Toon items op tag: Datalekken

Deze week vond in de Eerste Kamer een zeer kritische deskundigenbijeenkomst plaats over een relatief complex maar belangrijk onderwerp: de nieuwe Wet digitale overheid. Door deze wet zal o.a. het verouderde DigiD vervangen worden door nieuwe digitale eID-middelen voor burgers om bij de overheid te kunnen inloggen en zaken te kunnen regelen. Aan de huidige opzet van de nieuwe wet en de bijbehorende infrastructuur kleven echter een aantal privacyrisico's. De Eerste Kamer had daarom Privacy First voor deze gelegenheid uitgenodigd om een position paper in te dienen en spreker te zijn. Klik HIER voor het volledige programma, alle sprekers en position papers. Hieronder volgt de volledige tekst van onze inbreng en het videoverslag van de gehele bijeenkomst:

Position paper:

Geachte Kamerleden,

Dank voor uw uitnodiging om deel te nemen aan de deskundigenbijeenkomst over de Wet digitale overheid (Wdo). Stichting Privacy First heeft een aantal kritische kanttekeningen bij deze wet. Hieronder zullen wij dit kort uiteenzetten.

Allereerst wil Privacy First in dit verband graag benadrukken dat burgers te allen tijde het recht hebben, en zullen moeten blijven hebben, om langs niet-digitale weg met de overheid te communiceren of zaken te doen, hetzij telefonisch, op papier of in persoon. Voor grote groepen in de samenleving is en blijft dit cruciaal voor hun maatschappelijke participatie. Bovendien biedt de ‘klassieke’ analoge ruimte vaak betere privacybescherming dan het digitale domein.

Dit brengt ons op ons voornaamste punt van zorg inzake de Wet digitale overheid, namelijk eID. Bij een gecentraliseerde infrastructuur kunnen eID-bedrijven die de certificaten (sleutels) verstrekken precies zien waar mensen inloggen. Daarnaast zijn er certificaten (digitale handtekeningen) voor het ondertekenen van documenten en bestaat het risico dat bedrijven exact kunnen weten welke documenten mensen ondertekenen. Dit leidt tot talloze privacyrisico’s, zeker waar het privacygevoelige transacties (en dus gevoelige persoonsgegevens) betreft. Wat is het verdienmodel van deze bedrijven? En wat kunnen zij doen met al deze gegevens, ook via platforms zoals Facebook en Google?

Dit pleit voor een decentrale i.p.v. centrale architectuur met dataminimalisatie en privacy by design. Dat brengt ons op een actueel onderwerp dat bij deze wet van belang is, namelijk de invoering van een op attributen gebaseerd stelsel naast het eID-stelsel. Biedt de huidige Wdo meer controle over het afschermen van persoonsidentificatiegegevens en beschermt het de privacy van de burger? Ons antwoord is nee. In 2017 was men daar dichterbij dan nu. De Wdo kent een lange aanloop en is van een uitwerking van een infrastructuur voor digitale overheidsdienstverlening versmald tot een “Wet op de inlogmiddelen”. In 2017 was het streven nog deels om te komen tot een raamwet voor een op attributen gebaseerd stelsel. In de eerdere versie van de wet werd daarom nog duidelijk onderscheid gemaakt tussen identificatie/authenticatiediensten enerzijds en attributendiensten anderzijds. De definitie was eens: “De attributendienst is een partij die ten behoeve van elektronische dienstverlening een verklaring afgeeft over bepaalde kenmerken of gegevens van een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld leeftijd of beroep) of een rechtspersoon (bijvoorbeeld erkend bedrijf).”

Tevens zou deze dienst zowel door een overheidsorganisatie als door een private partij geleverd kunnen worden en moest er iets worden geregeld voor erkenning. Men stelde in de Memorie van Toelichting: “Aan attributendiensten worden in op basis van dit wetsvoorstel vast te stellen uitvoeringsregelgeving technische en organisatorische eisen gesteld en er wordt voorzien in een erkenningsstelsel, op gelijke wijze als bij authenticatiediensten. Op dit moment zijn er nog geen publieke en private attributendiensten operationeel, maar met uitbreiding van de digitale dienstverlening zal ook de behoefte aan elektronische ondersteuning van deze functie toenemen. Deze attributendiensten kunnen publiek of privaat zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan een generieke attributendienst die leeftijdsverificatie mogelijk maakt op basis van de basisregistratie personen. Tot nu toe verrichten publieke dienstverleners waar nodig zelf de leeftijdscontrole aan de hand van de eigen klantadministratie (die in de regel is afgeleid van de BRP). Het wetsvoorstel bevat een basis voor het stellen van technische en organisatorische eisen aan publieke en private attributendiensten. Of in de toekomst behoefte bestaat aan een publieke attributendiensten is nog onderwerp van onderzoek.”

