Toon items op tag: Google

woensdag, 06 november 2019 17:24

Dataroof

Column: Dataroof

Door Simone van Dijk


In een koffer onder mijn bed liggen spulletjes van vroeger. Spulletjes waar ik waarde aan hecht en al die jaren heb bewaard. Hiertussen zitten ook mijn getuigschriften en rapporten van mijn basis- en middelbare school. Deze getuigschriften en rapporten zijn allemaal handgeschreven. Ik heb daar een versie van en wellicht heeft de school daar ook nog enige tijd een versie van bewaard. Na verloop van tijd zijn de versies van school vernietigd. Weg, niet meer terug te vinden.

Over de tijd tussen de rapporten is niets over mij gedocumenteerd. Hoe ik precies presteerde op een woensdag in november, hoe mijn stemming was, hoe mijn psychische of fysieke toestand was, waar ik was, met wie ik omging en wat ik deed, is niet bekend en niet meer terug te halen. Wellicht een getuigenis van een oud-leraar die zich nog iets over mij herinnert, een specifieke gebeurtenis. Maar niets is terug te halen tot op een bepaalde dag, een bepaalde tijd. Alleen mijn getuigschriften en rapporten zijn er nog. En alleen ingeval ik beslis de inhoud hiervan aan iemand bekend te maken wordt deze informatie over mij geopenbaard. Anders niet.

Dat is nu anders. Google is bezig de openbare scholen massaal te voorzien van Chromebooks (zie Volkskrant, 1 november 2019, reportage over Google en basisonderwijs). Een laptop die draait op het besturingssysteem Chrome van Google en waarmee kinderen werken op de online harde schijf (cloud) van Google. De Chromebooks zijn goedkoop en de software wordt gratis geleverd. De verkoop hiervan is dan ook niet de core business van Google. De Chromebooks zijn slechts een middel om te verkrijgen waar het Google daadwerkelijk om gaat. Data, het liefst zoveel mogelijk.

Data is de olie van deze tijd. Bedrijven als Google worden exorbitant rijk omdat zij in data handelen. Onze data. Merkwaardig genoeg blijken wij telkens weer bereid om deze zo waardevolle data gratis weg te geven. En niet alleen onze data, ook de data van onze kinderen.

Ouders, leraren maar ook de overheid lijken zich niet bewust van wat er speelt. Kinderen laten via de Chromebooks digitale sporen achter die gebruikt kunnen worden om het gedrag van onze kinderen te voorspellen en te sturen. Deze data kan direct uit de leerresultaten worden gehaald, maar ook nog uit de zogenaamde ‘restdata’. Dit is informatie zoals welk thema stel je als achtergrond in, welke kleur buttons kies je, hoe snel of hoe langzaam typ je, welke spelfouten maak je, wat is je locatie, wie zijn je contacten, hoe klinkt je stem en hoe is je gezichtsuitdrukking die via de camera op de laptop kan worden gefilmd.

Aan de hand van al deze data kan onder andere voorspeld worden wat de persoonlijkheid van onze kinderen is, wat hun gevoelens zijn, wanneer ze kwetsbaar zijn, wanneer ze moe zijn, wanneer ze zich zorgen maken, wat hun seksuele geaardheid is en uiteindelijk ook wat hun politieke voorkeur is of zal zijn. Daarnaast kan deze informatie gecombineerd worden met data van klasgenootjes, broertjes en zusjes en data van de ouders. Op deze manier kan Google ook inzicht krijgen over wat zich binnen een gezin afspeelt. Al deze informatie zou je normaal gesproken niet zomaar prijsgeven. En zeker niet zomaar met duizenden bedrijven en mensen delen waarvan je niet weet wie ze zijn en wat ze met deze informatie over jou gaan doen.

Al deze data wordt opgeslagen en zal er nooit meer ‘niet’ zijn. Alles wat onze kinderen in hun jeugd doen en denken blijft voor altijd bekend. Niet zozeer bij henzelf maar bij ‘hen’, wie dat dan ook mogen zijn. Een permanent record wordt over onze kinderen bijgehouden en opgeslagen.

Het gedrag van onze kinderen kan niet alleen voorspeld worden, maar ook gestuurd, gemanipuleerd. Zo kunnen onze kinderen verleid worden tot de koop van bepaalde producten en tot het maken van politieke keuzes, zonder dat zij het gevoel hebben dat ze worden gestuurd. Niet alleen de persoonlijke vrijheid van onze kinderen komt hiermee in het geding, maar ook onze democratie.

En aan wie geven we die data? Ingeval van Google Chromebooks aan Google die het vervolgens aan honderden of misschien wel duizenden bedrijven kan doorverkopen. Bedrijven met medewerkers die we niet kennen. We hebben geen idee aan wie het wordt verkocht, wat ze er mee doen, welke conclusies er over onze kinderen worden getrokken en welke gevolgen deze voor onze kinderen kunnen hebben, nu en in de toekomst. Google stelt dat zij deze data niet doorverkoopt. Maar zelfs als dit waar zou zijn dan nog zou je niet willen dat Google deze data over onze kinderen in haar bezit heeft.

