Toon items op tag: Big Brother

Rechtszaak tegen massale privacyschending door ANPR-cameratoezicht 

Vast beleid van Stichting Privacy First is om massale privacyschendingen bij de rechter aan te vechten en onrechtmatig te laten verklaren. Privacy First deed dit de laatste jaren met succes tegen de centrale opslag van ieders vingerafdrukken onder de Paspoortwet, tegen de opslag van ieders communicatiegegevens onder de Wet bewaarplicht telecommunicatie en (in coalitieverband) tegen massale risicoprofilering door het Systeem Risico Indicatie (SyRI). Een kwestie die zich bij uitstek ook voor een dergelijke rechtszaak leent betreft de Nederlandse wetgeving inzake automatische nummerplaatherkenning (Automatic Number Plate Recognition, ANPR) zoals die sinds 2019 geldt onder het nieuwe art. 126jj Sv. 

Strijd met Europees privacyrecht 

Onder de ANPR-wet worden de kentekens en locaties van miljoenen auto's in Nederland (oftewel ieders reisbewegingen) continu vier weken in een centrale politiedatabank opgeslagen voor o.a. opsporing en vervolging, ongeacht of men ergens van verdacht wordt. Dit is totaal niet noodzakelijk, volstrekt disproportioneel en bovendien ineffectief, zo bleek de afgelopen jaren uit diverse onafhankelijke onderzoeken. Bovendien ontbreekt toezicht en kan het systeem eenvoudig worden misbruikt, zo bevestigde o.a. onderzoek door NRC Handelsblad. De huidige ANPR-wet vormt daarmee een massale privacyschending en hoort simpelweg niet thuis in een vrije democratische rechtsstaat. Privacy First heeft daarom besloten om een rechtszaak tegen de Staat aan te spannen ter buitenwerkingstelling van de ANPR-wetgeving wegens strijd met Europees privacyrecht. 

Bodemprocedure 

Eind 2021 vond reeds een kort geding van Privacy First tegen de ANPR-wet plaats. In deze zaak oordeelde de rechtbank Den Haag echter dat bij dit kort geding geen sprake zou zijn van voldoende spoedeisend belang. Dit oordeel was onbegrijpelijk, aangezien bij een dagelijkse massale privacyschending per definitie sprake is van spoedeisend belang om die schending juridisch te laten toetsen en te laten stoppen. Privacy First heeft vervolgens besloten om deze zaak voort te zetten als bodemprocedure waarin alle relevante rechtsvragen aan de orde zullen komen. Vandaag heeft Privacy First daartoe bij de landsadvocaat een uitgebreide dagvaarding ingediend. De volledige dagvaarding vindt u HIER (pdf). 

De ANPR-wetgeving waar de rechtszaak van Privacy First om draait ziet vooral op de massale verzameling en opslag van ieders “historische” ANPR-data, ook wel “no hits” genoemd. Dit dient te worden onderscheiden van de al vele jaren bestaande politiepraktijk waarbij kentekens van verdachte personen (zogeheten “hits”) real-time kunnen worden gebruikt voor opsporing. 

Kansrijke zaak 

Via Pro Bono Connect heeft Privacy First het advocatenkantoor CMS ingeschakeld om zowel het kort geding als de bodemprocedure voor ons te voeren. Inmiddels wordt deze rechtszaak tevens gesteund door het Digital Freedom Fund. Indien nodig zal Privacy First de zaak tot de hoogste rechterlijke instanties voortzetten, waaronder het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Gezien de Europese jurisprudentie terzake acht Privacy First de kans op een succesvolle rechtsgang buitengewoon hoog. 

Gepubliceerd in Rechtszaken

De coalitie die eerder de rechtszaak tegen SyRI won, roept de Eerste Kamer op de nog ingrijpendere datakoppelwet WGS af te wijzen. Volgens de partijen ligt het voorstel op ramkoers met de rechtsstaat en weigert het kabinet lessen te trekken uit de Toeslagenaffaire.

De Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS) maakt het mogelijk om data die overheden en bedrijven bewaren over burgers en bedrijven samen te brengen in zogeheten samenwerkingsverbanden. Overheidspartijen en bedrijven in zo’n samenwerkingsverband zijn verplicht hun gegevens samen te brengen. Dit moet helpen bij het bestrijden van allerlei vormen van criminaliteit en overtredingen. 

Het gaat onder de WGS niet alleen om feitelijke gegevens die bedrijven en overheden met elkaar delen, maar ook om signalen, vermoedens en volledige zwarte lijsten die worden uitgewisseld en met elkaar verknoopt. Daarbij kunnen deze partijen op basis van deze schaduwadministraties ‘interventies’ met elkaar afstemmen waarin ze handhavend optreden tegen burgers die in hun vizier belanden. 

Datasurveillance op burgers door overheden en bedrijven 

Om het massaal delen van persoonsgegevens tussen de overheid en bedrijven mogelijk te maken, schuift de WGS tal van geheimhoudingsplichten, privacyrechten en juridische waarborgen opzij die vanouds hebben gegolden voor het verwerken van persoonsgegevens. Dit leidt tot een “verregaande, grootschalige uitholling van de rechtsbescherming van burgers”, aldus de partijen: “Indien dit wetsvoorstel wordt aangenomen zal de deur wagenwijd open worden gezet voor de uitvoerende tak van de overheid om samen met private partijen zowel burgers als bedrijven te onderwerpen aan willekeur in de vorm van ongerichte data-surveillance.”

Het kabinet wil bovendien de mogelijkheid creëren om in geval van ‘spoed’ nieuwe samenwerkingsverbanden te starten, zonder dat de Kamer zich hierover kan buigen. Deze worden na hun oprichting pas voorgelegd aan de Kamer, die daarna moet beslissen of ze als wet worden aangenomen. Dit is in strijd met de Grondwet, die voorschrijft dat inbreuken op de privacy moeten worden opgenomen in wetgeving die door het parlement is goedgekeurd. De partijen vinden het onacceptabel dat het parlement niet wordt betrokken bij de totstandkoming van nieuwe samenwerkingsverbanden en hier pas over kan beslissen nadat ze zijn opgericht. 