De realisatie van die toekomst en behoefte lijkt nu te zijn geblokkeerd. Terwijl die behoefte er inmiddels vooral bij gemeenten wel is. Ook zij waren in 2017 nog overtuigd dat je iemand niet hoefde te identificeren om deel te nemen aan, bijvoorbeeld, een online peiling. De huidige Wdo ondersteunt dat echter niet. De definitie van attributendienst is immers geschrapt uit de Wet en op grond van art. 12 Wdo is de ministeriële aanwijsbevoegdheid beperkt tot het aanwijzen van een attribuut dat naar het oordeel van de Minister van belang is voor de identificatie van ondernemingen of rechtspersonen.

Het idee dat kenmerken/attributen een belangrijke rol spelen in het terugdringen van de online-identificatiedrift van publieke organisaties is in zijn geheel verloren gegaan. Qua privacy en dataminimalisatie is dit een grote misser. Dikwijls volstaat immers dat ik aantoon wat ik ben (inwoner van Amsterdam) in plaats van wie ik ben op basis van mijn BSN. In de huidige afgeslankte Wdo ontbreekt hiervoor het wettelijke kader. Alles is gericht op authenticatie en het verstrekken van persoonsidentificatiegegevens. Dit terwijl de wet eerder wel ruimte bood om met attributen toegang te krijgen tot digitale dienstverlening. Een actueel voorbeeld hiervan is overigens IRMA, dat begin 2018 de allereerste Nederlandse Privacy Award won.

Deze wet is dus een gemiste kans om als aanvulling op de eIDAS-verordening te dienen en een op attributen gebaseerd privacy-centrisch eID-stelsel in Nederland neer te zetten. Integendeel: met deze wet worden met een waaier aan regelingen juist hoge drempels opgeworpen voor private partijen (waaronder stichtingen) om goede, privacyvriendelijke middelen en voorzieningen te laten erkennen en aan te bieden aan burgers.

Privacy First betreurt dit en hoopt dat uw Kamer hier alsnog positieve veranderingen in zal kunnen bewerkstelligen.

Hoogachtend,

Stichting Privacy First

Mondelinge toelichting:

Geachte Kamerleden,

Nogmaals dank voor uw uitnodiging om aan deze bijeenkomst deel te nemen. Onze voornaamste punten van kritiek op de huidige Wet digitale overheid hebben wij reeds uiteengezet in onze position paper. Kort gezegd gaat het daarbij voornamelijk om de kwetsbaarheden en privacyrisico’s van het nieuwe eID-stelsel, waaronder de volgende aspecten:

- De centrale i.p.v. decentrale opzet van de infrastructuur. Over het algemeen is een centrale opzet riskanter en onveiliger dan een decentrale architectuur. Een decentrale opzet is ook meer in lijn met moderne privacyvereisten zoals dataminimalisatie en privacy by design. Bovendien leent dit zich minder goed voor grootschalige hacks of heimelijke toegang, massale datalekken en function creep, oftewel sluipende doelverschuiving. Niet voor niets is er de laatste jaren in diverse gevoelige domeinen een ontwikkeling van centrale naar decentrale infrastructuren zichtbaar, bijvoorbeeld op het terrein van biometrie en in de medische wereld. Ook bij een uitermate gevoelig persoonsgegeven als het BSN en allerlei gevoelige transacties tussen burgers, bedrijven en overheden zou dus bij uitstek voor een decentrale opzet gekozen moeten worden. Dat zou ook meer passen bij het idee van informationele zelfbeschikking en de slogan ‘Regie op gegevens’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken zelf.

- In dit verband is het een gemiste kans dat het wettelijk kader tot op heden onvoldoende gebaseerd is op een stelsel dat werkt aan de hand van minimale attributen (d.w.z. relevante kenmerken) van personen i.p.v volledige identificatie waarbij veel meer persoonsgegevens worden verwerkt dan strikt noodzakelijk is. Een actueel voorbeeld van een dergelijk privacyvriendelijk alternatief is IRMA (I Reveal My Attributes) dat op 28 januari 2018, de Europese Dag van de Privacy, de allereerste Nederlandse Privacy Award won. Vanuit gemeenten, en wellicht ook andere overheden, lijkt daar ook steeds meer behoefte aan. Waarom wordt dit tot op heden niet wettelijk gefaciliteerd?

