Toon items op tag: Debat
Terugblik op publieksdebat “Waar is morgen uw medisch dossier?”
Op 2 juni jl. organiseerde Privacy First in het Amsterdamse Volkshotel een paneldiscussie over de toekomst van zorgcommunicatie. Vier deskundigen op het gebied van zorg en gegevensuitwisseling gingen in gesprek over wat er nodig is om dit slepende dossier uit het slop te halen.
Met de vraag “Gegevensuitwisseling in de zorg: waarom werkt het nog niet?” luidde Privacy First-bestuurslid Marc Smits de centrale kwestie van de avond in. Er wordt in Nederland al bijna twintig jaar gewerkt aan digitalisering van communicatie tussen zorgverleners, maar, zo constateert hij: “het werkt nog steeds niet echt”. Na een presentatie waarin Smits kort de probleemstelling van de avond toelichtte, ging een panel van vier deskundigen op het snijvlak van zorg, privacy en technologie in discussie over de toekomst van gegevensuitwisseling in de zorg.
Het panel bestond uit:
Guido van ’t Noordende, informaticus die is gepromoveerd op decentrale systemen en vanuit die achtergrond onderzoeker en voorvechter van decentrale communicatie. Van ’t Noordende is oprichter van Whitebox Systems, een decentraal opererend zorgcommunicatiesysteem.
Geranne Lautenbach, jurist en consultant op het gebied van gezondheid bij adviesbureau MedicalPHIT. Ze is betrokken bij onder andere het landelijk programma TWIN, een afspraakstelsel voor standaardisatie van berichten en is daarnaast privacy-adviseur bij het Radboud UMC en functionaris gegevensbescherming voor de landelijke prenatale screening.
Herman Pieterman is gepensioneerd radioloog, voormalig secretaris van de Nederlandse Vereniging voor Radiologen en werkte in het Erasmus MC. De laatste tien jaar was hij daar hoofd patiëntenzorg en liep hij tegen veel problemen aan bij de beschikbaarheid van radiologische beelden. Pieterman werkte aan een systeem waarmee radiologen sneller onderling beelden konden uitwisselen en is na zijn pensionering nauw betrokken gebleven bij dit onderwerp.
Wim Jongejan is gepensioneerd huisarts en publiceert al geruime tijd op de website ZorgICTZorgen kritische stukken over (digitale) ontwikkelingen in de zorg, waarbij privacy en het medisch beroepsgeheim belangrijke thema’s zijn.
De moderator van de avond was Privacy First vice-voorzitter Nelleke Groen.
In de anderhalf uur durende paneldiscussie werd ingegaan op de knelpunten die de huidige zorgcommunicatiesystemen kennen, wat er moet gebeuren om deze op te lossen en welke problemen vooralsnog in de weg stonden van toekomstbestendige zorgcommunicatie. Dit aan de hand van stellingen die inhaakten op dilemma’s bij de wetgeving, de keuze voor technologie en de politiek van de Nederlandse zorgsector:
“Beschikbaarheid van gegevens is belangrijker dan het medisch beroepsgeheim.”
Deze discussie werd in de voorgaande jaren vaak beslecht met het scenario “als je in Leeuwarden onder een bus komt, kennen ze daar je medische dossier niet.’' Maar moet de huisartsenpost dan ook inzien welke huwelijksproblemen je onlangs met je huisarts hebt besproken? Hoe gaan we om met medische noodsituaties waarin patiënten geen toestemming voor het raadplegen van hun gegevens kunnen geven? Op dit moment is het niet mogelijk om bij voorbaat een specifieke set noodgegevens beschikbaar te stellen, maar slechts een samenvatting van het dossier. Een beter systeem zou dan ook moeten zijn ingericht om specifiek bepaalde gegevens beschikbaar te stellen in geval van nood – zonder daarbij niet-noodzakelijke gegevens te delen. Dat is immers in strijd met het beroepsgeheim en levert artsen tuchtrechtelijke problemen op.
“Iedere dokter moet altijd bij alle gegevens kunnen.”
Vanuit de beroepspraktijk van een zorgverlener kan het zeer frustrerend zijn om niet te kunnen beschikken over alle gegevens die je nodig hebt voor een behandeling. Maar toch is het vanuit veiligheidsoogpunt onwenselijk om iedere zorgverlener ‘met één druk op de knop’ inzage te bieden. Hoe breder gegevens toegankelijk worden gemaakt, des te kwetsbaarder wordt een systeem voor hackers en ander misbruik. En hoe controleer je of een zorgverlener die je gegevens opvraagt, ook werkelijk een behandelrelatie heeft? Hedendaagse zorgcommunicatiesystemen als het Landelijk Schakelpunt (LSP) zijn daar niet op ingericht.
“Het is onrealistisch om te denken dat we binnen afzienbare tijd een landelijk dekkend systeem voor zorgcommunicatie hebben dat voldoet aan de eisen van privacy en veiligheid.”
Ondanks torenhoge ambities en dito investeringen is er elf jaar na de eerste poging tot een landelijk dekkende gegevensuitwisseling in de zorg slechts op beperkte schaal uitwisseling gerealiseerd, in een beperkt deel van de zorg. Via het huidige LSP wordt alleen een professionele samenvatting van het huisartsendossier uitgewisseld en wordt medicatie-informatie met de apotheek gedeeld. Het doorsturen van beelden is bijvoorbeeld niet mogelijk; informatie die buiten deze professionele samenvatting valt, kan niet door het LSP worden gedeeld. Er zijn ook nu nog veel obstakels voor een landelijk geharmoniseerde zorgcommunicatie. De zorg in Nederland is geprivatiseerd, wordt geacht met elkaar te concurreren en is daarom sterk gefragmenteerd. Gezamenlijke inkoop is aan banden gelegd, waardoor er veel technische problemen optreden bij het koppelen van verschillende systemen, geleverd door verschillende bedrijven. Organisaties in de zorg werken vaak op hun eigen eilandje, waardoor er ook sterk variërende interpretaties zijn van wet- en regelgeving.
“Het is onverantwoord om patiënten zelf verantwoordelijk te maken voor de afscherming van hun medische gegevens.”
Op verschillende manieren werd en wordt gepoogd om patiënten een sterkere regie te geven in het beheren van hun medische dossiers. Dit gaat van patiëntenportalen waar een afschrift van het dossier kan worden opgevraagd tot initiatieven om patiënten zelf aan te laten vinken welke zorgverleners welke informatie mogen raadplegen. Om verschillende redenen is dit een riskant plan; begrijpen alle patiënten immers wel waar ze toestemming voor geven? Voor veel mensen, vooral mensen met een hoge zorgvraag, is dat niet het geval en zal dit vooral een drempel opleveren. Daarnaast staat het op gespannen voet met het medisch beroepsgeheim, dat niet door de patiënt maar door de arts wordt gewaarborgd. Het biedt derde partijen tevens mogelijkheden om medische gegevens die ze nooit van een arts zouden krijgen, toch via patiënten zelf los te peuteren.
“De ‘corona opt-in’ moet permanent worden voor alle noodsituaties.”
Ondanks het feit dat miljoenen Nederlanders geen toestemming hadden gegeven om hun dossier beschikbaar te stellen via het Landelijk Schakelpunt, werd dit in april 2021 door het Ministerie van Volksgezondheid overruled en konden medewerkers van huisartsenposten en de spoedeisende hulp toch toegang krijgen tot de professionele samenvatting van hun medisch dossier. In Kamerbrieven heeft het Ministerie inmiddels aangegeven dat zij deze maatregel permanent wil maken. In feite is het dan ook geen ‘opt-in’, wat impliceert dat de patiënt hier zelf toestemming voor heeft gegeven. Het is een opt-out naar model van het landelijk EPD dat in 2011 werd verworpen door de Eerste Kamer. Ook hier moesten patiënten onder een ‘wie zwijgt, stemt toe’ regime zelf aangeven dat hun gegevens niet mochten worden gedeeld. Aangezien de corona opt-in werd gerechtvaardigd door de noodsituatie van de coronapandemie, kan deze nu moeilijk als houdbaar worden beschouwd. Het kan zeker nuttig zijn om voor noodsituaties bepaalde noodzakelijke gegevens beschikbaar te stellen, maar dat is binnen de architectuur van het LSP niet mogelijk.
Privacy First voorzitter Paul Korremans sloot vervolgens de avond af met een kort dankwoord aan de aanwezigen en de panelleden.
De Wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (Wegiz) ligt op dit moment in de Tweede Kamer en zou een doorbraak kunnen betekenen naar een zorgvuldige, efficiënte en veilige zorgcommunicatie. Lees HIER het commentaar dat Privacy First eerder inbracht op dit wetsvoorstel.
Privacy First is voor de uitvoering van haar dagelijkse werkzaamheden en het voeren van politieke lobby volledig afhankelijk van giften en donaties – zo ook op dit onderwerp. Steun Privacy First met een financiële bijdrage via deze pagina. Wilt u voortaan een directe uitnodiging voor onze evenementen ontvangen? Mail ons! Dan voegen wij u toe aan onze mailinglist.
Publieksdebat Privacy First over medische privacy
Waar is morgen uw medisch dossier?
“Digitale communicatie in de zorg: waarom is dat nog niet geregeld?!”
Elf jaar na het sneuvelen van het Landelijk Elektronisch Patiëntendossier geldt digitale zorgcommunicatie nog altijd als een chronisch hoofdpijndossier. Hoewel de nadelen van het “dossier met duizend deuren aan de achterkant” helder zijn, bleef een beter alternatief vooralsnog uit. De patiëntenlobby en zorgverlenerskoepels bleven fervent voorstander van de EPD-systematiek, en ook het ministerie van VWS bleef met wet- en regelgeving de werking van een landelijk dekkend, centraal toegankelijk systeem ondersteunen.
Met de Wet Elektronische Gegevensuitwisseling In de Zorg (WEGIZ) lijkt er ruim elf jaar nadat de Eerste Kamer het EPD afschoot, ruimte te komen voor alternatieve systemen. De wet maakt nieuwe technische normen en standaarden mogelijk en moet patiënten meer keuzevrijheid bieden in de manier waarop hun medische gegevens worden uitgewisseld. Tijdens een publieksdebat georganiseerd door Privacy First gaan we op zoek naar kansen die deze nieuwe situatie biedt.
Hoe verschillen alternatieve systemen van het ‘oude EPD’ en bieden deze een oplossing voor eerdere tekortkomingen? Zijn ze in staat om de discussie “toegankelijkheid versus privacy” eindelijk te beslechten?
Welke belangen en politieke tegenstellingen stonden voorheen in de weg aan efficiënte en veilige zorgcommunicatie? Zullen alternatieve systemen een eerlijke kans krijgen tegenover het EPD-systeem dat al elf jaar door zorgverzekeraars wordt gepusht?
Wie kan er allemaal in uw dossier als u zich aanmeldt voor een uitwisselingssysteem? Wie bepaalt dat: de patiënt, diens arts, of de werkwijze van het gebruikte systeem? Hoe kan technologie worden ingezet om het beroepsgeheim ook digitaal te kunnen waarborgen?
Na een korte introductie over het onderwerp en de dilemma’s van digitale zorgcommunicatie zal een panel van deskundigen een open debat houden over de toekomst van het medisch dossier.
Sprekers zijn o.a. Guido van 't Noordende (Whitebox), Geranne Lautenbach (MedicalPHIT), Herman Pieterman (oud-radioloog en voormalig secretaris NVvR) en Wim Jongejan (ZorgICTZorgen, voormalig huisarts).
Iedereen is welkom en toegang is gratis. Donaties aan Privacy First worden echter zeer op prijs gesteld. Aanmelden kan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., maar is niet verplicht.
Datum: donderdag 2 juni 2022, 19.30-22.00u (inloop vanaf 19.00u, borrel na afloop).
Locatie: Volkshotel, Wibautstraat 150 te Amsterdam (Doka cocktailbar). Een routebeschrijving vindt u op https://www.volkshotel.nl/nl/directions/.
In het verleden organiseerde Privacy First regelmatig openbare publieksdebatten rond actuele thema’s. Na twee jaar corona-beperkingen kunnen we nu eindelijk weer een dergelijk evenement organiseren. Wilt u voortaan directe uitnodigingen voor onze evenementen ontvangen? Mail ons! Dan voegen wij u toe aan onze mailinglist.
Nationale Privacy Conferentie 2022
Voor de vijfde achtereenvolgende keer organiseren ECP en Privacy First op vrijdag 28 januari 2022 de jaarlijkse Nationale Privacy Conferentie. 28 januari is de Europese Dag van de Privacy, de dag waarop in 1981 het Europese Dataprotectieverdrag werd ondertekend. De Dag van de Privacy is in het leven geroepen om burgers beter te informeren over hun rechten. Daarnaast worden bedrijven en organisaties aangespoord om de bescherming van persoonsgegevens te verbeteren.
Deze editie zal online plaatsvinden en heeft als overkoepelend thema: privacy is grensoverschrijdend. De rol van Europa is hierin van groot belang. Wat staat ons te wachten? Hoe moeten we vanuit privacy-oogpunt omgaan met Artificial Intelligence? Hoe kunnen organisaties zich voorbereiden op de privacy-toekomst en hoe kunnen we in Europa onze invloed laten gelden? Deze en andere vragen komen aan bod. Daarnaast reikt Stichting Privacy First weer de jaarlijkse Nederlandse Privacy Awards uit.
Sprekers zijn o.a. Monique Verdier (vice-voorzitter Autoriteit Persoonsgegevens), Max Schrems (oprichter NOYB), Haroon Sheikh (WRR), Martin Vliem (National Security Officer, Microsoft), Gry Hasselbalch (cofounder, European thinkdotank DataEthics), Wilmar Hendriks (jury-voorzitter Nederlandse Privacy Awards) en Paul Korremans (voorzitter Privacy First). Dagvoorzitter is Tom Jessen.
Aan het slot van de conferentie vindt de uitreiking van de jaarlijkse Nederlandse Privacy Awards plaats. Alle genomineerde projecten zullen door de inzenders aan het publiek worden gepresenteerd. De Nederlandse Privacy Awards zullen vervolgens worden uitgereikt in vier categorieën: 1) Consumentenoplossingen, 2) Bedrijfsoplossingen, 3) Overheidsdiensten en 4) Aanmoedigingsprijs.
Programma
13.00u |
Welkom door dagvoorzitter Tom Jessen. |
13.05u |
Q&A Tom Jessen en Monique Verdier (Autoriteit Persoonsgegevens). |
13.20u |
Pitches genomineerden Privacy Awards: Privacy Rating, KPN en Street Art Museum Amsterdam. |
13.30u |
Martin Vliem (National Security Officer, Microsoft): Privacy en/of Hyperscale Cloud? |
13.45u |
Pitches genomineerden Privacy Awards: Scoor voor je Club en Quodari. |
13.50u |
Pauze |
14.00u |
Max Schrems, oprichter None of Your Business (NOYB). |
14.30u |
Haroon Sheikh (WRR): Opgave AI: de nieuwe systeemtechnologie. |
14.45u |
Pitches genomineerden Privacy Awards: Summitto en Shuttercam. |
14.55u |
Gry Hasselbalch (European thinkdotank DataEthics): Data Ethics of Power – A Human Approach in the Big Data and AI Era. |
15.15u |
Pauze |
15:20u |
Uitreiking Privacy Awards. |
Aanmelden kan via https://ecp.nl/agenda/privacy-conferentie/.
Normaliter organiseren ECP en Privacy First deze conferentie jaarlijks voor een relatief select publiek uit onze netwerken en achterban (maximaal 200 personen in Nieuwspoort, Den Haag). I.v.m. de coronamaatregelen hebben we dit jaar opnieuw besloten om het evenement grotendeels online en dus voor een breder publiek te organiseren. Klik HIER voor de video van de conferentie vorig jaar.
Privacy First organiseert de Nederlandse Privacy Awards met steun van Stichting Democratie & Media en The Privacy Factory, in samenwerking met ECP.