Jarenlange onwettige praktijken legitimeren

Behalve de mogelijkheid om nieuwe samenwerkingsverbanden op te richten, bevat het voorstel ook vier samenwerkingsverbanden die al jarenlang functioneren, maar tot nu toe nooit in wetgeving waren vastgelegd. Met de WGS wil het kabinet daar nu achteraf alsnog een wettelijke basis voor creëren. 

De partijen uit de SyRI-coalitie wijzen erop dat het door de rechter verboden Systeem Risico Indicatie (SyRI) ook jarenlang zonder wettelijke basis werd toegepast en zien sterke overeenkomsten met de samenwerkingsverbanden die de WGS nu moet legitimeren: “Ingrijpende praktijken waarbij persoonsgegevens worden verwerkt in strijd met de fundamentele rechten van burgers, worden bij wijze van proef opgetuigd en jarenlang voortgezet, om deze later als voldongen feit te voorzien van een wettelijke basis. Fundamentele rechten die burgers moeten beschermen tegen ongerechtvaardigd overheidshandelen verworden daarbij tot te nemen obstakels.” 

Risico-analyses, zwarte lijsten en vermoedens

De coalitie schreef eerder dat de praktijken die onder de WGS moeten plaatsvinden, in vele opzichten lijken op de gegevensverwerkingen die vooraf gingen aan de Toeslagenaffaire. Op basis van geheime data-analyses werden lijsten met burgers die ten onrechte als crimineel fraudeur waren bestempeld, via verschillende instanties verspreid, waardoor de persoonlijke levens van tienduizenden gezinnen werden geruïneerd. Onder de samenwerkingsverbanden van de WGS zullen risico-analyses, zwarte lijsten en vele andere typen gegevens, vermoedens en signalen over burgers volop kunnen worden gedeeld tussen overheden en bedrijven. Privacytoezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens adviseerde de Eerste Kamer in november 2021 de wet niet aan te nemen en stelde daarbij dat het voorstel kan leiden tot “Kafkaëske toestanden voor grote aantallen mensen.” 

De maatschappelijke coalitie tegen SyRI bestaat uit het Platform Burgerrechten, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, FNV, de Landelijke Cliëntenraad, Privacy First, Stichting KDVP en schrijvers Maxim Februari en Tommy Wieringa. 

Download HIER de recente brief van de coalitie aan de Eerste Kamer (pdf). 

Bron: https://bijvoorbaatverdacht.nl/syri-coalitie-eerste-kamer-moet-datasurveillancewet-super-syri-afwijzen/, 15 februari 2022. 

Gepubliceerd in Wetgeving

"Het was een proef van 3 jaar en binnenkort beslist het kabinet of de politie door mag gaan met het fotograferen en opslaan van miljoenen kentekens. Het is een schending van mensenrechten, zegt stichting Privacy First, die de staat voor de rechter daagt.

De rechtszaak draait om zogeheten ANPR-camera's (voluit: Automatic Number Plate Recognition) langs wegen in het hele land. Dit zijn speciale camera's die automatisch alle langskomende kentekens scannen. Soms geeft een kenteken een 'hit' in het systeem van de politie. Agenten in de buurt krijgen dan een melding. Door de ANPR-camera's weet de politie precies waar de auto op dat moment rijdt.

'Niet meteen verdacht' 

"Het systeem geeft een indicatie. Het is nog niet zo dat je meteen een verdachte bent, maar er zou een reden kunnen zijn om het voertuig te controleren", zegt politieleidinggevende Gert Wibbelink van de Landelijke Eenheid. (...) 

'Miljoenen kentekens opgeslagen'

Bij de moord op Peter R. de Vries bleek hoe nuttig de camera's kunnen zijn. De verdachten vluchtten in een auto, maar het kenteken werd al snel bekend bij politie. Eenmaal ingevoerd in het systeem lokaliseerden de camera's de verdachten razendsnel.

Vincent Böhre van Privacy First wil iets rechtzetten: zijn stichting is niet tegen ANPR-camera's als ze worden gebruikt voor het real time volgen en opsporen van mogelijke verdachten. "Waar het ons om gaat is dat sinds enkele jaren ook alle gescande kentekens worden opgeslagen. Dat zijn er miljoenen per dag van voornamelijk onschuldige burgers."

Gemiddeld twee keer vastgelegd 

Terugkijken in de tijd ligt vanwege privacyredenen gevoelig. Wie waar was op welk moment, is vooral een privézaak. Daarom stond het kabinet het tijdelijk toe. Een tijdelijke wet, artikel 126jj, maakte het mogelijk om van begin 2019 tot eind dit jaar alle gescande kentekens op te slaan in een database.

Er zijn inmiddels 919 ANPR-camera's actief, die dagelijks 5 miljoen foto's scannen en opslaan. Iedere burger die de weg opgaat wordt gemiddeld meer dan twee keer vastgelegd. Politieleidinggevende Wibbelink: "Voor ons is het nuttig dat foto's worden opgeslagen. Als er bij een plaats-delict van een ernstig misdrijf meerdere voertuigen zijn gesignaleerd, willen we die personen achteraf kunnen identificeren. Dat kan dan met die analyse van kentekens."

'Wet moet van tafel' 

Het kabinet moet komende maanden beslissen of de wet in 2022 wordt doorgezet. Privacy First heeft inmiddels een kort geding aangespannen en wil de wet van tafel. "5 miljoen kentekens is volstrekt disproportioneel. De meeste mensen weten niet eens dat dit gebeurt", zegt Böhre.

Er is sprake van massasurveillance, zegt hij: "99,99 procent van alle kentekens zijn van onschuldige burgers. Ook beseffen mensen niet wat er allemaal met de informatie kan gebeuren. Bronnen van journalisten kunnen worden achterhaald, maar ook gegevens van politici, activisten of andere mensen die anoniem willen reizen."

'Politie kan niet zomaar grasduinen in database' 

Wibbelink benadrukt dat agenten niet lukraak de database kunnen raadplegen. Er moet een speciale aanvraag voor worden ingediend, die moet worden goedgekeurd door een officier van justitie (...). 

'Nauwelijks toezicht'

Privacy First zet daar vraagtekens bij. Het toezicht ligt nu vooral bij het Openbaar Ministerie en dat is geen onafhankelijke instantie, zegt Böhre. (...)  

