie dan dit door de rechter ongedaan te laten maken.

Internationale kritiek

Privacy First staat hierin niet alleen: diverse organisaties hebben reeds toegezegd zich bij onze rechtszaak tegen het ANPR-sleepnet te zullen aansluiten. Ook in het buitenland neemt de kritiek op ANPR toe: onlangs won ANPR in België een nationale Big Brother Award.[4] Daarnaast ontving Nederland vanuit de VN Mensenrechtenraad in Genève in mei dit jaar het volgende dringende advies: “Take necessary measures to ensure that the collection and maintenance of data for criminal purposes does not entail massive surveillance of innocent persons.”[5] De Nederlandse regering heeft dit advies in september jl. uitdrukkelijk geaccepteerd.[6] Daarmee heeft Nederland op internationaal niveau stelling genomen tegen massa-surveillance. Het huidige wetsvoorstel ANPR is hiermee in strijd en dient daarom te worden verworpen.

Huidige praktijk reguleren

De huidige ANPR-praktijk vindt plaats op basis van artikel 3 Politiewet. Dit oude, brede vangnet-artikel is daar echter nooit voor bedoeld en voldoet niet aan de moderne vereisten van artikel 8 EVRM (recht op privacy). De huidige ANPR-praktijk is daarom onrechtmatig. Het Nederlandse parlement zou beter die huidige praktijk wettelijk kunnen reguleren en van strikte privacywaarborgen moeten voorzien: louter opslag van kenteken-hits en slechts tijdelijke opslag van no-hits in concrete, uitzonderlijke gevallen, na rechterlijke toestemming. Het huidige wetsvoorstel schiet hier echter mijlenver voorbij: iedere automobilist wordt hierdoor een potentiële verdachte en belandt 4 weken in een centrale politiedatabank. Onder de nieuwe Wiv zal deze databank bovendien direct toegankelijk kunnen worden voor AIVD en MIVD en zullen ANPR-data tevens uitgewisseld kunnen worden met buitenlandse diensten. Massa-surveillance wordt hierdoor een feit. Nederland wordt hierdoor een Big Brother maatschappij. Dit vormt een historische breuk met het verleden. Het is aan uw Kamer om dit te voorkomen en aan te sturen op betere, privacyvriendelijke wetgeving waardoor Nederland vrij én veilig zal kunnen blijven.

Voor nadere informatie of vragen met betrekking tot bovenstaande is Privacy First te allen tijde bereikbaar op telefoonnummer 020-8100279 of per email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..


Hoogachtend,


Stichting Privacy First



[1] Zie https://www.privacyfirst.nl/aandachtsvelden/wetgeving/item/1075-hoorzitting-eerste-kamer-over-wetsvoorstel-anpr.html.

[2] Zie bijvoorbeeld meest recentelijk WODC, ANPR: toepassingen en ontwikkelingen (december 2016), https://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/2387-intelligente-toepassingen-van-automatic-number-plate-recognition.aspx.

[3] Zie Hof van Justitie van de Europese Unie, gevoegde zaken C-293/12 & C-594/12 (Digital Rights, 8 april 2014) en gevoegde zaken C203/15 & C698/15 (Tele2, 21 december 2016).

[4] Zie https://bigbrotherawards.be/nl/.

[5] Zie https://www.privacyfirst.nl/aandachtsvelden/wetgeving/item/1071-nederland-onder-de-loep-bij-verenigde-naties.html. Zie in dit verband tevens de recente brief van de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten aan de Nederlandse regering, waarin dit advies wordt herhaald en wordt aangedrongen op implementatie en rapportage: https://www.upr-info.org/sites/default/files/document/session_27_-_may_2017/letter_for_implementation_3rd_upr_nld_e.pdf (23 oktober 2017).

[6] Zie UN Doc. A/HRC/36/15/Add.1 (14 september 2017), beschikbaar op https://www.upr-info.org/sites/default/files/document/netherlands/session_27_-_may_2017/a_hrc_36_15_add.1_e.pdf

 

Update 21 november 2017: vanmiddag heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ANPR aangenomen. SGP, ChristenUnie, VVD, PvdA, CDA, 50Plus, OSF & PVV stemden voor. D66, GroenLinks, SP & PvdD stemden tegen. Privacy First c.s. zullen nu een rechtszaak beginnen om deze wet onrechtmatig te laten verklaren wegens strijd met Europees privacyrecht. Nadere berichtgeving hierover volgt zeer binnenkort.