Nationale Privacy Conferentie 2021
Voor de vierde keer organiseren ECP | Platform voor de Informatiesamenleving en Privacy First op donderdag 28 januari 2021 de jaarlijkse Nationale Privacy Conferentie. 28 januari is de Europese Dag van de Privacy, de dag waarop in 1981 het Europese dataprotectieverdrag werd ondertekend. De Dag van de Privacy is in het leven geroepen om burgers beter te informeren over hun rechten. Daarnaast worden bedrijven en organisaties aangespoord de bescherming van persoonsgegevens te verbeteren.
Deze editie zal online plaatsvinden en staat in het teken van privacy in coronatijd. Het programma bestaat uit drie blokken met elk een ander sub-thema:
- thuiswerken en privacy;
- technologie in de strijd tegen corona;
- debat over digitaliseringsvraagstukken in coronatijd.
Sprekers zijn o.a. Monique Verdier (vice-voorzitter Autoriteit Persoonsgegevens), Secretaris-Generaal Erik Gerritsen (VWS), Ancilla van de Leest (voorzitter Privacy First), Chris van Dam (Tweede Kamerlid CDA), Evelyn Austin (directeur Bits of Freedom), Paul Tang (Europarlementariër PvdA), Mieke van Heesewijk (SIDN fonds) en Peter Verkoulen (coalitiemanager Dutch Blockchain Coalition).
Ook vindt tijdens deze conferentie de uitreiking van de jaarlijkse Nederlandse Privacy Awards plaats. Alle genomineerde projecten zullen door de inzenders aan het publiek worden gepresenteerd. De Nederlandse Privacy Awards zullen vervolgens worden uitgereikt in vier categorieën: 1) Consumentenoplossingen, 2) Bedrijfsoplossingen, 3) Overheidsdiensten en 4) Aanmoedigingsprijs.
Programma
Deel 1 – thuiswerken en privacy
13.00 uur | Welkom door dagvoorzitter Tom Jessen |
13.05 uur | Monique Verdier – vicevoorzitter, Autoriteit Persoonsgegevens |
13.15 uur | Pitch genomineerden Privacy Awards – Schluss |
13.20 uur | Judith van Schie – Considerati |
13.30 uur | Pitch genomineerden Privacy Awards – Roseman Labs + NL Digital |
13.45 uur | Afronding |
Deel 2 – inzet van technologie in de strijd tegen corona
14.00 uur | Welkom door Tom Jessen |
14.05 uur | Pitch genomineerden Privacy Awards – CoronaMelder |
14.05 uur | Erik Gerritsen, Secretaris-Generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
14.15 uur | Mieke van Heesewijk - SIDN fonds |
14.25 uur | uNLock-app – Peter Verkoulen, Dutch Blockchain Coalition |
14.35 uur | Discussie |
14.45 uur | Afronding |
Deel 3 – debat over privacy in coronatijd + uitreiking Privacy Awards
15.00 uur | Welkom door Tom Jessen |
15.05 uur | Pitch genomineerden Privacy Awards – Ma3tch |
15.10 uur | Een internationaal perspectief van de coronacrisis – Europarlementariër Paul Tang (PvdA) |
15.20 uur | Pitches genomineerden Privacy Awards – Nkey, STER, Simple Analytics en 4Med Box |
15.35 uur | Debat – Ancilla van de Leest (voorzitter Privacy First), Chris van Dam (Tweede Kamerlid CDA), Evelyn Austin (directeur Bits of Freedom), Monique Verdier (Autoriteit Persoonsgegevens), Paul Tang (Europarlementariër) en Judtih van Schie (Considerati). |
16.00 uur | Uitreiking Nederlandse Privacy Awards door jury-voorzitter Wilmar Hendriks |
16.30 uur | Afronding |
Aanmelden kan via https://ecp.nl/agenda/nationale-privacy-conferentie-2021/
Normaliter organiseren ECP en Privacy First deze conferentie jaarlijks voor een relatief select publiek uit onze netwerken en achterban (maximaal 200 personen in Nieuwspoort, Den Haag). I.v.m. de coronamaatregelen hebben we besloten om het evenement ditmaal grotendeels online en dus voor een breder publiek te organiseren. Klik HIER voor een impressie van de conferentie vorig jaar.
Privacy First organiseert de Nederlandse Privacy Awards met steun van Stichting Democratie & Media en The Privacy Factory, in samenwerking met ECP. Voorinschrijvingen voor de Nederlandse Privacy Awards 2022 zijn alvast welkom!
Deskundigenbijeenkomst Eerste Kamer over Wet digitale overheid
Deze week vond in de Eerste Kamer een zeer kritische deskundigenbijeenkomst plaats over een relatief complex maar belangrijk onderwerp: de nieuwe Wet digitale overheid. Door deze wet zal o.a. het verouderde DigiD vervangen worden door nieuwe digitale eID-middelen voor burgers om bij de overheid te kunnen inloggen en zaken te kunnen regelen. Aan de huidige opzet van de nieuwe wet en de bijbehorende infrastructuur kleven echter een aantal privacyrisico's. De Eerste Kamer had daarom Privacy First voor deze gelegenheid uitgenodigd om een position paper in te dienen en spreker te zijn. Klik HIER voor het volledige programma, alle sprekers en position papers. Hieronder volgt de volledige tekst van onze inbreng en het videoverslag van de gehele bijeenkomst:
Position paper:
Geachte Kamerleden,
Dank voor uw uitnodiging om deel te nemen aan de deskundigenbijeenkomst over de Wet digitale overheid (Wdo). Stichting Privacy First heeft een aantal kritische kanttekeningen bij deze wet. Hieronder zullen wij dit kort uiteenzetten.
Allereerst wil Privacy First in dit verband graag benadrukken dat burgers te allen tijde het recht hebben, en zullen moeten blijven hebben, om langs niet-digitale weg met de overheid te communiceren of zaken te doen, hetzij telefonisch, op papier of in persoon. Voor grote groepen in de samenleving is en blijft dit cruciaal voor hun maatschappelijke participatie. Bovendien biedt de ‘klassieke’ analoge ruimte vaak betere privacybescherming dan het digitale domein.
Dit brengt ons op ons voornaamste punt van zorg inzake de Wet digitale overheid, namelijk eID. Bij een gecentraliseerde infrastructuur kunnen eID-bedrijven die de certificaten (sleutels) verstrekken precies zien waar mensen inloggen. Daarnaast zijn er certificaten (digitale handtekeningen) voor het ondertekenen van documenten en bestaat het risico dat bedrijven exact kunnen weten welke documenten mensen ondertekenen. Dit leidt tot talloze privacyrisico’s, zeker waar het privacygevoelige transacties (en dus gevoelige persoonsgegevens) betreft. Wat is het verdienmodel van deze bedrijven? En wat kunnen zij doen met al deze gegevens, ook via platforms zoals Facebook en Google?
Dit pleit voor een decentrale i.p.v. centrale architectuur met dataminimalisatie en privacy by design. Dat brengt ons op een actueel onderwerp dat bij deze wet van belang is, namelijk de invoering van een op attributen gebaseerd stelsel naast het eID-stelsel. Biedt de huidige Wdo meer controle over het afschermen van persoonsidentificatiegegevens en beschermt het de privacy van de burger? Ons antwoord is nee. In 2017 was men daar dichterbij dan nu. De Wdo kent een lange aanloop en is van een uitwerking van een infrastructuur voor digitale overheidsdienstverlening versmald tot een “Wet op de inlogmiddelen”. In 2017 was het streven nog deels om te komen tot een raamwet voor een op attributen gebaseerd stelsel. In de eerdere versie van de wet werd daarom nog duidelijk onderscheid gemaakt tussen identificatie/authenticatiediensten enerzijds en attributendiensten anderzijds. De definitie was eens: “De attributendienst is een partij die ten behoeve van elektronische dienstverlening een verklaring afgeeft over bepaalde kenmerken of gegevens van een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld leeftijd of beroep) of een rechtspersoon (bijvoorbeeld erkend bedrijf).”
Tevens zou deze dienst zowel door een overheidsorganisatie als door een private partij geleverd kunnen worden en moest er iets worden geregeld voor erkenning. Men stelde in de Memorie van Toelichting: “Aan attributendiensten worden in op basis van dit wetsvoorstel vast te stellen uitvoeringsregelgeving technische en organisatorische eisen gesteld en er wordt voorzien in een erkenningsstelsel, op gelijke wijze als bij authenticatiediensten. Op dit moment zijn er nog geen publieke en private attributendiensten operationeel, maar met uitbreiding van de digitale dienstverlening zal ook de behoefte aan elektronische ondersteuning van deze functie toenemen. Deze attributendiensten kunnen publiek of privaat zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan een generieke attributendienst die leeftijdsverificatie mogelijk maakt op basis van de basisregistratie personen. Tot nu toe verrichten publieke dienstverleners waar nodig zelf de leeftijdscontrole aan de hand van de eigen klantadministratie (die in de regel is afgeleid van de BRP). Het wetsvoorstel bevat een basis voor het stellen van technische en organisatorische eisen aan publieke en private attributendiensten. Of in de toekomst behoefte bestaat aan een publieke attributendiensten is nog onderwerp van onderzoek.”
De realisatie van die toekomst en behoefte lijkt nu te zijn geblokkeerd. Terwijl die behoefte er inmiddels vooral bij gemeenten wel is. Ook zij waren in 2017 nog overtuigd dat je iemand niet hoefde te identificeren om deel te nemen aan, bijvoorbeeld, een online peiling. De huidige Wdo ondersteunt dat echter niet. De definitie van attributendienst is immers geschrapt uit de Wet en op grond van art. 12 Wdo is de ministeriële aanwijsbevoegdheid beperkt tot het aanwijzen van een attribuut dat naar het oordeel van de Minister van belang is voor de identificatie van ondernemingen of rechtspersonen.
Het idee dat kenmerken/attributen een belangrijke rol spelen in het terugdringen van de online-identificatiedrift van publieke organisaties is in zijn geheel verloren gegaan. Qua privacy en dataminimalisatie is dit een grote misser. Dikwijls volstaat immers dat ik aantoon wat ik ben (inwoner van Amsterdam) in plaats van wie ik ben op basis van mijn BSN. In de huidige afgeslankte Wdo ontbreekt hiervoor het wettelijke kader. Alles is gericht op authenticatie en het verstrekken van persoonsidentificatiegegevens. Dit terwijl de wet eerder wel ruimte bood om met attributen toegang te krijgen tot digitale dienstverlening. Een actueel voorbeeld hiervan is overigens IRMA, dat begin 2018 de allereerste Nederlandse Privacy Award won.
Deze wet is dus een gemiste kans om als aanvulling op de eIDAS-verordening te dienen en een op attributen gebaseerd privacy-centrisch eID-stelsel in Nederland neer te zetten. Integendeel: met deze wet worden met een waaier aan regelingen juist hoge drempels opgeworpen voor private partijen (waaronder stichtingen) om goede, privacyvriendelijke middelen en voorzieningen te laten erkennen en aan te bieden aan burgers.
Privacy First betreurt dit en hoopt dat uw Kamer hier alsnog positieve veranderingen in zal kunnen bewerkstelligen.
Hoogachtend,
Stichting Privacy First
Mondelinge toelichting:
Geachte Kamerleden,
Nogmaals dank voor uw uitnodiging om aan deze bijeenkomst deel te nemen. Onze voornaamste punten van kritiek op de huidige Wet digitale overheid hebben wij reeds uiteengezet in onze position paper. Kort gezegd gaat het daarbij voornamelijk om de kwetsbaarheden en privacyrisico’s van het nieuwe eID-stelsel, waaronder de volgende aspecten:
- De centrale i.p.v. decentrale opzet van de infrastructuur. Over het algemeen is een centrale opzet riskanter en onveiliger dan een decentrale architectuur. Een decentrale opzet is ook meer in lijn met moderne privacyvereisten zoals dataminimalisatie en privacy by design. Bovendien leent dit zich minder goed voor grootschalige hacks of heimelijke toegang, massale datalekken en function creep, oftewel sluipende doelverschuiving. Niet voor niets is er de laatste jaren in diverse gevoelige domeinen een ontwikkeling van centrale naar decentrale infrastructuren zichtbaar, bijvoorbeeld op het terrein van biometrie en in de medische wereld. Ook bij een uitermate gevoelig persoonsgegeven als het BSN en allerlei gevoelige transacties tussen burgers, bedrijven en overheden zou dus bij uitstek voor een decentrale opzet gekozen moeten worden. Dat zou ook meer passen bij het idee van informationele zelfbeschikking en de slogan ‘Regie op gegevens’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken zelf.
- In dit verband is het een gemiste kans dat het wettelijk kader tot op heden onvoldoende gebaseerd is op een stelsel dat werkt aan de hand van minimale attributen (d.w.z. relevante kenmerken) van personen i.p.v volledige identificatie waarbij veel meer persoonsgegevens worden verwerkt dan strikt noodzakelijk is. Een actueel voorbeeld van een dergelijk privacyvriendelijk alternatief is IRMA (I Reveal My Attributes) dat op 28 januari 2018, de Europese Dag van de Privacy, de allereerste Nederlandse Privacy Award won. Vanuit gemeenten, en wellicht ook andere overheden, lijkt daar ook steeds meer behoefte aan. Waarom wordt dit tot op heden niet wettelijk gefaciliteerd?
- Een ander aspect dat wij in onze position paper abusievelijk onvermeld hadden gelaten, is dat eID-middelen open source dienen te zijn. Dat is immers de meest effectieve manier om onbetrouwbare partijen buiten de deur te houden en de veiligheid en privacy te waarborgen. Open source zou daarom als harde eis toegevoegd moeten worden voor de toelating van eID-middelen.
- Tevens zouden wij hier graag nogmaals willen benadrukken dat het eID-stelsel zoals nu in de Wet digitale overheid beoogd is, per definitie enorme risico’s voor de privacy van burgers teweeg zal brengen, gezien de commerciële aard van nieuwe eID-aanbieders, waaronder techbedrijven met dubieuze businessmodellen en schimmige profileringspraktijken. Deze risico’s lijken in dit wetstraject nog niet te zijn geadresseerd. Dit dient alsnog op democratische en toekomstbestendige wijze te gebeuren op het niveau van de parlementaire wet zelf en niet in lagere, bestuurlijke regelgeving.
Dank voor uw aandacht.
(...)
Tijdens de bijeenkomst werden door de Kamerleden talloze kritische vragen gesteld, zie onderstaand videoverslag. Mede naar aanleiding van deze bijeenkomst is de Eerste Kamer voornemens om de verdere behandeling van de Wet digitale overheid tot na de zomer uit te stellen.
Verslag Nationale Privacy Conferentie 2020
Privacy First heeft op 28 januari 2020 in samenwerking met ECP (Platform voor de Informatiesamenleving) voor de derde keer de Nationale Privacy Conferentie georganiseerd, om aandacht te vragen voor het onderwerp privacy. In 1981 werd op deze dag, 28 januari, het Europese Dataprotectieverdrag ondertekend, daarom is deze dag door de Raad van Europa erkend als de Europese Dag van de Privacy.
Adjunct-directeur van ECP Marjolijn Bonthuis opende de dag door alle aanwezigen in Nieuwspoort welkom te heten. Dagvoorzitter Tom Jessen (presentator RTL-Z en BNR) gaf een korte toelichting over het programma van de dag. Daarna ging hij in vogelvlucht met Monique Verdier van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) door de tegenwoordige ontwikkelingen bij de AP. Verdier gaf aan dat er een toename is in het bewustzijn over privacy en de media-aandacht voor het onderwerp. Maar ze stipte ook twee problemen aan: de overmatige vergaring van data zonder duidelijke doelmatigheid en de toename van interesse van bedrijven in het geld verdienen met persoonlijke data. Ook spraken zij samen over de focus voor de komende jaren, waaronder datahandel, digitale overheid, smart cities, Artificial Intelligence en algoritmes. De AP hoopt de komende jaren te kunnen groeien om een grotere toezichthoudende taak te kunnen vervullen.