- Een ander aspect dat wij in onze position paper abusievelijk onvermeld hadden gelaten, is dat eID-middelen open source dienen te zijn. Dat is immers de meest effectieve manier om onbetrouwbare partijen buiten de deur te houden en de veiligheid en privacy te waarborgen. Open source zou daarom als harde eis toegevoegd moeten worden voor de toelating van eID-middelen.

- Tevens zouden wij hier graag nogmaals willen benadrukken dat het eID-stelsel zoals nu in de Wet digitale overheid beoogd is, per definitie enorme risico’s voor de privacy van burgers teweeg zal brengen, gezien de commerciële aard van nieuwe eID-aanbieders, waaronder techbedrijven met dubieuze businessmodellen en schimmige profileringspraktijken. Deze risico’s lijken in dit wetstraject nog niet te zijn geadresseerd. Dit dient alsnog op democratische en toekomstbestendige wijze te gebeuren op het niveau van de parlementaire wet zelf en niet in lagere, bestuurlijke regelgeving.

Dank voor uw aandacht.

(...)

Tijdens de bijeenkomst werden door de Kamerleden talloze kritische vragen gesteld, zie onderstaand videoverslag. Mede naar aanleiding van deze bijeenkomst is de Eerste Kamer voornemens om de verdere behandeling van de Wet digitale overheid tot na de zomer uit te stellen.

Gepubliceerd in Wetgeving

"Bij uitkeringsinstantie UWV zijn illegaal zo’n 117.000 cv’s gedownload. Dat gebeurde tussen 16 en 30 april vanuit de website werk.nl, meldt minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). De gedetailleerde informatie is mogelijk in criminele handen gekomen.

De curricula vitae zijn met een account van één werkgever gedownload. Op 30 april werd dit ontdekt en is het account geblokkeerd. De werkgever heeft verklaard niets van de actie te weten. Zijn account is vermoedelijk misbruikt, aldus de minister.

Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) is op de hoogte gesteld, net als de Autoriteit Persoonsgegevens. Ook is aangifte bij de politie gedaan. De betrokkenen zijn door het UWV op de hoogte gesteld. Zij hebben het advies gekregen alert te zijn op mogelijke spam en phishingberichten.

Gedetailleerde informatie

Een cv kan van grote waarde zijn voor criminelen, omdat er veel gedetailleerde informatie in te vinden is. Hiermee kan iemand doelwit worden van internetcriminaliteit. Het UWV onderzoekt de mogelijke gevolgen en bekijkt of er verdere herstel- of beveiligingsmaatregelen nodig zijn. De systemen worden extra in de gaten gehouden.
(...)

Schandalig

Vincent Böhre van de Stichting Privacy First noemt het ‘schandalig’ dat er zoveel cv’s illegaal zijn gedownload. ,,Het gaat immers om zeer persoonlijke informatie’, zegt Böhre. ,,Dit is een massaal lek dat doet vermoeden dat het UWV zijn beveiliging niet op orde heeft. Als dat inderdaad het geval is, zou de Autoriteit Persoonsgegevens het UWV een boete kunnen geven.’'

Böhre zegt dat de persoonlijke gegevens op cv’s misbruikt kunnen worden voor het plegen van identiteitsfraude, zeker als daarbij pasfoto’s en burgerservicenummers staan."

Bron: https://www.ad.nl/binnenland/circa-117-000-gelekte-cv-s-van-uwv-mogelijk-in-handen-criminelen~aec97d70/, 3 mei 2019 (via ANP). Tevens gepubliceerd bij o.a. Parool , Dagblad van het Noorden, BN/DeStem, Reformatorisch Dagblad, AVROTROS Opgelicht en AG Connect.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

Onlangs diende bij de Raad van State een opvallende rechtszaak van een individuele Arnhemmer tegen de lokale afvalpas. In steeds meer Nederlandse gemeenten kunnen burgers hun huisvuil alleen nog met behulp van een gepersonaliseerde afvalpas in ondergrondse vuilniscontainers deponeren. Dit is in strijd met het recht op privacy. 

Geen anonieme pas

Iedere afvalpas is gekoppeld aan een individueel huisadres. Hierdoor kunnen gemeenten precies nagaan wie waar en wanneer zijn/haar vuilnis weggooit en daarmee ook inzage hebben in ieders levenspatroon, zoals wanneer iemand doorgaans thuis of afwezig is of op vakantie is. Zeer gevoelige data dus, bijvoorbeeld voor hackers en inbrekers. De Arnhemmer Michiel Jonker beschouwt dit terecht als een schending van zijn recht op privacy. Voor het gebruik van huisvuilcontainers is immers geen huisvuilpas "op naam" nodig; een anonieme huisvuilpas is daartoe voldoende.