Gepubliceerd in Wetgeving

Morgen zal Nederland in Genève onder de loep worden genomen door het hoogste mensenrechtenorgaan ter wereld: de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN). Sinds 2008 wordt de mensenrechtensituatie in elk land periodiek door de VN Mensenrechtenraad beoordeeld. Deze procedure vindt voor iedere VN-lidstaat elke vijf jaar plaats en heet "Universal Periodic Review" (UPR).

Schaduwrapportage Privacy First

Bij de vorige UPR-sessies in 2008 en 2012 kreeg Nederland relatief veel kritiek. Momenteel zijn de Nederlandse privacy-vooruitzichten slechter dan ooit. Reden voor Privacy First om een aantal zaken actief bij de VN aan te kaarten. Dit deed Privacy First in september 2016 (een week voor de VN-deadline) middels een zogeheten schaduwrapportage: een rapportage waarin een maatschappelijke organisatie haar zorgen over een bepaald thema kenbaar maakt. (Voor dergelijke rapportages gelden bij de Mensenrechtenraad overigens strikte eisen, waaronder een strikte woordenlimiet.) Zonder schaduwrapportages kunnen VN-diplomaten hun werk immers niet goed doen. Men zou dan namelijk afhankelijk blijven van eenzijdige, veelal rooskleurige staatsrapportages. Dus diende Privacy First een eigen rapportage over Nederland in met daarin onder meer de volgende aanbevelingen:

  • Verbetering van Nederlandse mogelijkheden voor maatschappelijke organisaties om collectieve rechtszaken te kunnen voeren.

  • Invoering van Grondwettelijke toetsing door de Nederlandse rechterlijke macht.

  • Betere wetgeving rondom profiling en datamining.

  • Géén invoering van automatische nummerplaatregistratie (ANPR) zoals momenteel beoogd.

  • Opschorting van het ongereguleerde grenscontrolesysteem @MIGO-BORAS.

  • Geen herinvoering van brede dataretentie (algemene telecom-bewaarplicht).

  • Geen mass surveillance onder de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) en scherper rechterlijk toezicht op geheime diensten.

  • Intrekking van de ‘politie-hackwet’ (wetsvoorstel Computercriminaliteit III).

  • Een vrijwillig, regionaal i.p.v. landelijk EPD met 'privacy by design'.

  • Invoering van een anonieme OV-chipkaart die écht anoniem is.

Onze hele rapportage treft u HIER aan (pdf). De rapportages van andere organisaties vindt u HIER.

Ambassades

Naast de Mensenrechtenraad verzond Privacy First haar rapportage begin dit jaar tevens aan alle buitenlandse ambassades in Den Haag. Naar aanleiding daarvan vonden de laatste maanden uitgebreide (vertrouwelijke) meetings plaats tussen Privacy First en de ambassades van Bulgarije, Argentinië, Australië, Griekenland, Duitsland, Chili en Tanzania, waarbij de rang van onze gesprekspartners varieerde van senior diplomaten tot ambassadeurs. Tevens ontving Privacy First positieve reacties op onze rapportage vanuit de ambassades van Zweden, Mexico en het Verenigd Koninkrijk. Bovendien werden enkele passages uit onze rapportage overgenomen in de VN-samenvatting over de algehele mensenrechtensituatie in Nederland; klik HIER ('Summary of stakeholders' information', par. 47-50).

Hopelijk zal e.e.a. morgen effectief blijken. Dit is echter niet te garanderen, aangezien het hier een interstatelijk, diplomatiek proces betreft en veel onderwerpen in onze rapportage (en recente gesprekken) evengoed gevoelige kwesties zijn in talloze andere VN-lidstaten.

VN Mensenrechtencomité

Een vergelijkbare rapportage werd door Privacy First in december 2016 ingediend bij het VN Mensenrechtencomité in Genève. Dit Comité houdt periodiek toezicht op de Nederlandse naleving van het VN Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR). Mede naar aanleiding van deze rapportage heeft het Mensenrechtencomité vorige week o.a. de Wiv, camerasysteem @MIGO-BORAS en de bewaarplicht telecomgegevens (dataretentie) geagendeerd voor de komende Nederlandse sessie in 2018 (zie par. 11, 27).