Daarna kwam Richard van Hooijdonk, futurist en trendwatcher, aan het woord. ‘Hij leeft voor tech’, zijn de woorden waarmee hij ingeleid werd door Jessen. Van Hooijdonk sprak bevlogen over de verhouding tussen Artificial Intelligence en privacy, en dan met name over alle mogelijkheden die de toekomst ons kan brengen, van zelfrijdende auto's, robots en slimme apparaten die ons kunnen ondersteunen tot het upgraden van ons lichaam door middel van neurotechnologie. Hij pleit voor verbetering van het onderwijs als basis voor de toekomst. In zijn optiek is de wereld de afgelopen decennia enorm veranderd, maar het onderwijs heeft niet eenzelfde modernisering doorgemaakt. Juist wanneer we meegaan met de tijd met passie en nieuwsgierigheid zal dit ons volgens hem het meeste opleveren in deze snel veranderende, moderne wereld, mits we een kritische blik behouden. Bas Filippini, oprichter en voorzitter van Privacy First, ging daarna met hem in discussie over de mogelijke botsingen van technologische ontwikkelingen met ethische waarden en de bijbehorende privacy implicaties. Filippini geeft aan dat veel technologische ontwikkelingen naast gemak ook vragen opleveren of de technologie daadwerkelijk vanuit de menselijke voorkeuren ontwikkeld wordt of vanuit algoritmes die ontwikkeld zijn zonder oog voor ethiek. Uiteindelijk kwam Filippini tot 10 geboden voor het ontwikkelen en inzetten van technologie in een menselijke samenleving, waaronder bijvoorbeeld ‘ethiek en de menselijke maat moet centraal staan’ en ‘de mens heeft het recht op vergetelheid’.
De volgende spreker was Tom Vreeburg, voormalig IT-auditor bij een big four company en onafhankelijk IT-risk- en assurance-professional. Hij zet zijn vraagtekens bij de aanname dat de overheid de grote waakhond is over onze privacy met een schijnbaar realistisch hanteerbare AVG, door de complexiteit van de materie. Vreeburg legt uit dat privacy onoverzichtelijker is geworden door middel van Big Data-koppelingen waar conclusies aan verbonden worden door middel van algoritmes. Daarnaast geeft hij aan dat het belangrijk is om gewichtige informatie online goed te beschermen, in plaats van een schijn illusie van privacy hoog te houden.
Na een pauze kwam Peter Fleischer aan het woord over de rol van privacy binnen Google en de ontwikkeling en uitwerking van de AVG. Hij legde uit wat 'privacy by design' inhoudt en hoe dit vorm gegeven wordt binnen Google. Ook legde hij uit welke maatregelen Google heeft moeten doorvoeren, zoals bijvoorbeeld alle contracten van werknemers veranderen. Ook licht hij toe met welke maatregelen ze nog actief bezig zijn zodat voldaan wordt aan de AVG.
Daarna heeft Sander Klous, hoogleraar Big Data Ecosystemen aan de Universiteit van Amsterdam en tevens data-analyticus bij KPMG, uitgelegd welke risico's kleven aan mogelijke bias van algoritmes wanneer er ongebalanceerde input voor gebruikt wordt. Een algoritme kan en gaat heel waarschijnlijk fouten maken. Tevens stipt hij aan hoe persoonlijk de filters zijn aan de hand waarvan een selecte informatiestroom naar je toe komt, de zogenaamde filter bubble. Volgens hem zorgt dit voor escalatie van spanningen in de wereld, het begrip voor de andere partij neemt af omdat er nog maar een selecte stroom van informatie op mensen af komt.
Door de dag heen kregen vijf kanshebbers voor de Nederlandse Privacy Awards het podium om een korte pitch te geven over hun project, nadat zij eerder geselecteerd waren door de jury. De kanshebbers waren Publicroam, Candle en Skotty in de categorie Consumentoplossingen en NUTS en Rabobank/Deloitte binnen de categorie Bedrijfsoplossingen.
Publicroam is een initiatief dat veilige gast-WiFi-netwerken wil opzetten. Hierbij is er sprake van betere waarborging van privacy van gebruikers en van hun persoonsgegevens, aangezien zo min mogelijk bewaard wordt en data niet worden doorverkocht. Dit in tegenstelling tot veel openbare WiFi-netwerken, waarbij ook de veiligheid van het netwerk vaak betwistbaar is door makkelijk te verkrijgen wachtwoorden. Eenzelfde systeem als Publicroam wordt al gebruikt bij de overheid en onderwijsinstellingen: Govroam en Eduroam. “Wij hopen de Privacy Award te winnen, want daarmee kunnen we een beweging op gang brengen waarin veilige en privacyproof WiFi vanzelfsprekend wordt.”
De tweede kanshebber was Candle, zij presenteerden een privacyvriendelijke smart home oplossing waarbij verbinding met een cloud niet noodzakelijk is en dus geen verbinding met internet. Verschillende huishoudelijke apparaten kunnen eenvoudig met elkaar verbonden worden door middel van praktische hardware-oplossingen, gecombineerd met een open-source netwerk. “Ons doel was de industrie uit te dagen om beter over privacy na te denken door te laten zien dat het gewoon kan. Door te laten zien dat je niet hoeft te kiezen tussen privacy en gebruiksgemak. Als je het goed ontwerpt kan je allebei hebben.”
Het volgende initiatief dat een pitch mocht houden was Skotty. Skotty is een platform dat het voor ondernemers mogelijk maakt om informatie veilig van A naar B te brengen met volledige end-to-end encryptie. Volgens Skotty is enkel privacy niet genoeg, zij willen binnen hun platform ook extra functionaliteiten aanbieden zoals bijvoorbeeld contracten meteen online kunnen tekenen, aangezien privacy vaak niet een doel op zich is voor veel mensen. Alleen zo kunnen we privacy volgens hen echt de standaard maken.
De vierde kanshebber was stichting NUTS. Zij willen een privacyvriendelijke oplossing bieden voor identiteitsmanagment en het delen van persoonsgegevens in de zorg, waarbij gebruikers zeggenschap hebben over welke zorggegevens wel of niet gedeeld mogen worden tussen zorgverleners onderling. Dit willen ze doen via diensten die via een decentraal netwerk geleverd worden en gebaseerd zijn op de uitgangspunten van Privacy by Design. De identiteit van de betrokkene kan onomstotelijk bewezen worden door de identiteitsmanagementoplossingen en de decentrale benadering sluit goed aan op ontwikkelingen in de zorgarchitectuur.
De laatste kanshebbers waren Rabobank en Deloitte, die in samenwerking met woningcorporaties een concept hebben uitgewerkt dat de inkomenstoets zou kunnen vervangen voor sociale huurwoningen. De mogelijke kandidaat dient vaak inkomensgegevens via pdf-bestanden te versturen, welke de woningcorporatie dan weer dient te toetsen; een complex proces waarbij de gegevens tevens niet te valideren zijn. Binnen het ontwerp van Rabobank/Deloitte zullen deze data verstuurbaar zijn door de consument waarbij hij/zij zelf zeggenschap houdt over de data, maar de toetsing zal worden uitgevoerd door een wiskundig algoritme. De toetsing zal dan dus niet meer bij de woningcorporaties liggen en er is sprake van dataminimalisatie waarbij de data tevens niet meer gemanipuleerd kunnen worden.
Vervolgens was er een paneldiscussie met alle sprekers over datahandel en het geven van toestemming voor het delen van data.
Aan het einde van de middag werden door Tweede Kamerlid Kees Verhoeven (D66) de Nederlandse Privacy Awards uitgereikt: de winnaars waren Publicroam, NUTS en Candle. Meer informatie en het juryrapport vindt u HIER.
Het was een enerverende, interessante dag waar geïnteresseerden en professionals samenkwamen en waar privacybevorderende organisaties in het zonnetje werden gezet. Op naar de volgende editie in 2021!
Nieuwjaarsborrel en publieksdebat Privacy First
Privacy First nodigt u graag uit voor haar Nieuwjaarsborrel! Deze zal plaatsvinden op woensdagavond 8 januari as. in het Volkshotel in Amsterdam. De avond zal grotendeels in het teken staan van het thema Blockchain en financiële privacy. Welke actuele ontwikkelingen vinden er op dit vlak plaats? Hoe verhouden die ontwikkelingen zich tot het recht op privacy? Hoe kan blockchain zo worden ontworpen en gereguleerd dat publieke waarden als privacy, transparantie en vertrouwen erdoor worden versterkt? En welke rol zou Privacy First hierbij kunnen spelen? Na de Nieuwjaarsspeech door Privacy First voorzitter Bas Filippini zullen juridisch expert Jurgen Goossens (Universiteit Tilburg), financieel expert Simon Lelieveldt en Martijn van der Veen (Privacy First) hun licht over deze kwesties laten schijnen. Hierna is er ruimte voor discussie onderling en met het publiek, gevolgd door een borrel waar wij samen kunnen proosten op een privacyvriendelijk 2020!
Iedereen is welkom, toegang is gratis. Donaties aan Privacy First worden echter zeer op prijs gesteld. Aanmelden kan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., maar is niet verplicht.
Datum: woensdag 8 januari 2020, 19.30-22.00u (inloop vanaf 19.00u).
Locatie: Volkshotel, Wibautstraat 150 te Amsterdam (Doka cocktailbar). Een routebeschrijving vindt u op https://www.volkshotel.nl/nl/directions/.
Klik HIER voor de uitnodiging zoals Privacy First die onlangs aan haar netwerk verzond (pdf). Wilt u voortaan directe uitnodigingen voor onze evenementen ontvangen? Mail ons! Dan voegen wij u toe aan onze mailinglist.
- Privacy
- Financiële privacy
- Blockchain
- Bitcoin
- Virtual assets
- Cryptocurrency
- AMLD5
- FATF
- PSD2
- Wetgeving
- Technologie
- Overheid
- Politiek
- Beleid
- Europese Unie
- Privacy by design
- Anonimiteit
- AVG
- GDPR
- Banken
- Bancaire sector
- Fintechs
- Debat
- Consultatie
- Visie
- Toekomst
- Samenleving
- Maatschappij
- Privacy First
- Privacy First Solutions
Verslag Nationale Privacy Conferentie 2019
28 januari is de Europese Dag van de Privacy. In dit verband organiseerden ECP en Privacy First op 28 januari 2019 in Nieuwspoort gezamenlijk de Nationale Privacy Conferentie en reikte Privacy First de jaarlijkse Nederlandse Privacy Awards uit. Het was een succesvolle dag waar de belangrijkste spelers op het gebied van privacy in Nederland aanwezig waren. Vertegenwoordigers van de overheid, ondernemers met innovatieve ideeën, juristen, geïnteresseerden en voorvechters, ze waren er allemaal.
De Nationale Privacy Conferentie werd geopend door dagvoorzitter Tom Jessen (presentator RTL-Z en BNR), die vervolgens het woord gaf aan Bas Filippini (voorzitter Privacy First) en Marjolijn Bonthuis (adjunct-directeur ECP|Platform voor de InformatieSamenleving).
Bas Filippini – voorzitter Stichting Privacy First
Bas Filippini vertelt dat Stichting Privacy First nu tien jaar bestaat en dat er in die tien jaar veel veranderd is, zowel in positieve als in negatieve zin. De slogan van Privacy First is ‘eigen keuzes in een vrije omgeving’; dat is waar Privacy First voor staat. Dagelijks spreekt Privacy First met een breed privacyveld op basis van feiten en altijd met een positieve insteek. Daarom wil Privacy First door middel van de Nederlandse Privacy Awards graag een groene kaart geven aan organisaties die de privacy in Nederland versterken. Privacy First voert tevens rechtszaken in het algemeen belang, doet aan politieke lobby en organiseert evenementen, waaronder de Nederlandse Privacy Awards. Naast een nationale ambitie heeft Privacy First ook de ambitie om uit te groeien tot een internationale (Europese) organisatie. Privacy First is afhankelijk van donaties en vrijwilligers en doet graag een oproep aan het publiek om Privacy First in haar missie te steunen.
Marjolijn Bonthuis - adjunct-directeur ECP|Platform voor de InformatieSamenleving
ECP werkt aan de knelpunten die de informatiesamenleving nog heeft. Dat doet ECP graag publiekelijk en met alle relevante partijen. ECP is er trots op dat een brede afspiegeling van de samenleving aanwezig is bij de Nationale Privacy Conferentie en is trots op de unieke samenwerking met Privacy First en de Nederlandse Privacy Awards. De winnaar van de Nederlandse Privacy Awards 2018, IRMA, heeft na de Privacy Awards afgelopen jaar nog diverse andere awards binnengesleept. Dit laat zien dat de Privacy Awards een belangrijke steun zijn voor goede initiatieven.
ECP doet veel, ook op het gebied van privacy. Op privacygebied gebeurt dat op publiek-privaat vlak, samen met andere initiatieven en werkgroepen. Aan de publieke kant wordt er samengewerkt met het Ministerie van Economische Zaken en mede dankzij hen kan deze dag worden georganiseerd.
Aleid Wolfsen – Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een actuele enquête gehouden die goed weergeeft waar de zorgen in de samenleving zitten als het gaat om de bescherming van privacyrechten. Uit de enquête blijken verrassende dingen: zo heeft 94% van de bevolking enige zorgen of zijn of haar privacyrechten wel worden gerespecteerd, waarvan een derde zelfs veel tot zeer veel zorgen heeft. Dat is één op de drie die serieuze zorgen heeft of de privacyrechten wel goed worden nageleefd. Dit percentage is hoger dan aanvankelijk werd gedacht; mogelijk komt dat door de huidige ontwikkelingen en omdat er veel datalekken in het nieuws zijn geweest. Hierdoor zijn privacyrechten heftig geschonden en zijn mensen teleurgesteld. Het schaden van het vertrouwen doet iets met mensen.
De top drie van zaken waarover mensen de meeste zorgen hebben zijn: ‘kopietje ID’, dit komt mogelijk doordat mensen vaak horen over identiteitsfraude en hoe makkelijk dat gaat. Het tweede waar mensen zich zorgen over maken is het tracken van online zoekgedrag. Hierover ontvangt de Autoriteit Persoonsgegevens veel klachten. Binnenkort komt de Autoriteit Persoonsgegevens met guidance over hoe om te gaan met cookies en tracking cookies. Daarin staat onder andere wat er mag en wat er niet mag. Mensen zijn serieus bezorgd over welke gegevens er allemaal worden verzameld als ze online zijn. Twee vragen die rijzen zijn: welke gegevens worden verzameld en wat gebeurt er met al die gegevens? Hier hebben mensen geen goed zicht op en er wordt geen duidelijke uitleg over gegeven. Het derde waar mensen zich zorgen over maken zijn locatiegegevens. Er is steeds meer berichtgeving over camera’s die overal hangen. En over bijvoorbeeld WiFi-tracking, dat veel wordt toegepast in Nederland. Hierover heeft de Autoriteit Persoonsgegevens onlangs ook een guide uitgegeven. Het tracken van mensen, dat je als vrij burger in een vrij land, vrij in een stad moet kunnen winkelen, vrij moet kunnen reizen, als dat wordt aangetast, daar zijn mensen serieus bezorgd over. Want we willen niet gevolgd worden. Dat is de top drie van de zorgen die mensen hebben.
De Autoriteit Persoonsgegevens geeft ook altijd tips. Eén ervan is: check de instellingen van de apps op je telefoon. Veel van die apps zijn razend nieuwsgierig. We zijn ons onbewust van het feit dat je veel over jezelf blootgeeft aan die apps en veel informatie prijsgeeft als je de instellingen niet aanpast. Wees je bijvoorbeeld bewust van het dataspoor dat je achterlaat op het internet. En daarnaast: maak gebruik van je privacyrechten. Veel mensen zijn zich nog onbewust van het feit dat je aan organisaties kan vragen welke gegevens ze over je hebben, dat je die gegevens kunt laten verwijderen als ze niet meer nodig zijn of ze kunt laten corrigeren. Of je gaat naar een nieuwe provider en je wilt je data meenemen: dit heet dataportabiliteit en dit recht kennen mensen nog nauwelijks.