Böhre wijst op een recent WODC-rapport, waarin de tijdelijke wet 126jj wordt geëvalueerd. Daarin wordt geconcludeerd dat de Autoriteit [Persoonsgegevens] nauwelijks tot geen toezicht houdt op de aanvragen. "Het gebrek aan toezicht is een punt dat in de Europese rechtspraak heel zwaar weegt. Het zou zomaar kunnen dat wij deze zaak winnen op dat punt."

Wat levert het opslaan van miljoenen kentekens op?

In de WODC-evaluatie is ook onderzocht hoe effectief ANPR-camera's nu eigenlijk waren in de afgelopen 3 jaar. De politie sloeg miljarden foto's op en ruim 3.000 keer deed de politie een aanvraag. Het rapport concludeert dat de foto's in geringe mate bijdragen aan de bewijsvoering. Het is vooral een additioneel middel.

Als je weet dat een kenteken op een bepaalde plaats was, heb je nog niet aangetoond wie de auto reed. Dan moet je allerlei andere opsporingsmiddelen inzetten, zoals telefoongegevens of getuigen. Wibbelink vindt het moeilijk om concreet aan te geven wat het middel heeft opgeleverd (...). 

'Het mag simpelweg niet' 

Volgens Böhre bevestigt het WODC-rapport zijn gelijk: "Wat ons dwarszit is dat er dagelijks kentekens van miljoenen onschuldige burgers in een database belanden om hooguit een paar zaken op te lossen. We hebben in het verleden de opslag van vingerafdrukken en telecomgegevens van alle Nederlanders succesvol aangevochten bij de rechter."

Hier gaat het om precies hetzelfde, legt hij uit. "Namelijk het voortdurend opslaan van ieders gegevens voor opsporing en vervolging. Volgens Europese rechters mag dat simpelweg niet. Ik begrijp dat de politie het vervelend vindt dat privacywetgeving drempels opwerpt, maar het hoort bij de spelregels van een vrije democratie."" 


Bron: EenVandaag, 6 november 2021. Lees HIER het hele artikel en bekijk hieronder de bijbehorende televisiereportage. 


Nader commentaar Privacy First: 

Recente verwarring bij nationale media door misleidende politie-informatie 

De ANPR-wet waar de rechtszaak van Privacy First om draait ziet op de massale verzameling en opslag van ieders “historische” ANPR-data, ook wel “no hits” genoemd. Dit dient te worden onderscheiden van de al vele jaren bestaande politiepraktijk waarbij kentekens van verdachte personen (zogeheten “hits”) kunnen worden gebruikt voor opsporing. Recentelijk ontstond hierover bij diverse nationale media verwarring naar aanleiding van misleidende informatie op de website van de Nationale Politie. Op https://www.politie.nl/informatie/bewaart-de-politie-anpr-gegevens.html stond vermeld dat de politie louter gezochte kentekens (“hits”) 28 dagen zou bewaren en alle niet-gezochte kentekens (“no hits”) direct zou verwijderen. Dat is echter onjuist: op basis van art. 126jj Sv worden immers alle passerende kentekens (met foto’s, locaties en tijdstippen) van miljoenen onschuldige burgers continu 28 dagen bewaard t.b.v. eventuele opsporing en vervolging. Dit leidde op 2 oktober jl. tot misleiding en verwarring bij diverse nationale media n.a.v. een ANP-persbericht waarin de foutieve politie-informatie klakkeloos was overgenomen, zie bijvoorbeeld deze nieuwsberichten bij Telegraaf, RTL Nieuws en Algemeen Dagblad:

https://www.telegraaf.nl/nieuws/1896849644/kort-geding-tegen-staat-om-massale-privacyschending-met-nummerplaat-camera-s
https://www.rtlnieuws.nl/tech/artikel/5257823/kenteken-nummerplaat-camera-herkenning-politie-anpr-privacy
https://www.ad.nl/binnenland/staat-aangeklaagd-over-gebruik-kentekencamera-s-disproportioneel-en-ineffectief~a7f9896f/ .

Naar aanleiding van een klacht hierover van Privacy First is de betreffende politie-webpagina inmiddels verwijderd.

In bovenstaande reportage van EenVandaag over ANPR bleek echter opnieuw sprake van misleiding door de politie: “[De politie] benadrukt dat agenten niet lukraak de [ANPR-database] kunnen raadplegen. Er moet een speciale aanvraag voor worden ingediend, die moet worden goedgekeurd door een officier van justitie, een rechter-commissaris en er is een centrale toetsingscommissie.” (Bron. Cursivering toegevoegd.) Het is Privacy First een raadsel op welke “rechter-commissaris en centrale toetsingscommissie” de politie hierbij doelt. Probleem is immers nu juist dat toetsing door een rechter-commissaris of een onafhankelijke commissie bij het gebruik van ANPR-data simpelweg niet bestaat. Dit vormt een flagrante schending van Europees privacyrecht waarbij dergelijke onafhankelijke toetsing veelal verplicht is.  

Privacy First betreurt de misleiding door de politie en hoopt dat media zich hierdoor niet opnieuw op het verkeerde been zullen laten zetten.  