Wij hopen dat onze input door zowel de VN Mensenrechtenraad als het VN Mensenrechtencomité benut zal worden en tot opbouwende kritiek en internationale uitwisseling van 'best practices' zal leiden. Privacy First zal u hier graag van op de hoogte houden.

De Nederlandse UPR-sessie vindt morgen plaats van 9.00-12.30u en zal live te volgen zijn op internet.

Update 10 mei 2017: de Nederlandse regeringsdelegatie (geleid door minister Plasterk) ontving tijdens de UPR-sessie in Genève vandaag kritische aanbevelingen over mensenrechten en privacy in relatie tot contraterrorisme door Canada, Duitsland, Hongarije, Mexico en Rusland. Klik HIER voor de video van de hele UPR-sessie. Publicatie van alle aanbevelingen door de VN Mensenrechtenraad volgt op 12 mei as.

Update 12 mei 2017: vandaag om 18u zijn alle aanbevelingen aan Nederland door de VN Mensenrechtenraad gepubliceerd, klik HIER (pdf). Nuttige adviezen aan Nederland inzake het recht op privacy zijn afkomstig van Duitsland, Canada, Spanje, Hongarije, Mexico en Rusland, zie par. 5.29, 5.30, 5.113, 5.121, 5.128 & 5.129. Hieronder de betreffende aanbevelingen. Nader commentaar door Privacy First volgt.

Extend the National Action Plan on Human Rights to cover all relevant human rights issues, including counter-terrorism, government surveillance, migration and human rights education (Germany);  

Extend the National Action Plan on Human Rights, published in 2013 to cover all relevant human rights issues, including respect for human rights while countering terrorism, and ensure independent monitoring and evaluation of the Action Plan (Hungary);

Review any adopted or proposed counter-terrorism legislation, policies, or programs to provide adequate safeguards against human rights violations and minimize any possible stigmatizing effect such measures might have on certain segments of the population (Canada);

Take necessary measures to ensure that the collection and maintenance of data for criminal [investigation] purposes does not entail massive surveillance of innocent persons (Spain);

Adopt and implement specific legislation on collection, use and accumulation of meta-data and individual profiles, including in security and anti-terrorist activities, guaranteeing the right to privacy, transparency, accountability, and the right to decide on the use, correction and deletion of personal data (Mexico);

Ensure the protection of private life and prevent cases of unwarranted access of special agencies in personal information of citizens in the Internet that have no connection with any illegal actions (Russian Federation). [sic]

Update 26 mei 2017: inmiddels is een vollediger VN-verslag van de UPR-sessie (inclusief weergave van de 'interactive dialogue' tussen VN-lidstaten en Nederland) gepubliceerd; klik HIER (pdf). In september wordt bekend welke aanbevelingen de Nederlandse regering zal accepteren en implementeren.


Update 22 september 2017:
de Nederlandse regering heeft inmiddels bekendgemaakt (pdf) dat het van bovenstaande aanbevelingen slechts de Spaanse uitdrukkelijk accepteert:

Take necessary measures to ensure that the collection and maintenance of data for criminal purposes does not entail massive surveillance of innocent persons.

Privacy First beschouwt dit als een bindende internationale toezegging en zal de Nederlandse regering daar aan houden, bijvoorbeeld bij actuele wetsvoorstellen die hiermee in strijd zijn.

De overige VN-aanbevelingen (door Duitsland, Canada, Mexico, Hongarije en Rusland) neemt Nederland vooralsnog slechts voor kennisgeving aan (deze zijn "noted", in diplomatenjargon). Nederland doet daarbij slechts de volgende toezegging:

"The current Action Plan will not be amended, but the recommendations [made by Germany and Hungary] will be considered during the development of a new one."

Dit biedt enig perspectief. Te zijner tijd zal Privacy First hierover met de verantwoordelijke ministeries in overleg treden.

Gepubliceerd in Wetgeving
vrijdag, 21 oktober 2016 12:43

Nieuwe megazaak dreigt tegen wetsvoorstel ANPR

Op woensdagavond 2 november as. behandelt de Tweede Kamer een controversieel wetsvoorstel waardoor de reisbewegingen van iedere automobilist 4 weken in een politiedatabank zullen belanden. Indien beide Kamers dit wetsvoorstel aannemen zal Privacy First dit door de rechter ongedaan laten maken.