Geen besluit

Tijdens de (door Privacy First en media bijgewoonde) rechtszitting kon de gemeente Arnhem niet beargumenteren waarom voor dit type huisvuilpas gekozen was i.p.v. een privacyvriendelijk, anoniem alternatief. Desgevraagd kon de gemeente Arnhem de rechters ook niet goed vertellen voor welke doelen de informatie van de huisvuilpas wordt gebruikt. Op de vraag van de rechters welk gemeentelijk besluit er aan de invoering van de huisvuilpas ten grondslag lag, bleef het in de rechtszaal eveneens pijnlijk stil.

Kafka

Wegens het gebrek aan een deugdelijk invoeringsbesluit had de rechtbank Gelderland eerder de persoonlijke kennisgeving aan alle Arnhemmers (per brief) over de invoering van de huisvuilpas als dergelijk besluit aangemerkt. De nieuwe huisvuilpas vormt immers een inbreuk op hun recht op privacy en zonder formeel besluit terzake zou er een gat in de rechtsbescherming ontstaan. Om een dergelijke maatregel te kunnen aanvechten is namelijk een bestuursrechtelijke rechtsingang nodig: een formeel besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat. Zo'n besluit bestaat in Arnhem (en ook in andere gemeenten?) echter niet. Dus bevinden de Arnhemmers zich met hun vuilnis in een juridisch niemandsland. Privacy First betreurt het dat de Raad van State dit niet heeft willen 'repareren' (zoals de rechtbank eerder wel deed) en de heer Jonker nu met een formalistisch kluitje in het riet stuurt. Onbegrijpelijk is bovendien het oordeel van de Raad van State dat de huisvuilpas "geen rechtsgevolg" zou hebben. Gezien de onmiskenbare aantasting van het recht op privacy door de huisvuilpas is dit standpunt van de Raad van State simpelweg onhoudbaar.  

Straatsburg

Hierdoor is de heer Jonker na twee jaar procederen weer terug bij af. Via media-bronnen begreep Privacy First dat de woordvoerder van de Raad van State de zaak had verwezen naar de civiele rechter. Probleem is echter dat de civiele rechter dit soort zaken de laatste jaren juist naar de bestuursrechter verwijst. Hierdoor dreigt dubbele niet-ontvankelijkheid. Bovendien vergt civielrechtelijk procederen meestal een dure advocaat en een lange, complexe rechtsgang. Privacy First zal de heer Jonker dan ook adviseren om deze zaak voort te zetten bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg wegens schending van art. 6, 8 en 13 EVRM (recht op toegang tot de rechter en een effectief rechtsmiddel, alsmede schending van het recht op privacy). Capabele advocaten die de heer Jonker hierin graag pro deo zouden willen bijstaan kunnen zich vanaf heden melden bij Privacy First.

Gemeenteraad aan zet

Privacy First hoopt tevens dat de Arnhemse gemeenteraad spoedig orde op zaken zal stellen. Zolang aan de Arnhemse afvalpas geen deugdelijk, met privacywaarborgen omgeven besluit ten grondslag ligt of zolang deze pas niet vervangen wordt door een privacyvriendelijk alternatief, kan het Arnhemmers immers moeilijk verweten worden als zij hun afvalpas voortaan thuis laten en hun vuilniszak naast de container dumpen.

Klik HIER voor de volledige uitspraak van de Raad van State d.d. 26 april jl.

Hieronder een overzicht van media tot nu toe, inclusief commentaar Privacy First:
http://www.volkskrant.nl/binnenland/digitaal-gesnuffel-in-de-moderne-vuilnisbak~a4303367/
http://www.rtlz.nl/tech/gemeente-mag-burgers-volgen-bij-weggooien-afval
http://www.gelderlander.nl/regio/arnhem-e-o/arnhem/rvs-oordeelt-niet-in-kafka%C3%ABske-uitspraak-over-arnhems-afvalpasje-1.5963198
http://www.telegraaf.nl/binnenland/25676495/___Spionage__bij_afvaldumping_mag__.html
http://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2109046/Arnhemmer-blijft-doorknokken-voor-huisvuilprivacy
https://www.security.nl/posting/469014/Uitspraak+RvS+over+privacyschending+bij+inzamelen+huisvuil http://www.binnenlandsbestuur.nl/digitaal/nieuws/rvs-keurt-adres-gekoppelde-afvalpas-arnhem-goed.9533170.lynkx