Gepubliceerd in Privacy First in de media

Rechtszaak tegen massale privacyschending door ANPR-cameratoezicht 

Vast beleid van Stichting Privacy First is om massale privacyschendingen bij de rechter aan te vechten en onrechtmatig te laten verklaren. Privacy First deed dit de laatste jaren met succes tegen de centrale opslag van ieders vingerafdrukken onder de Paspoortwet, tegen de opslag van ieders communicatiegegevens onder de Wet bewaarplicht telecommunicatie en (in coalitieverband) tegen massale risicoprofilering door het Systeem Risico Indicatie (SyRI). Een actuele en urgente kwestie die zich bij uitstek voor een dergelijke rechtszaak leent betreft de Nederlandse wetgeving inzake automatische nummerplaatherkenning (Automatic Number Plate Recognition, ANPR) zoals die sinds 2019 geldt onder art. 126jj Sv. Onder deze wetgeving worden de kentekens van miljoenen auto's in Nederland (oftewel ieders reisbewegingen) continu vier weken in een centrale politiedatabank opgeslagen voor o.a. opsporing en vervolging, ongeacht of men ergens van verdacht wordt. Dit is totaal niet noodzakelijk, volstrekt disproportioneel en bovendien ineffectief, zo bleek o.a. uit vandaag verschenen evaluatierapporten van het WODC. Toezicht ontbreekt en het systeem kan eenvoudig worden misbruikt, zo bevestigde onderzoek door NRC Handelsblad onlangs. Privacy First heeft daarom een rechtszaak voorbereid om de ANPR-wetgeving buiten werking te laten stellen wegens strijd met Europees privacyrecht. Daartoe zal op 10 november as. bij de rechtbank Den Haag een kort geding van Privacy First tegen de Staat plaatsvinden. Via Pro Bono Connect heeft Privacy First het advocatenkantoor CMS ingeschakeld om deze zaak voor ons te voeren. Onze dagvaarding in kort geding vindt u HIER (pdf). Indien nodig volgt na dit kort geding tevens een bredere bodemprocedure. De huidige ANPR-wet vormt immers een massale privacyschending en hoort simpelweg niet thuis in een vrije democratische rechtsstaat. Gezien de Europese jurisprudentie terzake acht Privacy First de kans op een succesvolle rechtsgang buitengewoon hoog. 

Zaakgegevens: Stichting Privacy First vs. de Staat (Ministerie van Justitie en Veiligheid), woensdag 10 november 2021 11.00u, rechtbank Den Haag. Zaaknummer: C/09/617630 KG ZA 21-853. U bent van harte welkom om de rechtszitting bij te wonen (mits de zaalcapaciteit het toelaat). Een routebeschrijving vindt u hier

Update 7 november 2021: door de aangescherpte coronamaatregelen zijn een mondkapje en aanmelding vooraf voor bezoekers aan de rechtbank helaas opnieuw verplicht. Klik HIER voor nadere informatie en het aanmeldformulier als u de rechtszitting wilt bijwonen. 

Update 8 november 2021: de rechtbank blijkt helaas slechts twee (reeds aangemelde) bezoekers bij de rechtszitting te willen toestaan. Wegens grote publieke belangstelling is er echter een livestream
https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Den-Haag/Nieuws/Paginas/Livestream-rechtszaak-stichting-Privacy-First-tegen-de-Staat.aspx . 

Update 10 november 2021: vandaag vond de rechtszitting plaats; klik HIER voor de pleitnota van onze advocaat (pdf). De uitspraak van de rechtbank staat gepland op woensdag 1 december as. 

Update 1 december 2021: vandaag heeft de rechtbank Den Haag vonnis gewezen. In het vonnis stelt de rechter allereerst vast dat Privacy First in deze zaak ontvankelijk is als ideële belangenorganisatie ter waarborging van de privacy van alle burgers in Nederland. Daarmee staat opnieuw vast dat Privacy First deze en volgende rechtszaken in het algemeen belang kan voeren. Vervolgens oordeelt de rechter echter dat bij dit kort geding geen sprake zou zijn van voldoende spoedeisend belang. Privacy First acht dit oordeel onbegrijpelijk, aangezien bij een dagelijkse massale privacyschending per definitie sprake is van spoedeisend belang om die schending juridisch te laten toetsen en te laten stoppen. Privacy First zal nu op korte termijn een bodemprocedure tegen de ANPR-wetgeving starten en overweegt tevens het instellen van spoedappèl tegen het huidige vonnis bij het Hof Den Haag. Gezien de relevante Europese jurisprudentie acht Privacy First de kans op een succesvolle rechtsgang nog steeds buitengewoon hoog.

De ANPR-wetgeving waar de rechtszaak van Privacy First om draait ziet op de massale verzameling en opslag van ieders “historische” ANPR-data, ook wel “no hits” genoemd. Dit dient te worden onderscheiden van de al vele jaren bestaande politiepraktijk waarbij kentekens van verdachte personen (zogeheten “hits”) kunnen worden gebruikt voor opsporing. Regelmatig ontstaat hierover bij media verwarring naar aanleiding van misleidende overheidsinformatie, bijvoorbeeld op de websites van de Nationale Politie en het Openbaar Ministerie. Privacy First betreurt dergelijke misleiding en hoopt dat media zich hierdoor niet op het verkeerde been zullen laten zetten. 


Wilt u ons graag steunen in deze zaak? Wordt dan donateur! Privacy First bestaat grotendeels uit vrijwilligers en is voor het voeren van rechtszaken geheel afhankelijk van sponsoring en donaties.

Gepubliceerd in Rechtszaken

Het plan van het demissionaire kabinet om de NCTV ingrijpende surveillancebevoegdheden te geven, zou volgens het Platform Bescherming Burgerrechten in de ijskast moeten worden gezet zolang er nog geen nieuw kabinet is gevormd. “Het optuigen van een nieuwe inlichtingendienst is een stap die louter door een nieuwe regering zou kunnen worden genomen”, aldus het Platform in een brief aan de Tweede Kamer. 

In april 2021 onthulde NRC dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zonder wettelijke bevoegdheid jarenlang burgers heeft gevolgd, dossiers over hen heeft aangelegd en deze met andere partijen heeft gedeeld. In reactie hierop heeft het demissionaire kabinet op stoom en kokend water ingezet op het legitimeren van deze praktijken middels een wetsvoorstel waarin de bevoegdheden van de NCTV worden verruimd.

Over dit voorstel, dat na een ongekend korte consultatieperiode nu bij de Raad van State ligt, schrijft het Platform Burgerrechten in een brief aan de Tweede Kamer dat het een demissionair kabinet ten principale niet aangaat om een voorstel in te dienen dat zo’n grote impact heeft op de grondrechten van burgers. Het voorstel zou dan ook controversieel moeten worden verklaard door de Kamer en pas weer moeten worden behandeld nadat een nieuwe regering is geïnstalleerd.

Het toch in behandeling nemen van dit voorstel zou bovendien een miskenning zijn van de zwaarwegende redenen voor het aftreden van het huidige kabinet. Een regering die is afgetreden omdat in de Toeslagenaffaire met onwettige surveillancemethoden de rechtsbescherming van duizenden gezinnen werd uitgehold, past het niet om een nieuw voorstel te doen dat zulke verregaande inbreuken op de grondrechten mogelijk maakt.