Massale privacyschending

Vast beleid van Privacy First is om massale privacyschendingen bij de rechter aan te vechten en onrechtmatig te laten verklaren. Privacy First deed dit de laatste jaren reeds met succes bij de centrale opslag van ieders vingerafdrukken onder de Paspoortwet en de opslag van ieders communicatiegegevens onder de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie. Een actueel, vergelijkbaar wetsvoorstel dat zich bij uitstek voor een dergelijke megazaak leent is het huidige wetsvoorstel 33542 van minister Van der Steur inzake Automatic Number Plate Recognition (automatische nummerplaatherkenning, ANPR). Onder dit wetsvoorstel zullen de kentekens van alle auto's in Nederland (oftewel ieders reisbewegingen) door middel van cameratoezicht vier weken in politiedatabanken worden opgeslagen voor opsporing en vervolging. Iedere automobilist wordt hierdoor een potentiële verdachte. Dit is totaal niet noodzakelijk, volstrekt disproportioneel en bovendien ineffectief. Het wetsvoorstel is daarom in strijd met het recht op privacy en daarmee onrechtmatig.

Oud wetsvoorstel

Het huidige ANPR-wetsvoorstel werd reeds in februari 2013 bij de Tweede Kamer ingediend door voormalig minister Opstelten. Voorheen was ook minister van Justitie Hirsch Ballin al in 2010 van plan om een vergelijkbaar voorstel in te dienen met een bewaartermijn van 10 dagen. Vervolgens verklaarde de Tweede Kamer dit voorstel echter controversieel. De ministers Opstelten en Van der Steur deden er daarna met hun huidige wetsvoorstel echter alsnog drie scheppen bovenop. Wegens privacyzorgen lag de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel vervolgens enkele jaren stil, maar lijkt nu alsnog te worden gereactiveerd en zelfs te worden versterkt door een verzesvoudiging van de voorgestelde bewaartermijn door VVD en PvdA.

Data hooiberg

Volgens de huidige regels dienen de ANPR-gegevens van onschuldige burgers binnen 24 uur te worden gewist; in de optiek van de Autoriteit Persoonsgegevens dienen alle kentekens die niet verdacht zijn (zogenaamde “no-hits”) zelfs direct uit de databases te worden verwijderd. Minister Van der Steur gaat hier dus lijnrecht tegenin door ook de kentekens van niet-verdachte burgers vier weken te willen opslaan. VVD en PvdA willen deze bewaartermijn zelfs verhogen naar 6 maanden. Een dergelijke data-hooiberg vormt bij voorbaat een flagrante schending van het recht op privacy van iedere automobilist. Eventueel rechterlijk toezicht op het gebruik hiervan doet hier niets aan af.

VN Mensenrechtenraad

De afgelopen jaren heeft Privacy First dit standpunt reeds diverse malen duidelijk kenbaar gemaakt aan zowel de Tweede Kamer (vaste commissie voor Veiligheid en Justitie) als geheel als aan relevante Kamerleden persoonlijk. Privacy First heeft dit eveneens gedaan in persoonlijke meetings met minister Opstelten (juli 2013) en minister Van der Steur (juli 2014, destijds nog VVD-Kamerlid). Tevens heeft Privacy First e.e.a. onlangs aangekaart bij de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. In mei 2017 zal de Nederlandse regering zich hierover in Genève dienen te verantwoorden.

Rechtszaak

Indien de Tweede en Eerste Kamer het huidige ANPR-wetsvoorstel zullen aannemen zal Privacy First (in brede coalitie met andere maatschappelijke organisaties) de Nederlandse Staat direct dagvaarden en de wet buiten werking laten stellen wegens strijd met het recht op privacy. Indien nodig zullen Privacy First en mede-eisers hiertoe doorprocederen tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Gezien de Europese en Nederlandse jurisprudentie terzake acht Privacy First de kans op een succesvolle rechtsgang buitengewoon hoog.

Update 1 november 2016: de PvdA lijkt haar eerdere steun voor verlenging van de bewaartermijn naar 6 maanden inmiddels te hebben ingetrokken, getuige het feit dat het huidige amendement alleen nog door VVD wordt ingediend.

Update 2 november 2016: vanochtend was Privacy First live in de uitzending op Radio 1; klik HIER voor het hele interview.