Voorafgaand en na de rechtszitting: 
https://www.privacynieuws.nl/nieuwsoverzicht/binnenlands-nieuws/politiek-en-overheid/16920-raad-van-state-beoordeelt-privacy-schending-bij-gemeentelijke-inzameling-van-huishoudelijk-afval-in-arnhem.html 
http://www.radio1.nl/item/347552 (2 delen)
http://www.bnr.nl/?service=player&type=archief&fragment=20160310071750300 (vooruitblik Brenno de Winter)
http://www.gelderlander.nl/regio/arnhem-e-o/arnhem/arnhemmer-koppeling-afvalpas-aan-woonadres-schendt-privacy-1.5810647 
http://motherboard.vice.com/nl/read/deze-arnhemmer-probeert-te-voorkomen-dat-je-privacy-bij-het-vuilnis-komt-te-ligg
http://www.gelderlander.nl/regio/arnhem-e-o/arnhem/arnhem-gebruikt-persoonlijke-gegevens-afvalpas-niet-1.5823992

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Dat klinkt als een sympathieke maatregel, maar niet iedereen is even enthousiast. "Het is een beetje hypocriet."

Vorige week was Reuters kritisch over het optreden van Microsoft in 2011. Twee oud-medewerkers vertelden het persbureau dat ze wisten dat de Chinese overheid onder andere Tibetaanse minderheden aanviel, maar nalieten de desbetreffende mensen in te lichten.

Mede hierdoor maakte Microsoft vandaag bekend gebruikers van haar diensten een melding te zullen sturen als ze worden gehackt door bedrijven of overheden.

Kritisch
Dat klinkt misschien als goed nieuws, maar Vincent Böhre van stichting Privacy First is kritisch. "Vanaf morgen geldt voor Nederlandse bedrijven een meldplicht datalekken. Die houdt in dat een inbraak waarbij persoonsgegevens gestolen of misbruikt worden, gemeld moet worden aan het College bescherming persoonsgegevens (CBP) en bij de klanten om wie het gaat." Bedrijven moeten het dus sowieso al melden als je bent gehackt.

Toegang tot gegevens
Ook over het melden van door overheden uitgevoerde hacks is Böhre sceptisch. "Het is een beetje hypocriet. We vragen ons af of het ook voor onze eigen overheid en andere Westerse overheden zal gelden." Nu heeft bijvoorbeeld de NSA nog gewoon toegang tot gegevens van Microsoft.

Grote ICT-bedrijven als Facebook en Twitter gingen Microsoft voor. Böhre: "Die doen dit inderdaad al jaren, dus vernieuwend is het niet.""

Bron: http://www.bnr.nl/incoming/171660-1512/microsoft-gaat-het-je-vertellen-als-je-wordt-gehackt, 31 december 2015.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"De reisgegevens van een anonieme ov-chipkaart blijken eenvoudig in te zien: alleen het nummer en de vervaldatum zijn voldoende om iemands gangen te kunnen volgen.

De anonieme ov-chipkaart, waarvan er in Nederland zo'n vijf miljoen in gebruik zijn, blijkt nog minder anoniem dan gedacht. Gebruikers klaagden al eerder over het unieke nummer op de chip, waarmee de kaart na digitaal opwaarderen aan de rekeninghouder is te koppelen. Hiermee zou het bedrijf achter de ov-chipkaart, Trans Link Systems, of de overheid alsnog kunnen achterhalen wie er met welke anonieme kaart reist. Nu blijkt het vooral bij anonieme ov-chipkaarten ook nog eens kinderlijk eenvoudig om iemands reisgedrag op de voet te volgen. Wat betekent dit? Vier vragen over de (niet zo) anonieme ov-chipkaart.

1. Wat is er precies aan de hand?

Via de website http://ov-chipkaart.nl blijk je eindeloos ov-chipkaarten aan je, eventueel anonieme, account te kunnen koppelen. Bij anonieme ov-kaarten heb je daarvoor alleen het kaartnummer en de vervaldatum nodig en die staan beide op de kaart. Na koppeling kan het reisgedrag met bus, tram, metro of trein via de transactieoverzichten vrijwel realtime worden gevolgd. Telkens als iemand in- of uitcheckt is dat te zien op de site, inclusief de locatie waar dat gebeurt. Even het kaartnummer en de vervaldatum van iemands anonieme kaart overpennen is daarvoor voldoende.

Bij persoonlijke ov-chipkaarten is het iets lastiger, maar ook niet onmogelijk. Daarbij moet je ook geboortedatum en postcode invoeren en die laatste staat niet op de kaart. In beide gevallen zijn de kaarthouders niet op de hoogte van het feit dat iemand anders hun reisgegevens kan inzien.

