Toon items op tag: Democratie

woensdag, 06 november 2019 17:24

Dataroof

Column: Dataroof

Door Simone van Dijk


In een koffer onder mijn bed liggen spulletjes van vroeger. Spulletjes waar ik waarde aan hecht en al die jaren heb bewaard. Hiertussen zitten ook mijn getuigschriften en rapporten van mijn basis- en middelbare school. Deze getuigschriften en rapporten zijn allemaal handgeschreven. Ik heb daar een versie van en wellicht heeft de school daar ook nog enige tijd een versie van bewaard. Na verloop van tijd zijn de versies van school vernietigd. Weg, niet meer terug te vinden.

Over de tijd tussen de rapporten is niets over mij gedocumenteerd. Hoe ik precies presteerde op een woensdag in november, hoe mijn stemming was, hoe mijn psychische of fysieke toestand was, waar ik was, met wie ik omging en wat ik deed, is niet bekend en niet meer terug te halen. Wellicht een getuigenis van een oud-leraar die zich nog iets over mij herinnert, een specifieke gebeurtenis. Maar niets is terug te halen tot op een bepaalde dag, een bepaalde tijd. Alleen mijn getuigschriften en rapporten zijn er nog. En alleen ingeval ik beslis de inhoud hiervan aan iemand bekend te maken wordt deze informatie over mij geopenbaard. Anders niet.

Dat is nu anders. Google is bezig de openbare scholen massaal te voorzien van Chromebooks (zie Volkskrant, 1 november 2019, reportage over Google en basisonderwijs). Een laptop die draait op het besturingssysteem Chrome van Google en waarmee kinderen werken op de online harde schijf (cloud) van Google. De Chromebooks zijn goedkoop en de software wordt gratis geleverd. De verkoop hiervan is dan ook niet de core business van Google. De Chromebooks zijn slechts een middel om te verkrijgen waar het Google daadwerkelijk om gaat. Data, het liefst zoveel mogelijk.

Data is de olie van deze tijd. Bedrijven als Google worden exorbitant rijk omdat zij in data handelen. Onze data. Merkwaardig genoeg blijken wij telkens weer bereid om deze zo waardevolle data gratis weg te geven. En niet alleen onze data, ook de data van onze kinderen.

Ouders, leraren maar ook de overheid lijken zich niet bewust van wat er speelt. Kinderen laten via de Chromebooks digitale sporen achter die gebruikt kunnen worden om het gedrag van onze kinderen te voorspellen en te sturen. Deze data kan direct uit de leerresultaten worden gehaald, maar ook nog uit de zogenaamde ‘restdata’. Dit is informatie zoals welk thema stel je als achtergrond in, welke kleur buttons kies je, hoe snel of hoe langzaam typ je, welke spelfouten maak je, wat is je locatie, wie zijn je contacten, hoe klinkt je stem en hoe is je gezichtsuitdrukking die via de camera op de laptop kan worden gefilmd.

Aan de hand van al deze data kan onder andere voorspeld worden wat de persoonlijkheid van onze kinderen is, wat hun gevoelens zijn, wanneer ze kwetsbaar zijn, wanneer ze moe zijn, wanneer ze zich zorgen maken, wat hun seksuele geaardheid is en uiteindelijk ook wat hun politieke voorkeur is of zal zijn. Daarnaast kan deze informatie gecombineerd worden met data van klasgenootjes, broertjes en zusjes en data van de ouders. Op deze manier kan Google ook inzicht krijgen over wat zich binnen een gezin afspeelt. Al deze informatie zou je normaal gesproken niet zomaar prijsgeven. En zeker niet zomaar met duizenden bedrijven en mensen delen waarvan je niet weet wie ze zijn en wat ze met deze informatie over jou gaan doen.

Al deze data wordt opgeslagen en zal er nooit meer ‘niet’ zijn. Alles wat onze kinderen in hun jeugd doen en denken blijft voor altijd bekend. Niet zozeer bij henzelf maar bij ‘hen’, wie dat dan ook mogen zijn. Een permanent record wordt over onze kinderen bijgehouden en opgeslagen.

Het gedrag van onze kinderen kan niet alleen voorspeld worden, maar ook gestuurd, gemanipuleerd. Zo kunnen onze kinderen verleid worden tot de koop van bepaalde producten en tot het maken van politieke keuzes, zonder dat zij het gevoel hebben dat ze worden gestuurd. Niet alleen de persoonlijke vrijheid van onze kinderen komt hiermee in het geding, maar ook onze democratie.

En aan wie geven we die data? Ingeval van Google Chromebooks aan Google die het vervolgens aan honderden of misschien wel duizenden bedrijven kan doorverkopen. Bedrijven met medewerkers die we niet kennen. We hebben geen idee aan wie het wordt verkocht, wat ze er mee doen, welke conclusies er over onze kinderen worden getrokken en welke gevolgen deze voor onze kinderen kunnen hebben, nu en in de toekomst. Google stelt dat zij deze data niet doorverkoopt. Maar zelfs als dit waar zou zijn dan nog zou je niet willen dat Google deze data over onze kinderen in haar bezit heeft.

Via Google Chromebooks geven wij ouders, scholen, maar ook zeker de overheid al deze waardevolle en gevoelige informatie over onze kinderen gratis en zonder enige nadere overdenking weg. Informatie die wij zelf in een koffer onder ons bed hebben staan. Informatie waar wij zelf over beslissen of wij die met anderen delen.

Wij ontnemen onze kinderen de mogelijkheid om later zelf te beslissen wat zij over zichzelf in de openbaarheid willen brengen. Wij ontnemen hen het recht om ongezien fouten te kunnen maken. Wij brengen hun recht op vrijheid en democratie ernstig in het geding.

Er ligt dan ook niet alleen een taak voor de ouders en scholen om onze kinderen tegen deze ‘dataroof’ (Shoshana Zuboff, The Age of Surveillance Capitalism, NPO 2 VPRO Tegenlicht ‘De grote dataroof’) te beschermen, maar ook voor de overheid. Immers, moeten wij als land willen dat deze zo waardevolle en gevoelige informatie van onze toekomstige generatie in handen ligt bij Google en wellicht duizenden andere bedrijven of mogendheden waarvan wij niet weten wie zij zijn en wat hun intenties zijn?

Gepubliceerd in Kinderen en Privacy

Ondanks het succesvolle referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten heeft de Eerste Kamer deze week het raadgevend referendum afgeschaft. Privacy First betreurt dit en verwacht dat dit de bestaande kloof tussen burger en bestuur verder zal vergroten. Ook zal het leiden tot verder verlies van vertrouwen in de nationale politiek. Dit verzwakt onze democratie en, zonder de corrigerende werking van het referendum, ook onze rechtsstaat.