Update 3 november 2016: gisteravond vond in de Tweede Kamer het debat over het wetsvoorstel plaats, klik HIER om het hele debat te bekijken en HIER voor het verslag. VVD, PvdA, CDA en PVV lijken voor het wetsvoorstel te gaan stemmen. GroenLinks, D66 en SP zijn tegen. "Met D66 vreest GroenLinks dat artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in het gedrang komt. Het heeft er alle schijn van dat Privacy First nog weleens een heel stevige zaak in handen kan hebben bij de rechter, die te vergelijken valt met de nietigverklaring van de richtlijn dataretentie en de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens", aldus Kamerlid Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) tijdens het debat met minister Van der Steur. De stemming over het wetsvoorstel zal plaatsvinden op dinsdag 8 november as. Vervolgens is de Eerste Kamer aan zet.

Update 8 november 2016: vandaag heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel met een bewaartermijn van 4 weken aangenomen. VVD, PvdA, CDA, PVV, 50Plus en SGP stemden voor. D66, SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren en ChristenUnie stemden tegen. Het voorstel van de VVD voor verlenging van de bewaartermijn naar 6 maanden werd verworpen. Lees ook de analyse door PrivacyBarometer. Volgende halte: Eerste Kamer, hopelijk tevens het eindstation. Zo niet, dan volgt een prachtige rechtszaak.

Gepubliceerd in Rechtszaken

Het draconische camerasysteem @MIGO-BORAS van de Koninklijke Marechaussee is Privacy First al jaren een doorn in het oog: miljoenen onschuldige burgers die per auto de Nederlandse landsgrenzen passeren worden door dit systeem ongemerkt gefotografeerd, gescreend en geprofiled. Behalve massale privacyschending is daarbij zeer waarschijnlijk ook sprake van verboden discriminatie naar nationaliteit: auto's met kentekens uit bepaalde (met name Oosteuropese) landen worden door het camerasysteem stelselmatig uit het verkeer geplukt en door motoragenten staande gehouden. Vaak blijkt vervolgens dat de betreffende automobilisten volkomen onschuldig zijn. Deze mensen voelen zich dan echter wel in hun privacy aangetast en ronduit gediscrimineerd. Privacy First ontvangt hierover al jaren kritische signalen, zelfs van buitenlandse ambassademedewerkers waar de betreffende burgers hun beklag doen. Hoog tijd dus om deze kwestie eens serieus aan de orde te stellen.

Deze week (18-19 augustus as.) wordt Nederland in Genève onder de loep genomen door het VN-Comité tegen Rassendiscriminatie. Een breed scala aan onderwerpen zal hierbij door het Comité kritisch beoordeeld worden. Om het Comité van de benodigde informatie te voorzien heeft onlangs een nationale coalitie van maatschappelijke organisaties/NGO's (onder leiding van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten) een zogeheten schaduwrapportage over Nederland bij het Comité ingediend. Op initiatief van Privacy First is in deze rapportage ook het grenscontrole-systeem @MIGO-BORAS onder de aandacht van het Comité gebracht. Klik HIER voor de gehele Engelstalige rapportage in pdf; de passage over @MIGO-BORAS treft u aan op p. 26. De betreffende tekst staat hieronder integraal weergegeven.

Privacy First hoopt dat het Comité in Genève de Nederlandse regeringsdelegatie kritisch zal bevragen en opheldering, openheid en verbetering van haar beleid rond @MIGO-BORAS zal eisen. Daarbij is het uiteindelijke oordeel ("Concluding Observations") van het Comité weliswaar niet bindend, maar wel zeer gezaghebbend voor de mate waarin Nederland het VN-Verdrag tegen Rassendiscriminatie naleeft. Het Comité is immers het toezichthoudende orgaan van dit verdrag en als zodanig de hoogste instantie ter wereld om hierover te oordelen. Meer informatie over de Nederlandse sessie bij het Comité vindt u HIER. De sessie zal te zien zijn via http://www.treatybodywebcast.org (dinsdag 18 augustus, 15.00-18.00u & woensdag 19 augustus, 10.00-13.00u).