Inzage via de website van de NS is ook mogelijk, al moet de anonieme kaart daarvoor wel eerst fysiek bij een NS-kaartautomaat worden gehouden. Je moet andermans kaart hiervoor dus enige tijd in bezit hebben. Of erop vertrouwen dat die persoon de volgende keer bij de automaat op 'product ophalen' drukt, waarna de koppeling ook wordt voltooid.

2. Wat is hier erg aan?

Dat is maar net hoe je er tegenaan kijkt. Sommige mensen hebben er weinig moeite mee dat het vrij makkelijk is om ongemerkt iemands reisgedrag te volgen.

Anonieme ov-chipkaartgebruiker Edo-Martijn Janssen denkt daar anders over. Hij ontdekte hoe eenvoudig het volgen via http://ns.nl is. Hij maakte voor zijn anonieme ov-chipkaart een account aan onder de naam Pietje Puk die woont op het hoofdkantoor van de NS. Daar koppelde hij via een anoniem e-mailadres vervolgens moeiteloos ov-chipkaarten van gezinsleden aan, wiens reisgedrag Pietje Puk dus allemaal kan volgen. Ook een niet-anonieme kaart kon hij koppelen. Maar daarvoor moest Janssen tenminste nog langs de NS-automaat. Hij is erg verbaasd over de zwakte in de website http://ov-chipkaart.nl, waar kaartnummer en vervaldatum dus al voldoende zijn. ,,Een stalker kan iemand zo ongemerkt volgen. En een inbreker kan zien wanneer iemand van huis is. Ik noem maar wat voorbeelden", zegt Janssen. Maar dan moeten ze wel ooit die ov-chipkaart gezien hebben om het nummer en de vervaldatum te weten. Janssen: ,,Dat klopt. Dichter bij huis kan je bijvoorbeeld denken aan de partner die op deze manier makkelijk te volgen is, een werkgever die werknemers controleert wanneer ze zich ziek melden, of ouders die hun kinderen bespioneren."

3. Wat vinden privacydeskundigen hiervan?

,,Ik sta hier wel van te kijken", zegt Ronald Leenes, hoogleraar regulering door technologie aan de Universiteit van Tilburg. ,,Zo zie je dat zelfs de meest elementaire zaken rondom privacy fout kunnen gaan." Zijn Tilburgse collega Corien Prins, hoogleraar recht en technologie, is het met hem eens. ,,Dit zou niet moeten kunnen." Maar tegelijkertijd noemt ze het ,,niet het grootste privacyprobleem van het moment". Prins: ,,Ik hoop niet dat we het nu allemaal weer over de ov-chipkaart gaan hebben, terwijl we een fundamentele discussie moeten voeren over hoe ver we willen gaan met het inleveren van privacy. Als je bijvoorbeeld ziet wat er straks allemaal mogelijk is met gezichtsherkenning via camera's; daar zou ik het liever over hebben."

Bij de stichting Privacy First zijn ze wel boos over het gevonden privacylek bij http://ov-chipkaart.nl. ,,Het is een schande dat ieders reisgegevens zo makkelijk te traceren zijn. Wij nemen deze kwestie hoog op en verwachten snelle maatregelen van de verantwoordelijke ov-bedrijven, bijvoorbeeld een e-mailbericht bij koppeling van je ov-kaart aan andermans account. Dit toont weer aan dat privacy niet iets is wat je achteraf even makkelijk toevoegt. Wij pleiten voor privacy by design, vanaf het begin rekening houden met privacy. En dat is bij de ov-chipkaart nooit gebeurd."

4. Wat zegt Trans Link Systems?

Volgens een woordvoerder van het bedrijf achter de ov-chipkaart en http://ov-chipkaart.nl is het op verzoek van consumentenorganisaties ook voor bezitters van anonieme ov-kaarten mogelijk gemaakt om online transacties in te zien. Dat ze daardoor ook makkelijk te volgen zijn is daar volgens haar de consequentie van. ,,We weten verder niets van die mensen. We kunnen ze bij het inloggen dus alleen vragen om hun kaartnummer en de vervaldatum."

D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven heeft staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur, PvdA) ondertussen gevraagd welke stappen zij gaat zetten om de ov-chipkaart privacybestendiger te maken. De woordvoerder van Trans Link Systems zegt dat het bedrijf in reactie hierop nu onderzoekt of het ,,wenselijk en technisch mogelijk is om het systeem aan te passen"."