Een nationaal referendum is een vorm van intern zelfbeschikkingsrecht: het collectieve recht van een nationale bevolking om haar eigen democratische toekomst te bepalen. Zoals alle mensenrechten dient dit recht voortdurend te worden bevorderd. Een referendum is bovendien een democratische verworvenheid die niet zomaar, zonder legitieme aanleiding en objectieve rechtvaardiging, kan worden afgeschaft. Dit is mogelijk in strijd met internationaal recht, in het bijzonder het zogeheten regressieverbod: het verbod om democratisch verworven rechten van burgers zomaar terug te draaien. Eerder dit jaar heeft Privacy First de Eerste en Tweede Kamer hier tevergeefs op geattendeerd. Bij gelegenheid zal Privacy First de rücksichtslose afschaffing van het raadgevend referendum dan ook aankaarten bij de Verenigde Naties en de Nederlandse regering hierover ter verantwoording laten roepen.

Op de vroegere DDR na is Nederland nu het enige land ter wereld dat het referendum na invoering weer heeft afgeschaft. Nederland heeft hiermee de historische schijn tegen en loopt mede daardoor een verhoogde kans op internationale kritiek.

Na Athene (democratie 1.0) en onze huidige 19e-eeuwse parlementaire democratie (2.0) is het in de optiek van Privacy First hoog tijd voor meer burgerparticipatie en democratische vernieuwing: Shared Democracy, democratie 3.0. Evenals de Staatscommissie Parlementair Stelsel pleit Privacy First daarbij voor de invoering van een bindend correctief referendum ter versterking van onze vrije democratie. Privacy First zal zich hier de komende jaren voor blijven inzetten.

Gepubliceerd in Wetgeving
dinsdag, 08 mei 2018 10:25

Gaat de Eerste Kamer het referendum redden?

Kabinet wil referendum afschaffen. Privacy First trekt aan de bel.

Afschaffing referendum is mogelijk in strijd met internationaal recht.

Ondanks het succesvolle referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wil het Nederlandse kabinet het raadgevend referendum afschaffen. Een nationaal referendum is echter een democratische verworvenheid die niet zomaar, zonder legitieme aanleiding, kan worden afgeschaft. Dergelijke afschaffing is in dat geval mogelijk in strijd met internationaal recht. Begin dit jaar heeft Privacy First de Tweede Kamer hier tevergeefs op geattendeerd. Vervolgens heeft Privacy First een vergelijkbare waarschuwing gericht aan de Eerste Kamer, waar relatief meer juridische (inclusief internationaalrechtelijke) kennis aanwezig is. De Eerste Kamer nodigde daarop Privacy First uit voor deelname aan de expert-meeting over de Wet intrekking raadgevend referendum op 27 maart jl. Wegens buitenlands verblijf was Privacy First die dag echter verhinderd, waarop de Eerste Kamer (mede op advies van Privacy First) prof. Fred Soons uitnodigde om de internationaalrechtelijke aspecten rond afschaffing van het raadgevend referendum te belichten, waaronder met name het aspect van het internationaal zelfbeschikkingsrecht in interne (democratische) zin. De schriftelijke inbreng (position paper) van prof. Soons vindt u HIER in pdf. Van de expert-meeting in de Eerste Kamer is een volledige videoregistratie en schriftelijk verslag beschikbaar. Begin dit jaar vond in de Tweede Kamer een vergelijkbare, kritische expert-meeting plaats (video). Naar aanleiding van beide expert-meetings zijn door de Eerste Kamer op 24 april jl. talloze kritische vragen aan het kabinet gesteld, waaronder de vraag of intrekking van het raadgevend referendum in strijd is met het zogeheten regressieverbod in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Privacy First ziet de beantwoording van deze vragen met belangstelling tegemoet.

Nieuw referendum over Donorwet

Terwijl de Eerste Kamer zich de komende weken buigt over de mogelijke afschaffing van het raadgevend referendum, is reeds een nieuw referendum in de maak: het referendum over de nieuwe, controversiële Donorwet. Op https://referendum.nl kunt u uw steunbetuiging voor dit referendum indienen. De weerstand onder de Nederlandse bevolking tegen de nieuwe Donorwet is groot. Privacy First verwacht dan ook dat het benodigde aantal handtekeningen voor een referendum over deze wet spoedig zal kunnen worden behaald.


Hieronder volgt de volledige tekst van onze brief aan de Eerste Kamer d.d. 8 maart 2018:  

Geachte Kamerleden,

De komende periode debatteert u over de mogelijke intrekking van de Wet raadgevend referendum. In dit verband attendeert Stichting Privacy First u hierbij graag op een internationaalrechtelijk aspect dat tot nu toe niet bij het parlementaire debat lijkt te zijn betrokken, maar dat niettemin uiterst relevant is: het referendum als een vorm van collectief zelfbeschikkingsrecht. Dit recht behoort van oudsher tot de krachtigste en meest omvattende rechten ter wereld en geniet brede internationale bescherming. Nationale inperking van dit recht kan voor Nederland dan ook de nodige repercussies hebben. Hieronder lichten wij dit kort toe.

Referendum als een vorm van democratisch zelfbeschikkingsrecht: relevante VN-verdragen

Internationaalrechtelijk gezien is een nationaal referendum een vorm (of uiting) van democratisch zelfbeschikkingsrecht, d.w.z. het collectieve recht van een volk c.q. nationale bevolking om haar eigen toekomst te bepalen. Dit recht is o.a. vastgelegd en ontwikkeld onder art. 1 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) en het identieke art. 1 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR). Onder het IVBPR kan over de schending van dit recht een klacht worden ingediend bij het toezichthoudende verdragsorgaan: het VN Mensenrechtencomité in Genève. Tevens dient Nederland zich periodiek bij dit VN-comité te verantwoorden over de algehele Nederlandse naleving van het IVBPR in brede zin, inclusief (indien aan de orde) de Nederlandse naleving van het collectieve recht op zelfbeschikking van de Nederlandse bevolking. Mocht uw Kamer dus besluiten tot afschaffing van het raadgevend referendum, dan ligt het in de lijn der verwachting dat de Nederlandse regering zich hierover bij de Verenigde Naties zal moeten verantwoorden. De betreffende Nederlandse periodieke sessie bij het VN Mensenrechtencomité staat reeds geagendeerd en zal waarschijnlijk later dit jaar of begin 2019 plaatsvinden. Hierbij zal overigens ook de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (‘Sleepwet’) kritisch aan de orde komen, zo heeft het VN Mensenrechtencomité reeds in mei 2017 bekendgemaakt.