“Uit dit voorstel blijkt dat de laconieke houding inzake de privacy van burgers die kon leiden tot de Toeslagenaffaire, met het aftreden van dit kabinet niet is begraven. Het Platform acht het de verantwoordelijkheid van uw Kamer om de regering hierin een halt toe te roepen en deze niet toe te staan over haar graf heen te regeren. Het aftreden van het kabinet met alle zwaarwegende redenen die daaraan ten grondslag lagen, verliest betekenis als een dergelijk voorstel van datzelfde kabinet nu zou worden behandeld als ware het business as usual”, aldus Platform-secretaris Ronald Huissen. 

Lees HIER de brief die het Platform Burgerrechten aan de Tweede Kamer verstuurde (pdf).


Bron: https://bijvoorbaatverdacht.nl/wetsvoorstel-nctv-controversieel/, 30 juli 2021. 

 

Over het Platform Bescherming Burgerrechten

Het Platform Bescherming Burgerrechten is in 2009 opgericht op initiatief van het Humanistisch Verbond. Het Platform vormt sindsdien een netwerk en coalitie van organisaties (waaronder Privacy First) die elkaar vinden in het streven naar een betere waarborging en versterking van de burgerrechten in Nederland, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit, digitale autonomie en controle over persoonsgegevens. Vanuit het Platform zijn sinds 2009 diverse succesvolle acties, rechtszaken en campagnes geïnitieerd en ontwikkeld, waaronder acties en rechtszaken tegen de verplichte afname en opslag van vingerafdrukken onder de Paspoortwet, de campagne SpecifiekeToestemming.nl over medische privacy, de rechtszaak tegen het Systeem Risico Indicatie (SyRI) en de bijbehorende Platform-campagne Bijvoorbaatverdacht.nl.

Gepubliceerd in Wetgeving

De partijen die in februari vorig jaar een rechtszaak wonnen tegen fraudesysteem SyRI, waarschuwen de Eerste Kamer voor een nog grotere en ingrijpendere datakoppelwet. “Dit voorstel legitimeert de werkwijze die leidde tot de toeslagenaffaire.”

De Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS) maakt het mogelijk om databases van zowel overheden als bedrijven in zogeheten samenwerkingsverbanden aan elkaar te knopen. Overheidspartijen en bedrijven in zo’n samenwerkingsverband zijn verplicht hun gegevens samen te brengen om daarmee data-analyses uit te voeren. Deze moeten helpen bij het bestrijden van allerlei vormen van criminaliteit en overtredingen.

De coalitie, bestaand uit het Platform Burgerrechten, FNV, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, Stichting Privacy First, Stichting KDVP, de Landelijke Cliëntenraad en auteurs Tommy Wieringa en Maxim Februari noemt de wet ‘Super SyRI’, omdat deze in meerdere opzichten verder gaat dan het vorig jaar door de rechter uit de wet geschrapte SyRI (Systeem Risico Indicatie). De partijen noemen het voorstel een bedreiging voor het functioneren van de rechtsstaat in een brief aan de Eerste Kamer, die deze dinsdag start met de behandeling.

Parlement buitenspel gezet

De Eerste en Tweede Kamer worden in dit voorstel buitenspel gezet, schrijven de partijen. De belangrijke onderdelen staan namelijk niet geregeld in de wet waarover de Kamer nu stemt, maar worden naderhand bepaald door de minister in lagere regelgeving. Kwesties als de hoeveelheid en soorten gegevens, de partijen die erbij kunnen en de manier waarop ze worden geanalyseerd en verder worden gebruikt, worden bepaald zonder dat de Kamer daarmee instemt. Zo’n wetsconstructie is in strijd met de Grondwet, die voorschrijft dat een inbreuk op de privacy moet worden goedgekeurd door het parlement. Als de Eerste Kamer instemt met deze insteek, plaatst ze zichzelf effectief langs de zijlijn.

Alle data over burgers fair game

Het kabinet stelt in haar toelichting op de wet dat het ‘nee, tenzij’ principe bij het verwerken van persoonsgegevens moet worden omgedraaid naar een ‘ja, mits’. Daarmee keert ze het doelbindingsprincipe om, dat voorschrijft dat persoonsgegevens verzameld voor een specifiek doel, niet zomaar voor andere doelen mogen worden verwerkt. De vanzelfsprekende vertrouwelijkheid waarmee werd omgegaan met persoonsgegevens, wordt daarmee afgeschaft, zo schrijven de partijen. “Alle data over burgers zijn ‘fair game’ onder de WGS.”

Voor burgers wordt het zo onmogelijk om na te gaan wat er zoal over hen wordt uitgewisseld, waar deze informatie terechtkomt en welke gevolgen dat kan hebben. Het gaat onder de WGS niet alleen om feitelijke gegevens die bedrijven en overheden met elkaar delen, maar ook om signalen, vermoedens en volledige zwarte lijsten die worden uitgewisseld en met elkaar verknoopt. Daarbij is het de bedoeling dat deze partijen op basis van deze schaduwadministraties ‘interventies’ met elkaar afstemmen waarin ze handhavend optreden tegen burgers die ze in het vizier krijgen.

Blauwdruk voor meer toeslagenaffaires

Uit de toeslagenaffaire is gebleken dat het heimelijk plaatsen van burgers op lijsten rampzalige gevolgen kan hebben. Het wetsvoorstel voor de WGS leest als een blauwdruk voor een nieuw data-schandaal, stellen de partijen: “Met dit voorstel koerst het kabinet af op een vorm van governance die niet past in een vrije samenleving en doet denken aan de dataverwerkingspraktijken die vooraf gingen aan de toeslagenaffaire.”

De coalitie hoopt dat de fundamentele bezwaren tegen dit voorstel, die eerder werden geuit door de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens, in de Eerste Kamer tot een uitvoerige en kritische behandeling leiden. De Tweede Kamer nam het voorstel aan op 17 december 2020, de dag dat het rapport “Ongekend Onrecht” van de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslagaffaire werd gepubliceerd. “Met dit debacle zo vers in het geheugen verdient dit voorstel, dat de door Belastingdienst gehanteerde werkwijze in feite van een wettelijke basis voorziet, een grondige behandeling in de Kamer die de nadrukkelijke verantwoordelijkheid heeft voor het bewaken van de kwaliteit van wetgeving.”