Als kijktip geeft Aleid Wolfsen aan om de documentaire Democracy te kijken, over de totstandkoming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Bekijk de trailer HIER (Youtube).
Hoe staat de Autoriteit Persoonsgegevens er, qua werk, nu voor sinds de inwerkingtreding van de AVG op 25 mei tot eind december 2018? Een aantal cijfers: er zijn zo’n 10.000 klachten binnengekomen, oftewel 10.000 potentiële schendingen van de AVG. De AP vond dit opvallend veel; dit hadden zij aanvankelijk lager ingeschat. In 2018 heeft de AP ook heel veel telefoontjes gekregen: het totale aantal lag op zo’n 35.000, dit waren vijf keer meer telefoontjes dan in 2017. Momenteel loopt er een groot aantal onderzoeken. De eerste handhavingsactiviteiten hebben plaatsgevonden en de eerste serieuze boete onder de AVG is opgelegd aan een bedrijf. Het eerste verwerkingsverbod is opgelegd, aan de Belastingdienst in dit geval, wegens de verwerking van het BSN-nummer in het BTW-nummer van zelfstandigen. Ook zijn er voor het eerst dwangsommen opgelegd, aan de Nationale Politie, het UWV en private bedrijven. In de beginfase van de AVG had de AP nog een voorlichtende rol, maar gaandeweg zal de AP steeds strenger worden. Er is ook een toename in het aantal gemelde datalekken en het is schokkend om te zien hoe slecht data soms beveiligd zijn bij zorginstellingen en overheden. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft ook veel onderzoek gedaan naar overheden en bedrijven om daar basaal de boel op orde te krijgen, zoals “heeft u een functionaris gegevensbescherming nodig, ja of nee? Heeft u de boekhouding op orde, ja of nee? Heeft u een verwerkingsovereenkomst?” Dat soort basale dingen. Als dit op orde is, dan ondervind je daar veel plezier van.
Als afsluiting: mensen realiseren zich steeds meer over alles wat met privacy en dataprotectie te maken heeft. En eigenlijk zijn het ook geen synoniemen, want dataprotectie is nog groter en veel meer dan het klassieke privacy. Onder privacy valt onder andere lichamelijke integriteit, je vrijheid van geweten, je huisrecht, je communicatievrijheden en dat je je vrij kunt bewegen. Dat zijn allemaal afzonderlijke grondrechten. Dataprotectie is door de digitalisering inmiddels ontwikkeld tot een soort moeder of hoeder van alle andere grondrechten. Zoals over je geloof, je vrijheid van geweten, je lichamelijke integriteit, je politieke activiteiten, al dat soort informatie vertaalt zich in data. Als je de datarechten van mensen schendt, dan raak je de fundamenten van de westerse rechtsorde. Deze hebben te maken met de democratische rechtsstaat, gelijkheid van mensen, solidariteitssystemen zoals verzekeringen en gelijkwaardigheid van mensen. En al die vier fundamenten zijn at stake als je de privacyrechten van mensen schendt. Als je de privacyrechten niet beschermt, dan eroderen die fundamenten. Om het nog iets groter te maken: de vrijheid van de vrije wil, kan dan ook eroderen. Daarom is privacybescherming zo belangrijk en neemt het belang daarvan iedere dag toe.
Aleid Wolfsen beantwoordde ook nog een aantal vragen van de dagvoorzitter, zoals over de 10.000 klachten die zijn binnengekomen in 2018. Dit was meer dan aanvankelijk gedacht en de Autoriteit Persoonsgegevens denkt dat dit ook wel zal aanhouden, doordat er steeds meer data wordt verzameld. Met de komst van PSD2 is het toezichtsveld van de Autoriteit Persoonsgevens uitgebreid naar fintechs, waarmee bankgegevens, na toestemming, kunnen worden gedeeld. Deze bankgegevens zijn zeer persoonlijk; daaraan kan je immers zien waar je bent, waar je aan geeft, wat je hobby’s zijn en wat je politieke voorkeur is.
Er is ook wel kritiek op de AP, aangezien de AP zo’n cruciale rol vervult. De vraag is of ze de werklast wel aankunnen, ook al is de AP inmiddels verdubbeld. Hierop zegt Aleid Wolfsen dat de Autoriteit de komende periode wel moet blijven groeien en misschien zelfs nog wel een keer moet verdubbelen om de toenemende werklast aan te kunnen.
Vragen uit het publiek
Hoe ziet Aleid Wolfsen de schendingen van privacy die plaatsvinden met toestemming van mensen zelf? Die toestemming is een belangrijk onderdeel van de AVG en mensen drukken online al snel op “OK”, niet omdat mensen lui zijn, maar omdat de teksten te uitgebreid zijn om door te nemen. Of dat je op “OK” moet drukken, omdat je anders niet krijgt wat je wilt en dat hierin eigenlijk geen vrije toestemming mogelijk is.
Aleid geeft aan dat hij die zorgen grotendeels deelt. Toestemming is een fundament. Maar wat je ziet is dat er allemaal verleidingstechnieken zijn, zodra je op een site zit, door onder andere de kleur en grootte van een knop om toestemming te geven, anders dan je misschien van plan was. Dit is geen privacy by design; het is geen eerlijke, gelijkwaardige keuze. Wat we moeten doen met zijn allen, is strenger worden. Zorgen dat je dat soort systemen goed gaat bekijken. Is het echt zuivere, eerlijke en integere privacy by design? En ten tweede: mensen proberen te emanciperen in ‘weet waar je ja tegen zegt’. Daar zijn mensen zich helaas nog niet goed van bewust. Door een enkele klik kan jouw data heel makkelijk worden verspreid. De Franse toezichthoudercollega’s hebben bijvoorbeeld een boete opgelegd aan Google van 50 miljoen, omdat het niet goed duidelijk was waarvoor je toestemming verleende. Eén van de dingen die moet veranderen is dat je je toestemming even gemakkelijk moet kunnen intrekken, als dat je hem hebt gegeven.
Een andere vraag uit het publiek ging over de kracht van de boete als signaal. De vraagsteller zou het eigenlijk fijn vinden om eens te zien van de AP dat er een boete zou worden opgelegd over privacy by design. Bedrijven zitten namelijk nog heel erg in compliance modus en willen slechts het minimale doen om aan de wetgeving te voldoen. Terwijl privacy by design gaat over proactief die problemen aanpakken. Dat er bijvoorbeeld een rechtszaak wordt gestart waaruit een boete volgt, omdat er niet het hoogst haalbare werd gedaan.
Aleid Wolfsen reageert hierop dat je dat dan mooi als voorbeeld zou kunnen gebruiken voor de rest van de wereld. Hij verklapt hierbij een geheim: de AP heeft bij allerlei overheidsinstellingen gekeken of er een Functionaris Gegevensbescherming (FG) aanwezig was, daarbij ook zoekende naar eentje die geen FG had. Die zou de AP dan als voorbeeld kunnen gebruiken voor heel Nederland. Maar uiteindelijk bleek (gelukkig) dat iedereen op tijd een FG had.
Bekijk de presentatie van Aleid Wolfsen (pdf).
Sophie in ’t Veld – D66 Europarlementariër en privacyvoorvechtster
We hebben natuurlijk de AVG, of de GDPR zoals we die soms liefkozend noemen. Van de vijftien jaar dat Sophie zich met privacy bezighoudt zijn er vijf jaar opgegaan aan de GDPR. Het was een lang en ingewikkeld proces, met onder andere 4000 amendementen. Vorig jaar waren we natuurlijk heel erg blij dat de GDPR van kracht werd. We waren ook heel trots, van kijk ons Europa nou toch eens even. Wij hebben gewoon de beste privacywet ter wereld! Maar daar mag het natuurlijk niet ophouden. Het begint er natuurlijk al mee, dat de GDPR goed moet worden toegepast en gehandhaafd. En dan valt Sophie in ’t Veld het op, dat de toezichthouders eigenlijk belachelijk weinig middelen hebben gekregen om dat goed te doen. Want het is natuurlijk hartstikke fijn dat de Autoriteit Persoonsgegevens is verdubbeld, naar 150 man. Maar met 150 man tegen Facebook alleen al, begin je natuurlijk bijna niks. Om over alle andere bedrijven maar te zwijgen. En dan hebben we het nog niet eens over de NSA of de Chinese geheime diensten of de Europese geheime diensten.
We hebben het allemaal over de GDPR en iedereen is vergeten dat er eigenlijk een dataprotection package was. Er was nog een tweede poot, maar die is volstrekt uit het beeld verdwenen. We noemen die onderling de Police Directive, maar eigenlijk heeft hij een hele lange naam (red: Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens). Het is een richtlijn die regels stelt voor het gebruik van persoonsgegevens door politie, justitie en soms geheime diensten. En de omzetting daarvan is werkelijk belabberd. Er zijn momenteel ongeveer acht EU-lidstaten die hem hebben omgezet, ruimschoots te laat. En dat betekent dat 20 andere lidstaten dat niet hebben gedaan. Maar dit is wel de richtlijn die ons beschermt als de politie bijvoorbeeld gegevens uitwisselt met andere landen. In de tussentijd worden er door de Europese Commissie en de Europese lidstaten nieuwe maatregelen aangekondigd voor het gebruik van persoonsgegevens door politie en justitie, ook over de grenzen heen. Terwijl de bescherming gewoon dramatisch achterblijft en dat is een van de grootste punten van zorg. Wij zijn ons natuurlijk allemaal heel bewust van privacy, risico’s en gegevensbeschermingsrisico’s. Inmiddels weet iedereen wel, dat als je je gegevens aan Facebook geeft, dat er van alles en nog wat mee gedaan kan worden. We zijn eigenlijk ongelooflijk naïef als het gaat over wat de overheid allemaal met onze gegevens mag doen. En dan voornamelijk de overheden die onder de Police Directive zouden vallen. Wij hebben blijkbaar een blind vertrouwen in de overheid, en dat is op zich eigenlijk goed nieuws. Maar Sophie leeft onder het motto van: “trust is good, control is better”. We zien ook gewoon in de praktijk dat er niet alleen maar fouten worden gemaakt met onze gegevens door politie, justitie en veiligheidsdiensten, maar dat er ook sprake is van misbruik. De groei van behoorlijk autoritaire partijen binnen Europa, partijen die inmiddels ook wel aan de macht zijn en die er niet voor terugschrikken om Europese databestanden te gebruiken voor politieke doeleinden, tegen politieke tegenstanders. Dan moeten we ons wel écht zorgen over gaan maken. We zijn hier te naïef over.
We zijn terecht bezorgd over wat bedrijven met onze persoonsgegevens kunnen doen en of dat goed beschermd is. Maar we zijn ons nog steeds te weinig bewust van het feit dat die bedrijven in overgrote meerderheid, in toenemende mate, niet-Europese bedrijven zijn. Sophie las onlangs een alarmerend rapport van KPMG, waarin is berekend dat van alle grote platformen wereldwijd, er slechts 18% in Europese handen zijn. En als je dat omrekent naar waarde, dan is dat slechts 2%. Wij zijn er zo aan gewend, al voor het internet, dat onze halve economie uit Amerika komt. Dat is even een ander verhaal: driekwart is zo ongeveer in handen van de Amerikanen, dan heb je nog een deel in handen van de Chinezen en een heel minimaal deel in handen van de Europeanen zelf. Wij gebruiken die diensten, dag in dag uit. Dat betekent dan ook, dat zij niet alleen onze gegevens hebben en daarmee ook heel veel geld verdienen. Maar ze vormen ook onze kijk op de wereld. Zij filteren in hoge mate de informatie die tot ons komt. Het wordt nog bitter ironisch als je bedenkt dat onze eigen overheden die bedrijven vragen om de informatie te filteren, uit allemaal zogenaamde veiligheidsoverwegingen. Dit is buitengewoon zorgelijk. We stonden terecht op onze achterste benen na de onthullingen van Facebook en Cambridge Analytica, die de verkiezingen hadden gemanipuleerd. We maken ons grote zorgen over fake news dat wordt gepropageerd door Rusland. Maar het feit dat wij allemaal, elke dag, dit soort diensten gebruiken, zonder erbij stil te staan dat zij ons venster op de wereld zijn, dat is heel zorgelijk.
Binnen Europa hebben we dan de GDPR en Sophie heeft de hoop dat de Police Directive binnenkort ook goed uitgevoerd gaat worden. Maar ze ziet dat er voortdurend spanningen zijn binnen Europa, waarbij het Europees Parlement in meerderheid staat voor hele stevige privacybescherming en vaak ook standpunten inneemt die dan later door het Europees Hof van Justitie bevestigd worden. Maar ze ziet dat de meer conservatieve krachten en ook de regeringen van de Europese lidstaten, onafhankelijk van de politieke kleur, voortdurend maar ontzettende druk zetten tegen goede privacybescherming. Dit uit een aantal overwegingen, maar vooral de nationale veiligheid. Er is trouwens geen definitie van nationale veiligheid, maar het wordt wel te pas en te onpas gebruikt om de privacy te beperken. Er wordt dan geroepen "privacy zit de nationale veiligheid in de weg". En dat is dan genoeg om de meest kritische stemmen te doen verstommen. Er is ook nog een ander aspect, in de trans-Atlantische verhoudingen met name, dat Europa een ongelooflijk onderdanige houding tentoonspreidt. Dat is in het licht van het voorgaande, dat de meeste bedrijven in handen zijn van de Amerikanen, zorgelijk.
In Europa is een wet in voorbereiding genaamd e-evidence. In principe een goed idee, want die wet zegt "we hebben een grote open ruimte in Europa zonder binnengrenzen". Boeven kunnen naadloos over de grens samenwerken. Internationale criminele organisaties gebruiken ook internet, apps, mobieltjes en dergelijke. Dus moeten we daar snel op kunnen reageren: als bijvoorbeeld de politie in Nederland digitaal bewijsmateriaal nodig heeft uit Roemenië, dan moet de Nederlandse politie dat rechtstreeks kunnen opvragen. Dat is op zich een logische gedachte, alleen is het jammer dat de Europese Commissie, altijd onder druk van de Europese lidstaten, een voorstel heeft gedaan dat totaal disproportioneel is. Waar nauwelijks nog safeguards voor burgers ingebouwd zitten. Maar wat nog meer zorgen baart is dat de Europese Commissie dit voorstel eigenlijk op tafel heeft gelegd om daarna te kunnen zeggen: wij hebben dit in Europa en nu gaan we hetzelfde doen met Amerika. Dan hebben we toch echt een probleem. In Europa maken we zelf de wetten en kunnen we stemmen voor onze eigen volksvertegenwoordigers. Maar wij hebben geen enkele invloed op de Verenigde Staten. Punt is dat de Verenigde Staten een wet hebben aangenomen genaamd de US Cloud Act. Daarmee hebben ze zichzelf de macht gegeven om bedrijven die een aanwezigheid hebben in de VS, te dwingen om persoonsgegevens te overhandigen ook als ze niet in de VS zijn opgeslagen. Misschien dat wij dat ook wel handig zouden vinden als we dat zouden kunnen doen. Maar in een democratische rechtsstaat vinden wij het toch wel logisch als daar een rechter tussen zit, om zoiets te toetsen. Sophie ziet een houding bij de Europese Commissie en de lidstaten die verregaand onderdanig is aan de VS, in plaats van aan de rechten van de eigen Europese burgers. Ze vindt dat we daarin een omslag moeten maken.