Mogelijke schending art. 1 IVBPR en art. 1 IVESCR door afschaffing referendum

Bovenstaande geldt tevens voor het IVESCR en het toezichthoudende IVESCR-Comité, dat eveneens in Genève zetelt. Onder dit verdrag dient het collectieve recht op zelfbeschikking continu te worden bevorderd en ‘progressief te worden verwezenlijkt’. Zogeheten ‘retrogressive measures’ (zoals afschaffing van een bestaand recht op een referendum) “would require the most careful consideration and would need to be fully justified”, aldus het IVESCR-Comité in haar General Comment No. 3 (The nature of States parties obligations under the ICESCR). Dit betekent dat Nederland het raadgevend referendum slechts op internationaalrechtelijk geoorloofde wijze kan afschaffen indien dit na uiterst zorgvuldige afwegingen gebeurt en (objectief aantoonbaar) volledig gerechtvaardigd is. In casu lijkt hiervan echter geen sprake. Daarmee vormt afschaffing van het raadgevend referendum een mogelijke schending van art. 1 IVESCR. Onder het Facultatief Protocol bij het IVESCR zal hierover een individuele of collectieve klacht bij het IVESCR Comité kunnen worden ingediend. Tevens zal deze kwestie aan de orde kunnen komen bij de periodieke beoordeling van de algehele Nederlandse naleving van het IVESCR door het IVESCR-Comité. Een daaropvolgend kritisch oordeel van het IVESCR Comité zal vervolgens – naar alle waarschijnlijkheid – door de Nederlandse rechterlijke macht gevolgd en overgenomen worden. Hetzelfde geldt voor een vergelijkbaar kritisch oordeel van het VN Mensenrechtencomité inzake mogelijke schending van art. 1 IVBPR, aangezien het collectieve zelfbeschikkingsrecht onder beide verdragen op vergelijkbare wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast.

Kans op internationale kritiek

Op de vroegere DDR na is Nederland het enige land ter wereld dat het referendum na invoering weer lijkt te willen afschaffen. Nederland heeft daarmee de historische schijn tegen en loopt mede daardoor een verhoogde kans op internationale kritiek. Privacy First wenst u dan ook veel wijsheid en visie toe bij uw beraadslagingen.

Hoogachtend,


Stichting Privacy First


Update 11 mei 2018: het kabinet heeft de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer inmiddels beantwoord (pdf). Zoals reeds door Privacy First was verwacht ontkent het kabinet dat afschffing van het raadgevend referendum strijdig is met het IVESCR: "[H]et kabinet [acht] het wetsvoorstel verenigbaar met het IVESCR", aldus minister Ollongren op p. 24. Daarmee erkent het kabinet dat het IVESCR (d.w.z. het collectieve zelfbeschikkingsrecht onder art. 1) op deze kwestie van toepassing is. Dit vergemakkelijkt de indiening van een toekomstige klacht hierover bij het IVESCR Comité in Genève. Privacy First behoudt zich in dit verband alle rechten en mogelijkheden voor.

Update 15 juni 2018: het kabinet heeft vandaag herhaald dat het de mogelijke strijdigheid van afschaffing van het referendum niet wenst te laten toetsen aan het regressieverbod onder het IVESCR (zie Nadere memorie van antwoord (pdf), p. 12). Dergelijke toetsing wordt door het kabinet blijkbaar - terecht - gevreesd.

Gepubliceerd in Wetgeving
woensdag, 25 oktober 2017 11:56

Privacy in het regeerakkoord 2017-2021

Privacy First heeft met interesse het nieuwe regeerakkoord gelezen. Enerzijds is Privacy First verheugd om te kunnen constateren dat er aandacht is voor privacy en dat er privacybevorderende maatregelen worden getroffen. Anderzijds zijn er helaas ook veel maatregelen die de privacy beperken of de privacy raken. Wij hebben hiervan onderstaand overzicht gemaakt. Privacy First zal de verdere ontwikkelingen hieromtrent actief op de voet volgen en positief trachten te beïnvloeden.

1. Privacybevorderende maatregelen

Veiligheid

  • Standaarden voor Internet-of-Things apparaten.

  • Het stimuleren van bedrijven om veiliger software te maken via software-aansprakelijkheid.

  • Voorlichtingscampagnes op het gebied van cyberhygiëne.

Berechting, straffen en maatregelen

  • Inzet op het beschermen van privacy van burgers onderling (horizontale privacy).

    • Het verspreiden van wraakporno wordt als zelfstandig delict strafbaar gesteld.

Vernieuwing openbaar bestuur en ICT-dienstverlening

  • Ter bevordering van de privacy wordt de eigen regie op persoonsgegevens vergroot. Gebruikers van overheidsdiensten krijgen de mogelijkheid zelf relevante instanties en organisaties aan te wijzen waaraan een beperkt aantal persoonsgegevens automatisch kan worden verstrekt.

    • Wie nu geregistreerd staat kan kiezen voor een opt-out.

    • Nieuwe inschrijvingen vallen onder de nieuwe regels.

Emancipatie en LHBTI

  • Onnodige geslachtsregistratie wordt waar mogelijk beperkt.

 

2. Privacybeperkende maatregelen

Veiligheid

  • Aankoop van hacksoftware door opsporingsdiensten.

  • Repressieve maatregelen i.h.k.v. terrorismebestrijding.

  • DNA-onderzoek bij verdenking van een terroristisch misdrijf.

Vernieuwing openbaar bestuur en ICT-dienstverlening

  • De Basisregistratie Personen (BRP) wordt gemoderniseerd en zal de e-mailadressen van burgers bevatten.

    • Gegevens van burgers in basisadministraties en andere privacygevoelige informatie wordt altijd versleuteld opgeslagen.

    • DigiD wordt veiliger gemaakt.

Arbeid: Handhaving en internationale afspraken als randvoorwaarden voor een werkend stelsel.

  • Misbruik van sociale voorzieningen ondermijnt het draagvlak voor solidariteit. Het kabinet vindt het van belang dat uitvoerders, waaronder gemeenten, effectief gebruik maken van de mogelijkheden tot het delen, koppelen en analyseren van data, uiteraard met inachtneming van de geldende wettelijke regels en waarborgen. Dit kan ook uitkeringsgerechtigden helpen om regels na te leven en fouten te voorkomen. 

Personenvervoer

  • Bij ontwerp, aanleg en onderhoud van infrastructuur wordt rekening gehouden met zelfrijdende voertuigen en benodigde systemen in of langs de weg. Overheidsinformatie over verkeer wordt zoveel mogelijk via open data beschikbaar gesteld voor voertuigen, apps en reisplanners. Om ieders privacy te waarborgen worden er spelregels vastgelegd over de eigendom en het gebruik van reisdata.

 

3. Maatregelen die de privacy (kunnen) raken

Veiligheid

  • ‘Belofte’ dat er i.h.k.v. de nieuwe Wiv geen sprake zal zijn van willekeurige en massale verzameling van gegevens van burgers. 