Bron: https://bijvoorbaatverdacht.nl/syri-coalitie-aan-eerste-kamer-super-syri-blauwdruk-voor-meer-toeslagenaffaires/, 11 januari 2021. 

Gepubliceerd in Wetgeving

Aanstaande maandag en dinsdag debatteert en stemt de Eerste Kamer over één van de meest verregaande wetten die Nederland ooit gekend heeft. Gisteren stuurde Privacy First in dat verband onderstaande brief (pdf) aan de Eerste Kamer:

Geachte Kamerleden,

Begin deze week vindt in de Eerste Kamer het debat en de stemming plaats over een wetsvoorstel dat de afgelopen maanden terecht veel kritiek en onrust in de Nederlandse samenleving heeft veroorzaakt. Dit wetsvoorstel heet eufemistisch de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 en is beter bekend als de “Spoedwet”, “Noodwet” of “Coronawet”. Sinds de allereerste concept-versie van deze wet (mei 2020) heeft Privacy First diverse malen kritisch commentaar op het wetsvoorstel geleverd. Ons voornaamste punt van kritiek betrof het totalitaire karakter van deze wet: de minister zou per decreet talloze grondrechten kunnen gaan inperken en het parlement zou daarbij grotendeels buitenspel komen te staan. Dit aspect van de wet lijkt inmiddels slechts te zijn “gerepareerd” voorzover het de betrokkenheid van de Tweede Kamer betreft. Ook in de huidige versie van het wetsvoorstel krijgt de minister nog steeds een breed arsenaal aan beperkende middelen tot zijn beschikking. Daarbij staat de Eerste Kamer nog steeds grotendeels buitenspel. De Tweede Kamer zou inmiddels een “bekrachtigingsrecht” bij maatregelen onder de wet hebben, maar bij nader inzien blijkt dit slechts een verwerpingsrecht onder hoge tijdsdruk. Hieronder lichten wij dit kort toe.

Corona-noodwet als menukaart voor talloze inperkingen van grondrechten

Evenals eerdere versies biedt het huidige wetsvoorstel nog steeds alle mogelijkheden om talloze vrijheden, grondrechten en mensenrechten verregaand te kunnen inperken. Geen enkel segment van de samenleving blijft daarbij gespaard, denk bijvoorbeeld aan de vrijheid van beweging in de openbare ruimte, het openbaar vervoer, onderwijs en kinderopvang, openbare gelegenheden, horeca, evenementen, sport en recreatie, zorginstellingen etc, alles op straffe van hoge boetes. Getuige alle ontwikkelingen in de afgelopen maanden rijst daarbij inmiddels de vraag of de negatieve maatschappelijke, economische en sociale gevolgen van dergelijke maatregelen de veronderstelde positieve effecten niet verregaand en langdurig zullen (gaan) overtreffen. Naar analogie met vroegere uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens: in hoeverre is hier sprake van “destroying society on the ground of defending it?”

Eerste Kamer voortaan buitenspel

Privacy First zal er geen doekjes om winden: zodra u dit wetsvoorstel accordeert, zet u zichzelf als Eerste Kamer gedurende de rest van dit tijdsgewricht grotendeels buitenspel. De Corona-noodwet zal na inwerkingtreding immers voor onbeperkte duur kunnen blijven gelden; periodieke verlenging zal geschieden bij koninklijk besluit en zonder parlementaire goedkeuring. Onder deze wet zullen door de minister (en diens onbekende opvolger(s)) talloze draconische maatregelen genomen kunnen worden, waarbij u als Kamerlid het nakijken zult hebben. Bij iedere nieuwe ministeriële regeling onder de Corona-noodwet zal immers louter de Tweede Kamer het recht hebben om deze binnen een week te verwerpen, waardoor de betreffende regeling niet in werking zal treden (of, bij spoedregelingen, buiten werking zal worden gesteld). Een dergelijk recht krijgt de Eerste Kamer echter niet. Een amendement van die strekking werd in de Tweede Kamer immers recentelijk verworpen.[1] Daarmee heeft de Tweede Kamer de Eerste Kamer in de Corona-crisis buitenspel gezet, in strijd met de systematiek die bijvoorbeeld bij noodsituaties geldt onder art. 103 Grondwet. Los van de vraag of er reeds sprake is van een noodsituatie (quod non), zou dit voor uw Kamer voldoende reden moeten zijn om dit wetsvoorstel geheel te verwerpen.

Tweede Kamer heeft slechts recht van verwerping i.p.v. bekrachtiging van maatregelen

Ten onrechte is de afgelopen tijd (door Kamerleden en zelfs door de Raad van State) gesuggereerd dat maatregelen onder de Corona-noodwet pas in werking kunnen treden nadat de Tweede Kamer hiermee heeft ingestemd.[2] De betreffende passage in het huidige wetsvoorstel (art. 58c lid 2-3) leest echter als volgt: “Indien binnen [een week] de Tweede Kamer besluit niet in te stemmen met de regeling, vervalt deze van rechtswege.” (onderstreping toegevoegd) Dit is dus geen recht van bekrachtiging, maar een recht van verwerping dat actieve besluitvorming vergt, dit alles onder hoge tijdsdruk. Hoe zal dit uitpakken tijdens het Kerstreces? Zie ter vergelijking het bekrachtigingsrecht zoals dat bij noodmaatregelen geldt onder art. 176 Gemeentewet. Het is aan uw Kamer om de interpretatie en toepassing van art. 58c lid 2-3 onder het huidige wetsvoorstel te laten verduidelijken. Tevens adviseert Privacy First u om alsnog een sterker bekrachtigingsrecht voor zowel de Tweede als Eerste Kamer af te dwingen en daartoe het huidige wetsvoorstel te verwerpen. Het behoud van onze vrije democratische rechtsstaat is daarmee het meest gediend.

Hoogachtend,

Stichting Privacy First

 

[1] Zie Kamerstukken II, 2020-2021, 35526, nr. 49.
[2] Zie de plenaire vergadering over het wetsvoorstel in de Tweede Kamer, 7-8 oktober 2020. Zie tevens de brief van de vice-president van de Raad van State met voorlichting over het wetsvoorstel d.d. 22 oktober 2020, Kamerstukken I, 2020-2021, 35526, nr. F, p. 10 (1e alinea) en p. 12 (1e alinea).