Dus, jazeker we moeten alert zijn wat bedrijven met onze gegevens doen, maar we moeten ons nog veel meer zorgen maken over wat overheden met onze gegevens kunnen doen. En de vrijwel onbeperkte bevoegdheden die wij de afgelopen jaren hebben geschapen voor politie, justitie en veiligheidsdiensten. Want zeker veiligheidsdiensten, daarop is toch minder controle dan op andere activiteiten. Zelfs al is het in Nederland goed geregeld, dat betekent nog niet dat het in andere landen ook goed geregeld is. Als ze ziet hoe Europese lidstaten de afgelopen jaren de Amerikaanse en de Britse geheime diensten volledig hun gang hebben laten gaan, bijvoorbeeld de hack van Proximus, de Belgische telecomprovider, door de Britse geheime dienst. Dat kan niet onderzocht worden en de waarheid hierover zal nooit volledig boven tafel komen. Maar die diensten breken wel in binnen onze systemen, ook die van Europese instellingen, misschien wel van de NAVO. Dit is overigens ook relevant als je bedenkt wat Brexit allemaal gaat betekenen voor gegevensbescherming.
Als conclusie moet dit volgens Sophie in ’t Veld echt het volgende hoofdstuk zijn. We moeten nu ten eerste die AVG zeer stevig handhaven en uitleg geven aan hoe die moet worden geïnterpreteerd. Als architecten van de AVG hebben ze zeer expliciet bedoeld dat toestemming of instemming gegeven moet worden in een context, waarmee mensen op een hele simpele en toegankelijke manier informatie krijgen. Dat staat er ook expliciet in, dus als bedrijven dat omzeilen door het ingewikkeld te maken, dan is dat gewoon een overtreding en moeten ze daarvoor bestraft worden. Daarnaast moet de Police Directive geïmplementeerd worden. En wat Sophie in ’t Veld betreft, en daar zal ze de komende jaren druk op uitoefenen, komt er een nieuw voorstel waarbij die Police Directive niet meer een richtlijn is, maar meteen een verordening wordt. Want we hebben steviger bescherming nodig. Misschien wordt het ook tijd om te spreken over Eurocommissarissen en Ministers die gegevens, gebruik van gegevens en bescherming van gegevens als portefeuille hebben. Niet als een nevenactiviteit, maar een Minister voor Data en een Eurocommissaris voor Data. Die gewoon horizontaal kijkt hoe het zit met de gegevensbescherming, maar natuurlijk ook gewoon met het positieve gebruik en de ontwikkeling van persoonsgegevens.
Ook moeten we kijken naar andere instrumenten, zoals mededingingsregels, belastingen en het vertalen van de economische waarde van persoonsgegevens in een prijskaartje. Laat gebruikers van persoonsgegevens betalen voor het gebruik van die gegevens. Net zoals ze moeten betalen voor het gebruik van energie. Als het wat kost, dan zult u zien dat het gebruik van gegevens omlaag gaat. Dat geldt zowel voor bedrijven als voor overheden, dus misschien moeten we ook eens kijken naar het belasten van de grote internetgiganten, niet op basis van hun winst maar op basis van hun gebruik van persoonsgegevens.
Uiteindelijk ligt dit ook bij onszelf, we hebben absoluut wetgeving nodig om het individu te beschermen tegen giganten als Facebook of de NSA en de grote jongens, maar uiteindelijk moeten we ook kritische burgers zijn. Natuurlijk is dat een ontwikkelingsproces. Net zoals dat je vanzelfsprekend je deur op slot doet, en dat je bij jezelf nadenkt over hoe je je door deze wereld beweegt.
Dagvoorzitter Tom Jessen geeft een andere invalshoek. Wanneer je op internet zoekt hoe tech-bedrijven gemaakt zijn, dan kom je ook het woord dopamine tegen. Iedere keer als er een berichtje in je sociale media verschijnt, wanneer je een melding hebt, dan komt er dopamine vrij. Dit heeft een verslavend effect. Nu zijn er campagnes vanuit de overheid over drank, drugs en roken en hij vraagt aan Sophie in ’t Veld of het niet tijd is voor een campagne vanuit de overheid die waarschuwt voor het verslavende effect van sociale media.
Sophie in ’t Veld reageert hierop: stel, er zijn mensen die niet op Facebook en Instagram zitten, maar dat is niet voldoende. Zelfs al heb je geen mobiele telefoon, zelfs dan word je overal waar je rondloopt gefilmd, is er facial recognition, je ontkomt er niet aan. Daarom is het belangrijk dat we goed reguleren en dat we alle instrumenten gebruiken om ons zo goed mogelijk te beschermen. Ze is het met Aleid Wolfsen eens: het gaat niet om privacy, misschien moeten we daar ook eens een andere term voor verzinnen. Want privacy klinkt toch een beetje als witte wijn en grachtengordel. En dat is natuurlijk niet zo, het heeft zo langzamerhand alles te maken met onze vrijheid, met de kwaliteit van onze democratie, onze burgerrechten, onze verhouding met de overheid en met gelijke behandeling. Dus een campagne vanuit de overheid om te waarschuwen voor het verslavende effect van sociale media is een aardig idee, maar bij lange na niet genoeg.
Vragen uit het publiek
Vraag uit de zaal: als we het hebben over een andere term voor privacy dan kan er worden gewezen op het boek Surveillance Capitalism van Shoshana Zuboff, daarin gaat het over een sanctuary. Een thuis waarin mensen zichzelf kunnen zijn, zonder zich bespied te voelen et cetera. Deze vraag heeft hier ook mee te maken: veel instanties zoals de Autoriteit Persoonsgegevens zeggen dat digitalisering een feit is. Maar, gezien de huidige stand van de techniek, maar ook van de politiek, hoe denk je over de bescherming van de analoge omgeving? De vrije leefomgeving van mensen waarin ze zich beschermd willen voelen op het gebied van hun persoonsgegevens en de mate waarin ze bespied kunnen worden?
Sophie in ’t Veld reageert dat er natuurlijk nog zoiets is als een analoge wereld, maar we hadden al regels. Er zijn weleens mensen die denken dat er voor de GDPR helemaal niks was en dat de GDPR een soort van oerknal is, maar dat is helemaal niet waar. We hebben al 25 jaar privacywetgeving en diezelfde principes blijven gewoon van toepassing. Punt is dat het niet alleen gaat om de bescherming van privacy, het gaat er ook om wat er bijvoorbeeld met Big Data kan gebeuren. De vraagstelling is dus veel breder dan dat, want laten we er ook bij stilstaan dat het ongelooflijk veel goeds brengt. Maar we moeten wel het individu, de mens, blijven beschermen. Misschien moeten we het niet hebben over bescherming van persoonsgegevens, maar over bescherming van personen.
Tweede vraag uit het publiek: Neelie Kroes heeft in 2013 naar aanleiding van de Snowden-onthullingen gezegd, toen ze Eurocommissaris was, dat Europa behoefte heeft aan een huge privacy focused company. Voor zover de vraagsteller weet is deze er in de afgelopen zes jaar niet gekomen. En als Europa iets uitvindt, dan wordt dat overgenomen door Amerikanen. De realiteit is dat wij consument zijn van Amerikaanse en Chinese producten. Wat is volgens Sophie in ’t Veld echt nodig in Europa om de concurrentie met de Amerikanen en Chinezen aan te gaan?
Sophie reageert dat er in Europa ongelooflijk veel leuke nieuwe bedrijven en start-ups zijn, maar dat wanneer ze een beetje gaan groeien, ze vaak worden weggekocht. En als je aan die bedrijven vraagt: waarom dan? Dan zeggen ze dat ze in Europa niet meer kunnen groeien, omdat er geen echte Europese markt is. Er zijn gewoon 28 nationale markten en het punt is dat die nationale markten barrières zijn. Want die hebben nationale wetgeving en nationale belastingen. Die fiscale grenzen zijn een drama, die voorkomen dat we onze eigen Europese internetgiganten krijgen. En het punt is dat de nationale lidstaten zich beroepen op hun nationale soevereiniteit. Maar het is een fictieve nationale soevereiniteit, want we geven de macht gewoon weg. In de digitale wereld is praten over nationale soevereiniteit kletskoek. We moeten veel meer concurrentie hebben. We moeten zorgen dat onze Europese kampioenen hier blijven, dat ze niet worden weggekocht en de ruimte krijgen om te groeien en dat moet ook snel gaan gebeuren, want onze afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijven en in toenemende mate van Chinese bedrijven is echt heel erg zorgwekkend.
Laatste vraag uit het publiek gaat over de geldelijke waarde van persoonsgegevens. Sophie in ’t Veld stelde voor als maatregel het betalen voor het gebruik van data en dan is de vraagsteller benieuwd aan wie die betaling gaat plaatsvinden en wat Sophie zich daarbij voorstelt. Want als de gebruiker betaald wordt voor het delen van zijn data, kan dat een extra druk geven om die data te delen.
Sophie in ’t Veld reageert dat ze niet een groot plan hiervoor in een la heeft liggen. Maar de vraag is: waarom worden al die data door bedrijven opgeslagen? Omdat ze er geld mee verdienen. Dat is dus een prikkel en iets waarmee je ze kan pakken. Je zou dus kunnen beginnen met te zeggen, we gaan bedrijven belasten voor het gebruik van persoonsgegevens. Dus dan zullen ze gedwongen worden om veel meer na te denken of ze al die data nodig hebben. Verdienen ze er wel echt zoveel geld mee? Want dat hele verhaal dat ze dat allemaal nodig hebben vanwege de adverteerders, daar wil ze toch wel haar vraagtekens bij zetten. En of dat verdienmodel wel klopt, of ze allemaal ten gronde zullen gaan als ze dat verdienmodel niet meer kunnen hanteren.
Er zitten grote ethische aspecten aan, als je bijvoorbeeld zou voorstellen dat mensen de keuze zouden krijgen tussen betalen met hun gegevens of betalen met cash. Mensen die minder vermogend zijn, die zullen dan toch geneigd zijn om te betalen met hun gegevens. Dat vindt ze een ethische kwestie. Maar er zijn ook andere invalshoeken. Zo is er een app ontwikkeld waarmee je kan zien wat jouw waarde op dat moment voor een bedrijf is, en wat jouw handelingen voor invloed hebben op die waarde. Dat maakt mensen al veel bewuster. Er zullen ongetwijfeld nog veel meer goede ideeën komen in die richting.
Maar hoe dan ook, als bedrijven geld verdienen met gegevens, dat die economische waarde dan ook gebruikt moet worden, dat geldt ook voor de overheid. Want hoe makkelijk is het om voor een nationale wetgever te besluiten “wij moeten alles weten van iedereen, want dat is goed voor de veiligheid.” Dat is heel makkelijk te besluiten als je dat niet in begrotingshandelingen hoeft te verdedigen. Want als het niks kost, omdat al die gegevens toch al voor het grijpen liggen bij al die bedrijven, dan is het makkelijk. Maar als ze er echt voor moeten gaan betalen en als ze moeten zeggen “we gaan minder geld uitgeven aan zorg, want we moeten meer uitgeven aan het opvragen van gegevens”, dan wordt het een ander verhaal en een politieke afweging. De economische waarde van persoonsgegevens meewegen zal dan zeker leiden tot ander gedrag.
Tijmen Schep – Privacy Label
Tijmen Schep start met een vraag aan het publiek: wat is langer, het toneelstuk van Shakespeare Much Ado About Nothing of de iTunes Terms of Service? Het toneelstuk is met 1000 woorden iets langer, maar het scheelt niet veel. Niemand gaat dat dus lezen en iedereen klikt gewoon op I agree. Maar kunnen we dat dan niet beter ontwerpen? Zodat we begrijpen welke data er wordt verzameld en wat daarmee gebeurt. En dat we niet zo’n lap tekst hoeven te lezen die, laten we eerlijk zijn, is gemaakt voor lawyers. Gewoon leesbaar en begrijpelijk. De EU begrijpt al dat dit een issue is. In de AVG staat al dat er in de toekomst iconen kunnen komen, want die maken het allemaal makkelijker. Maar die iconen van de AVG, dat waren nou niet de meest sexy iconen. Dus kreeg Tijmen de vraag van ECP: kunnen jullie hier niet iets mee en kunnen jullie niet iets beters ontwerpen?
Het eerste wat we beseften is dat we niet een icoontje moesten maken, dat is te simpel en niet genoeg. We moeten een soort template maken, waarbij we als eerste werden geïnspireerd door de Amerikanen, die hebben bijvoorbeeld een systeem waarbij banken tegenwoordig bepaalde vragen moeten beantwoorden op hun website. Gewoon menselijke, begrijpelijke Jip-en-Janneke vragen. Zoals: wat doe je nou precies en hoe? En dat mogen ze in hun eigen huisstijl doen, zolang ze die vragen maar beantwoorden. Een ander ding wat we interessant vonden was bijvoorbeeld de verpakking van een pak hagelslag. Naast alle informatie die erop staat en keurmerken heb je ook de ingrediëntenlijst en die is eigenlijk heel interessant, want die vertelt je een boel en is tegelijkertijd een beetje vaag. Zo weet je dat er het meeste van het eerste ingrediënt in zit, maar je weet niet precies hoeveel.
Tijmen geeft vervolgens een demo van het Privacy Label. De demoversie is HIER te bekijken.
Pitches Privacy Awards
Na deze drie inspirerende presentaties werd het publiek getrakteerd op 7 pitches van organisaties die genomineerd waren voor een Nederlandse Privacy Award. Hieronder staan alle genomineerden voor de Nederlandse Privacy Awards 2019. Klik op een genomineerde voor de betreffende pitch:
Consumentenoplossingen: |
Bedrijfsoplossingen: |
Overheidsdiensten: |
Brenno de Winter – ICT-onderzoeker
We gaan met elkaar de jungle in. Waarom de jungle? Omdat dieren dingen doorhebben die wij niet doorhebben. Sommige mensen die Brenno de Winter kennen, weten dat hij Aleid Wolfsen (Autoriteit Persoonsgegevens) altijd een soort giraffe vindt. Want wat doet een toezichthouder? Zo’n giraffe eet in Kenia de bomen leeg en draait zich om en gaat naar Tanzania en na exact een half jaar komt hij bij precies dezelfde bomen terug. Vraag maar aan de Belastingdienst, vraag maar aan het UWV, vraag maar aan Google, Facebook et cetera. Dat is wat een toezichthouder doet en ook al ziet hij er oh zo lief uit, maar ondertussen... Maar even verder die jungle in, je ziet hier een paar zebra’s relaxt water drinken. Simpele vraag: is er geen gevaar? Er is een leeuw en toch staan ze relaxt te drinken. Dit komt omdat er andere dieren op de uitkijk staan. En zodra er één klaar is met drinken, wisselt hij een beveiliger af en zo gaan ze verder. Dat doen eigenlijk alle dieren in de jungle, behalve één soort, namelijk de homo sapiens. Wij doen dat niet, wij gaan niet elkaar waarschuwen als er gevaar is, wij gaan niet elkaar vertellen hoe je iets moet doen om gevaar af te wentelen. En dus overvalt, een beetje zoals een narwal, die hele jungle ons met regelgeving die zo eng is.
En waarom de narwal? De narwal is een dier dat heel goed is in verstijven. De hartslag en de stofwisseling gaan omlaag. Dit dier zit bij gevaar dodelijk stil en gaat langzaamaan zo de diepte in. Maar ja, als je gevaar ziet, dan wil je misschien ook wel vluchten of vechten. Dat kan dat dier niet, want hij kan geen piekinspanning meer leveren. Volledig verstijfd gaat hij vervolgens zijn dood tegemoet.
Brenno laat zijn kat Hiero zien. Hiero ziet iets en verstijft en even later verstijft Hiero een tweede keer en is het duidelijk wat hij gaat doen: díe mug gaat het niet overleven. Ook zo kun je verstijven. Maar in de ICT doen we dat niet. De waanzin voor de invoering van de AVG was bijvoorbeeld, in een Italiaanse slagerij: "Pas op, in onze slagerij zouden wij uw naam kunnen vragen en uw vleesvoorkeur kunnen herinneren. Indien u hiermee niet akkoord gaat, gelieve heel hard IK GA NIET AKKOORD te roepen en vanaf vandaag doen we alsof we u niet kennen."
Dit was de waanzin vlak voor het ingaan van de AVG en hoe er met dit soort problematiek werd omgegaan. We vonden het doodeng. Zelfs de website Music for Cats is tot groot verdriet van Hiero niet te bereiken en hij zal dan ook die muziek moeten missen, dat dan weer tot vreugde van Brenno.