Bron: NRC Handelsblad 7 mei 2013, p. 27 (Economie). Auteur: Wilmer Heck.

Gepubliceerd in Privacy First in de media

"Volgende week behandelt de Eerste Kamer een wetsvoorstel om misstanden in de prostitutiebranche aan te pakken, maar de voorgestelde centrale prostitutie-database kan allerlei nieuwe problemen met zich meebrengen. Daarvoor waarschuwt privacywaakhond Privacy First. Niet alleen zal een verplichte registratie van prostituees tot een verschuiving van prostitutie naar het illegale circuit leiden, het is ook in strijd met het recht op privacy.

"Het betreft hier immers registratie van gevoelige persoonsgegevens. Dit is verboden onder artikel 16 Wbp en vormt een schending van artikel 8 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens )", aldus directeur Vincent Böhre. Die waarschuwt ook voor de stigmatiserende werking die het registreren van prostituees heeft.

Veiligheid
"Bovendien kan de veiligheid van deze registratie onmogelijk worden gewaarborgd en is er het gevaar van function creep. De veronderstelde voordelen van registratie wegen dan ook niet op tegen de risico’s van datalekken, hacking, onbevoegd en onvoorzien gebruik, nu en in de toekomst", merkt Böhre op. "Hieruit vloeien bovendien nieuwe risico’s van misbruik en chantage voort."

Volgens de privacywaakhond hoort bestrijding van criminaliteit en mensenhandel niet via risicovolle registratie van prostituees plaats te vinden, maar door effectievere opsporing, vervolging en berechting van de daders zonder de slachtoffers in gevaar te brengen."

Bron: Security.nl

Gepubliceerd in Privacy First in de media
zaterdag, 27 oktober 2012 17:17

Oproep tegen centrale database prostitutie

Hedenmiddag verzond Stichting Privacy First onderstaande email aan de Eerste Kamer: 

Geachte Eerste Kamerleden,

Onlangs vond de internationale Amsterdam Privacy Conference 2012 plaats. In zijn openingsspeech bij deze conferentie ging Lodewijk Asscher voornamelijk in op het huidige wetsvoorstel regulering prostitutie. Asscher sprak hierbij de verwachting uit dat de beoogde registratie van prostituees zal leiden tot rechtszaken tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Stichting Privacy First deelt deze verwachting. Wij doen hierbij dan ook een dringend beroep op u om het niet zover te laten komen en het wetsvoorstel tijdens de plenaire behandeling op dinsdag 30 oktober as. te verwerpen. Privacy First voert hiertoe de volgende gronden aan:

  1. Verplichte registratie van prostituees zal leiden tot een verschuiving van prostitutie naar het illegale circuit. Daarmee zal dit wetsvoorstel een averechts effect hebben, met alle risico’s van dien voor de betreffende prostituees. De maatschappelijke (rechts)positie van prostituees raakt hierdoor verder verzwakt i.p.v. versterkt.
  2. Verplichte registratie van prostituees is in strijd met het recht op privacy. Het betreft hier immers registratie van gevoelige persoonsgegevens. Dit is verboden onder artikel 16 Wbp en vormt een schending van artikel 8 EVRM.
  3. Registratie van prostituees heeft een stigmatiserende werking. Bovendien kan de veiligheid van deze registratie onmogelijk worden gewaarborgd en is er het gevaar van function creep. De veronderstelde voordelen van registratie wegen dan ook niet op tegen de risico’s van datalekken, hacking, onbevoegd en onvoorzien gebruik, nu en in de toekomst. Hieruit vloeien bovendien nieuwe risico’s van misbruik en chantage voort.
  4. Bestrijding van criminaliteit en mensenhandel dienen niet te geschieden middels risicovolle registratie van prostituees, maar door effectievere opsporing, vervolging en berechting van de daders zonder de slachtoffers in gevaar te brengen. Het is aan de Minister om hiertoe, in overleg met relevante maatschappelijke organisaties, alternatieve privacyvriendelijke instrumenten te ontwikkelen.

Desgevraagd zijn wij graag bereid tot een nadere toelichting op bovenstaande punten.

Hoogachtend,

Stichting Privacy First

Update 30 oktober 2012: vanmiddag uitte de Eerste Kamer zware kritiek op (met name) de privacyaspecten van verplichte registratie van prostituees. Minister Opstelten heeft hierop besloten om zich op e.e.a. te gaan herbezinnen. Daarmee lijkt de registratieplicht van de baan. Verdere behandeling van overige onderdelen van het wetsvoorstel is tot nader order uitgesteld. Klik HIER voor een audio-opname van het Kamerdebat tot het moment van schorsing (mp3, 2u53m, 119 MB).