Gepubliceerd in Wetgeving

Nederlandse privacy-activist wint Finse zaak over elektronische sleutels

Bewoners van appartementen in een flatgebouw hebben in beginsel het recht om onbespied hun eigen woning te betreden. Dat heeft de Finse privacy-autoriteit op 29 juli 2020 bevestigd in een zaak die was aangespannen door de Arnhemse privacy-activist Michiel Jonker. De installatie van een elektronisch systeem dat monitort met welke adresgebonden en gechipte sleutel op welk tijdstip welke deur wordt geopend, is volgens de Finse privacywaakhond Tietosuojavaltuutettu (Finnish Data Protection Ombudsman) in strijd met de AVG.

Het gaat om een Fins gebouw met kleine appartementen waarin zowel huurders als eigenaren wonen. In 2018 had de Vereniging van Eigenaren (VvE) besloten om het elektronische bewakingssysteem te installeren op alle externe ingangen van het gebouw. Het voornemen was om ook alle individuele appartementen aan te sluiten op het systeem. Het systeem wordt beheerd door een ingehuurd bedrijf en zou alleen in opdracht van de politie worden geraadpleegd, al dan niet op verzoek van het bestuur van de VvE.

Aanleiding vormden enkele incidenten waaruit volgens het bestuur bleek dat zich voormalige bewoners in de kelder van het gebouw hadden bevonden en daar sporen hadden achtergelaten. Het vermoeden was dat zij gebruik hadden gemaakt van niet-ingeleverde sleutels. Volgens het bestuur van de VvE werden er geen persoonsgegevens verwerkt, omdat de nieuwe, elektronische sleutels weliswaar adresgebonden waren, maar niet persoonsgebonden.

Jonker maakte bezwaar tegen het systeem en stelde dat de noodzaak voor een dergelijke monitoring niet was aangetoond. De VvE had geen wettelijke grondslag gegeven voor de gegevensverwerking. Ook waren de huurders niet geraadpleegd, waardoor een grote groep bewoners geen toestemming had gegeven. Jonker achtte de verwerkte gegevens wel herleidbaar tot personen, in het bijzonder in het geval van eenpersoonshuishoudens.

De Finse privacy-autoriteit stelde Jonker op al deze punten in het gelijk, en wees erop dat de Finse wetgeving met betrekking tot de besluitvorming van VvE's geen vrijbrief vormt voor besluiten die in strijd zijn met de AVG. Ook wees de autoriteit erop dat een verhuurder niet namens een huurder toestemming kan geven voor de verwerking van persoonsgegevens. Voorts wees de autoriteit erop dat een toestemming voor de verwerking van persoonsgegevens door elke betrokkene (ongeacht of dat een huurder of een eigenaar is) op elk moment kan worden ingetrokken, conform de AVG.

De autoriteit benadrukte dat het belang van een derde (bijvoorbeeld de politie) geen rechtvaardiging kan vormen voor gegevensverwerking die onder verantwoordelijkheid van de VvE plaatsvindt. Ten slotte wees de autoriteit erop dat de VvE ten onrechte geen alternatieven had onderzocht die geen of een minder grote inbreuk op de privacy plegen, daarbij inbegrepen een vervanging van analoge sleutels door nieuwe analoge sleutels.

De privacy-autoriteit gaf de VvE opdracht de omgang met persoonsgegevens in overeenstemming te brengen met de AVG.

Jonker: "Het was voor mij een vreemde, nieuwe ervaring om door een privacy-autoriteit in het gelijk gesteld te worden zonder tussenkomst van een rechter. In Nederland heb ik dat met de Autoriteit Persoonsgegevens nog nooit meegemaakt. Ook in Finland ging het trouwens niet zonder slag of stoot. Na twee jaar wachten op de behandeling van mijn zaak, heb ik daar een klacht ingediend bij de zogeheten Parlementaire Ombudsman. Enkele dagen daarna ging de Finse privacy-autoriteit er alsnog mee aan de slag, en nam twee maanden later een beslissing. Ook in Finland is er bij de privacy-toezichthouder een tekort aan personele capaciteit, waardoor de beslistermijnen van de AVG structureel niet worden gehaald. Maar ik ben tevreden over de inhoud van deze beslissing. Natuurlijk is het nu zaak dat de VvE de opdracht van de privacy-autoriteit ook daadwerkelijk gaat uitvoeren."

Contactverzoeken voor dhr. Jonker kunnen worden ingediend via Stichting Privacy First.

Klik HIER voor de volledige uitspraak van de Finse privacy-autoriteit (in het Fins).

Media:
https://www.security.nl/posting/666564/Finse+toezichthouder+noemt+elektronisch+sleutelsysteem+flat+in+strijd+met+AVG
https://frontpage.fok.nl/nieuws/835884/1/1/50/nederlandse-privacy-activist-wint-zaak-over-elektronische-sleutels.html
https://www.is.fi/digitoday/tietoturva/art-2000006600839.html (grote Finse tabloid)
https://www.hs.fi/politiikka/art-2000006601066.html (grootste krant van Finland en Scandinavië) 
https://www.kotitalolehti.fi/sahkolukko-seuraa-liikkeitasi-kuka-tallentaa-tiedot/ (vergelijkbaar met Nederlands tijdschrift Eigen Huis van VEH)
https://www.hameensanomat.fi/kanta-hame/tietosuojavaltuutettu-sahkolukkojen-keraamat-ovenavaustiedot-ovat-henkilotietoja-1451149/
https://www.tivi.fi/uutiset/taloyhtio-asensi-sahkolukot-mutta-mokasi-gdprn-kanssa-nain-paatti-tietosuojavaltuutettu/a7401466-c107-43f3-a3e9-86514efd28d4
https://www.tekniikkatalous.fi/uutiset/onko-teillakin-sahkolukkojarjestelma-tietosuojavaltuutettu-antoi-maarayksen-lainvastaisesti-toimineelle-taloyhtiolle/c868846a-15f5-4903-a8e1-339c3a726747
https://www.is.fi/digitoday/tietoturva/art-2000006616790.html

Gepubliceerd in Woning en slimme meters

Op zondag 21 juni 2020 werd op het Malieveld in Den Haag een grootschalig protest tegen de Corona-noodwetgeving georganiseerd. Vele duizenden mensen waren van plan om hier vreedzaam voor hun vrijheid te komen demonstreren. Ondanks een onterecht verbod op deze demonstratie gaven diverse sprekers die voor deze gelegenheid waren uitgenodigd alsnog acte de présence, waaronder Privacy First voorzitter Bas Filippini. Bekijk hieronder zijn gehele toespraak. In de aanloop naar deze demonstratie verscheen Privacy First tevens in het NOS Journaal.