Comment with regard to Article 5(D)(I) of the International Convention on the Elimination of all Forms of Racial Discrimination (CERD)

@MIGO-BORAS (automatic border control)

In 2011, it became clear that the Dutch government had been planning to implement a highly privacy-invasive system of border control for years.[134] The new high-tech camera surveillance system, called @MIGO-BORAS, was due to become operational from January 1, 2012.[135] @MIGO-BORAS intended to photograph, screen and profile every vehicle crossing the Dutch-German or Dutch-Belgian border with the help of various (unknown) databases. In October 2011, the European Commission – under German pressure – started an investigation to assess whether @MIGO-BORAS complied with European Schengen and privacy regulations.[136] Consequently, the Dutch government scaled back the planned operational use of the system: instead of @MIGO-BORAS being operational 24/7, it was made operational up to six hours per day or 90 hours per month. After the European Commission provisionally concluded that the system did not contravene the rules that govern the EU's Schengen area in June 2012, @MIGO-BORAS was launched officially on August 1, 2012.[137]

The primary goals of the project are the detection of illegal immigration, human trafficking, identity fraud and narcotics control through camera surveillance and profiling. Critical profiling factors include the type and color of the vehicle, the number plate and country or region of origin.[138] Since April 2013, the @MIGO-BORAS camera system is also being used for law enforcement and criminal investigation purposes (including counter-terrorism) through Automatic Number Plate Recognition (ANPR).[139] However, many details of @MIGO-BORAS still remain confidential. No specific legislation around its implementation has been drafted and the Dutch Parliament has asked relatively few questions about the project. As far as the Dutch NGOs are currently aware, participating organizations include the Royal Military and Border Police (Koninklijke Marechaussee), the Dutch National Police, the Public Prosecution Service, the General Intelligence and Security Service (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst or AIVD) and the Netherlands Organization for Applied Scientific Research ('TNO').

Reports show that the (effect of the) use of @MIGO-BORAS is likely to be discriminatory, as nationality seems to be a primary profiling criterion and most vehicles being stopped and searched originate from Eastern Europe.[140]

The NGOs request the Committee to urge the Netherlands to clarify the mandate, use and effects of the @MIGO-BORAS surveillance system and to introduce adequate legislation or guidelines to prevent the system from being used in a discriminatory manner or having discriminatory effects.

[134] See D. Tokmetzis, Staat bouwt digitale hekken aan de grenzen, Sargasso, 19 January 2011, sargasso.nl/archief/2011/01/19/staat-bouwt-digitale-hekken-aan-de-grenzen/; see also a summary of B. de Konings' subsequent speech at the CPDP Conference in Brussels, 26 January 2011, njcm.nl/site/newsposts/show/273.
[135] The Dutch/English acronym @MIGO-BORAS stands for 'Automatisch Mobiel Informatie Gestuurd Optreden' (Automatic Mobile Information-Driven Action) - Better Operational Results and Advanced Security.
[136] See e.g. 'Nut van nieuw camerasysteem langs de grenzen niet bewezen', NRC Handelsblad, 31 October 2011, nrc.nl/nieuws/2011/10/31/nut-van-nieuw-camerasysteem-langs-de-grenzen-niet-bewezen/; 'Duitsland kwaad over grenscameras', NOS, 30 November 2011, nos.nl/artikel/318196-duitsland-kwaad-over-grenscameras.html.
[137] See Kamerstukken II 2011/12, 32 317, no. 128; Kamerstukken II, 2012/13, 33 400-VII, no. 4, para. 247. See also 'Brussels defends Dutch border control project', EU Observer, 5 July 2012, euobserver.com/justice/116881.
[138] See e.g. Ministry of Security and Justice, Factsheet on the use of the @MIGO-BORAS system, 7 July 2012, government.nl/documents-and-publications/leaflets/2012/07/11/factsheet-on-the-use-of-the-amigo-boras-system.html.
[139] Kamerstukken II 2012/13, 19 637, no. 1647; Kamerstukken II, 2012/13, 29 754, no. 232; Kamerstukken II, 2013/14, 19 637, no. 1760; Kamerstukken II, 2013/14, 28 684, no. 411.
[140] See e.g. 'Een Roemeense Volvo voor jou', Volkskrant, 24 August 2012; volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/3305474/2012/08/24/Een-Roemeense-Volvo-voor-jou.dhtml; 'Leers: grensbewaking voorbeeld voor Europa', Telegraaf, 23 August 2012, telegraaf.nl/binnenland/article20960146.ece; 'Geen grensbewaking, maar toezicht', Stentor, 24 August 2012, destentor.nl/2.2545/binnenland/geen-grensbewaking-maartoezicht-1.900394; 'Camerasysteem @migoboras maakt controles efficiënter', Gelderlander,16 March 2013; 'Grenzpolizei!', Reformatorisch Dagblad, 30 August 2014. See also Meijers Committee (standing committee of experts on international immigration, refugee and criminal law), Note on the Dutch surveillance system @migoboras (CM1208), 2 April 2012, p. 4, commissie-meijers.nl/commissiemeijers/pagina.asp?pagkey=149205, also available at http://www.statewatch.org/news/2012/apr/netherlands-meijers-cttee-surveiilance-system.pdf.