    • Strikt de hand houden aan extra waarborgen in de wet.

    • Evaluatie zal vervroegd worden uitgevoerd, na twee jaar van invoering.

    • Eventuele extra waarborgen in de wet opnemen en het toezicht versterken.

Berechting, straffen en maatregelen

  • Wetsvoorstel Aanpassing bewaarplicht telecommunicatiegegevens wordt heroverwogen.

    • Kabinet verkent in hoeverre het Europees recht ruimte biedt voor een afgewogen bewaarplicht voor bepaalde telecommunicatiegegevens, in het bijzonder voor gegevens die strekken tot identificatie van de gebruiker van een communicatiedienst.

    • Aandacht naar waarborgen voor de persoonlijke levenssfeer van burgers, beperkte toegang, aangescherpt toezicht, noodzakelijkheid van bewaartermijnen, adequate bescherming en beveiliging van gegevens en een rapportage- en evaluatieplicht.

    • Alle nieuwe wetgeving waarin gegevensbewaring wordt geregeld ten behoeve van de opsporing van ernstige strafbare feiten zal worden voorzien van passende waarborgen.

    • Evaluatie na vijf jaar -> effectiviteit en impact van de wetgeving.

Een sterke docent

  • Het lerarenregister.

Goede zorg voor ouderen

  • Om de schaarse capaciteit aan zorgpersoneel optimaal te benutten voor zorg en aandacht voor cliënten en patiënten, is het wenselijk digitaal ondersteunde zorg gericht in te zetten en de verspreiding van innovatieve werkwijzen (e-health) te bevorderen, zowel thuis als in het verpleeghuis. Deze kabinetsperiode is hiervoor 40 miljoen euro beschikbaar, daarna 5 miljoen per jaar. 

Ruimte voor ondernemers

  • De mogelijkheden voor regionale en sectorale proefprojecten, wettelijke experimenteerruimte, testlocaties (bijvoorbeeld voor drones) en regelvrije zones worden vergroot. Daarbij gelden minimumvereisten en passend toezicht. 

Kredieten en bankensector

  • Financiële technologische innovaties (Fintech) dragen bij aan innovatie en concurrentie in de financiële sector. De toetreding van deze innovatieve bedrijven wordt vereenvoudigd door invoering van een bank- en overige vergunning in lichtere vorm, met inachtneming van voldoende bescherming van de klanten. 

Luchtvaart

  • De groei van het aantal passagiers op Schiphol vraagt om een efficiënter proces van grenscontroles. Er wordt daarom geïnvesteerd in de capaciteit van de Koninklijke Marechaussee en verdere digitalisering van paspoortcontroles. 

Gepubliceerd in Wetgeving

"Verschillende Nederlandse organisaties hebben een open brief gestuurd naar premier Mark Rutte. Ze vragen de 'aftapwet' pas na het referendum in te voeren.

De open brief (pdf) komt van organisaties zoals Bits of Freedom, Privacy First, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en Waag Society. Ze vragen om de inwerkingtreding van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv) uit te stellen tot na het referendum.

Volgens de brief geeft het behalen van de drempel voor een referendum "een belangrijk signaal". De organisaties schrijven dat het uitroepen van een raadgevend referendum normaal gesproken een opschortende werking heeft voor de wet waarover zal worden gestemd.

"Voor de geloofwaardigheid van ons democratische bestel is het van groot belang dat de wet waarover het referendum gaat, niet in werking treedt voordat de stem van de burger tijdens het referendum wordt meegenomen bij de besluitvorming", aldus de organisaties.

Referendum

Deze week werd bekend dat ruim 400.000 mensen de petitie tegen de 'Sleepwet', zoals de initiatiefnemers de Wiv noemen, hebben getekend. Voor een referendum zijn minimaal 300.000 geldige handtekeningen nodig. Het referendum vindt waarschijnlijk plaats tijdens de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018. De wet zou mogelijk al op 1 januari 2018 in werking treden, een deel ervan is al ingevoerd.

Met een raadgevend referendum kan de Nederlandse bevolking zich voor of tegen de nieuwe Wiv uitspreken. Het kabinet bepaalt vervolgens alsnog zelf wat er met de wet gebeurt. (...)"


Bron: https://www.nu.nl/tech/4969829/nederlandse-organisaties-vragen-uitstel-aftapwet.html, 18 oktober 2017.

Lees HIER de volledige brief (pdf).

Zie tevens https://www.computable.nl/artikel/nieuws/overheid/6228203/250449/11-organisaties-vragen-om-uitstel-aftapwet.html
https://www.netkwesties.nl/1080/nee-kamp-vraagt-om-uitstel-wiv.htm
https://executive-people.nl/586409/organisaties-vragen-invoering-sleepwet-uit-te-stellen-tot-na-referendum.html
http://numrush.nl/2017/10/19/organisaties-aftapwet-uitstellen-referendum/
https://www.villamedia.nl/artikel/oproep-aan-rutte-stel-invoering-wiv-uit-tot-na-het-referendum

Gepubliceerd in Wetgeving
donderdag, 28 september 2017 09:00

Steun nu het referendum tegen de nieuwe Sleepwet!

Het zal u ongetwijfeld niet ontgaan zijn: onlangs keurde de Eerste Kamer de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten goed. Door deze wet wordt massa-surveillance in Nederland binnenkort een feit. Dit vormt een historische breuk met het verleden. Enkele van de meest totalitaire bevoegdheden uit de nieuwe wet op een rij:

  • De geheime diensten (AIVD en MIVD) zullen het internet massaal mogen aftappen. Terecht wordt deze nieuwe bevoegdheid daarom een digitaal sleepnet genoemd.

  • De data die middels deze bevoegdheid worden verzameld zullen jarenlang worden opgeslagen en bovendien massaal en ongeëvalueerd worden uitgewisseld met buitenlandse geheime diensten.

  • Alles wat in verbinding staat met het internet zal door de geheime diensten kunnen worden gehackt, zelfs als het apparatuur van onschuldige burgers betreft.

  • Bedrijven en personen kunnen verplicht worden om encrypted data te ontsleutelen, op straffe van hechtenis.

  • Op verzoek zal iedere databank bij de overheid en het bedrijfsleven opengesteld kunnen worden voor rechtstreekse, volledige toegang door de geheime diensten.

  • Bij dit alles zal onafhankelijk en effectief (rechterlijk) toezicht ontbreken.

De afgelopen jaren was dit voor Privacy First (en talloze andere organisaties) reden om stelselmatig kritisch aan de bel te trekken bij de Tweede en Eerste Kamer. Alle kritiek bleek daar echter aan dovemansoren gericht: zelfs nadat Privacy First c.s. een concept-dagvaarding tegen de wet bij de Eerste Kamer hadden ingediend, was van kritisch parlementair debat nauwelijks sprake. Dus bereidt Privacy First sindsdien samen met diverse andere organisaties een mega-rechtszaak tegen deze ‘Sleepwet’ voor, om alle totalitaire onderdelen van deze wet voor eens en altijd buiten werking te laten stellen.