Via Google Chromebooks geven wij ouders, scholen, maar ook zeker de overheid al deze waardevolle en gevoelige informatie over onze kinderen gratis en zonder enige nadere overdenking weg. Informatie die wij zelf in een koffer onder ons bed hebben staan. Informatie waar wij zelf over beslissen of wij die met anderen delen.

Wij ontnemen onze kinderen de mogelijkheid om later zelf te beslissen wat zij over zichzelf in de openbaarheid willen brengen. Wij ontnemen hen het recht om ongezien fouten te kunnen maken. Wij brengen hun recht op vrijheid en democratie ernstig in het geding.

Er ligt dan ook niet alleen een taak voor de ouders en scholen om onze kinderen tegen deze ‘dataroof’ (Shoshana Zuboff, The Age of Surveillance Capitalism, NPO 2 VPRO Tegenlicht ‘De grote dataroof’) te beschermen, maar ook voor de overheid. Immers, moeten wij als land willen dat deze zo waardevolle en gevoelige informatie van onze toekomstige generatie in handen ligt bij Google en wellicht duizenden andere bedrijven of mogendheden waarvan wij niet weten wie zij zijn en wat hun intenties zijn?

Gepubliceerd in Kinderen en Privacy
vrijdag, 23 juni 2017 11:12

Het begon eigenlijk al in de peuterklas

Door Simone van Dijk


Het begon eigenlijk al in de peuterklas. Mijn zoontje vertelde dat hij een filmpje had gezien op de computer. Een filmpje? Hoezo? Ik breng mijn kind niet naar de peuterspeelzaal om filmpjes te kijken, ik breng mijn kind om te spelen. Spelen met andere kindjes, omdat hij daar aan toe was. Bovendien wil ik bepalen welke filmpjes mijn kind te zien krijgt, als hij al filmpjes te zien krijgt. Andere ouders waren ook ontstemd, en toch was ik de enige die er wat van zei. De peuterleidster trok verbaasd een wenkbrauw omhoog en mompelde dat het toch allemaal niet erg was.

We should run through the forest  
We should swim in the streams  
We should laugh, we should cry,  
We should love, we should dream  
We should stare at the stars and not just the screens  
You should hear what I'm saying and know what it means  
                                    (Scare away the Dark – Passenger (singer-songwriter)

Inmiddels was de peuterklas tevens kinderopvang geworden en moesten er camera’s geplaatst worden als ‘tweede paar ogen’. Dat scheelde een personeelslid. Op het hoofdkantoor, ver weg in een andere stad, kon er dan meegekeken worden. Uiteraard werd ons toestemming gevraagd en verzekerd dat de beelden tijdig zouden worden vernietigd en in geen geval voor andere doeleinden zouden worden gebruikt. Nee zeggen was geen optie. En hoe konden wij controleren dat deze beelden inderdaad niet werden opgeslagen en voor andere doeleinden werden gebruikt? En zijn deze beelden inmiddels wel vernietigd?

Uiteraard werd er ook nog even wifi aangelegd. Men is nog niet eenduidig over het feit of dit al dan niet schadelijk is voor (kleine) kinderen en volwassenen. Toch heeft de Raad van Europa in 2011 een resolutie aangenomen welke de lidstaten aanbeveelt om geen wifi op (lagere) scholen en in kinderopvangen aan te leggen. In landen als Frankrijk, Israël, Rusland, Argentinië en Canada wordt hier gehoor aan gegeven. Maar goed, daar hoef je als ouder al helemaal niet mee aan te komen. Voordat je het weet ben je de ‘wifiheks’ en wordt je überhaupt niet meer serieus genomen.

Geschokt was ik toen ik mijn vierjarige zoontje voor het eerst naar de kleuterklas (groep 1/2) bracht en er opeens een groot digiboard aan de muur hing. De Google toolbar schreeuwde ons in felle kleuren tegemoet. Dat is dus het eerste wat je kind ziet als hij ‘s morgens de klas in komt. Het voelt bijna als hersenspoelerij. Wat doet een digiboard in een kleuterklas? En als het niet gebruikt wordt, moet het dan aanstaan? Met daarop het logo van Google? Vanwege het digiboard wordt het licht in de klas altijd gedempt. Zon of geen zon, de gordijnen zijn dicht, lichten uit en zonneschermen naar beneden.

De schoolcomputers stonden eerst nog op de gang. Kinderen uit groep 3 konden vrijelijk op internet surfen en deden dit dan ook. Combinaties van woorden die tot pornografische plaatjes zouden leiden werden openlijk ingetypt. Bij navraag bleek er geen kinderslot op de computers te zitten. En tja, de juffen konden toch niet alles in de gaten houden... Spelletjes met tanks die er op losschoten werden openlijk gespeeld, dat waren namelijk rekenspelletjes; zeer leerzaam.

Als mijn kleutertje naar de toilet moest lopen over de gang dan kon hij rechts van hem schietende tanks zien en nare pornoplaatjes, terwijl op het digiboard links in de klas nare beelden van het jeugdjournaal over terroristische aanslagen werden vertoond ofwel een filmpje van ‘twerkende’ dames werd bekeken.