Update 28 augustus 2015: mede naar aanleiding van bovenstaande inbreng vaardigde het Comité vandaag de volgende algemene aanbeveling uit aan de Nederlandse regering: "The Committee recommends that the State party adopt the necessary measures to ensure that stop and search powers are not exercised in a discriminatory manner, and monitor compliance with such measures." Klik HIER voor het hele document in pdf (Concluding Observations, par. 14b.) Privacy First vertrouwt erop dat dit advies door de Nederlandse overheid (inclusief Koninklijke Marechaussee) zal worden nageleefd en dat de werking van het camerasysteem @MIGO-BORAS hierop zal worden aangepast.

Gepubliceerd in Cameratoezicht

"Genève – Het VN-Comité tegen Foltering ontraadt de Nederlandse regering om stroomstootwapens aan het gehele politiekorps beschikbaar te stellen. Minister Opstelten wil in de eerste helft van 2014 een pilot starten.

Arrestatieteams van de politie gebruiken stroomstootwapens al jaren op proef. Minister Opstelten wil nu dat iedere agent ze in handen krijgt. Het wapen geeft een korte stroomstoot en verlamt tijdelijk de spieren. De kans op letsel zou voor zowel de agent als de verdachte dalen. Toch zijn er berichten uit de Verenigde Staten dat stroomstootwapens wel degelijk letsel kunnen toebrengen en zelfs een arrestant kunnen doden.

De taser is bepaald niet onomstreden. Volgens Amnesty International zijn daarmee de afgelopen tien jaar 500 doden in de VS gevallen. Amnesty is erg bezorgd dat stroomstootwapens momenteel wereldwijd worden ingezet zonder dat grondig, onafhankelijk onderzoek naar de effecten is afgerond. Het risico dat het wapen wordt misbruikt is vrij groot, omdat het licht is en makkelijk te bedienen.

Het VN-Comité tegen Foltering acht het onverantwoord dat gedurende de geplande pilot in 2014 het gehele Nederlandse politiekorps van stroomstootwapens wordt voorzien zonder dat er vooraf garanties geboden worden tegen misbruik en zonder geschikte training van personeel. Volgens het comité kan dit leiden tot marteling. De zogenoemde taser is een wapen dat het laagdrempeliger maakt voor agenten om geweld te gebruiken. Ze laten namelijk geen sporen achter.

Stichting Privacy First, dat samen met het College voor de Rechten van de Mens en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) de kwestie middels schaduwrapportages aanhangig maakte bij het VN-Comité tegen Foltering, hoopt dat de afwijzende stellingname zal leiden tot een heroverweging en stopzetting van de Nederlandse plannen om iedere Nederlandse politieagent met een taser uit te rusten. Tevens hoopt Privacy First dat de aangekondigde pilot niet zal worden uitgevoerd."

Bron: Ravage Webzine, 2 juni 2013.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

Op 31 mei 2013 had EenVandaag een heuse scoop te pakken: mede op verzoek van Stichting Privacy First sprak het VN-Comité tegen Marteling zich die middag negatief uit over de plannen van minister Opstelten om het hele Nederlandse politiekorps met Taser-wapens (stroomstootwapens) te gaan uitrusten. Lees meer over dit onderwerp op de website van EenVandaag en bekijk hieronder de reportage, inclusief een reactie van Privacy First:

Gepubliceerd in Privacy First in de media

Mede op instigatie van Stichting Privacy First werd Nederland op 14 mei 2013 in Genève door het VN-Comité tegen Marteling kritisch ondervraagd over de plannen van minister Opstelten om het hele Nederlandse politiekorps te gaan uitrusten met Tasers (stroomstootwapens). Beluister hieronder een interview over dit onderwerp met Privacy First medewerker Vincent Böhre op jongerenzender FunX:

Gepubliceerd in Privacy First in de media
Pagina 1 van 2
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100