Op initiatief van een vijftal Amsterdamse studenten is er echter nog een kortere weg denkbaar om de wet te laten aanpassen: een referendum! Daarmee kan de Nederlandse bevolking zich uitspreken tégen deze wet, en daarmee vóór een vrije samenleving zónder massa-surveillance. Privacy First steunt het initiatief voor dit referendum natuurlijk (al vanaf dag 1) van harte. Om het referendum daadwerkelijk te laten plaatsvinden, zijn vóór 16 oktober as. in totaal echter 300.000 handtekeningen nodig. Steunt u dit referendum? Onderteken dan via https://sleepwet.nl en vraag anderen om hetzelfde te doen! Meehelpen kan ook, alle hulp is hard nodig. Ga naar https://sleepwet.nl/help.html en draag zelf uw steentje bij!

Privacy First dankt u bij voorbaat voor uw steun. Samen kunnen we Nederland een vrij én veilig land laten blijven!
 

Update 15 oktober 2017: het initiatief voor het referendum over de Sleepwet heeft meer dan 400.000 handtekeningen opgehaald! Zie bijvoorbeeld de berichtgeving bij NOS en NRC. Op 1 november as. maakt de Kiesraad bekend of het benodigde aantal ondertekeningen inderdaad gehaald is en het referendum dus daadwerkelijk zal plaatsvinden.

Gepubliceerd in Wetgeving

Op dinsdag 20 juni as. houdt de Eerste Kamer een hoorzitting ("deskundigenbijeenkomst") over twee controversiële wetsvoorstellen: het wetsvoorstel over Automatische Nummerplaatregistratie (ANPR) en het wetsvoorstel Computercriminaliteit III ("politie-hackwet"). Op verzoek van de Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie diende Privacy First daartoe vorige week een beknopte position paper in over het wetsvoorstel ANPR. Hieronder staat de volledige tekst, klik HIER voor de originele versie in pdf. De hoorzitting is openbaar en zal op internet live te volgen zijn. Klik HIER voor meer informatie, het volledige programma en alle sprekers.


Geachte Kamerleden,

Dank voor uw uitnodiging om deel te nemen aan de deskundigenbijeenkomst inzake het wetsvoorstel ANPR (automatische nummerplaatregistratie).[1] Onder dit wetsvoorstel zal de politie de bevoegdheid krijgen om alle kentekens op de openbare weg 4 weken te bewaren voor opsporing en vervolging. In de optiek van Privacy First vormt dit een massale privacyschending. Hieronder zullen wij dit kort toelichten.

Huidige regels

Onder de huidige wetgeving dienen de ANPR-gegevens van onschuldige burgers binnen 24 uur te worden gewist. Alle kentekens die niet verdacht zijn (zogeheten “no-hits”) dienen zelfs direct uit de databases te worden verwijderd, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens.[2] In een democratische rechtsstaat dienen onschuldige burgers immers zoveel mogelijk met rust te worden gelaten: het klassieke rechtsbeginsel is dat de overheid pas inbreuk mag maken op de privacy van een burger bij een redelijke verdenking van een concreet strafbaar feit. De huidige ANPR-praktijk is hiermee in lijn in die zin dat de “hits” kunnen worden gebruikt en de “no-hits” worden gewist. Deze praktijk vindt echter al jaren plaats op basis van een algemene vangnetbepaling: artikel 3 Politiewet. Daarbij is sprake van profiling. Dit voldoet geenszins aan de moderne eisen die het Europese privacyrecht aan het gebruik van ANPR stelt. Privacy First adviseert allereerst dan ook om de huidige ANPR-praktijk in te perken en alsnog van een specifieke wettelijke basis met strikte privacywaarborgen te voorzien.

Gebrek aan noodzaak en proportionaliteit

In plaats van de actuele ANPR-praktijk alsnog op privacyvriendelijke wijze te reguleren, vormt het huidige ANPR-wetsvoorstel een verregaande schending van het recht op privacy van vrijwel iedere automobilist. Onder dit wetsvoorstel zullen immers alle kentekens op openbare wegen (oftewel ieders reisbewegingen, locatiedata) 4 weken in een nationale ANPR-databank worden opgeslagen. Bovendien zullen deze ANPR-data onder meer worden gedeeld met de AIVD (onder de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zelfs middels directe toegang tot de ANPR-databank). Iedere automobilist wordt hierdoor een potentiële verdachte. Uit het ANPR-wetgevingstraject blijkt tot op heden echter geen enkele maatschappelijke noodzaak hiertoe: de laatste jaren lijkt ANPR slechts bij een handjevol misdrijven te hebben bijgedragen aan succesvolle opsporing en vervolging. Naar objectieve maatstaven weegt dit niet op tegen het opofferen van de privacy, bewegingsvrijheid en onschuldpresumptie van miljoenen automobilisten. Ter vergelijking: toen na 9/11 door het CDA werd voorgesteld om van de gehele bevolking vingerafdrukken af te nemen voor opsporingsdoeleinden, werd dit door minister van Justitie Korthals (VVD) direct verworpen. Korthals achtte dit voorstel disproportioneel, omdat op jaarbasis sprake was van circa 10.000 sporenzaken (met vingerafdrukken).[3] De Tweede Kamer was dit destijds met de minister eens. Massale opslag van ieders vingerafdrukken en telecommunicatiedata zijn inmiddels verboden. Derhalve valt niet in te zien waarom de opslag van ieders ANPR-data wel toegestaan zou moeten worden.

Van ‘mass surveillance’ naar ‘targeted surveillance’

Het huidige wetsvoorstel legt een fundamentele bouwsteen voor Nederland als toekomstige “surveillance society”. Nederland overschrijdt hiermee een principiële grens. Zowel binnen de Nederlandse maatschappij als in het buitenland maakt men zich hier grote zorgen over, zo bleek onlangs uit gesprekken tussen Privacy First en diverse ambassades in Den Haag. Op Europees niveau is immers juist sprake van een ontwikkeling in omgekeerde richting: van ineffectieve, inefficiënte en onrechtmatige “mass surveillance” naar effectieve, efficiënte en legitieme “targeted surveillance”, zo blijkt uit diverse baanbrekende uitspraken van de hoogste Europese rechters en groeiende communis opinio onder experts. Door dit wetsvoorstel aan te nemen slaat Nederland dus niet alleen een juridische en beleidsmatige flater, maar creëert het ook een gevaarlijk internationaal precedent.