Update 31 oktober 2012: Klik HIER voor een woordelijk verslag van het debat.

Gepubliceerd in Wetgeving

"Een nieuwe variant van het elektronisch patiëntendossier (EPD) moet het leven van een patiënt gemakkelijker maken door medische informatie te delen. Toch klinkt dezelfde kritiek over het beschermen van de gegevens en de privacy.

Gaat het dan eindelijk lukken met het elektronisch patiëntendossier? Patiënten kunnen vanaf volgend jaar hun medische gegevens laten uitwisselen tussen verschillende zorgverleners - huisartsen, apothekers, medisch specialisten in ziekenhuizen.

Kunnen, niet moeten. De patiënt is tot niks verplicht, het uitwisselen gebeurt alleen na specifieke toestemming. Het is het grootste verschil met alle eerdere pogingen om het elektronisch patiëntendossier (EPD) tot leven te wekken. Het belangrijkste voordeel van het elektronisch uitwisselen is dat huisartsen, specialisten en apothekers te allen tijde kunnen inzien wat een patiënt aan medicijnen slikt en wat is voorgeschreven. Voor een deel gebeurt dat al, omdat ziekenhuizen in het hele land bij apothekers gegevens kunnen opvragen over welke medicijnen iemand heeft geslikt. Al vijftien jaar lang wordt gewerkt om een nog beter systeem in elkaar te zetten. Els Borst pleitte er als minister van Volksgezondheid al voor, de jongste poging van Den Haag sneuvelde vorig jaar in de Eerste Kamer.

privacy

Toen was de belangrijkste kritiek dat de privacy van de patiënten niet voldoende was gewaarborgd. Ook zouden de medische gegevens opgeslagen op internet niet veilig genoeg zijn. En iedereen moest eraan meedoen, tenzij mensen nadrukkelijk weigerden. Dat een patiënt nu eerst moet instemmen is een goede verbetering in vergelijking met de vorige voorstellen, vindt jurist Vincent Böhre van burgerrechtenorganisatie Privacy First. 'Prima dat zo'n keus aan de burger wordt overgelaten.' Toch behoudt hij ook nu zijn twijfels over de bescherming van de privacy en de veiligheid van patiëntgegevens. 'Dezelfde bezwaren die we destijds hadden tegen het voorstel van de minister gelden ook hier. Wij hebben geen idee hoe dit nieuwe project omspringt met de gegevens van patiënten. Het is ons niet duidelijk hoe groot de risico's zijn op datalekken. Ook weten wij niet of de beveiliging van de gegevens goed is gewaarborgd.' Als voorbeeld noemt de jurist het datalek van begin deze maand in het Groene-Hartziekenhuis in Gouda. Toen kon een hacker van buiten het ziekenhuis zonder veel moeite bijna een half miljoen vertrouwelijke patiëntgegevens bereiken die op een computer stonden. Niet iedereen mag zomaar en willekeurig in patiëntgegevens kijken, zegt een woordvoerder van de Vereniging van zorgaanbieders voor zorgcommunicatie, de koepelorganisatie achter het nieuwe systeem. Een zorgverlener kan alleen met een speciaal pasje en een inlogcode in het systeem. Daarvan wordt volgens de woordvoerder ook een melding gemaakt. En sommige informatie is alleen toegankelijk voor een specifieke zorgverlener. Zo kan een apotheker niet in het huisartsendossier kijken, maar wel zien wat andere apotheken aan medicatie hebben voorgeschreven. 'Het is geen grote vergaarbak van medische informatie.'

ziekenhuizen

Ziekenhuizen zijn niet verplicht mee te doen, maar een zekere dekkingsgraad is wel wenselijk, zegt de woordvoerder. Op dit moment kunnen nog lang niet alle ziekenhuizen informatie uitwisselen, zelfs als de patiënt dat graag wil. Hoeveel patiënten daadwerkelijk bereid zijn om hun gegevens uit te wisselen, schept nog een risico of het elektronisch patiëntendossier deze keer wel zal slagen. Böhre: 'In Tsjechië is veel onrust over het elektronisch delen van patiëntgegevens. Een paar jaar terug is daar ook een systeem uitgeprobeerd waarbij burgers eerst hun toestemming moesten geven. Daar bleek toen te weinig draagvlak voor, het project werd stopgezet. Dat kan ook hier gebeuren.'"

Bron: Nederlands Dagblad 26 oktober 2012, sectie Binnenland. Tevens gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 26 oktober 2012, p. 2.

Gepubliceerd in Privacy First in de media
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100