En nog steeds gaat het door. Vorige week was er bijvoorbeeld dit artikel: de AVG is schadelijk en beperkend, een litanie over hoeveel gedoe het allemaal is om bijvoorbeeld te weten welke data je allemaal hebt. Je krijgt continu te horen: het is allemaal te complex en te lastig. Brenno heeft lang nagedacht waarom dat zo is. Dat komt onder andere doordat we alles hele enge woorden geven, zoals het woordje cyber erbij. Cyberveilig, cyberplatform et cetera. Ironisch zegt Brenno: begin met het voor jezelf simpeler te maken, zoals de woordjes eerst in het klein te schrijven, dan wordt het weer leesbaar. En laten we daarna nog een stapje doen en het woordje cyber gaan schrappen. Oftewel we hebben het dan weer over woorden en grootheden die eenvoudig zijn en al die zeepsop eromheen een beetje vergeten.
Brenno heeft een aantal prominente datalekken in Nederland naast elkaar gezet. Ze hebben één ding allemaal met elkaar gemeen en dat is: niet updaten. Het simpelweg niet doen. In november 2018 stond het aantal datalekken dat sinds de invoering van de AVG is gemeld nog op 18.000. Het gaat dus structureel verkeerd, we maken dezelfde fouten opnieuw en opnieuw.
Hij wordt moedeloos als hij hoort: "het mag niet van de AVG". Lees de AVG voor de grap eens. In de AVG staat 70 keer het woordje ‘risico’ (en niet één keer het woord ‘privacy’). Het woordje ‘risico’ is best wel ingewikkeld, maar Brenno is daarin de laatste tijd een stuk pragmatischer geworden en denkt niet meer in risico’s, maar in hoe dingen fout kunnen gaan. Dat blijkt namelijk al ver voordat de ICT een beetje goed en wel op gang was al de methodiek te zijn. Waarbij je je afvraagt: hoe kan het fout gaan en hoe erg is dat? Dat kun je genormeerd een waarde geven. Hoe vaak komt het voor en hoe detecteerbaar is het als het misgaat? Hij vertelt een anekdote over dat hij laatst bij een klant was die zei dat ze datalekken heel goed detecteerden: “Wij hebben Twitter openstaan en dan zien we het vanzelf langskomen als wij een datalek hebben.”
Hij geeft een voorbeeld van een datalek bij een zorgadministratiekantoor in Singapore. Op 23 augustus 2017 raakt het systeem geïnfecteerd. En reeds op 11 juni kregen de systeembeheerders alarm dat er mensen probeerden in te loggen in het zorgsysteem, waar dat niet zou moeten. Die alarmen herhaalden zich de dagen daarna. En op een gegeven moment bleef het alarm rinkelen en elke keer was het heel veel gedoe om dat uit te schakelen. Met op een gegeven moment de melding dat er mensen medische records aan het benaderen waren. Pas op 9 juli werd het management geïnformeerd. Dit is dus precies wat Brenno eerder bedoelde met het narwalgedrag. We raken zo overweldigd en vinden het zo raar dat iemand probeert ten onrechte in te loggen. Dan gaan we een beetje om ons heen lopen kijken in plaats van iets te doen. Het bizarre is dat dit een hele grote casus blijkt te zijn, waarbij ook van ministers van Singapore medische gegevens zijn gestolen. Hierover is een dik rapport geschreven, waarbij de conclusie is dat een beetje basale hygiëne de aanval zou hebben gestopt. Zullen we afspreken met elkaar om de basale hygiëne te doen, om de simpele dingen te doen? Niets hoogdravends, niets ingewikkelds, want dit is elke keer de bron van ellende.
De digitale hygiëne, de simpele dingen maken het verschil. En dan is dus het AVG-verhaal een niet ingewikkeld AVG-verhaal. Dan weet je wat je in huis hebt en dan weet je welke risico’s je eventueel loopt. En vervolgens eet de toezichthouder uit je hand, want je hebt alles gedocumenteerd.
Vragen uit het publiek
Vanuit het publiek komt de opmerking dat het soms moeilijk is om duidelijk te maken wat nou precies de schade is van een datalek, voor bijvoorbeeld een bedrijf bij dit soort risico’s.
Brenno de Winter reageert dat het niet makkelijk is om dit in geld uit te drukken. Als het medisch dossier van de premier van Singapore op straat ligt: pijnlijker dan dat wordt het niet. Als je een centraal medisch systeem hebt, waarbij je bij alle data kunt komen. En dit is niet de eerste keer, daarvoor hebben we ook al met het Wannacry virus zoiets gezien in het Verenigd Koninkrijk waar ze ook alle systemen al gecentraliseerd hadden. Eigenlijk betekent dat, dat je dan afscheid hebt genomen van het medisch beroepsgeheim. Als een organisatie niet wil inzien dat de data die zij hebben enige waarde heeft, dan kunnen we elk project of Big Data project gelijk gaan stoppen. En als dat niet wordt geapprecieerd, dan is de enige stok achter de deur nog wettelijke handhaving.
Jeroen Terstegge – Privacy Management Partners
Aan Jeroen Terstegge is gevraagd om een overzicht te geven van reacties uit het bedrijfsleven. Hij heeft gekeken in zijn eigen klantenkring en sociale media, en geprobeerd om mensen te categoriseren. En die narwal van Brenno de Winter zit er niet tussen, maar dat is eigenlijk categorie nummer elf.
1. Hel-en-verdoemenis prediker
Met stip op nummer 1 staat de ‘hel-en-verdoemenis prediker’. U kent ze wel, ze beginnen elke training, elk verkooppraatje, elke cursus en elke presentatie en nu dus ook met ‘er komen hoge boetes aan’. Twintig miljoen of 4% van je wereldwijde jaaromzet. Het voelt als veel, en veel klanten die om hulp vragen bij de AVG beginnen dus ook met ‘want er komen hoge boetes aan en hoe hoog zijn ze dan voor mij?’ En Jeroen zegt daarop dat voor het zinnetje over de boetes een ander zinnetje staat waarin wordt aangegeven dat de boetes proportioneel moeten zijn. En proportioneel betekent onder andere dat je er niet aan failliet gaat. Die boetes zijn niet bedoeld voor de gemiddelde MKB’er of de gemiddelde voetbalvereniging. Maar toch blijft het een goed verkooppraatje voor de zelfbenoemde AVG-experts, want daar zijn er heel veel van tegenwoordig. Aan de AVG hangt ook de persoonlijke aansprakelijkheid voor bestuurders, waar veelvuldig voor wordt gewaarschuwd. Die AVG-experts hebben waarschijnlijk Jeroen Terstegge horen spreken op het congres van het Nationaal Cyber Security Centrum over datalekken. Waarin hij het uit 1954 stammende ‘IJzerdraadarrest’ van de Hoge Raad heeft genoemd, waaruit volgt dat het mogelijk is dat een boete persoonlijk wordt opgelegd wanneer de leidinggevende persoonlijk heeft leidinggegeven aan de overtreding. Dat is vaststaand recht en dat volgt niet uit de AVG. Maar het is een goed verkooppraatje, waarvoor veel mensen gevoelig lijken te zijn.
2. De flauwekul verspreiders
Op nummer 2 staan de flauwekul verspreiders. Hij heeft afgelopen 2 jaar het woord ‘flauwekul’ het meest gebruikt op sociale media. Allerlei Twitter-berichten, LinkedIn-berichten die hij leest en waarbij hij zich niet kan inhouden om te zeggen dat wat daarin staat flauwekul is. Zoals dat het gros van de regels in de AVG helemaal niet nieuw is: de eerste dataprotectiewet in Nederland is van 1988, namelijk de Wet Persoonsregistraties en daar stond al bijna hetzelfde in als in de AVG. Dus elke keer als er wordt gezegd dat er een nieuwe wet is en dat je vanaf nu inzage kan vragen, is het flauwekul. Dat inzagerecht is al 30 jaar oud.
Vanmorgen zette Jeroen het NOS-journaal aan. Van de nieuwslezer van het journaal was bijna iedere zin die zij vanmorgen heeft uitgesproken juridisch onjuist. Inclusief de soundbite die ze hadden gemaakt van Aleid Wolfsen. Hij zal vast een heel goed verhaal hebben gehad daaromheen, maar de soundbite die de redactie van de NOS eruit pikte en liet zien is juridisch onjuist. Zijn broek zakt er van af hoeveel onzin er wordt verspreid over de AVG. Je hoeft helemaal niet overal toestemming voor te vragen, dat staat helemaal niet in de AVG. Sommige dingen zijn wettelijk verplicht, moeten ter uitvoering van een overeenkomst of voor een publieke taak. Zoals Brenno de Winter al zei: de mensen die zeggen “het mag niet van de AVG”, dat zijn de zogenoemde nee-zeggers. En naarmate ze vaker nee zeggen en tegen steeds belangrijkere dingen nee zeggen, gaan andere mensen in de organisatie met een grotere boog om hen heen lopen. Dus je moet ervoor zorgen dat je ‘ja, mits…’ zegt. En dan vervolgens het gesprek aangaat over hoe we dat vervolgens gaan doen.
3. De ontkenners
De volgenden in het rijtje zijn de directeuren. De gemiddelde directeur die we hebben bij de start van zo’n AVG-workshop bij een AVG-traject. Dan wil Jeroen dat de directeur aan tafel zit en binnen vijf minuten krijgt hij de volgende zin te horen: ‘ik ben de hele dag bezig met risico’s te managen, hoezo is die AVG iets anders’. En dan zijn we vier uur verder en dan is het kwartje hopelijk wel gevallen dat je daar iets mee moet.
4. De oogklepdragers
Op de vierde plek staan, met alle respect voor IT’ers, de oogklepdragers. Laten we ophouden met alles een datalek te noemen. Het niet hebben van een verwerkersovereenkomst met de verwerker is geen datalek. Het nadeel van de invoering van het meldpunt datalekken in 2016 is dat de opvatting is ontstaan dat zolang je maar geen datalekken hebt, dat het dan goed is. Wat vervolgens betekende: zolang je maar geen datalek hebt van gegevens die je illegaal verwerkt of die je überhaupt al lang het moeten weggooien. ‘Dat is allemaal niet erg, want we hebben geen datalek’. Dat gedrag zijn we veel tegengekomen in de IT-hoek.
5. De windowdressers
De ‘windowdressers’. Dat hebben wij met zijn allen 30 jaar lang gedaan, sinds de Wet Persoonsregistraties. Zo hebben we al netjes 30 jaar een privacy statement. Het doorsnee MKB-bedrijf, stichting of vereniging die vraagt om geholpen te worden met de aanpassing van de privacyverklaring en de verwerkersovereenkomsten. Op de opmerking dat ze nog meer verplichtingen hebben vanuit de AVG, zeggen ze dat dat later wel komt.
6. De visielozen
Heel veel grote organisaties die vragen ‘kun je ons helpen met compliant te worden onder de AVG’. Zodra je daar dan zit, verwachten ze dat je daar je trucje komt doen in zo’n vier maanden en dan weer doorgaat. Op die basis werd Jeroen in 2001 ingehuurd door Philips, om binnen een jaar compliant te worden met de toen net in werking getreden Wet bescherming persoonsgegevens. Hij heeft er 10 jaar gezeten en was toen waarschijnlijk nog niet klaar met het implementeren van de Wbp bij Philips. Je bent namelijk nooit klaar. Het eist dat je als organisatie een visie hebt waar je naartoe gaat. Het eerste wat hij dus deed bij Philips was te kijken naar de visie: ‘hoe willen wij met gegevens omgaan?’ En als je dat aan een gemiddelde directeur vroeg, dan kreeg je 100 verschillende antwoorden, want elke directeur wilde iets anders met zijn eigen departement binnen Philips. Dus je moet intelligent meebewegen met zo’n organisatie, maar je moet ze wel bij de les houden. Waar wil jij naartoe en hoe wil jij daar komen?
7. De bewust-onbekwamen
Jeroen geeft veel privacy-trainingen en dan vooral de CIPP/E training. En dit is waarschijnlijk wel de nummer 1 vraag: ‘wat is het verschil tussen een verwerker en een verwerkersverantwoordelijke?’ en ‘wanneer moet ik nou een verwerkersovereenkomst met een dienstverlener afsluiten?’ En wanneer hij dat heeft uitgelegd dan gaat er altijd een soort van zucht door de zaal met ‘goh, dan hebben we veel te veel verwerkersovereenkomsten afgesloten’. Er is een enorme kennisachterstand als het gaat om kennis over de AVG. En dan gaan we elkaar met zijn allen in de weg zitten.
8. De activisten
De mensen die zeggen ‘het moet allemaal anders’, en dat is prima, en de activisten hebben ook hun rol. Maar je moet dan niet opeens allemaal dingen in de AVG gaan lezen die er niet in staan. Persoonsgegevens zijn niet uw eigendom, het staat ook nergens in de AVG dat dat zo is. En u hebt helemaal niet altijd het recht om vergeten te worden. Sterker nog: als een organisatie 100% compliant is met de AVG dan kan een verzoek om verwijderd te worden, altijd worden afgewezen. We zitten alleen nog op 30 jaar achterstallig huiswerk en dus op bergen data die er allang niet meer horen te zijn. Dus dan gaan we ook veel geslaagde verwijderingsverzoeken zien.
9. De geloofwaardigen
Iedereen die dit vak al een tijdje doet is gegaan van privacy compliance naar data ethics. Je kan dit vak niet doen als je het niet vanuit een morele overtuiging doet. Als je het alleen vanuit compliance doet, dan gaat het hopeloos mis.
10. De evangelisten
Dat zijn de mensen die schreeuwen van de daken hoe het nou eigenlijk moet. De beste evangelist die hij kent op dit gebied is Michelle Dennedy die Chief Privacy Officer is van Cisco. Die weet als geen ander uit te leggen waar dit vak nou eigenlijk over gaat. “Data Privacy is telling a story about a person with integrity and respect.” Het is niet dat je de gegevens niet verwerkt. Als je persoonsgegevens mag hebben, dan moet je ze alleen fatsoenlijk verwerken. Dat staat ook gewoon in de eerste zin van artikel 5 van de AVG. Het allerbelangrijkste artikel van de AVG is artikel 5, niet artikel 6 waar juristen altijd naar gluren. Je kan geen toestemming vragen voor iets wat unfair is. Je kan geen toestemming vragen voor iets wat disproportioneel is. Je kan geen toestemming vragen voor iets dat onrechtmatig is. Artikel 5 is het belangrijkste en dat gaat precies over wat Michelle zegt. “Telling a story about a person with integrity and respect”. Jeroen hoopt dat u dat ook gaat doen, want als u alleen compliance doet dan bent u over tien jaar nog niet klaar met het implementeren van de AVG.
Bekijk de hele presentatie van Jeroen Terstegge (pdf).
Nederlandse Privacy Awards
De middag werd vervolgens afgesloten met de uitreiking van de Nederlandse Privacy Awards. Deze Awards bieden een podium aan bedrijven en overheden die privacy zien als een kans om zich positief te onderscheiden en privacyvriendelijk ondernemen en innoveren tot norm te maken. De winnaars van de Nederlandse Privacy Awards 2019 zijn... Startpage.com en Privacy Company i.s.m. SURF ! Daarnaast ontving PublicSpaces de Aanmoedigingsprijs.
Winnaar: Startpage.com
Met Private Search 2.0 biedt Startpage.com een plaats waar iedereen die profilering en targeting op basis van online zoekopdrachten als verstikkend ervaart, weer wat vrijer kan ademhalen. De belofte van Startpage.com is dat hun gebruikers Google Search kunnen laten bevragen zonder te hoeven vrezen dat elke zoekopdracht wordt toegevoegd aan een permanente dataschaduw bij Google. Bovendien kunnen de zoekresultaten bij Startpage.com via een anonimiserende proxy worden bezocht. Daarmee vervult Startpage.com een behoefte bij iedereen die weleens wil zoeken naar informatie zonder vervolgens geconfronteerd te worden met gerichte advertenties daarover. Denk aan wie zoekt naar informatie over hulp bij een financieel probleem, een relatieprobleem of een gezondheidsprobleem. En natuurlijk aan wie zich überhaupt liever ‘by default’ afschermt van buitenlandse data-handelaren (Silicon Valley cum suis). De nieuwe Startpage.com website biedt mensen daarmee een belangrijke, en bovendien zeer gebruiksvriendelijke mogelijkheid om websites te bekijken zonder zich voortdurend zorgen te hoeven maken over ongewenste profilering en toekomstige confrontatie met hun zoekgedrag.