Mogelijke rechtszaak

Het huidige wetsvoorstel dateert reeds van begin 2013 en heeft sindsdien – terecht – een moeizame geschiedenis achter de rug.[4] Reeds een jaar nadat het wetsvoorstel door voormalig minister Opstelten bij de Tweede Kamer was ingediend bleek het juridisch onhoudbaar, toen het Europees Hof van Justitie de massale opslag van ieders telecommunicatiedata (waaronder locatiedata) onrechtmatig verklaarde.[5] Wegens privacyzorgen lag de verdere behandeling van het wetsvoorstel vervolgens twee jaar stil, totdat dit door voormalig minister Van der Steur in september 2016 opnieuw werd geactiveerd. Drie maanden later volgde echter de genadeklap: in een nieuw, scherper verwoord arrest verklaarde het Europees Hof van Justitie de ongerichte, massale opslag van data van onschuldige burgers voor opsporingsdoeleinden (dataretentie) definitief onrechtmatig. Dit zou slechts rechtmatig kunnen zijn middels strikte gerichtheid in tijd, locatie, strafrechtelijk relevante personen en doelen.[6] Bij het gebruik van dergelijke data is bovendien voorafgaande rechterlijke toestemming geboden. Het huidige wetsvoorstel ANPR voldoet aan geen van deze eisen. Het wetvoorstel is daarmee onrechtmatig en dient door uw Kamer te worden verworpen. Bij gebreke hiervan zal Privacy First (in brede coalitie) de Nederlandse Staat dagvaarden en het wetsvoorstel onverbindend laten verklaren wegens schending van het recht op privacy (art. 8 EVRM).

Voor nadere informatie of vragen met betrekking tot bovenstaande is Privacy First te allen tijde bereikbaar op telefoonnummer 020-8100279 of per email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..


Hoogachtend,

Stichting Privacy First

 

[1] Wetsvoorstel Vastleggen en bewaren kentekengegevens door politie, Kamerstukken 33542.

[2] Zie College bescherming persoonsgegevens, Politiekorpsen handelen in strijd met de wet bij toepassing ANPR (28 januari 2010), https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/nieuws/politiekorpsen-handelen-strijd-met-de-wet-bij-toepassing-anpr.

[3] Zie Brief van de minister van Justitie d.d. 10 december 2001, Kamerstukken II, 2001-2002, 19637, nr. 635, p. 7.

[4] Voorheen was ook minister van Justitie Hirsch Ballin al in 2010 van plan om een vergelijkbaar voorstel in te dienen met een bewaartermijn van 10 dagen. Vervolgens verklaarde de Tweede Kamer dit voorstel echter controversieel.

[5] Hof van Justitie van de Europese Unie 8 april 2014, gevoegde zaken C-293/12 & C594/12 (Digital Rights).

[6] Hof van Justitie van de Europese Unie 21 december 2016, gevoegde zaken C-203/15 & C-698/15 (Tele2).

 

Update 20 juni 2017: de hoorzitting in de Eerste Kamer vanochtend was zeer divers en bijzonder kritisch; klik HIER voor de hele video en HIER voor de inbreng van Privacy First (vanaf 19m42s en 39m23s). Hieronder de volledige tekst van onze inleiding. Een formeel verslag van de bijeenkomst verschijnt binnenkort op de website van de Eerste Kamer.

Wetsvoorstel ANPR

Geachte Kamerleden,

Dank voor uw uitnodiging voor deze bijeenkomst. Zowel in onze position paper als tijdens deze bijeenkomst zal Privacy First voornamelijk ingaan op het wetsvoorstel ANPR. Dit wetsvoorstel vormt immers de voornaamste reden waarom u ons heeft uitgenodigd.

Reeds sinds de indiening van het oorspronkelijke voorstel van minister Hirsch Ballin in 2010 om ieders kentekendata, oftewel locatiedata, op te slaan voor opsporing en vervolging, heeft Privacy First het standpunt ingenomen dat een dergelijk voorstel volstrekt onrechtmatig is wegens gebrek aan noodzaak en proportionaliteit. Dit standpunt wordt inmiddels bevestigd door vaste Europese rechtspraak. Mocht dit wetsvoorstel desondanks tot wet verheven worden, dan zal Privacy First dit onverbindend laten verklaren wegens strijd met art. 8 EVRM.

Privacy First heeft dit de laatste jaren reeds diverse malen kenbaar gemaakt aan zowel de Tweede Kamer als aan minister Opstelten en minister Van der Steur persoonlijk. Bij onze meeting met minister Opstelten in juli 2013 waren tevens het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) en de Vereniging Privacy Recht kritisch aanwezig. Op het vooruitzicht van een rechtszaak tegen het wetsvoorstel ANPR reageerde minister Opstelten destijds als volgt, en ik citeer: “De rechter voert de wetgeving uit.” Alsof de rechterlijke macht slechts een verlengstuk van de uitvoerende macht zou zijn. Privacy First antwoordde daarop dat “de rechter tevens nationale wetgeving toetst aan internationale verdragen”. Daarna viel een pijnlijke stilte bij Opstelten en diens topambtenaren. Bij latere meetings met deze ambtenaren heeft Privacy First zich overigens nooit aan de indruk kunnen onttrekken dat hun verdediging van het wetsvoorstel enigszins “contre coeur” was. Dit was de laatste jaren ook het geval met wetten die op vergelijkbare wijze massale privacyschendingen teweeg zouden brengen, waaronder de opslag van ieders vingerafdrukken onder de Paspoortwet. Eind 2010 was er in heel Nederland geen ambtenaar meer te vinden die dat nog publiekelijk durfde te verdedigen. De maatschappelijke weerstand tegen dergelijke opslag was en is groot.

Zowel de opslag van ieders vingerafdrukken als de opslag van ieders telecommunicatiedata zijn inmiddels door diverse hoogste Europese rechters onrechtmatig verklaard. Privacy First hoopt dat het met dit wetsvoorstel ANPR niet zo ver zal hoeven komen. Hierbij verzoeken wij uw Kamer dan ook om dit wetsvoorstel te verwerpen.

Wetsvoorstel Computercriminaliteit III

Dan nog kort enkele opmerkingen over het wetsvoorstel Computercriminaliteit III: evenals bij het wetsvoorstel ANPR is bij dit wetsvoorstel nooit sprake geweest van een grondige en onafhankelijke Privacy Impact Assessment. Beide wetsvoorstellen lijken vooral gedreven door technologisch determinisme: alles wat technisch kán, wordt wettelijk mogelijk gemaakt. Evenals bij het wetsvoorstel ANPR zijn de vereiste maatschappelijke noodzaak en proportionaliteit tot op heden echter nooit hard aangetoond. Van enige inperking in technologische zin is bewust geen sprake: de werking van het wetsvoorstel zal zich uitstrekken tot alles wat met het internet in verbinding staat, in de toekomst dus vrijwel de gehele maatschappij, waaronder het Internet of Things, vitale infrastructuur en medische systemen. In politiekringen wil men zelfs rijdende auto’s kunnen hacken en stilzetten, met alle gevaren van dien voor de verkeersveiligheid. Het gebruik en misbruik van onbekende ICT-kwetsbaarheden wordt bovendien nauwelijks ingedamd, en de misdrijven waarbij dit wetsvoorstel kan worden ingezet kunnen voortdurend worden uitgebreid bij algemene maatregel van bestuur. Dat is geen privacy by design. Dat is function creep by design. Privacy First verzoekt uw Kamer dan ook om dit wetsvoorstel eveneens te verwerpen.