Privacy First zal zich met alle politieke en juridische middelen blijven verzetten tegen totalitaire noodwetgeving, waaronder de Corona-spoedwet. Steunt u ons hierin? Wordt dan donateur van Privacy First!

Update 10 augustus 2020: klik hier voor de Engelstalig nagesynchroniseerde versie van de toespraak.

Gepubliceerd in Wetgeving

Terwijl de inkt van het SyRI-vonnis nog moet drogen, dient het kabinet alweer een wetsvoorstel voor een grotere, ingrijpender opvolger in. Volgens de coalitie tegen het Systeem Risico Indicatie (SyRI) is er niets geleerd uit de rechtszaak: “De uitspraak over SyRI was een streep in het zand. Daar gaat de regering nu met een bulldozer overheen.” In een brief aan het kabinet roept de maatschappelijke coalitie die in februari een rechtszaak won tegen SyRI de regering op om de invoering van een grotere datasurveillancewet (WGS) op te delen en uit te stellen.

Op het laatste moment uitgebreid

Het kabinet slaat met het wetsvoorstel Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS) de hevige kritiek van NGO’s en de negatieve adviezen van de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in de wind. Dat is op zich al ernstig. Daarbovenop werd het voorstel op het laatste moment, nadat de Raad van State en AP reeds hun adviezen over het wetsvoorstel hadden uitgebracht, uitgebreid met vier publiek-private SyRI’s: samenwerkingsverbanden die nog niet in de eerdere versie van het wetsvoorstel stonden. Dit terwijl de Raad van State juist stelde dat elk samenwerkingsverband een afzonderlijke wet vereist.

Daarmee doet het kabinet het tegenovergestelde van wat de Raad van State adviseert en wordt de wet zo complex dat een grondige parlementaire behandeling van alle onderdelen vrijwel onmogelijk wordt. Door de wet zo fors uit te breiden nadat de Raad van State en de AP er al over adviseerden, zijn deze organen bovendien buitenspel gezet in hun wettelijke adviesrol, zo stelt de SyRI-coalitie in haar brief.

Gevaar voor de rechtsstaat

Het voorstel was ook zonder de vier samenwerkingsverbanden reeds zeer controversieel. De WGS biedt vergeleken met SyRI immers nog ruimere mogelijkheden om grootschalige datasurveillance toe te passen op burgers, teneinde schaduwadministraties aan te leggen voor uiteenlopende doelen. In de SyRI-wetgeving was dit beperkt tot overheidsdatabases, onder de WGS kunnen alle data die bij publieke én private partijen liggen opgeslagen worden gekoppeld en geanalyseerd.
Tijmen Wisman, voorzitter van het Platform Burgerrechten: “Werkelijk alle her en der opgeslagen persoonsgegevens worden met dit wetsvoorstel fair game voor massasurveillance. Deze data kunnen voortaan zonder verdachtmaking of concrete aanleiding tegen burgers worden gebruikt in heimelijke analyses met ingrijpende gevolgen. In onze ogen vormt dit voorstel daarom een gevaar voor het functioneren van de rechtsstaat.”

Niets geleerd van SyRI en toeslagenaffaire

De coalitie schrijft dat het voorstel de risico’s van heimelijke data-analyses op burgers miskent. Hoe desastreus de gevolgen daarvan kunnen zijn, is op dit moment actueler dan ooit wegens de toeslagenaffaire. “Duizenden onschuldige burgers werden hierdoor geraakt. De gegevensanalyses op basis waarvan dit gebeurde waren ondoorzichtig, discrimineerden en zijn tot op de dag van vandaag geheim voor de getroffen burgers.”

De partijen in de SyRI-coalitie constateren dat het kabinet net als in 2014 bij de invoering van SyRI de kritiek van haar adviesorganen slechts cosmetisch overneemt. Zowel de Autoriteit Persoonsgegevens als de Raad van State gaven in niet mis te verstane woorden aan dat de WGS de rechtsbescherming van de burger ernstig ondermijnt. Deze fundamentele kritiek is niet geadresseerd in het aangepaste voorstel dat naar de Tweede Kamer is verstuurd.

Haastige behandeling

Vooralsnog lijkt vanuit de kabinetspartijen te worden ingezet op haast bij de invoering van het voorstel in de Kamer. Nog voordat het bij de Kamergriffier binnenkwam, verzocht het CDA al om een zo spoedig mogelijke behandeling op 15 mei 2020; dit verzoek haalde het op één stem na niet. De eerste behandeling van het wetsvoorstel staat nu vandaag gepland.

Deze gang van zaken is onacceptabel, licht Wisman toe: “Niet alleen blijkt het kabinet zich niets gelegen te laten liggen aan de oorzaken van het SyRI-debacle, de publiek-private opvolger moet ook nog eens in hoog tempo door het parlement worden geloodst. De uitspraak van de rechtbank over SyRI was een streep in het zand. Daar gaat men nu met een bulldozer overheen.”

Het kabinet zou volgens de coalitie op zijn minst de vier samenwerkingsverbanden die onderdeel zijn van de WGS, als aparte wetsvoorstellen moeten indienen, zo stellen de organisaties in hun brief: “Opdat de wetgevingsprocedure deze keer wél zorgvuldig kan worden doorlopen, zodat de burger deze keer wél beschermd wordt tegen nieuwe misstanden.”


Lees HIER de brief (pdf) die de maatschappelijke coalitie tegen SyRI deze week aan het kabinet stuurde.

Bovenstaand artikel verscheen eerder op https://bijvoorbaatverdacht.nl/syri-coalitie-maant-kabinet-stop-overhaaste-invoering-super-syri/.

Gepubliceerd in Wetgeving
Pagina 1 van 11
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100