Winnaar: Privacy Designer (Privacy Company en SURF)
Privacy Designer is een webapp van Privacy Company en SURF voor het MKB, verenigingen en NGO’s, dat hen helpt privacy risico’s te inventariseren. De app is medegefinancierd door het SIDN Fonds en kan vrij van kosten worden gebruikt.
De jury van de Awards was zeer onder de indruk van deze oplossing. Het is handig in gebruik, vernieuwend, en de maatschappelijke impact is groot omdat we uit onderzoek weten dat de doelgroep vaak niet of matig op de hoogte is van de privacy risico’s die zij lopen en hoe daar goed mee om te gaan. Dat alle gegevens bovendien op het eigen toestel worden opgeslagen en er minimaal gebruik wordt gemaakt van persoonsgegevens is een pré. Kortom, deze inzending heeft de potentie om op een zeer laagdrempelige maar effectieve manier de privacy voor een grote groep mensen te verbeteren.
Winnaar: PublicSpaces
Op het internet gebeurt van alles wat we niet zien of merken (vooral reclame op basis van zoekgedrag levert ons veel irritatie op). Ondertussen worden we steeds afhankelijker van navigatie, de cloud-opslag van onze documenten en het zoeken naar informatie. Het lijkt erop dat hiermee vooral een paar dominante commerciële bedrijven er steeds beter van worden.
PublicSpaces is een coalitie van publieke omroepen en culturele instellingen, die van het internet weer een community van gebruikers willen maken. Zij willen met een aantal belanghebbende partijen het internet gaan repareren door het heel concreet aanbieden van een paar alternatieven. Vooral het overerven van data over verschillende platforms is hen een doorn in het oog. Met open source initiatieven, maar ook de inzet van onze vorige winnaar IRMA willen zij een bijdrage leveren aan de publieke waarde van privacy op het internet. De jury moedigt de missie van PublicSpaces van harte aan!
Klik HIER voor het hele juryrapport (pdf) met deelnamecriteria en toelichting bij alle genomineerden en de winnaars.
De jury van de Nederlandse Privacy Awards 2019 bestond uit onafhankelijke privacy-experts uit diverse sectoren:
- Bart van der Sloot, senior researcher, Universiteit Tilburg (jury-voorzitter)
- Bas Filippini, oprichter en voorzitter Privacy First
- Paul Korremans, data protection & security professional, Comfort Information Architects (tevens bestuurslid Privacy First)
- Marie-José Bonthuis, eigenaar IT’s Privacy
- Esther Janssen, advocaat Informatierecht en grondrechten, bureau Brandeis
- Esther Keymolen, techniekfilosoof, TILT, Universiteit Tilburg
- Matthijs Koot, senior security specialist, Secura BV
- Marc van Lieshout, senior onderzoeker TNO en zakelijk directeur PI.lab
- Wendeline Sjouwerman, privacy specialist lokale overheden en zorg.
Na afloop van het congres kreeg iedere aanwezige een exemplaar van het nieuwe Blauwe Boekje van Jaap-Henk Hoepman over privacy by design mee. Klik HIER voor de digitale versie.
Deze editie van de Nationale Privacy Conferentie & Awards was een groot succes. Dit vraagt om een vervolg en de plannen voor 2020 zijn in de maak!
De Verleiders verleiden Nederland tot discussie
De uitzending van De Wereld Draait Door van 28 januari jl. waarbij theatergroep de Verleiders aan tafel zat, zorgde voor een (hevige) discussie. In het aankaarten van de huidige thema’s die spelen is er door de theatergroep een creatieve vrijheid genomen. Privacy First is blij dat door deze opschudding het thema privacy weer op de agenda staat. In het gesprek werden een aantal prangende kwesties aangesneden die heden ten dage spelen en hoog op de agenda van Privacy First staan. Hieronder een kleine opsomming:
SyRI – Systeem Risico Indicatie
Het Systeem Risico Indicatie (SyRI) koppelt op grote schaal persoonsgegevens van onverdachte burgers uit databanken van overheden en bedrijven. Een geheim algoritme voorspelt vervolgens of zij een risico vormen om één van de vele wetten die het systeem beslaat te overtreden. Leidt de analyse van SyRI tot een risicomelding, dan wordt een burger opgenomen in het zogeheten Register Risicomeldingen, dat inzichtelijk is voor een groot aantal overheidsinstanties.
SyRI is een ‘black box’ die grote risico’s bevat voor de democratische rechtsstaat. Het is voor een burger die zonder enige aanleiding door SyRI kan worden doorgelicht, volstrekt onduidelijk welke gegevens daarvoor worden gebruikt, welke analyses daarmee worden uitgevoerd en wat hem of haar al dan niet tot risico maakt. Bovendien is de burger door de heimelijke werking van SyRI ook niet in staat om een onjuiste risicomelding te weerleggen. Over SyRI is de Staat gedagvaard door een grote coalitie die bestaat uit de Stichting Platform Bescherming Burgerrechten, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), Stichting Privacy First, Stichting KDVP, de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en FNV. Auteurs Tommy Wieringa en Maxim Februari hebben zich op persoonlijke titel als eisers bij de zaak aangesloten.
ANPR – Automatic Number Plate Recognition
Sinds 1 januari jl. is de Wet vastleggen en bewaren kentekens door politie (wet ANPR) in werking. Hierbij maakt de politie gebruik, op honderden locaties, van zogenoemde ANPR-camera’s. Door deze wet kunnen de kentekens van alle auto's in Nederland (oftewel ieders reisbewegingen) door middel van cameratoezicht vier weken in een centrale politiedatabank worden opgeslagen voor opsporing en vervolging. Iedere automobilist wordt hierdoor een potentiële verdachte. Dit is totaal niet noodzakelijk, volstrekt disproportioneel en bovendien ineffectief. Deze wet is daarom in strijd met het recht op privacy en daarmee onrechtmatig.
Privacy First is in voorbereiding om de Staat te dagvaarden en deze wet door de rechter onrechtmatig te laten verklaren.
Onschuldpresumptie
Privacy First constateert dat in rap tempo wetgeving wordt geproduceerd die de democratische rechtsstaat aantast en die overheden, politie en geheime diensten steeds grotere bevoegdheden geeft. Waarbij steeds meer gegevens worden opgeslagen "voor het geval dat", in plaats van dat er een redelijke verdenking op een persoon is. De onschuldpresumptie is een rechtsbeginsel waar flink aan wordt getornd en dat bescherming behoeft.
Contant geld
Privacy First pleit al jaren voor de bescherming van contant geld; dit is immers het enige betaalmiddel dat anoniem is. Wij zien dat in steeds grotere mate contante betalingen niet meer worden geaccepteerd. In verschillende rechtszaken (zoals over kentekenparkeren) heeft Privacy First gepleit voor het behoud van contante betaalmogelijkheden.
PSD2 – Payment Service Directive 2
Vanaf begin 2019 wordt in Nederland PSD2 van kracht (Payment Service Directive 2). Met deze nieuwe Europese bankenwet kunnen consumenten hun bankgegevens delen met andere partijen dan hun eigen bank. Hiervoor moet de consument eerst uitdrukkelijke toestemming geven. Hierna moet de bank alle transactiedata van de consument (rekeninghouder) met een externe partij (financiële dienstverlener) delen voor een periode van 90 dagen, waarna de consument zijn toestemming kan vernieuwen. Tevens kan de consument zijn toestemming op ieder moment intrekken.
PSD2-keurmerk voor transparantie
Privacy First wil dat consumenten eerlijk en transparant geïnformeerd worden over wat er met hun gegevens gebeurt. In plaats van lange privacy-statements pleit Privacy First voor onafhankelijke informatie op één A4, waarbij door consumenten vastgestelde informatie wordt geboden. Consumenten kunnen immers zelf het beste bepalen welke informatie zij waardevol vinden bij het maken van een keuze. Gedurende 2018 werkte Privacy First aan dit initiatief samen met de Volksbank en andere partners uit de financiële sector.
PSD2-me-niet-register
Privacy First is verbaasd dat er geen aandacht is geweest voor de rol van “bijzondere persoonsgegevens” in transactiedata. Deze gegevens mogen alleen onder strikte voorwaarden gedeeld worden en moeten dus gefilterd kunnen worden. Ook consumenten die niet willen dat hun gegevens door anderen worden gedeeld met financiële dienstverleners moeten de mogelijkheid krijgen dit te voorkomen. Daarom wil Privacy First een opt-out register voor PSD2, vergelijkbaar met het bel-me-niet-register.
Verslag van Nationale Privacy Conferentie 2018
NATIONALE PRIVACY CONFERENTIE 2018
Op dinsdag 30 januari 2018 organiseerden ECP|Platform voor de InformatieSamenleving en Privacy First in het Amsterdamse Volkshotel gezamenlijk de allereerste Nationale Privacy Conferentie. Met de snelle digitalisering van onze maatschappij staat het recht op privacy in toenemende mate onder druk. Hoe kunnen wij als samenleving digitaliseren én onze privacy behouden en versterken? Hoe zou Nederland zich kunnen ontwikkelen tot internationaal Privacy Gidsland? Tijdens de conferentie probeerden wij gezamenlijk antwoorden op deze vragen te vinden.
SPREKERS
Aleid Wolfsen (Autoriteit Persoonsgegevens)
Onze eerste keynote speaker was Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens. Hij begon zijn presentatie met het filmpje dat te vinden is op www.hulpbijprivacy.nl, de nieuwe campagne van de Autoriteit Persoonsgegevens over de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) die op 25 mei 2018 in werking treedt. Dit is een bewustmakingscampagne voor iedereen over de rechten en plichten die voortvloeien uit de nieuwe Europese privacywetgeving.
De huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) wordt ingetrokken, want die wet is verouderd en niet up-to-date met de huidige digitale samenleving. De Algemene Verordening Gegevensbescherming is technologieneutraal en voorziet in die behoefte.
Het recht op privacy is een grondrecht en is ook in verschillende Europese verdragen opgenomen. Dit recht wordt door de EU uitgewerkt in wetgeving door middel van richtlijnen en verordeningen. De Algemene Verordening Gegevensbescherming heeft directe werking in de lidstaten.
“Als we praten over privacy, dan praten we ook over de fundamenten van de Nederlandse rechtsorde. Als je het privacyrecht van mensen schendt, dan raak je die fundamenten. En die fundamenten van de Nederlandse rechtsorde zijn 1) gelijkheid, 2) solidariteit, 3) de klassieke vrijheidsrechten en als laatste de democratische rechtsstaat.”
Privacy was vroeger een stuk eenvoudiger, je deed bijvoorbeeld de gordijnen dicht en niemand kon zien wat je op tv keek of welke boeken je in de kast had staan. Het privacyrecht wordt alsmaar belangrijker, aangezien alle gegevens kunnen worden opgeslagen en aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Wanneer we zouden kijken in de telefoon van de bezoekers van deze conferentie en zouden opzoeken wat hun laatste zoektermen waren in een zoekmachine, dan zouden we wellicht meer weten over de bezoekers dan zijn/haar partner en ook meer weten over je gezondheid dan je huisarts. Daarom is het zo belangrijk dat er nu in Europees recht is vastgelegd dat je persoonsgegevens worden beschermd.
Waar gaat het nou eigenlijk om bij privacy?
Privacy is bescherming tegen een almachtige, alwetende overheid. Het recht om met rust gelaten te worden, om onbevangen overal jezelf kunnen zijn, zonder dat je gevolgd wordt en bespied wordt of dat overal camera’s hangen. Dat je als vrij burger, in een vrij land, vrij kunt leven. Dat je alleen maar prijsgeeft waarvan jij denkt dat dat prijsgegeven moet worden. Daarom wordt dataprotectie per dag alsmaar belangrijker.
De drie pijlers onder de AVG
De eerste pijler is versterking en verbreding van de privacyrechten van mensen. Zoals het recht op inzage, de toestemming wordt strenger, recht op correctie, recht op vergetelheid, dataportabiliteit en het recht om te kunnen klagen. Als je vanaf 25 mei as. denkt dat je onrecht wordt aangedaan, dan kun je bij de Autoriteit Persoonsgegevens een klacht indienen en die klacht gaat de Autoriteit verplicht behandelen. Want als tweede pijler heeft de Autoriteit Persoonsgegevens als Europese privacytoezichthouder meer bevoegdheden gekregen. Indien de Autoriteit oordeelt dat bepaald handelen onrechtmatig was, dan zal de Autoriteit ook optreden. Dit kan door middel van een waarschuwing, maar ook door het opleggen van (draconische) boetes.
Als derde pijler: meer verantwoordelijkheden voor organisaties. De plicht om gegevensverwerkingen te melden bij de Autoriteit komt te vervallen, want elke overheid en bedrijf verwerkt inmiddels gegevens. Organisaties moeten wel een register bij gaan houden met wat ze verwerken en dit moet je ook kunnen verantwoorden. Elke overheidsinstelling en sommige private organisaties zijn verplicht om een Functionaris Gegevensbescherming aan te stellen. Daarnaast moeten bedrijven en overheden een Privacy Impact Assessment doen. Twee andere belangrijke beginselen voor verwerkingsverantwoordelijken zijn privacy by design – als je iets gaat ontwikkelen dan moet dat privacyvriendelijk worden ontwikkeld – en privacy by default.
Wat betekent de wet voor de toezichthouder?
De Autoriteit Persoonsgegevens is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van de wet, krijgt steviger boetebevoegdheden, internationale samenwerking, grensoverschrijdende bevoegdheden, voorlichting voor het algemeen publiek en aan organisaties.
Wanneer is een Functionaris Gegevensbescherming verplicht?
Overheden en publieke organisaties zijn altijd verplicht een functionaris gegevensbescherming te hebben. Daarnaast ook wanneer een organisatie bijzondere persoonsgegevens verwerkt, zoals een zorginstelling, of indien je grootschalig mensen observeert.
Antwoorden op vragen uit het publiek:
Wat gebeurt er met het geld van de boetes?
Deze gaan terug naar de Rijkskas, naar de algemene middelen.
Kunt u meer vertellen over de Uitvoeringswet van de AVG en heeft het invloed op Europese samenwerking?
De Uitvoeringswet ligt momenteel nog bij de Tweede Kamer. Nederland probeert de AVG zo neutraal mogelijk te implementeren, want hoe meer we zouden afwijken, hoe moeilijker het zou worden om op Europees niveau samen te werken.
Is er een overgangstermijn voor de handhaving?
Nee, er is geen overgangstermijn, want de inwerkingtreding heeft al heel lang geduurd. In 2016 is er nog twee jaar extra gegeven voor de inwerkingtreding zodat bedrijven compliant met de AVG kunnen worden.
Klik HIER voor de presentatie van Aleid Wolfsen (pdf).
Gerrit-Jan Zwenne (Universiteit Leiden)
De tweede keynote speaker was Gerrit-Jan Zwenne, als hoogleraar verbonden aan het eLaw Centrum voor Recht en Digitale Technologie van de Universiteit Leiden. Zwenne plaatste in zijn betoog een aantal kanttekeningen bij de privacywetgeving en begon met een citaat van Niels Bohr: “It’s hard to make predictions. Especially about the future.” Onze wetgever doet voorspellingen over de toekomst en technologische ontwikkelingen. Wat was het begin van het moderne denken over privacy? In vrijwel alle scripties die Zwenne voorbij ziet komen staat een voetnoot of citaat uit een belangrijke publicatie uit 1890 door Samuel Warren en Louis Brandeis in de Harvard Law Review. Zij schreven een artikel over the right to be left alone naar aanleiding van een technologische ontwikkeling, namelijk het draagbare fototoestel. Een aantal andere ontwikkelingen, zoals de trein en de krantenpers, zorgden ervoor dat een beeld binnen aanzienlijke tijd het hele continent kon bereiken. Hierover dachten Samuel Warren en Louis Brandeis na: zou dit allemaal zomaar mogen, je zou toch het recht moeten hebben om met rust gelaten te worden?