Update 19 juli 2017: klik HIER voor het volledige verslag van de hoorzitting zoals gepubliceerd door de Eerste Kamer (redactioneel gecorrigeerde herdruk).

Gepubliceerd in Wetgeving

Op 19 januari 2017 organiseerde Stichting Privacy First op haar kantoorlocatie in het Amsterdamse Volkshotel haar jaarlijkse Nieuwjaarsborrel annex debatavond, klik HIER voor de uitnodiging en openbare aankondiging vooraf. Dit evenement stond ditmaal grotendeels in het teken van de ‘Shared Democracy’: na Athene (democratie 1.0) en onze huidige 19e-eeuwse parlementaire democratie (2.0) is het in de optiek van Privacy First hoog tijd voor verdere vernieuwing en meer burgerparticipatie: Shared Democracy, democratie 3.0! In zijn Nieuwjaarstoespraak gaf Privacy First voorzitter Bas Filippini hierop onze visie:

Shared Democracy

“Privacy First staat voor eigen keuzes in een vrije omgeving. Wij werken daarbij vanuit de klassieke principes van een democratische rechtsstaat en internationale verdragen. Dat doen wij onder meer door het voeren van rechtszaken, waaronder onze lopende zaken tegen kentekenparkeren en voor het recht op anonieme, contante betaling. Daarnaast zijn nieuwe zaken tegen automatische nummerplaatherkenning (ANPR) en het Systeem Risico Indicatie (SyRI) in de maak. We werken daarin samen met andere organisaties en advocatenkantoren. Naast onze rechtszaken voeren we voortdurend stille diplomatie richting alle relevante partijen.

Privacy staat nationaal en internationaal nog steeds onder druk en komt steeds meer onder druk te staan. Er is de laatste 15 jaar sprake van steeds minder vrijheid in plaats van meer vrijheid, zowel qua mobiliteit als in de financiële en medische sfeer. Onze conclusie na zeven jaar rechtszaken voeren is dat de huidige rechtsstaat onder druk staat en zich moeilijk kan verdedigen tegen erosie van binnenuit. Rechters hebben vaak moeite met principiële rechtszaken: ze durven het fundamentele privacyprobleem niet aan te pakken en willen zich enkel uitspreken over randzaken.

Onze huidige parlementaire democratie is nodig aan vernieuwing toe. Na de democratie 1.0 uit het oude Athene en onze huidige democratie 2.0 uit de 19e eeuw is het tijd voor een nieuw model: democratie 3.0. In die nieuwe democratie zou veel meer rekening gehouden moeten worden met moderne ontwikkelingen die onze democratie dreigen te ondermijnen. Privacy First wil graag naar een Shared Democracy 3.0 waarin de krachten die onze huidige democratie bedreigen juist ingezet kunnen worden voor een nieuwe, duurzame en democratische samenleving. Zo is er de veranderende rol van de media als vierde macht, waaronder social media en alternatieve media, die bepalen wat “het nieuws” is en wat “wel en niet waar” is. Daarnaast de veranderende rol van de burger: hoe zou je de burger meer kunnen betrekken bij burgerparticipatie en meer verantwoordelijkheden kunnen geven? En hoe kan je nieuwe technologie inzetten? Denk bijvoorbeeld aan elektronische platformen en blockchain technologie. Zoals de industriële revolutie milieuvervuiling veroorzaakte, zo veroorzaakt de informatierevolutie vrijheidsvervuiling en privacyvervuiling. Hoe kunnen we 'privacy by design' zo inzetten dat dit de democratie versterkt?

De macht van de overheid tegenover de burger is niet meer proportioneel. Er moet dus een machtsverdeling gaan plaatsvinden door onder andere meer burgerparticipatie. Hierdoor zal ook de overheid dichter bij de burger komen te staan, zowel op nationaal als op Europees niveau.

Op een vrij en privacyvriendelijk 2017!”

‘Hoeveel vrijheid gaan wij nog inleveren voor onze veiligheid? 100% veiligheid = 0% vrijheid’  Bas Filippini


Vervolgens hield ICT-onderzoeker Brenno de Winter een even boeiende als vermakelijke presentatie over actuele problemen rondom privacy, informatiebeveiliging en de huidige kloof tussen burger en bestuur:

Digitale stormvloed

“We zijn zo goed in digitaliseren geworden, dat we niet meer hoeven te werken. We checken zelf onze koffers in, kunnen binnenkort ook een winkel binnenlopen en inchecken, onze artikelen pakken, weer de winkel uitlopen en automatisch betaald hebben, een zelfrijdende taxi nemen, etcetera. Dat is een economische maatregel, met als groot voordeel dat we geen personeel meer nodig hebben. Het industriële tijdperk is voorbij. Wij zijn niet meer nodig. Waarom is dat zo bedreigend? Ik moet wel aan het eind van de maand de hypotheek kunnen betalen...

De Titanic had een paar eigenschappen die onze software-industrie ook heeft. De eerste eigenschap is dat we standaard een niveau proberen te creëren van een bepaalde veiligheid. En hoe meer veiligheidsmaatregelen je neemt (zoals sloepen aan een boot), hoe onzekerder mensen worden over de veiligheid. Daarnaast was er de keuze tussen een reddingsvest of een sloep, maar mensen met een reddingsvest stapten alsnog in een sloep, en als laatste kunnen we om hulp roepen als het mis gaat, maar dan hopen we wel gehoord te worden. We zijn op zoek naar een 'safety of life at sea', maar dan met data. We zullen moeten leren van de incidenten die we in het verleden hebben meegemaakt.

We zijn in de informatiemaatschappij nog heel erg onvolwassen. Bij data zijn er een heleboel risico’s die we niet kunnen voorzien. Gelukkig gaan er een heleboel dingen goed, zoals dat we veel ervaring hebben met de meldplicht van datalekken. Maar een van de dingen die veel gebeuren is dat er veel persoonsgegevens door een wasstraat worden gehaald, zodat het geen persoonsgegevens meer zijn. Die worden vervolgens doorgestuurd naar bijvoorbeeld Amerika en dan weer gekoppeld met gegevens uit Big Data, waardoor het wel weer persoonsgegevens zijn.