Maar niet getreurd! ‘De ouders’ hadden besloten dat er Chromebooks aangeschaft zouden worden. ‘De Ouders’? Mij was niets gevraagd. Chromebooks zijn kleine laptops zonder harde schijf. Alle informatie wordt opgeslagen in de clouds van Google. De kinderen loggen in op hun eigen naam. Leuk, want ook in de kleuterklassen (groep 1 en 2 ) zouden ze worden gebruikt. Er zou meer toezicht zijn en misbruik van internet zou niet meer mogelijk zijn. O ja, en nu moest er door de hele school wifi komen, natuurlijk.

Inmiddels stonden al mijn nekharen overeind. Ik heb mij tot de directie gericht en gevraagd: wat is jullie beleid en visie ten aanzien van het computergebruik? Wat is het doel van het gebruik? Hebben jullie nagedacht over de veiligheid van de kinderen, zowel qua privacy (persoonsgegevens en leerresultaten) als qua gezondheid (nekklachten, gehoorklachten, oogklachten, wifistraling). Hoe werken deze computers? Wat doen onze kinderen eigenlijk op deze computer? Zit er een kinderslot op de computers? Worden de kinderen beschermd tegen schadelijke content? Opslag van de leergegevens van mijn kind in de cloud van Google, dat is toch niet veilig? De directie had eigenlijk geen antwoord, behalve dan dat wij de enigen waren die hier over klaagden en andere scholen hier ook allemaal niet mee bezig waren.

Na veel aandringen door mij werd er een avond georganiseerd over het ICT-gebruik binnen school. De avond was niet meer dan een marketing-praatje van de leverancier van de Chromebooks. Met open mond en kloppend hart heb ik zitten luisteren. Zelfs ik durfde deze avond nauwelijks wat te zeggen. Immers iedereen die vraagtekens zou zetten bij de digitalisering werd direct vergeleken met Khadaffi en Assad, die hun koninkrijken kwijt zouden hebben geraakt door niet met de tijd mee te gaan! Nou, durf dan nog maar wat te zeggen!

Kortom, durf als ouder maar eens op te komen voor de rechten van je kind. Als je al überhaupt weet wat deze rechten zijn.

Wij waren niet de enige ouders die zorgen hadden over de digitalisering op school. Wij waren wel de enige ouders die echt actie ondernamen. De houding van veel ouders is al gauw van ‘ach ja, het is de toekomst, je kan het toch niet tegenhouden’. Maar nee, het is niet de toekomst, het is het heden! En ja, het valt wel tegen te houden, je moet er alleen wat aan doen!

En dat is wat ik nu doe, samen met Privacy First. Ik wil andere ouders inspireren om op te komen voor de rechten van hun kinderen en hen wegwijs maken in de rechten die zij hebben. Het recht op privacy, het recht om ongezien fouten te maken in je jeugd, het recht op gezond onderwijs, het recht om niet verslaafd te raken aan apparatuur, het recht om jezelf te kunnen zijn en te kunnen blijven in alle vrijheid, zonder dat je van jongs af aan al geprofileerd wordt!

Gepubliceerd in Kinderen en Privacy

"In maart kreeg Google zes weken van privacytoezichthouder College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) om hun 3,6 miljoen illegaal verkregen Nederlandse netwerknummers (SSID's) te wissen. Ze verzamelden netwerknummers door middel van auto's die beelden maakten voor Google Street View.

Google negeerde de ultimatums en sloeg direct terug met een bezwaarprocedure. Gevolg hiervan nu is dat het CBP al hun eisen en boetes heeft opgeschort totdat de rechter uitspraak heeft gedaan. De informatie is dus nog steeds in bezit van Google, terwijl het niet duidelijk is hoe lang de bezwaarprocedure gaat duren. "De handelswijze van het CBP verbaast me", zegt onderzoeker Vincent Böhre van Privacy First. "Ze geven vrij makkelijk toe aan Google in plaats van de dwangsommen door te zetten. Misschien is daar een juridische reden voor, maar nu lijkt het erop dat ze hun poot niet stijf durven te houden."

Dit is opvallend, want het CBP zit er normaliter bovenop als het om privacyschending gaat. Privacyschending? Ja, want de netwerknummers die Google illegaal verzamelde kunnen worden gekoppeld aan andere persoonsgegevens, zoals het CBP zelf al -op een ietwat ongelukkige manier- bewees. CBP maakte toen zelf per ongeluk privacygevoelige informatie openbaar. (...)"

Lees HIER het hele artikel bij NOS op 3.

Gepubliceerd in Privacy First in de media
© 2024 All Rights Reserved. Carefully crafted by WarpTheme

Onze Partners

logo Voys Privacyfirst
logo greenhost
logo platfrm
logo AKBA
logo boekx
logo brandeis
banner ned 1024px1
Deelnemer Privacycoalitie
Control Privacy
Pro Bono Connect logo 100