Waar komt onze eigen huidige privacywetgeving vandaan? Ook dat is een reactie op technologische ontwikkelingen en dan denken we vooral aan de computer. Al in de jaren 50 zorgden computers voor vrees over wat er met de gegevens gebeurde. Begin jaren 70 richtte de maatschappelijke discussie zich op het profileren door middel van computers. Moeten we het machtsevenwicht dat is verstoord door computers, doordat gegevens worden vastgelegd, reguleren door middel van wetgeving en de burger rechten geven over wat er is vastgelegd in die computer? In Nederland werd toen de Commissie Koopmans ingesteld, deze heeft een rapport geschreven dat is behandeld in de Tweede Kamer, maar daar is vervolgens niks mee gedaan. In Duitsland is toen wel wetgeving gekomen, als directe reactie op de technologische ontwikkelingen. Uiteindelijk is dat de basis geweest voor de Europese Privacyrichtlijn (95/46/EC) en onze Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Bij nieuwe wetgeving probeer je te voorspellen wat de komende technologische ontwikkelingen zijn, aangezien je wilt dat de wet toekomstbestendig is. In het juridische domein lossen we dat op door open begrippen en vage normen. We bedenken nieuwe rechten en soms zijn die experimenteel. Een gewaagd en interessant experiment is het recht op vergetelheid. Dat is eigenlijk een wat merkwaardig experiment; we hebben nog geen idee wat dat betekent voor onze samenleving. En het is ook te ongenuanceerd. Daarnaast is er dataportabiliteit, waarbij je gegevens van de ene partij kan overdragen naar een andere partij. De partijen moeten de gegevens helder aan de consument verstrekken, vaak zul je hierbij eigen ‘kluisjes’ krijgen bij bedrijven, mijn-telecomprovider, mijn-muziekdienst, mijn-energiedienst. En daaraan kleven ook privacyrisico’s, onder andere qua beveiliging en ook wanneer je van de ene partij wilt overstappen naar een ander. Dit kan al snel via één klik, maar je wilt hierbij ook een sterke authenticatie.
Het recht op vergetelheid
De Chinese keizer Qin Shi Huangdi liet alle boeken van vorige regimes verbranden. Dat is het gevoel dat Gerrit-Jan Zwenne een beetje heeft bij het recht op vergetelheid. Is het een goed idee dat we de geschiedenis op die manier gaan herschrijven? Inmiddels is hij wat genuanceerder, in de tijd van Big Data, dat we iets moeten hebben wat lijkt op het recht op vergetelheid, maar wellicht is het nu nog te absoluut. Misschien moet het vergeetrecht gelden voor vijf of tien jaar en daarna krijg je een jaar van te voren een mededeling, mocht je het langer willen laten gelden, dat je een nieuw verzoek moet doen. We moeten die rechten in balans brengen met het recht op informatie en het recht op vrijheid van meningsuiting. Zo’n absoluut vergeetrecht is niet alleen onhoudbaar, via bijvoorbeeld een VPN in de Verenigde Staten vind je de informatie toch wel weer, maar het is ook niet wenselijk. Het vergeetrecht is nog onvoldoende doordacht.
Er zijn volgens Zwenne nog meer gebreken in de privacywetgeving aan te wijzen. Deze definitie kent u natuurlijk: “’personal data’ means any information relating to an identified or identifiable natural person”. Dit is een kernbegrip uit de AVG en de Wbp en het is toch raar dat mensen met verstand van data, met verstand van informatie, zich afvragen waarom wij dat zo definiëren. Mensen met verstand van informatie definiëren informatie immers aan de hand van data. In de privacywetgeving wordt dat omgedraaid en dat kan helemaal niet, aldus Zwenne.
Klik HIER voor de presentatie van Gerrit-Jan Zwenne (pdf).
“Onderzoeker”
Plots kwam een onderzoeker de zaal binnen. Op een ludieke manier testte hij de bereidwilligheid van aanwezigen om hun mobiele telefoon af te geven aan hun buurman of buurvrouw. Met de vragen die hij stelde probeerde hij in kaart te brengen welke informatie je wel wilt delen en welke niet. Het publiek van deze conferentie was op haar hoede en deelde weinig. De onderzoeker was een acteur van “Wat we doen”; een theatergroep die een maatschappelijk thema (dit keer privacy) onder de aandacht wil brengen van o.a. scholieren. Voor meer informatie hierover verwijzen we graag naar https://watwedoen.nl/.
Jaap-Henk Hoepman (Radboud Universiteit)
De derde spreker van de dag was Jaap-Henk Hoepman, directeur van het Privacy & Identity Lab aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hoepman sprak met name over privacy by design:
Voor veel mensen is privacy by design een vaag begrip. Het gaat erom dat je privacyaspecten meeneemt in het hele ontwikkeltraject van systemen. Vanaf het moment dat je gaat nadenken van het concept van het systeem, tot het ontwerp en daarna de implementatie. Dat maakt privacy eigenlijk een soort software quality attribute, vergelijkbaar met security en performance. Daarnaast is privacy by design een proces, omdat het door het gehele ontwikkelproces moet worden meegenomen.
Waarom is privacy by design belangrijk?
Privacy by design beperkt privacy-risico’s en daarmee ook eventuele reputatieschade of herstelkosten. Wie verkleint, vermindert of voorkomt kan deze schade beperken, onder het motto: “Wat je niet hebt kun je ook niet verliezen.” Een ander aspect dat onderbelicht is, is dat het nieuwe business mogelijk maakt, net zoals security by design internetbankieren mogelijk maakt. Privacy by design is noodzakelijk als je dingen in bijvoorbeeld de zorg, Internet of Things of Quantified Self voor elkaar wilt krijgen op een verantwoorde manier. En als laatste waarom privacy by design noodzakelijk is, is omdat het een vereiste is uit de AVG.
In Nijmegen heeft men nagedacht over privacy design strategies waarin vage juridische normen worden vertaald naar een achttal (technische) ontwerpeisen. Dit zijn acht onderwerpen waar je als techneut over moet praten met de business en de juridische afdeling als het gaat om het ontwerp van het systeem.
Data georiënteerde strategieën
Als je kijkt naar een informatieverwerkend systeem als een database, waarbij gegevens worden verzameld over individuen, en over die individuen worden verschillende attributen verzameld, zoals leeftijd, adres, naam et cetera, dan is minimaliseren één van de eerste dingen die je kunt doen, dus niet alle mogelijke attributen verzamelen, maar daar een selectie uit maken. Als tweede kan je attributen in verschillende databases stoppen, zodat data niet gecombineerd kunnen worden. Het derde wat je kan doen is gegevens abstraheren, door bijvoorbeeld te registreren of iemand ouder is dan achttien in plaats van de specifieke leeftijd. En het laatste wat je kunt doen, bij een kleinere database, is deze adequaat te beschermen.
Proces-georiënteerde strategieën
Ten eerste: informeer gebruikers over de verwerking van hun persoonsgegevens. Geef vervolgens gebruikers controle over de verwerking van hun persoonsgegevens. Daarna committeer je aan een privacyvriendelijke verwerking van persoonsgegevens en dwingt dit af. En als laatste toon je aan dat je op een privacyvriendelijke wijze persoonsgegevens verwerkt.
Het scheiden van gegevens
Het is belangrijk om na te denken over het fysiek scheiden van gegevens en na te denken over een ontwerp van een systeem waarin deze gegevens niet centraal worden verzameld, maar op bijvoorbeeld individuele apparaten van gebruikers. Een interessant voorbeeld hiervan is de mogelijkheid op een iPhone om op basis van gezichtsherkenning automatisch mappen aan te laten maken en foto’s te selecteren; dit gebeurt op de smartphone zelf en niet in een centraal systeem. Een ander goed voorbeeld hiervan heeft betrekking op social media. Facebook is centraal georganiseerd: alle informatie staat centraal opgeslagen bij Facebook. Maar als je kijkt naar de functionaliteit, namelijk het directe contact met vrienden en kennissen, dan zou je dit ook peer-to-peer kunnen doen. En dat dan de gegevens die je wilt delen op je eigen smartphone staan en dat je die direct deelt met de smartphone van vrienden en kennissen. Dat is een hele andere manier van denken, en hierover kun je nadenken bij de ontwikkeling van elk systeem.
Gegevens abstraheren
Dit houdt in dat je gegevens niet in detail verwerkt, maar dit meer in abstracto doet. Een van de triviale voorbeelden waarin dit is toegepast is in de slimme energiemeter. Bij de eerste slimme meter was het idee nog dat je gebruik realtime zou worden doorgegeven aan de leverancier. Dit gaf veel ophef, omdat dat veel informatie prijsgeeft over je persoonlijke levenssfeer. Daarom verzamelt de slimme meter nu je verbruik en geeft het totaal elke drie maanden door. Andere voorbeelden zijn leeftijdsverificatie: als je alleen hoeft te weten of iemand ouder is dan achttien, dan heb je niet per se de geboortedatum nodig.
Informeren
Zorg ervoor dat gebruikers direct op een makkelijke manier inzage hebben in de gegevens die jij van hen hebt verzameld. De meeste bedrijven hebben inmiddels wel een portal zoals mijn-internetprovider, mijn-telefoonprovider et cetera, waarbij gebruikers worden geïnformeerd.
Op de latere vraag vanuit de congresorganisatie wat Hoepmans ervaring was van deze middag antwoordde hij: “Goed te zien dat er steeds meer privacyvriendelijke oplossingen op de markt komen. Privacy by design is vooral een kwestie van *willen* en dan doen. Wel is extra aandacht nodig voor een goede uitwisseling van kennis tussen de verschillende partijen: er is in de techniek veel meer mogelijk dan de meeste organisaties weten. Daardoor blijven potentieel super-privacyvriendelijke oplossingen liggen.”
Klik HIER voor de presentatie van Jaap-Henk Hoepman (pdf).
Panel
Moderator Marjolijn Bonthuis (ECP) onderwierp het panel aan een aantal stellingen. De reactie van het publiek op de stellingen was vaak eensgezind, maar soms ook verschillend van mening. Vanuit het panel reageerde Tim Toornvliet (Nederland ICT) later als volgt: “Ik vond het een mooie mix van privacy-experts en privacy voorvechters. Het was inspirerend om te zien hoe de genomineerden met innovatieve technische oplossingen de privacy van gebruikers willen verbeteren”. “Privacy is springlevend!” is een uitspraak van panellid Lennart Huizing (Privacy Company). Hij vond het heel grappig dat de reactie van de zaal op de stelling ‘privacy is belangrijker dan veiligheid’ massaal was: “dat is een valse dichotomie!” Dan heb je een interessant publiek gevonden... Het tastbare ongemak rondom het afgeven van mobieltjes aan de buurman vond hij ook heel boeiend.
Nederlandse Privacy Awards
Genomineerden
Er zijn 4 categorieën waarvoor inschrijvingen genomineerd konden worden:
1. categorie Consumentenoplossingen (van bedrijven voor consumenten)
2. categorie Bedrijfsoplossingen (binnen een bedrijf of business-to-business)
3. categorie Overheidsdiensten (van de overheid voor burgers)
4. Aanmoedigingsprijs voor een baanbrekende technologie of persoon.
Uit de diverse inzendingen had de onafhankelijke vakjury de volgende genomineerden per categorie bepaald:
Consumentenoplossingen:
IRMA (I Reveal My Attributes)
Schluss
Bedrijfsoplossingen:
TrustTester
Personal Health Train
Overheidsdiensten:
Jeugd Implementatieplan Privacy (gemeente Amsterdam)
Na de discussie met panel en publiek kregen de vijf genomineerden de kans om hun verhaal te vertellen: Schluss, Personal Health Train, IRMA, TrustTester en Jeugd Implementatieplan Privacy (gemeente Amsterdam) deelden hun mooie initiatieven met de zaal.
Presentaties
IRMA (pdf) https://www.youtube.com/watch?v=q6IihEQFPys
Schluss (pdf) https://www.youtube.com/watch?v=f-cU5Izs5EI
TrustTester (pdf) https://www.youtube.com/watch?v=JCivU3LQg-8
Personal Health Train (pdf) https://www.youtube.com/watch?v=Sn-KK4reRGg
Jeugd Implementatieplan Privacy, gemeente Amsterdam (pdf)
Winnaars
Na afloop van de Award-pitches door de genomineerden nam juryvoorzitter Bas Filippini (Privacy First) het woord en kon Bart Jacobs van IRMA de felbegeerde allereerste Nederlandse Privacy Award in ontvangst nemen. IRMA (I Reveal My Attributes) is een state-of-the-art open source identity platform waarin gebruikers zich middels een app kunnen authenticeren op basis van één of meer kenmerken vanuit hun verschillende rollen (contextuele authenticatie). Deze authenticatie is niet identificerend: door gebruik te maken van een 1-op-1 relatie tussen gebruiker en dienstverlener zijn zogenaamde “brokers” niet meer nodig en kan de gebruiker anoniem gebruikmaken van diensten, zonder wachtwoord en met een minimum aan benodigde kenmerken (“attributes’). Het systeem is ontwikkeld door de Digital Security onderzoeksgroep van de Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds eind 2016 is IRMA ondergebracht bij de onafhankelijke stichting Privacy by Design.
De jury prijst de ontwikkeling van IRMA vanuit de academische wereld als algemeen bruikbare privacy by design toepassing voor zowel de private als de publieke sector. Als middel voor privacyvriendelijke authenticatie spreken het grote innovatieve vermogen van de gehanteerde open-source techniek, de directe inzetbaarheid en de potentiële maatschappelijke impact van IRMA de jury enorm aan.
In het bredere kader van Nederland Privacy Gidsland is IRMA door de jury daarom unaniem gekozen als winnaar van de Nederlandse Privacy Awards 2018.
‘Sleepwet-studenten’
Op initiatief van vijf Amsterdamse studenten wordt op 21 maart as. een nationaal referendum gehouden over de controversiële nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (‘Sleepwet’). Ongeacht de uitkomst van dit referendum zal dit leiden tot een hoger (en waarschijnlijk kritischer) Nederlands privacybewustzijn. Reeds dit feit vormde voor de jury unaniem reden om deze studenten te belonen met een Nederlandse Privacy Award (Aanmoedigingsprijs).
Klik HIER voor het hele juryrapport (pdf) met deelnamecriteria en toelichting bij alle genomineerden en de winnaars.
V.l.n.r.: Paul Korremans (jurylid), Luca van der Kamp (referendumstudenten), Esther Bloemen (Personal Health Train), Nina Boelsums (referendumstudenten), Bas Filippini (jury-voorzitter), Bart Jacobs (IRMA), Arjan van Diemen (TrustTester), Marie-José Hoefmans (Schluss) en Wilmar Hendriks (Jeugd Implementatieplan Privacy, gemeente Amsterdam).
De middag werd afgesloten met een borrel waar de winnaars de felicitaties in ontvangst namen en de sprekers hun verhaal verder toelichtten. Deze editie smaakt naar meer! Binnenkort volgt meer informatie over volgend jaar.
Voor meer informatie over de privacy by design community verwijzen we graag naar https://ecp.nl/community-privacy-by-design.
Tot de volgende editie!
Privacy First en ECP | Platform voor de InformatieSamenleving
Privacy First organiseerde deze editie van de Nederlandse Privacy Awards met steun van Stichting Democratie & Media en Adessium Foundation, in samenwerking met ECP. Wilt u ook partner van de Nederlandse Privacy Awards worden? Neem dan contact op met Privacy First!