Het wordt tijd dat we dingen anders gaan benaderen. Waarom zien we onze persoonsgegevens niet meer als ons eigendom? Wanneer we persoonsgegevens (weer) als eigendom gaan zien, dan zullen we ook eisen dat indien we het uit handen geven, onze data goed beveiligd wordt. Als Google geld verdient aan mijn gegevens, dan hoor ik een businesspartner van ze te zijn. Daarnaast is de discussie veiligheid versus privacy een oneerlijke discussie. We weten namelijk niet wat er tegenover staat wanneer ik mijn privacy inlever. Het gaat er niet om of je wel of niet iets te verbergen hebt. Het gaat erom hoe jij omgaat met wat van jou is. Wanneer privacy wordt geschonden, dan worden meestal de andere mensenrechten in het kielzog meegenomen.”


Vervolgens was er een uitgebreid debat met het publiek (de opkomst overtrof de zaalcapaciteit), gevolgd door een gezellige borrel waar wij samen konden proosten op een privacyvriendelijk 2017.

Wilt u voortaan ook een uitnodiging voor onze evenementen ontvangen? Meld u dan aan voor onze mailinglist! Bent u al donateur van Privacy First? Hoe meer donaties Privacy First ontvangt, hoe meer van deze evenementen Privacy First zal kunnen organiseren en hoe sneller Nederland zich zal kunnen ontwikkelen tot Privacy Gidsland.

Gepubliceerd in Evenementen

Stichting Privacy First nodigt u graag uit voor haar Nieuwjaarsreceptie! Deze zal plaatsvinden op donderdagavond 19 januari as. op onze kantoorlocatie in Amsterdam. De avond zal grotendeels in het teken staan van de Shared Democracy: na Athene (democratie 1.0) en onze huidige 19e-eeuwse parlementaire democratie (2.0) is het in de optiek van Privacy First hoog tijd voor verdere vernieuwing en burgerparticipatie: Shared Democracy, democratie 3.0! In zijn Nieuwjaarstoespraak zal Privacy First voorzitter Bas Filippini hier onze visie op geven. Vervolgens vertelt ICT-onderzoeker Brenno de Winter over de problemen rond privacy, informatiebeveiliging en de huidige kloof tussen burger en bestuur. In zijn nieuwe boek Digitale Stormvloed legt hij pijnlijk bloot hoe informatiebeveiliging en privacybescherming tekortschieten en hoe we als samenleving kunnen sturen naar werkbare oplossingen.

Hoe kunnen we de Shared Democracy gebruiken om oplossingen te verwezenlijken? Graag gaan wij hierover met u in debat om gezamenlijk tot mogelijke antwoorden te komen, gevolgd door een borrel waar wij samen kunnen proosten op een privacyvriendelijk 2017!

Iedereen is welkom, toegang is gratis. Donaties aan Privacy First worden echter zeer op prijs gesteld. Aanmelden kan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., maar is niet verplicht.

Datum: donderdag 19 januari 2017, 20.00-22.00u (inloop vanaf 19.30u).
Locatie: Volkshotel, Wibautstraat 150 te Amsterdam (Betonnen Zaal, begane grond). Een routebeschrijving vindt u op www.volkshotel.nl/nl/#locatie.

Klik HIER voor de uitnodiging zoals Privacy First die onlangs aan haar netwerk verzond (pdf). Wilt u voortaan directe uitnodigingen voor onze evenementen ontvangen? Mail ons! Dan voegen wij u toe aan onze mailinglist.

uitnodiging PrivacyFirst jan2017

Gepubliceerd in Evenementen

"Euromunten, tientjes en vijftigjes, Nederlanders gebruiken ze steeds minder. Er wordt vaker gepind en steeds minder contant betaald. Banken en winkeliers zijn er blij mee, want het is veiliger, goedkoper en overzichtelijker.

Maar er zijn ook bezwaren: alle pintransacties worden door de banken geregistreerd, en het pinnen - vooral contactloos - leidt tot minder bewust koopgedrag.

Tegenstanders

Voor het eerst is er dit jaar meer keren gepind dan contant betaald. Verreweg het meeste geld wordt giraal uitgegeven. De Betaalvereniging, die dit allemaal registreert, denkt dat over tien jaar het contant geld praktisch is verdwenen.

Directeur Gijs Boudewijn: "Wij verwachten dat het gebruik van contant geld dan beperkt blijft tot tien procent. Er is een kleine groep van mensen die het zal blijven gebruiken. Je moet dan denken aan principiële tegenstanders van het pinnen, en aan de zeer ouderen en de mensen uit kwetsbare groepen."

Hij benadrukt de voordelen van pinnen. "Als je kijkt naar alle kosten, zoals het risico van overvallen, diefstal door eigen personeel, en het tellen en afstorten van het geld, is contant geld ongeveer twee keer zo duur als pinnen."

Betaalpijn

"We moeten contant geld niet wegdoen", zegt Henriette Prast, hoogleraar consumenteneconomie aan de Universiteit Tilburg. Volgens haar mis je door het contactloos pinnen de broodnodige 'betaalpijn': "Je merkt niet dat je geld uitgeeft. Contant geld blijkt de consument sterker bewust te maken van zijn uitgaven. Er zijn mensen die moeten rondkomen van honderd of tweehonderd euro per week, voor hen is het heel prettig om precies te zien hoeveel geld ze nog hebben."

"Uit ons onderzoek blijkt dat mensen hun geld zorgvuldiger uitgeven als het contant is. Sterker nog: contante betalers kopen meer gezonde producten. Met name jongeren en scholieren kopen meer ongezonde dingen als ze mogen pinnen", aldus Prast.

Volgens Bas Filippini, voorzitter van de beweging Privacy First, mag het contant geld niet verdwijnen. De privacy is volgens hem in het geding. "Als je alles moet pinnen, kijken de banken en de overheid over je schouder mee. Uiteindelijk wil de overheid ook nog weten waar je het aan uitgeeft. Ze controleren je keuzepatronen. Geld wordt verdacht gemaakt."

De tegenargumenten zijn wat Filippini betreft beperkt geldig. "Er wordt gezegd dat het de criminaliteit omlaag zou brengen als we alle transacties in kaart brengen. Nu kom ik net uit Duitsland, er wordt daar veel meer dan hier contant betaald maar de criminaliteit is echt niet hoger. Ik zie niet in waarom het nu anders zou moeten gaan dan tien jaar geleden. Ik moet zelf weten waar ik mijn geld aan uitgeef.""

Klik HIER voor de televisie-reportage bij Nieuwsuur.

 

Gepubliceerd in Financiële privacy & PSD2
Pagina 2 van 4
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100